Toelichting bij COM(2016)597 - Verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Sinds de presentatie van het investeringsplan voor Europa in november 2014 is het investeringsklimaat verbeterd en keren de groei en het vertrouwen in de Europese economie terug. Inmiddels is er in de Unie, met een bbp-groei van 2 % in 2015, vier jaar lang sprake van een bescheiden herstel. De omvangrijke activiteiten die met het investeringsplan in gang zijn gezet, leveren al concrete resultaten op, ook al kunnen grotere investeringsprojecten geen onmiddellijke macro-economische effecten sorteren. De investeringen trekken in 2016 en 2017 naar verwachting geleidelijk aan, maar liggen nog onder historische niveaus.

1 Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen". Daarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn. Daarbij wordt ook gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) zou bestaan, aan een opschaling van het loket ("venster") voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's/mkb) binnen het bestaande kader en aan een versterking van de EIAH. Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad dienaangaande het volgende geconcludeerd: 'Het investeringsplan voor Europa, met name het EFSI, heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken.'

Het EFSI is oorspronkelijk opgezet voor een periode van drie jaar en zou ten minste 315 miljard EUR aan investeringen moeten genereren. Gezien het succes ervan wil de Commissie het fonds verdubbelen, zowel qua looptijd als qua financiële capaciteit. De wettelijke verlenging die vandaag wordt voorgesteld, valt samen met de resterende periode van het huidige meerjarig financieel kader en moet leiden tot ten minste een half biljoen EUR aan investeringen tot en met 2020. Het voorstel strookt met de herziening van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 inzake het Financieel Reglement die de Commissie tegelijkertijd voorstelt om een robuust kader voor het beheer van de financiële verplichtingen van de Unie op te zetten. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de beoogde verdubbeling van het investeringsstreefcijfer te halen, roept de Commissie de lidstaten op ook een bijdrage te leveren en daar prioriteit aan te geven. In dit verband is de Commissie vandaag met een voorstel gekomen om de inbreng op het niveau van de risicodragende capaciteit van het EFSI te bevorderen door de lidstaten de mogelijkheid te bieden om de middelen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen die in het kader van het gedeeld beheer aan hen zijn toegewezen, over te hevelen om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten.

Voor de periode na 2020 wil de Commissie met de nodige voorstellen komen om de strategische investeringen op een duurzaam niveau te houden.

Sinds de lancering ervan één jaar geleden ligt het EFSI, dat door de strategische investeringspartner van de Commissie, de EIB-groep (Europese Investeringsbank), wordt geïmplementeerd en medegefinancierd, goed op schema om zijn doel te bereiken, namelijk om uiterlijk medio 2018 ten minste 315 miljard EUR aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren met een zo hoog mogelijke inbreng van de particuliere sector. Met name in het kmo-loket is er sprake van een snelle marktabsorptie en presteert het EFSI aanzienlijk beter dan verwacht. Om ervoor te zorgen dat voldoende financiering beschikbaar zou blijven om de verstrekking van financiering aan kmo's met EFSI-steun te kunnen voortzetten, is het kmo-loket in juli 2016 binnen de bestaande parameters van Verordening (EU) 2015/1017 opgeschaald met 500 miljoen EUR. Verwacht wordt dat de projecten met EFSI-dekking die de EIB-groep tot en met juli 2016 heeft goedgekeurd, in totaal 115,7 miljard EUR aan investeringen in 26 lidstaten genereren en ondersteuning bieden voor ongeveer 200 000 kmo's, waarmee banen in Europa zullen worden gecreëerd, ook voor jongeren, en de groei en het concurrentievermogen in Europa worden bevorderd. De Europese investeringsadvieshub (EIAH) en het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP) hebben ook een goede start gemaakt. De EIAH heeft al ongeveer 230 verzoeken uit 27 lidstaten behandeld en het EIPP heeft sinds de lancering ervan op 1 juni 2016 al meer dan 100 investeringsprojecten gepubliceerd die investeerders onmiddellijk kansen over heel Europa bieden.

