Toelichting bij COM(2015)503 - Bescherming van de eu-begroting tot eind 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2015)503 - Bescherming van de eu-begroting tot eind 2014.
bron COM(2015)503 NLEN
datum 08-10-2015
EUROPESE COMMISSIE

3.

Brussel, 8.10.2015


COM(2015) 503 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

BESCHERMING VAN DE EU-BEGROTING TOT EIND 2014


Inhoudsopgave


Inhoudsopgave

1.

Samenvatting


4.

EN CONCLUSIES


5.

2. PROCESSEN


6.

2.1.Preventiemaatregelen


7.

2.2.Correctieve maatregelen


8.

2.3.Landbouw


9.

2.4.Cohesie


10.

2.5.Direct beheer


11.

2.6.Kosteneffectiviteit van beheers- en controlesystemen


12.

3. FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN IN 2014


13.

3.1.Overzicht


14.

3.2.Financiële correcties in uitvoering op 31 december 2014


15.

3.3.Financiële correcties bevestigd in 2014


16.

3.4.Financiële correcties uitgevoerd in 2014


17.

3.5.Terugvorderingen


18.

3.6.Tekortkomingen die in 2014 zijn geconstateerd in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en getroffen maatregelen


19.

4. CUMULATIEVE FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN TOT EIND 2014


20.

4.1.Overzicht


21.

4.2.Financiële correcties


22.

4.3.Terugvorderingen


23.

5. NETTOCORRECTIES


24.

5.1.Financiële nettocorrecties 2014


25.

5.2.Impact op de EU-begroting


26.

5.3.Impact op de nationale begrotingen


27.

6. PREVENTIEMAATREGELEN


28.

6.1.Landbouw


29.

6.2.Cohesie


30.

7. OP INITIATIEF VAN DE LIDSTATEN IN HET COHESIEBELEID GENOMEN CORRIGERENDE MAATREGELEN


31.

7.1.Landbouw


32.

7.2.Cohesie


33.

8. TERUGVORDERING VAN VOORFINANCIERINGEN



2.

Samenvatting


EN CONCLUSIES


Voorzitter Juncker heeft met klem benadrukt dat het goede financiële beheer van de programma’s van de Europese Unie (EU) moet worden gewaarborgd en erop aangedrongen dat alle nodige maatregelen worden getroffen om de EU-begroting te beschermen. Deze mededeling beschrijft de werking van de in de wetgeving opgenomen preventie- en correctiemechanismen, alsmede de maatregelen die door de diensten van de Commissie worden getroffen om de EU-begroting tegen onwettige of onregelmatige uitgaven te beschermen. Zij bevat tevens een zo goed mogelijke raming van de betrokken aantallen en bedragen, en geeft aan op welke wijze de lidstaten betrokken en getroffen zijn.

Deze mededeling wordt jaarlijks opgesteld nadat het Europees Parlement daar uitdrukkelijk om had gevraagd in het kader van de kwijtingsprocedure over 2011 en is daarom gericht aan deze instelling, alsook aan de Raad en de Europese Rekenkamer. Zij strekt tot aanvulling van de informatie vervat in de EU-jaarrekening voor 2014, het syntheseverslag van de Commissie voor 2014 en de desbetreffende delen van de jaarlijkse activiteitenverslagen van de bevoegde directoraten-generaal.

De Rekenkamer verstrekt in haar jaarverslag een betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van de transacties die ten grondslag liggen aan de jaarrekeningen van de EU, alsook opmerkingen en statistieken over het materieel foutenpercentage in de onderliggende betalingen bij de rekeningen. De betekenis van de financiële correcties en terugvorderingen komt met name tot uiting wanneer wordt gekeken naar hun meerjarige karakter. Dit wordt naar behoren tot uitdrukking gebracht in de jaarlijkse activiteitenverslagen die gedetailleerde informatie bevatten over zowel de foutenpercentages als de financiële correcties en terugvorderingen. Een aanvullende beoordeling van beide aspecten geeft een indicatie van de uiteindelijke impact op de financiële belangen van de EU wat betreft onregelmatige betalingen aan begunstigden en vormt een sleutelindicator voor de mate waarin de toezicht- en controlesystemen erin slagen de risico’s te beheersen in verband met de wettigheid en regelmatigheid van verrichtingen die uit de EU-begroting worden gefinancierd (zie het syntheseverslag van de Commissie voor 2014).

De grondslag voor het vele nuttige werk dat de Commissie én de lidstaten verrichten om de risico's te beheersen in verband met de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die uit de EU-begroting worden gefinancierd, bestaat uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) 1 , het Financieel Reglement 2 , de uitvoeringsvoorschriften 3 daarvan en de sectorspecifieke wet- en regelgeving. De Commissie beschermt de EU-begroting tegen onterechte of onregelmatige uitgaven voornamelijk op twee manieren:

(1)via preventiemaatregelen en

(2)via correctiemechanismen (voornamelijk financiële correcties die aan de lidstaten worden opgelegd, maar ook terugvorderingen van ontvangers van EU-betalingen).

