Toelichting bij COM(2012)388 - Bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET GEWIJZIGD VOORSTEL

De Commissie heeft nadat haar voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 ("de MFK-verordening")[1] was aangenomen, voorstellen ingediend voor alle wetshandelingen betreffende de meerjarenprogramma's voor die periode. Zoals in punt 2 hierna nader wordt verklaard, brengen twee van die voorstellen wijzigingen van het voorstel voor een MFK-verordening mee.

Tevens dient de tabel van het meerjarig financieel kader die in de bijlage bij de MFK-verordening is opgenomen, te worden geactualiseerd in verband met de volgende elementen:

(a) Het voorstel van de Commissie voor EU-27 moet worden verhoogd met de toewijzingen voor de Republiek Kroatië op grond van de Akte van toetreding die op 9 december 2011 is ondertekend[2].

(b) Er zijn nieuwe regionale bbp- en nationale bni-gegevens beschikbaar, die de situatie van de regio's en de lidstaten ten aanzien van de steuncriteria voor het EU-cohesiebeleid veranderen en tot een herberekening van de regionale en nationale toewijzingen nopen.

(c) Er moet rekening worden gehouden met de meest recente macro-economische voorspellingen en prognoses om de maximale nationale toewijzingen voor lidstaten waarvoor een aftopping van de cohesiebudgetten geldt, te berekenen en om de maxima van het MFK voor de periode 2014-2020 uit te drukken als percentage van het bni van de EU-28.

2.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET GEWIJZIGD VOORSTEL


In het aangehechte gewijzigd voorstel zijn de voorgestelde wijzigingen van overwegingen en artikelen vet gezet en onderstreept.

3.

2.1 Artikel 7


Op 15 november 2011 diende de Commissie een voorstel in voor een Verordening tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel en migratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer[3] (de 'horizontale verordening'), een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Fonds voor asiel en migratie[4], en een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer[5]. Dezelfde dag diende de Commissie een voorstel in voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa[6]. In de drie specifieke verordeningen is bepaald dat de horizontale verordening erop van toepassing is.

In de horizontale verordening kondigde de Commissie aan dat zij haar voorstel voor een MFK-verordening zou aanpassen om het toepassingsgebied van artikel 7 uit te breiden met de in het kader van het Fonds voor asiel en migratie en het Fonds voor interne veiligheid onder gedeeld beheer uitgevoerde programma's[7]. Dit maakt deel uit van het voornemen van de Commissie om de regels voor het gedeeld beheer te harmoniseren. Niettegenstaande dat alles in het werk moet worden gesteld om de nationale programma's voor beide fondsen in 2014 goed te keuren, dient een overdracht van toewijzingen die in 2014 niet worden gebruikt naar volgende jaren bijgevolg mogelijk te worden gemaakt om te vermijden dat de desbetreffende vastleggingskredieten verloren gaan.

4.

2.2 Artikel 8 (en overweging (7))


Op 6 oktober 2011 diende de Commissie een voorstel in voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, en tot vaststelling van algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 ("de GSK-verordening")[8].

In artikel 21 van de GSK-verordening wordt de 'Voorwaardelijkheid in verband met de coördinatie van economisch beleid van de lidstaten' geregeld, onder andere een eventuele schorsing van vastleggingen en betalingen voor programma's waarvoor steun wordt verleend uit de fondsen die onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen.

Artikel 21, lid 8, laatste alinea, van de verordening bepaalt dat, wanneer aan de voorwaarden voor opheffing van de schorsing van betalingen en vastleggingen is voldaan, de Raad, op voorstel van de Commissie, terzelfder tijd besluit om de geschorste vastleggingen overeenkomstig artikel 8 van de verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 opnieuw op de begroting te plaatsen.

Bijgevolg dient artikel 8 (en overweging (7)) te worden aangepast om de overdracht en de wederopvoering van geschorste vastleggingen mogelijk te maken.

Artikel 6 dient van toepassing te zijn op besluiten tot opheffing van een schorsing van kredieten voor betalingen.

5.