In het kader van het streven van de Commissie om het Europees investeringsklimaat te verbeteren, heeft zij een aantal initiatieven voorgesteld voor de ondersteuning van investeringen en het bevorderen van de financiering van de reële economie. Zo zijn de kapitaallasten verlaagd voor verzekeraars en herverzekeraars die in infrastructuur investeren, en zijn praktische richtsnoeren vastgesteld voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de publieke financiering van infrastructuur. Daarnaast bevatten de strategieën voor de energie-unie, de kapitaalmarktenunie, de eengemaakte markt en de digitale eengemaakte markt en het pakket circulaire economie allemaal specifieke maatregelen die concrete belemmeringen zullen wegnemen en het investeringsklimaat verder zullen verbeteren als ze onverkort worden uitgevoerd. Zo zal met de komende voorstellen voor de interne elektriciteitsmarkt, hernieuwbare energie en de governance van de energie-unie op regelgevingsgebied meer duidelijkheid en stabiliteit op lange termijn ontstaan zodat investeringen in de energiesector mogelijk worden. In dit verband merkt de Commissie op dat de EIB is uitgegroeid tot een wereldleider op het gebied van de uitgifte van groene obligaties voor de financiering van duurzame projecten. De kapitaalmarktenunie zal ertoe bijdragen dat financiële investeringsbelemmeringen worden weggenomen, de strategie voor de eengemaakte markt zal leiden tot efficiëntere markten voor de plaatsing van overheidsopdrachten, en de strategie voor de digitale eengemaakte markt zal zorgen voor meer zekerheid op regelgevingsgebied in de digitale sector.

EFSI-financiering houdt niet in dat de lidstaten niet de nodige hervormingen hoeven door te voeren om de in het kader van het Europees semester geconstateerde investeringsbelemmeringen weg te nemen op gebieden als insolventie, overheidsopdrachten, de efficiëntie van het gerechtelijk apparaat en het overheidsapparaat en sectorspecifieke regelgeving. De Commissie heeft al een aantal landspecifieke aanbevelingen gedaan voor hervormingen op investeringsgebied. Deze hervormingen zijn noodzakelijk om het investeringsniveau in de lidstaten te consolideren en te verhogen.

Dit positieve momentum dat door het investeringsplan is gecreëerd, moet worden vastgehouden, terwijl er verdere inspanningen nodig zijn om de investeringen terug te brengen op het niveau van de duurzame langetermijntrend. De mechanismen van het investeringsplan werken en moeten worden versterkt om particuliere investeringen te blijven aantrekken in sectoren die van belang zijn voor de toekomst van Europa en waarin nog sprake is van marktfalen of suboptimale investeringssituaties. Het EFSI blijft bedoeld als instrument dat investeringen ondersteunt die binnen dezelfde periode of in dezelfde omvang niet van de grond hadden kunnen komen, niet via de EIB, noch via het EIF noch in het kader van bestaande financiële instrumenten van de Unie.

Evenals in de oorspronkelijke investeringsperiode moeten zoveel mogelijk particuliere investeringen worden aangetrokken en blijven kmo's een belangrijke begunstigde van de steun die in het kader van het voorliggende voorstel wordt verleend. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelen van de klimaatconferentie van Parijs (COP21). Met de verlenging van de looptijd van het EFSI wordt niet alleen een succesvolle regeling gecontinueerd, maar wordt ook een belangrijk signaal gegeven aan projectpromotors om projecten bij de EIB in te blijven dienen.

Een essentieel onderdeel van het voorstel is een aanscherping c.q. uitbreiding van het begrip 'additionaliteit' van EFSI-projecten. De EFSI-projecten worden nog duidelijker gerelateerd aan suboptimale investeringssituaties en marktlacunes en aan de subsidiabiliteitscriteria. Gelet op het belang van grensoverschrijdende infrastructuurprojecten voor Europa, inclusief de bijbehorende dienstverlening, worden deze projecten specifiek aangemerkt als projecten die additionaliteit bieden.

Naast de verlenging van de looptijd van het EFSI bevat het voorstel een aantal technische versterkingen voor het EFSI en de EIAH die berusten op de ervaringen die in het eerste jaar van implementatie van het EFSI zijn opgedaan.

