Toelichting bij COM(2010)391 - Fusies van naamloze vennootschappen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)391 - Fusies van naamloze vennootschappen. |
---|---|
bron | COM(2010)391 |
datum | 30-08-2010 |
2. In haar advies van 27 februari 2008 was de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep, bedoeld in het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten i, van oordeel dat het in punt 1 genoemde voorstel zich inderdaad beperkt tot een loutere codificatie zonder inhoudelijke wijzigingen van de besluiten waarop het betrekking heeft.
3. Gelet op de wijzigingen i van het in punt 1 genoemde voorstel en op de werkzaamheden ter zake die reeds in de loop van de wetgevingsprocedure hebben plaatsgevonden, heeft de Commissie besloten overeenkomstig artikel 293, lid 2, TWEU een gewijzigd voorstel tot codificatie van de betrokken richtlijn in te dienen.
In dit gewijzigde voorstel is tevens rekening gehouden met de louter redactionele of formele aanpassingen die door de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep zijn voorgesteld en die gegrond worden geacht i.
4. In dit gewijzigde voorstel zijn ten opzichte van het in punt 1 genoemde voorstel de volgende wijzigingen aangebracht:
In overweging 2 is de verwijzing naar „ artikel 44, lid 2, onder g), van het Verdrag ” vervangen door „ artikel 50, lid 2, onder g), van het Verdrag ” en is de verwijzing naar „ Richtlijn 68/151/EEG ” vervangen door „ de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken ”.
In overweging 8 zijn de woorden „Richtlijn […/…/…] van het Europees Parlement en de Raad van […] strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken ” vervangen door de woorden „Richtlijn 2009/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 48 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken ” .
In artikel 1, lid 1, is het streepje betreffende Finland vervangen door het volgende:
„Finland: julkinen osakeyhtiö/publikt aktiebolag” .
In artikel 1, lid 2, artikel 6, artikel 18, lid 1, artikel 22, lid 1, onder e) en f), en in artikel 23, lid 1, eerste alinea, is de verwijzing naar „ Richtlijn […/…/…] ” vervangen door „ Richtlijn 2009/101/EG ” .
In artikel 6 zijn de volgende leden toegevoegd:
„ Elke vennootschap die de fusie aangaat is van de in artikel 3 van Richtlijn 2009/101/EG neergelegde openbaarmakingsverplichting vrijgesteld indien zij gedurende een ononderbroken periode, die aanvangt ten minste een maand vóór de dag van de algemene vergadering waarop het besluit over het voorstel voor een fusie moet worden genomen en die niet eerder eindigt dan de sluiting van die vergadering, het voorstel voor deze fusie op haar website gratis openbaar maakt. De lidstaten mogen geen verplichtingen verbinden aan of beperkingen stellen aan deze vrijstelling, behalve om de veiligheid van de website en de authenticiteit van de documenten te waarborgen en alleen voor zover zij proportioneel zijn met de te verwezenlijken doelstellingen.
In afwijking van de tweede alinea, mogen de lidstaten verlangen dat de openbaarmaking geschiedt via het in artikel 3, lid 5 , van Richtlijn 2009/101/EG bedoelde centrale elektronische platform. Bij wijze van alternatief mogen de lidstaten verlangen dat die openbaarmaking geschiedt op een andere website die zij daartoe hebben aangewezen. Indien de lidstaten gebruikmaken van een van deze mogelijkheden zien zij erop toe dat er voor de vennootschappen geen specifieke kosten zijn verbonden aan deze openbaarmaking.
Indien een andere website wordt gebruikt dan het centrale elektronische platform, wordt ten minste een maand vóór de dag van de algemene vergadering een verwijzing die toegang biedt tot die website opgenomen op het centrale elektronische platform. De verwijzing bevat de datum van de openbaarmaking van het fusievoorstel op de website en is kosteloos toegankelijk voor het publiek. Voor de vennootschappen zijn geen specifieke kosten verbonden aan deze openbaarmaking .
Het in de derde en vierde alinea neergelegde verbod om de vennootschappen specifieke kosten in rekening te brengen laat onverlet dat de lidstaten kosten met betrekking tot het centrale elektronische platform kunnen doorberekenen aan vennootschappen.
De lidstaten mogen van vennootschappen verlangen dat zij de informatie gedurende een specifieke periode na de algemene vergadering op hun website of, in het voorkomende geval, het centrale elektronische platform of de andere door de betrokken lidstaat aangewezen website laten staan. De lidstaten kunnen bepalingen vaststellen voor het geval dat de toegang tot de website of het centrale elektronische platform om technische of andere redenen tijdelijk onderbroken is. ” .
In artikel 7, lid 3, zijn de woorden „ in lid 2 bedoelde ” geschrapt.
In artikel 8 is de volgende alinea toegevoegd:
„ Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), is artikel 11, leden 2, 3 en 4, van toepassing .”.