In de eerste plaats zijn de financiële correcties en terugvorderingen erop gericht te waarborgen dat EU-gelden in overeenstemming met de wet- en regelgeving worden gebruikt, d.w.z. zij sluiten uitgaven die niet conform de toepasselijke regels zijn, van financiering door de Unie uit. Bij gedeeld beheer zijn de lidstaten (en niet de Commissie) er in de eerste plaats voor verantwoordelijk onterecht betaalde bedragen te ontdekken en deze bij de begunstigden terug te vorderen. Als gevolg van het controlekader, de complexe aard van de correctiemechanismen en -procedures, en het meerjarige karakter van programma's, worden de resultaten ervan (in de vorm van financiële correcties en terugvorderingen) gewoonlijk pas concreet nadat de desbetreffende tekortkomingen of onregelmatigheden zijn vastgesteld en betalingen zijn verricht.

Met het oog op de kosteneffectiviteit van controlesystemen zullen de diensten van de Commissie tijdens het mandaat van het College voornamelijk werk maken van de rationalisering en stroomlijning van controles en de herschikking van middelen ten behoeve van controles die het meest geschikt worden geacht om risico’s met betrekking tot wettigheid en regelmatigheid te beheersen binnen het regelgevingskader. Voor gedeeld beheer bestaat de hoofddoelstelling erin de effectiviteit van de controlesystemen van de lidstaten te verbeteren.

Deze mededeling is in hoofdzaak toegespitst op de resultaten van de toezichthoudende rol van de Commissie, maar verschaft ook informatie over de controles van de lidstaten.


34.

Financiële correcties en terugvorderingen: resultaten 2014


Wat betreft de corrigerende maatregelen die uitgaan van de Commissie, zijn de kencijfers voor het begrotingsjaar 2014 als volgt:

Miljoenen EUR
BeleidsterreinenTotale financiële correcties en terugvorderingen bevestigd in 2014Totale financiële correcties en terugvorderingen uitgevoerd in 2014
Landbouw2 2471 198
ELGF1 862946
Plattelandsontwikkeling385252
Cohesiebeleid2 0501 694
EFRO1 3301 083
Cohesiefonds292236
ESF343290
FIOV/EVF6766
EOGFL-Oriëntatie1819
Gedeeld beheer4 2972 892
Intern beleid297279
Extern beleid127108
Administratie55
TOTAAL4 7283 285


De bevestigde en uitgevoerde financiële correcties maken 3,3 % (bevestigd) en 2,3 % (uitgevoerd) uit van de betalingen uit de begroting in 2014.


35.

Financiële correcties en terugvorderingen: cumulatieve resultaten


De cumulatieve cijfers zeggen meer over de significantie van de correctiemechanismen die de Commissie toepast, omdat daarin het meerjarige karakter van de meeste EU-uitgaven tot uiting komt en het effect van eenmalige gebeurtenissen wordt geneutraliseerd.

Bevestigde financiële correcties en terugvorderingen 2009-2014 (miljoenen EUR):


• in de periode 2009-2014 laten de bevestigde bedragen een opwaartse trend zien. Het gemiddelde bevestigde bedrag was 3,2 miljard EUR ofwel 2,4 % van de gemiddelde betalingen uit de EU-begroting; het gemiddelde in die periode uitgevoerde bedrag was 2,8 miljard EUR ofwel 2,1 % van de betalingen — zie grafiek 4.1;

• in het ELGF bedroeg het gemiddelde correctiepercentage voor financiële correcties door de Commissie voor de periode van 1999 tot einde 2014 1,7 % van de uitgaven (allemaal financiële nettocorrecties) — zie punt 4.2.2;

• in het EFRO en het ESF bedroeg het totale percentage financiële correcties voor de periode 2000-2006 (die bijna volledig is afgesloten) per eind 2014, uitsluitend op basis van het toezicht door de Commissie, 4,1 % van de toewijzingen — zie punt 4.2.3;

• het gemiddelde bevestigde bedrag onder direct en indirect beheer voor de periode 2009-2014 was 366 miljoen EUR ofwel 1,2 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen;

• in 2015 sprak het Hof van Justitie zich tegen de Commissie uit betreffende een aantal financiële correcties in verband met uitgaven in het kader van het regionaal beleid in de periode 1994-1999, ten bedrage van bijna 500 miljoen EUR. Dit betrof procedurele kwesties en de Commissie voert momenteel een impactanalyse uit — zie punt 4.1.2.


36.