Een belangrijk doel van het voorstel is de versterking van de EFSI-absorptie in de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's. Een hoofdelement in dit verband is de mogelijkheid om andere bronnen van Uniefinanciering, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility (CEF)) gemakkelijker te combineren met EFSI-steun om nog meer investeringen uit de particuliere sector aan te trekken. Tegelijk heeft de Commissie vandaag een voorstel ingediend om de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen te vereenvoudigen en dergelijke combinaties te stimuleren. Om de procedures te stroomlijnen en efficiënter te werk te kunnen gaan, moet in dit verband worden toegestaan dat de controle- en borgingsmechanismen voor verrichtingen die voor EFSI-steun in aanmerking komen, kunnen worden gebruikt voor de naleving van de desbetreffende vereisten die in het kader van andere EU-financiering voor hetzelfde project gelden.

De steun aan de minder ontwikkelde regio's en de overgangsregio's in Europa wordt uitgebreid door een expliciete verwijzing naar alle sectoren die niet onder de andere algemene doelstellingen vallen. Daarnaast worden investeringen met EFSI-steun in snelwegen, die doorgaans onwenselijk zijn, onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan voor cohesielanden.

De Commissie stelt ook voor om het EFSI sterker te richten op politieke EU-prioriteiten voor het tegengaan van klimaatverandering. Zo wordt een minimumstreefcijfer voor klimaatvriendelijke projecten vastgesteld en wordt steun voor investeringen in snelwegen toegestaan mits die gekoppeld is aan particuliere investeringen in cohesielanden of aan grensoverschrijdende vervoersprojecten met ten minste één cohesieland. Bovendien acht de Commissie het van belang om een deel van het begrotingsmiddelen van de Unie, zoals de CEF-middelen, in de vorm van subsidies te blenden met het EFSI. Het gecombineerde gebruik van subsidies en het EFSI komt de economische en financiële haalbaarheid van projecten ten goede en verhoogt daarmee de meerwaarde van Unie-uitgaven doordat extra geld bij particuliere investeerders wordt losgeweekt. Voorts moet, gelet op de significante economische multiplicatoreffecten die investeringen in de defensiesector sorteren op andere sectoren in de vorm van nieuwe spin-offs en de overdracht van technologie, terwijl deze investeringen zelf ook nieuwe banen opleveren, worden overwogen om defensiegerelateerde investeringsprojecten onder het EFSI op te nemen en dus om de subsidiabiliteitscriteria in het EIB-kredietverleningsbeleid in die zin te wijzigen.

Voor de EIAH wordt voorgesteld om de technische ondersteuning sterker te richten op projecten waarbij meerdere lidstaten zijn betrokken, op projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de COP21-doelen, en op het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de CEF, met het EFSI. Deze steun zal worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt.

Daarnaast wordt voorgesteld om de EIAH actief in de beoogde sectorale en geografische diversificatie van het EFSI te betrekken door de EIB waar nodig te ondersteunen bij het creëren van projecten.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Op 26 november 2014 heeft de Commissie haar investeringsplan voor Europa gepresenteerd, een brede strategie om iets te doen aan het gebrek aan investeringen dat het gevolg was van de economische en financiële crisis. Het voorliggende voorstel om het EFSI uit te breiden, strookt volledig met de bestaande beleidsbepalingen ter zake, en met name voor de Europese structuur- en investeringsfondsen en de andere bronnen van Uniefinanciering voor infrastructuurinvesteringen in de lidstaten. Het is mogelijk om dergelijke fondsen en middelen te combineren met het EFSI, en de Commissie stelt wijzigingen in de wetgeving voor om dergelijke combinaties nog meer te bevorderen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel strookt met en draagt bij aan de voornaamste EU-beleidsprioriteiten, zoals de klimaat- en energiekaders van 2020, 2030 en 2050, met inbegrip van de energie-unie en de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van COP21, het pakket circulaire economie, de Europa 2020-strategie, de digitale eengemaakte markt, de kapitaalmarktenunie, de strategie voor de eengemaakte markt, de interne Europese vervoersruimte, de agenda voor nieuwe vaardigheden voor Europa en andere strategische EU-prioriteiten voor de lange termijn.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgronden voor dit voorstel zijn artikel 172, artikel 173, artikel 175, derde alinea, en artikel 182, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit voorstel bevat het wetgevingskader dat nodig is voor een verlenging van het EFSI tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader, en daarnaast technische wijzigingen in de EIAH.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De doelen van het voorgestelde optreden kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen daarom beter door de Unie worden verwezenlijkt. Vanwege de uiteenlopende budgettaire manoeuvreerruimte van de lidstaten kunnen de beoogde doelen beter door een optreden op Unieniveau worden verwezenlijkt in het licht van de omvang en gevolgen daarvan. Meer in het bijzonder zal een optreden op Unieniveau schaalvoordelen bieden bij het gebruik van budgettaire middelen van de Unie in combinatie met financiering van de EIB-groep doordat particuliere investeringen in de gehele Unie worden aangezwengeld en optimaal gebruik wordt gemaakt van de Europese instellingen en hun expertise en kennis op dat gebied. Het multiplicatoreffect en het effect op het terrein zullen daardoor veel groter zijn dan wat kan worden bereikt met een investeringsoffensief in één enkele lidstaat of in een groep lidstaten. De eengemaakte markt van de Unie, in combinatie met het feit dat er geen sprake zal zijn van een landspecifieke of sectorale projecttoewijzing, zal resulteren in een grotere aantrekkelijkheid voor investeerders en geringere geaggregeerde risico's.