De bewoordingen van artikel 9 zijn vervangen door de volgende:
„1. De bestuurs- of leidinggevende organen van elke vennootschap die de fusie aangaat, stellen een uitgewerkt schriftelijk verslag op waarin het fusievoorstel, en met name de ruilverhouding van de aandelen, uit juridisch en economisch oogpunt worden toegelicht en verantwoord.
In het verslag worden bovendien de bijzondere moeilijkheden vermeld die zich eventueel bij de waardering hebben voorgedaan.
2. De bestuurs- of leidinggevende organen van elke vennootschap die de fusie aangaat, lichten de algemene vergadering van hun vennootschap in, alsook de bestuurs- of leidinggevende organen van de overige betrokken vennootschappen opdat deze laatste hun respectieve algemene vergaderingen op de hoogte kunnen stellen van iedere belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de algemene vergaderingen die zich over het fusievoorstel moeten uitspreken.
3. De lidstaten mogen bepalen dat het in lid 1 bedoelde verslag en/of de in lid 2 bedoelde inlichtingen niet vereist zijn indien alle aandeelhouders en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden van alle vennootschappen die aan de fusie deelnemen, hiermee hebben ingestemd. ”.
De bewoordingen van artikel 11, lid 1, onder c) en d), zijn vervangen door de volgende:
„ c) in voorkomend geval, indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes maanden voor de datum van het fusievoorstel is afgesloten: tussentijdse cijfers omtrent de stand van het vermogen op ten vroegste de eerste dag van de derde maand die aan die datum voorafgaat;
d) in voorkomend geval, de in artikel 9 bedoelde verslagen van de bestuurs- of leidinggevende organen van de vennootschappen die de fusie aangaan; ”.
In artikel 11, lid 1, is de volgende alinea toegevoegd:
„ Voor de toepassing van de eerste alinea, onder c), zijn geen tussentijdse cijfers vereist indien de vennootschap een halfjaarlijks financieel verslag als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad bekendmaakt, en dit conform dit lid aan de aandeelhouders beschikbaar stelt. Bovendien kunnen de lidstaten bepalen dat geen tussentijdse cijfers vereist zijn indien alle aandeelhouders en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden van alle vennootschappen die aan de fusie deelnemen hiermee hebben ingestemd. ”. Bijgevolg is de verwijzing naar „lid 1, onder c” in artikel 11, lid 2, vervangen door „lid 1, eerste alinea, onder c)”.
In artikel 11, lid 3, is de volgende alinea toegevoegd:
„ Wanneer een aandeelhouder ermee heeft ingestemd dat de vennootschap inlichtingen langs elektronische weg verstrekt, mogen deze afschriften per elektronische post worden toegezonden. ” .
In artikel 11 is het volgende lid toegevoegd:
„ 4. Een vennootschap is vrijgesteld van het vereiste dat zij de in lid 1 bedoelde bescheiden ten kantore beschikbaar stelt indien zij deze gedurende een ononderbroken periode, die aanvangt ten minste één maand vóór de dag van de algemene vergadering waarop het besluit over het fusievoorstel moet worden genomen en die niet eerder eindigt dan de sluiting van die vergadering, op haar website openbaar maakt. De lidstaten mogen geen verplichtingen verbinden aan of beperkingen stellen aan deze vrijstelling, behalve om de veiligheid van de website en de authenticiteit van de documenten te waarborgen en alleen voor zover zij proportioneel zijn met de te verwezenlijken doelstellingen .
Lid 3 is niet van toepassing indien de website aandeelhouders gedurende de gehele in de eerste alinea van dit lid bedoelde periode de mogelijkheid biedt de in lid 1 bedoelde bescheiden te downloaden en af te drukken. In dat geval mogen de lidstaten evenwel bepalen dat de vennootschap deze documenten ten kantore beschikbaar stelt voor raadpleging door de aandeelhouders.
De lidstaten mogen van vennootschappen verlangen dat zij de informatie gedurende een specifieke periode na de algemene vergadering op hun website laten staan. De lidstaten kunnen bepalingen vaststellen voor het geval dat de toegang tot de website om technische of andere redenen tijdelijk onderbroken is. ” .
In artikel 13 is lid 2, vervangen door het volgende:
„ 2. Daartoe bepalen de wetgevingen van de lidstaten ten minste dat deze schuldeisers recht hebben op passende waarborgen wanneer de financiële toestand van de vennootschappen die de fusie aangaan, deze bescherming nodig maakt en deze schuldeisers niet reeds over dergelijke waarborgen beschikken.
De lidstaten stellen de voorwaarden vast voor de in lid 1 en in de eerste alinea van dit lid bedoelde bescherming. De lidstaten dragen er in elk geval zorg voor dat de bovenbedoelde schuldeisers zich tot de bevoegde administratieve of gerechtelijke instantie kunnen wenden om adequate waarborgen te verkrijgen, mits zij op geloofwaardige wijze kunnen aantonen dat de voldoening van hun vorderingen als gevolg van de fusie in het gedrang is, en dat van de vennootschap geen adequate waarborgen zijn verkregen. ”.