2.3 Artikel 11 en nieuw artikel 11 bis (en overweging (7) en artikel 9, lid 5)


De Commissie stelt, naast de twee voorgaande wijzigingen die voortvloeien uit de wetgevingsvoorstellen betreffende de meerjarige programma's, ook een wijziging voor van artikel 11 van haar voorstel voor een MFK-verordening. Met het oog op juridische en terminologische duidelijkheid stelt de Commissie voor om van artikel 11 twee onderscheiden artikelen te maken, betreffende respectievelijk de toetreding van een nieuwe lidstaat tot de Unie en het geval van hereniging van Cyprus. Hiertoe dienen ook overweging (7) en artikel 9, lid 5, te worden aangepast.

6.

2.4 Wijzigingen in overweging (8) en artikel 5


Omwille van de duidelijkheid en vanwege de beschikbaarheid van meer recente macro-economische prognoses worden enkele kleinere wijzigingen aangebracht in overweging (8) en artikel 5 van het voorstel.

1.

Gevolgen voor de begroting



7.

3.1 Verwerking van de toewijzingen voor Kroatië in de MFK-tabel


Het voorstel van de Commissie voor de Structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, het Fonds voor asiel en migratie en het Fonds voor interne veiligheid dient te worden verhoogd met landspecifieke toewijzingen voor de Republiek Kroatië.

Deze toewijzingen worden berekend volgens dezelfde methode als voor de EU-27, met inachtneming van de overgangsbepalingen van de Toetredingsakte.

Bijgevolg worden de bedragen die voor de Structuurfondsen en het Cohesiefonds zijn berekend op basis van de voorgestelde toewijzingsmethode voor de periode 2014-2020 op tweeërlei manier aangepast:

– voor 2014 geldt een infasering ten belope van 70% en voor 2015 van 90%;

– de toewijzingen voor 2014 en 2015 dienen respectievelijk 2,33 en 3 keer de toewijzing voor 2013 te bedragen binnen de grenzen van het nieuwe acquis (d.w.z. dat het maximum van 2,5% van het nationale bbp niet mag worden overschreden).

Wat het GLB betreft:

– wordt voor marktmaatregelen de toewijzing berekend op grond van de integrale toepassing van het acquis, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden die voor de wijnsector in de Toetredingsakte zijn vastgesteld;

– wordt voor de directe betalingen dezelfde 10-jarige infaseringsregeling toegepast op het niveau dat voor dergelijke betalingen in de EU-15 geldt, als van toepassing was voor de lidstaten die op 1 mei 2004 en 1 januari zijn toegetreden;

– wordt voor plattelandsontwikkeling de toewijzing bepaald volgens dezelfde methode als die welke voor de totale bedragen voor de EU-27 door de Commissie is toegepast. De Toetredingsakte voorziet niet in een infaseringsperiode.

De toewijzing voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij ondergaat voor de jaren 2014 en 2015 dezelfde twee aanpassingen als de Structuurfondsen en het Cohesiefonds (infasering en multiplicator).

Kroatië neemt vanaf 2014 volledig aan het Fonds voor asiel en migratie deel. Het land krijgt voor 2014 een bijzondere 'Schengentoewijzing' en ontvangt voor dat jaar bijgevolg geen bijdrage uit het onderdeel buitengrenzen en visa van het Fonds voor interne veiligheid.

Daarenboven krijgt Kroatië een tijdelijke kasstroomfaciliteit om de netto-begrotingspositie voor 2014 te verbeteren.

Kroatië krijgt dus niet alleen vooraf deze bedragen toegewezen, maar neemt ook volwaardig deel aan alle andere onderdelen van het intern beleid. Bijgevolg moeten de begrotingsenveloppen waarvoor geen toewijzing vooraf plaatsvindt, worden aangepast. Hiervoor wordt dezelfde berekeningswijze als voor de bedragen 2013 met het oog op de afronding van de toetredingsonderhandelingen gevolgd, dat wil zeggen dat het relatieve aandeel van Kroatië in het bbp en de bevolking van de EU-27 daarin wordt verdisconteerd, wat neerkomt op een verhoging van alle voorgestelde, niet vooraf toegewezen begrotingsenveloppen met 0,62%[9].