Evenredigheid

Het voorstel moet zorgen voor een verdere versterking van de Europese groeivooruitzichten voor de lange termijn door particuliere middelen voor strategische investeringen los te weken nu de budgettaire middelen schaars zijn. Het voorstel gaat niet verder dan nodig is om de beoogde doelen te verwezenlijken.

3. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EVALUATIES

Nadat voorzitter Juncker het investeringsplan op 26 november 2014 aan het Europees Parlement had aangeboden, werden het plan en alle onderdelen ervan in december 2014 bekrachtigd door de Europese Raad, die tegelijk aandrong op snelle actie. De EIB-groep heeft aan de oproep van de Europese Raad gehoor gegeven en is met ingang van januari 2015 begonnen met investeringsactiviteiten in het kader van het plan. Het Europees Parlement en de Raad hebben vervolgens het nodige wetgevingskader (Verordening (EU) 2015/1017) uitzonderlijk snel, in juni 2015, goedgekeurd. Op 1 juni 2016 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met de titel "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen". Daarin is geschetst wat tot dusver dankzij het investeringsplan is bereikt en wat de volgende stappen zouden kunnen zijn. Daarbij werd ook gedacht aan een verlenging van de initiële periode van drie jaar dat het EFSI zou bestaan, aan een opschaling van het kmo-loket binnen het bestaande kader en aan een versterking van de EIAH. Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad geconcludeerd dat het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) al concrete resultaten heeft opgeleverd, en heeft hij het Europees Parlement en de Raad opgeroepen om de voorstellen van de Commissie voor de toekomst van het EFSI 'met voortvarendheid' te bespreken.

Bij de uitwerking van dit voorstel heeft de Commissie zich mede gebaseerd op de discussies die regelmatig zijn gevoerd in de Europese Raad, het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Het voorstel is ook besproken met de EIB-groep en met vertegenwoordigers uit de publieke en particuliere sector en niet-gouvernementele organisaties. Op 7 september 2016 heeft een vergadering van belanghebbenden plaatsgevonden.

De belanghebbenden hebben gewezen op het belang van robuuste kwaliteitscriteria en meer transparantie bij de selectie van de met de EU-garantie te ondersteunen projecten, met name wat de additionaliteit betreft. Voorts is gepleit voor een bredere geografische en sectorale dekking van het EFSI, waarbij bijzondere aandacht zou moeten uitgaan naar projecten die bijdragen aan de COP-21 doelen en naar projecten met infrastructuurinvesteringen verspreid over meerdere lidstaten. Ook is gevraagd om een actievere betrokkenheid van de EIAH op specifieke gebieden en om een algemenere capaciteit om waar nodig bij te dragen aan het genereren van projecten. Met de ontvangen feedback is rekening gehouden in dit voorstel.

Bovendien heeft de evaluatie die de Commissie in het kader van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 heeft moeten verrichten over het gebruik van de EU-garantie en de werking van het garantiefonds, belangrijke aanvullende inzichten opgeleverd met betrekking tot de verlenging van de looptijd van het EFSI.