In artikel 19, lid 3 zijn de eerste woorden „ Lid 1 doet geen afbreuk aan ” vervangen door de woorden „ Er wordt geen afbreuk gedaan aan ” .
Artikel 23, lid 3, is geschrapt.
De bewoordingen van artikel 24 zijn vervangen door de volgende:
„ De lidstaten regelen voor de onder hun wetgeving vallende vennootschappen de rechtshandeling waarbij het vermogen van een of meer vennootschappen, zowel rechten als verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening, in zijn geheel overgaat op een andere vennootschap die houdster is van alle aandelen van de overgenomen vennootschap of vennootschappen en van de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden. Hoofdstuk II is op deze rechtshandeling van toepassing. De lidstaten mogen de verplichtingen van artikel 5, lid 2, onder b), c) en d), de artikelen 9 en 10, artikel 11, lid 1, onder d) en e), artikel 19, lid 1, onder b), en de artikelen 20 en 21, echter niet opleggen . ” .
De bewoordingen van artikel 25 zijn vervangen door de volgende:
„ De lidstaten passen artikel 7 niet toe op de in artikel 24 omschreven rechtshandelingen, indien ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de in artikel 6 voorgeschreven openbaarmaking geschiedt voor elke aan de rechtshandeling deelnemende vennootschap uiterlijk een maand voordat de overneming van kracht wordt;
b ) iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap heeft het recht ten minste een maand voordat de overneming van kracht wordt, ten kantore van de vennootschap kennis te nemen van de in artikel 11, lid 1, onder a), b) en c), genoemde bescheiden;
c) artikel 8, onder c), is van toepassing.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b) is artikel 11, leden 2, 3 en 4, van toepassing. ” .
De bewoordingen van artikel 27 zijn vervangen door de volgende:
„ In geval van fusie door overneming door een andere vennootschap die niet alle, maar ten minste 90 % bezit van de aandelen van elke overgenomen vennootschap en van de andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, stellen de lidstaten de goedkeuring van de fusie door de algemene vergadering van de overnemende vennootschap niet verplicht indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de in artikel 6 voorgeschreven openbaarmaking geschiedt voor de overnemende vennootschap uiterlijk een maand vóór de datum van de algemene vergadering van de overgenomen vennootschap of vennootschappen die over het fusievoorstel moet besluiten;
b) iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap heeft het recht ten minste een maand voor de onder a) genoemde datum ten kantore van deze vennootschap kennis te nemen van de in artikel 11, lid 1, onder a), b) en, in voorkomend geval, onder c), d) en e), genoemde bescheiden;
c) artikel 8, onder c) , is van toepassing.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b) is artikel 11, leden 2, 3 en 4, van toepassing. ” .
De bewoordingen van artikel 28 zijn vervangen door de volgende:
„ In geval van een fusie als bedoeld in artikel 27 mogen de lidstaten de verplichtingen van de artikelen 9, 10 en 11 niet opleggen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de aandeelhouders met een minderheidsbelang in de overgenomen vennootschap kunnen de overnemende vennootschap verplichten hun aandelen te verwerven;
b) alsdan hebben zij recht op een tegenprestatie die overeenkomt met de waarde van hun aandelen;
c) indien er geen overeenstemming is over de tegenprestatie moet deze kunnen worden vastgesteld door de rechter of door een administratieve instantie die daartoe is aangewezen door de lidstaat.
Een lidstaat hoeft het eerste lid niet toe te passen als de wetgeving van die lidstaat de overnemende vennootschap toestaat, zonder voorafgaand openbaar overnamebod, alle houders van effecten van de over te nemen vennootschap of vennootschappen ertoe te verplichten die effecten voor de fusie te verkopen tegen een billijke prijs. ” .
De bewoordingen van artikel 33 zijn vervangen door de volgende:
„ Deze richtlijn treedt in werking op 1 juli 2011 .”.
In bijlage I, deel A, is de volgende vermelding toegevoegd:
„ Richtlijn 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 259 van 2.10.2009, blz. 14) / uitsluitend artikel 2 ”.
In bijlage I, deel B, is de volgende vermelding toegevoegd:
„ 2009/109/EG / 30 juni 2011 ” .
In bijlage II, zijn de vermeldingen „ Hoofdstuk I ”, „ Hoofdstukken I tot VI ” en „ Hoofdstukken II tot VII ” geschrapt.
5. Teneinde de lezing en het onderzoek daarvan te vergemakkelijken, is de volledige tekst van het aldus gewijzigde codificatievoorstel bijgevoegd.
ê 78/855/EEG (aangepast)