Rubriek 5 moet worden bijgewerkt in verband met de extra middelen die in een uitgebreide Unie na de toetreding van Kroatië nodig zijn voor administratieve uitgaven, hoofdzakelijk voor de talendiensten, juridische werkzaamheden en het beheer van programma's. Voor de Commissie alleen bedraagt de vereiste versterking 384 nieuwe voltijdequivalenten, overwegend vaste ambten die gefaseerd tot 2014 aan de personeelsformatie zullen worden toegevoegd. Bij de andere instellingen zullen de extra middelen hoofdzakelijk nodig zijn voor de talen- en juridische diensten, apparatuur en werkingskosten, communicatie en IT-beheer, en bedraagt de vereiste versterking netto ongeveer 274 voltijdequivalenten, overwegend vaste ambten. Dit zal de integratie van onderdanen van Kroatië en het geografisch evenwicht in de diensten ten goede komen. Voor alle instellingen tezamen worden de extra kosten voor de periode 2014-2020 geraamd op 536 miljoen EUR (in prijzen van 2011).

Tot slot moet het effect van de vereiste extra vastleggingen worden doorberekend naar de jaarlijkse totale betalingsmaxima op basis van de betalingsvooruitzichten voor de EU-27.

De aanvullende bedragen die het gevolg zijn van een en ander zijn in onderstaande tabel samengevat. De voorgestelde maxima voor de EU-27 moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

8.

Aanvullende bedragen voor Kroatië in het MFK 2014-2020


9.

3.2 Actualisering van het maximum voor Slimme en inclusieve groei en van het deelmaximum voor Economische, sociale en territoriale samenhang


De in de Commissievoorstellen vervatte cohesietoewijzingen waren gebaseerd op de ten tijde van de goedkeuring ervan meest recente beschikbare gegevens, namelijk die van het gemiddelde regionale bbp voor de jaren 2006-2008, de regionale onderwijs- en arbeidsmarktgegevens voor de jaren 2007-2009, het gemiddelde bni voor de jaren 2007-2009, alsmede op de macro-economische prognose van het voorjaar 2011 en de vergezellende vooruitzichten op middellange termijn.

Aansluitend op de bekendmaking van de regionale bbp-gegevens voor 2009, de regionale onderwijs- en arbeidsmarktgegevens voor 2010 en de bni-gegevens voor 2010, moeten die voorstellen thans worden geactualiseerd. Het driejarig gemiddelde dat de subsidiabiliteit bepaalt, wordt dat van 2007-2009 voor het regionale bbp en 2008-2010 voor het bni. Voorts zijn de maximale middelentoewijzingen voor de lidstaten waarvoor een begrenzing op 2,5% van het nationale bbp geldt, nu berekend op basis van de voorjaarsprognose van 2012 en de bijgewerkte vooruitzichten op middellange termijn.

Voor de totale toewijzing voor de EU-27 brengt dit de volgende wijzigingen mee:

10.

3.3 Actualisering van de totale maxima inzake betalingskredieten


De jaarlijkse totale maxima inzake betalingen moeten worden geactualiseerd op basis van de jongst beschikbare informatie:

– de begrotingsuitvoering voor 2011

– de goedgekeurde begroting voor 2012

– de ontwerpbegroting voor 2013 en de vergezellende herziene betalingsplannen

11.

3.4 Actualisering van de algemene jaarlijkse maxima voor vastleggingen en betalingen als percentage van het bni van de EU


Tot slot moeten de in de MFK-tabel vermelde algemene jaarlijkse maxima voor vastleggingen en betalingen, gewijzigd zoals aangegeven in de punten 3.1 en 3.2 hiervoor, worden uitgedrukt als percentage van het bni van de EU-28, berekend op basis van de macro-economische voorjaarsprognose van de Commissie van 2012 en de bijgewerkte vooruitzichten op middellange termijn.