Naast deze interne evaluatie werken externe deskundigen momenteel aan een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van Verordening (EU) 2015/1017. Deze evaluatie wordt in november naar verwachting geleverd zodat de inhoud ervan kan worden meegenomen in het wetgevingsoverleg.


4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De EU-garantie voor het EFSI wordt verhoogd van 16 miljard EUR naar 26 miljard EUR. Van de 26 miljard EUR is ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar voor een beroep op de garantie dat vóór 6 juli 2018 wordt gedaan. In aansluiting op de bij dit voorstel gevoegde evaluatie die op grond van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1017 is verricht, wordt het EU-garantiefonds gevuld tot 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen in 2020. Tegelijk moet het garantiefonds, met het oog op de verlening van een garantie van 26 miljard EUR over de volledige investeringsperiode, worden verhoogd met 1,1 miljard EUR tot in totaal 9,1 miljard EUR.

De stortingen in het garantiefonds bedragen 500 miljoen EUR in 2016, 2,3 miljard EUR in 2017, 1,6 miljard EUR in 2018, 1,4 miljard EUR in 2019, 2,0 miljard EUR in 2020, 450 miljoen EUR in 2021 en 400 miljoen EUR in 2022. De vastleggingskredieten bedragen 1,35 miljard EUR in 2015, 2,104 miljard EUR in 2016, 2,641 miljard EUR in 2017, 2,010 miljard EUR in 2018, 167 miljoen EUR in 2019 en 378 miljoen EUR in 2020. Aangenomen mag worden dat de geleidelijke vulling van het garantiefonds tijdens de eerste jaren geen risico's voor de EU-begroting meebrengt, aangezien pas na verloop van enige tijd mogelijk een beroep op de garantie zal worden gedaan in verband met verliezen die zijn geleden. De mogelijkheid om buitengewone maatregelen voor te stellen, is uitgebreid.

Zoals ook bij de huidige EIB-activiteiten het geval is, komen de kosten van de EIB-verrichtingen in het kader van het EFSI voor rekening van de begunstigden. Die verrichtingen plus de belegging van de middelen van het EU-garantiefonds zouden positieve netto-inkomsten moeten opleveren die volgens de huidige ramingen 450 miljoen EUR bedragen en worden gebruikt voor de opbouw van het garantiefonds. De voor dit voorstel vereiste beleidskredieten worden volledig gefinancierd met middelen die in het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn uitgetrokken. Het is de bedoeling om een bedrag van 500 miljoen EUR binnen rubriek 1A dat was toegewezen aan financiële instrumenten van de CEF, te herbestemmen en om 150 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge te financieren.

Voor de herbestemming van CEF-middelen is een wijziging van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1316/2013 vereist. Deze wijziging is opgenomen in artikel 2 van dit voorstel.

Het in artikel 5 van die verordening vastgelegde financiële budget voor de vervoerssector en de energiesector moet met respectievelijk 155 miljoen EUR en 345 miljoen EUR worden verlaagd.

Omwille van de juridische consistentie met het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat betreft de bevordering van de internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen 2 wordt in artikel 2 ook het budget voor de telecommunicatiesector verhoogd met 50 miljoen EUR.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Implementatieplannen en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

Verordening (EU) 2015/1017 bevat adequate monitoring-, evaluatie- en rapportagevoorschriften. De evaluatie- en rapportagevoorschriften worden in dit voorstel evenwel aangepast in verband met de verlenging van de looptijd van de investeringsperiode.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Dit voorstel tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 bevat de volgende hoofdelementen:

a)

Financiering



– Verlenging van de looptijd van het EFSI tot het eind van het huidige meerjarig financieel kader, d.w.z. tot en met 31 december 2020, om een streefcijfer voor de volledige investeringsperiode van ten minste 500 miljard EUR aan particuliere en publieke investeringen te halen.

– Verhoging van de EU-garantie tot 26 miljard EUR, waarvan ten hoogste 16 miljard EUR beschikbaar is voor een beroep op de garantie dat vóór 6 juli 2018 wordt gedaan.

– Aanpassing van het streefpercentage voor het EU-garantiefonds tot 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen.

