Toelichting bij COM(2016)665 - Wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd af te wijken van artikel 287 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 1 (hierna 'de btw-richtlijn' genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, geregistreerd bij de Commissie op 1 juni 2016, heeft Polen verzocht om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 40 000 EUR van de belasting over de toegevoegde waarde te mogen vrijstellen. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 22 september 2016 van het verzoek van Polen in kennis gesteld. Bij brief van 23 september 2016 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle nodige gegevens beschikte om het verzoek te beoordelen.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaald plafond blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige over zijn prestaties geen btw in rekening hoeft te brengen, maar bijgevolg ook geen voorbelasting kan aftrekken.

Volgens punt 14 van artikel 287 van de btw-richtlijn mag Polen vrijstelling van btw verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 10 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

In 2009 heeft Polen om een afwijking verzocht, teneinde de btw-verplichtingen voor kleine ondernemingen te vereenvoudigen en de inning van de btw door de nationale belastingdienst te vergemakkelijken. Bij Beschikking 2009/790/EG van 20 oktober 2009 2 heeft de Raad Polen gemachtigd tot 31 december 2012 vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 30 000 EUR in de nationale munteenheid. Deze afwijking is bij Uitvoeringsbesluit 2012/769/EU van de Raad 3 een eerste maal verlengd tot en met 31 december 2015 en bij Uitvoeringsbesluit 2015/1173/EU van de Raad 4 een tweede maal verlengd tot en met 31 december 2018.

Polen heeft nu een verzoek ingediend om de vrijstellingsdrempel voor de resterende looptijd van de huidige afwijking te mogen verhogen van 30 000 EUR naar 40 000 EUR. Met dit verzoek wil Polen de administratieve lasten verlichten voor een groter aantal belastingplichtigen die slechts een beperkte beroepsactiviteit hebben, en de ontwikkeling van dergelijke kleine ondernemingen stimuleren. Tegelijkertijd wil Polen de druk op de belastingdienst verminderen door het aantal te controleren kleine belastingplichtigen te verminderen, aangezien deze controles relatief duur zijn in vergelijking met de btw-inkomsten die op het spel staan, en wil Polen de op grotere belastingplichtigen gerichte controles versterken. In dit verband dient te worden opgemerkt dat de maatregel voor belastingplichtigen volledig facultatief is en blijft.

De afwijkingsmaatregel is momenteel van toepassing tot en met 31 december 2018. Het is passend deze einddatum te handhaven. Afwijkingen van de btw-richtlijn moeten steeds in de tijd worden beperkt, zodat de gevolgen ervan kunnen worden beoordeeld. Bovendien worden de bepalingen van de artikelen 281 tot en met 294 van de btw-richtlijn betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen momenteel geëvalueerd. Zoals aangekondigd in het btw-actieplan 5 zal het voorstel van de Commissie, in de vorm van een alomvattend vereenvoudigingspakket, naar verwachting tegen eind 2017 worden voorgesteld. Het is bijgevolg mogelijk dat vóór bovengenoemde datum een richtlijn tot wijziging van de bepalingen van de btw-richtlijn inzake een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen in werking treedt.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Aan andere lidstaten zijn reeds soortgelijke afwijkingen toegestaan. België 6 en Luxemburg 7 mogen een drempel van 25 000 EUR toepassen, Litouwen 8  een drempel van 45 000 EUR, Letland 9  en Slovenië 10  een drempel van 50 000 EUR, Italië 11 en Roemenië 12  een drempel van 65 000 EUR.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De maatregel is in overeenstemming met de EU-doelstellingen voor kleine bedrijven zoals die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie 'Denk eerst klein' — Een 'Small Business Act' voor Europa " 13 , waarin de lidstaten wordt gevraagd bij de opstelling van wetgeving rekening te houden met de bijzondere kenmerken van kleine en middelgrote ondernemingen en het bestaande regelgevingskader te vereenvoudigen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 395 van de btw-richtlijn.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Gelet op de bepaling in de btw-richtlijn die de grondslag voor het voorstel vormt, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.

Evenredigheid

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de afwijking staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel, namelijk vereenvoudiging voor zowel een extra aantal kleine belastingplichtigen als voor de belastingdienst.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: uitvoeringsbesluit van de Raad.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een uitvoeringsbesluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadplegingen van belanghebbenden

Dit voorstel is gebaseerd op een verzoek van Polen en heeft uitsluitend betrekking op deze lidstaat.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Het voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad voorziet in de verlenging van een vereenvoudigingsmaatregel die ondernemingen met een jaaromzet van ten hoogste de tegenwaarde van 40 000 EUR in de nationale munteenheid van vele btw-verplichtingen ontheft, en zorgt zo voor een verlichting van de administratieve lasten voor 24 000 extra belastingplichtigen en bijgevolg ook voor de belastingdienst. De budgettaire gevolgen voor de btw-inkomsten van Polen worden op 300 miljoen PLN geraamd.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting, omdat Polen een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.