– Verhoging van de EIB-bijdrage van 5 miljard EUR naar 7,5 miljard EUR voor de volledige investeringsperiode. Voor zowel deze verhoging als de verdeling van de EIB-bijdrage over het infrastructuur- en innovatieloket en het kmo-loket is goedkeuring vereist van de desbetreffende EIB-besluitvormingsorganen.

– Storting van een verdere bijdrage uit de algemene begroting van de Unie in het EU-garantiefonds voor de investeringen die over de volledige investeringsperiode worden gedaan, in de vorm van een overschrijving van 500 miljoen EUR uit het beschikbare CEF-budget voor financiële instrumenten en 150 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge.

– Gebruik van een geraamde 450 miljoen EUR aan positieve netto-inkomsten uit de kosten die eindbegunstigden in rekening worden gebracht, voor de opbouw van het garantiefonds.


1.

b) Governance en projectselectie


– Aanscherping van het begrip additionaliteit: EFSI-verrichtingen moeten gericht zijn op de aanpak van welomschreven marktfalen of suboptimale investeringssituaties en worden rechtstreeks gerelateerd aan de subsidiabiliteitscriteria. Ook wordt het begrip additionaliteit verbreed en worden projecten in het infrastructuur- en innovatieloket waarbij twee of meer lidstaten met elkaar worden verbonden, nu ook aangemerkt als projecten die aan het additionaliteitsvereiste voldoen, aangezien ze per definitie met moeilijkheden gepaard gaan en een hoge meerwaarde voor de Unie hebben.

– Een extra nadruk op projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de ambitieuze COP21-doelen van de Unie. Ook wordt het vizier sterker gericht op prioritaire energie- interconnectieprojecten en op energie-efficiëntieprojecten. Daarnaast mag uit het EFSI geen steun worden verleend voor snelwegen, tenzij deze nodig is voor de ondersteuning van particuliere investeringen in vervoer in de cohesielanden of in grensoverschrijdende vervoersprojecten waarbij ten minste één cohesieland is betrokken. Ook worden landbouw, visserij en aquacultuur nu onder de algemene doelstellingen expliciet genoemd als sectoren die voor EFSI-steun in aanmerking komen. Voorts wordt een groter deel van de financiering toegespitst op kmo's vanwege de uitzonderlijke marktvraag naar kmo-financiering in het kader van het EFSI: 40 % van het bedrag waarmee de risicodragende capaciteit van het EFSI wordt verhoogd, moet worden bestemd voor de verlening van een betere toegang tot financiering voor kmo's.

– Meer transparantie: ten eerste moet het investeringscomité in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt en waarin inzage kan worden verkregen, uitleggen waarom een bepaalde verrichting naar zijn oordeel een EU-garantie moet krijgen, en ten tweede moet na ondertekening van een verrichting met EU-garantie het scorebord van indicatoren worden gepubliceerd. Het voorstel bevat ook de verplichting dat de EIB en het EIF de eindbegunstigden, met inbegrip van de kmo's, moeten informeren over het bestaan van de EFSI-steun.

– Aanpassingen in en aanscherping van de bepalingen inzake de inachtneming van de Uniebeginselen inzake een goede fiscale governance, zulks in verband met recente beleidsontwikkelingen op dat gebied.

– Een beperkte technische verduidelijking van: i) de inhoud van de overeenkomst tussen de EIB en de Commissie over het beheer van het EFSI en over de verlening van de EU-garantie en over de onder die garantie vallende instrumenten, en met name achtergestelde financiering, en ii) de dekking van verliezen die het gevolg zijn van wisselkoersschommelingen in bepaalde situaties.


2.

c) Europese investeringsadvieshub


– Gerichtere technische ondersteuning voor projecten waarbij meerdere lidstaten zijn betrokken, voor projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van COP21-doelen, voor digitale infrastructuur en voor het combineren van andere bronnen van Uniefinanciering met het EFSI. Deze steun zal worden toegespitst op behoeften die in de huidige regelingen niet adequaat worden afgedekt. Daarnaast wordt voorgesteld om de EIAH actief te betrekken in de beoogde sectorale en geografische diversificatie van het EFSI.