Bescherming van de EU-begroting: belangrijkste conclusies



• de cijfers tonen aan dat de meerjarige preventie- en correctiemaatregelen van de Commissie én de lidstaten vruchten afwerpen;

• de omvang van de gemelde bedragen moet worden gezien als een bevestiging dat het de Commissie en de lidstaten menens is erop toe te zien dat het geld van de Europese belastingbetalers wettelijk en regelmatig wordt besteed;

•de Commissie streeft ernaar de beheers- en controlesystemen op het niveau van de lidstaten verder te verbeteren door passende specifieke actieplannen voor de lidstaten voor te stellen, seminars inzake foutpercentages te organiseren, goede praktijken en richtsnoeren te delen, opleidingscursussen voor beheersautoriteiten te organiseren en jaarlijkse en ad-hocvergaderingen te houden;

•correctieve maatregelen beogen het verleden te corrigeren, terwijl preventiemaatregelen moeten voorkomen dat dergelijke onregelmatigheden zich in de toekomst opnieuw voordoen;

•financiële correcties kunnen nettocorrecties zijn (bv. in het landbouwbeleid) en dit houdt in dat de betrokken bedragen in werkelijkheid worden teruggestort aan de EU-begroting of kunnen worden gecompenseerd door aanvullende nieuwe subsidiabele uitgaven (in het cohesiebeleid). In beide gevallen, zelfs in het geval van compensatie, is er een reële impact omdat de betrokken lidstaat (de nationale begroting) zelf de financiële gevolgen ondervindt van niet-subsidiabele uitgaven;

•wanneer een nauwkeurige kwantificering van de onregelmatigheden niet mogelijk of niet kosteneffectief is, of betrekking heeft op ernstige tekortkomingen in het beheers- en controlesysteem, past de Commissie de zogeheten forfaitaire correcties toe, bijvoorbeeld op het niveau van het operationele programma als geheel, zoals vastgesteld in de desbetreffende verordeningen. Correcties op project- en programmaniveau hebben een afschrikkend effect voor de toekomst.


37.

Bescherming van de EU-begroting: continue verbeteringen voor de periode 2014-2020



•Landbouw: dit omvat een verhoogde nadruk op riskantere uitgaven, een kortere conformiteitsprocedure, beter gedefinieerde criteria en methodologie voor het toepassen van financiële nettocorrecties, vereenvoudigde betalingsregelingen, een nieuw advies door nationale certificerende instanties inzake de wettigheid en regelmatigheid van gedeclareerde uitgaven en de intensivering van onderbrekingen en schorsingen overeenkomstig de succesvolle praktijken in het kader van het cohesiebeleid.

•Cohesie: dit omvat de toepassing van financiële nettocorrecties die een extra stimulans geven aan de lidstaten om hun op risico’s gebaseerde controleaudits te verbeteren, rekening houdend met sterkere zekerheidspakketten bestaande uit auditverklaringen betreffende de werking van systemen en de wettigheid en regelmatigheid, en jaarlijkse controleverslagen inzake restfoutenpercentages, een versterkte rechtsgrondslag voor forfaitaire correcties en een verhoogd correctiepercentage bij zich herhalende tekortkomingen.


2. PROCESSEN


2.1.Preventiemaatregelen

De Commissie past een aantal preventiemechanismen toe om de EU-begroting te beschermen.

Bij gedeeld beheer (d.w.z. uitgaven in het kader van het landbouw- en cohesiebeleid) is het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lidstaten om er tijdens de uitgavencyclus voor te zorgen dat de uit de EU-begroting betaalde uitgaven wettig en regelmatig zijn. De Commissie voorziet in tijdig en nauw toezicht op basis van de resultaten van EU-audits, de resultaten van nationale audits die in de loop van de jaren zijn ontvangen, de resultaten van OLAF-onderzoeken en andere informatie die ter kennis is gekomen van de diensten van de Commissie en die wijst op tekortkomingen van een systeem of ernstige niet-gecorrigeerde onregelmatigheden. Essentiële elementen die wijzen op de doeltreffende werking van het toezicht- en controlesysteem worden voortdurend opnieuw beoordeeld om betalingen te voorkomen in het geval van ondoeltreffende systemen op het niveau van het programma/een deel van het programma.

Landbouw: Krachtens de nieuwe horizontale verordening betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is in 2014 een nieuw rechtskader voor onderbrekingen en schorsingen van GLB-betalingen in werking getreden dat de Commissie ruimere bevoegdheden zal geven om financiering door de EU te schorsen wanneer is vastgesteld dat er een risico is ten aanzien van de regelmatigheid van betalingen. Dienovereenkomstig kan de Commissie de maandelijkse (Europees Landbouwgarantiefonds — ELGF) of tussentijdse (Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo) betalingen verlagen of schorsen wanneer 'een of meer essentiële onderdelen van het betrokken nationale controlesysteem niet bestaan of niet doeltreffend zijn als gevolg van de ernstige of aanhoudende aard van de geconstateerde tekortkomingen' (of het systeem om onrechtmatige betalingen terug te vorderen soortgelijke ernstige tekortkomingen vertoont) en:

- die tekortkomingen van aanhoudende aard zijn en aanleiding hebben gegeven tot ten minste twee besluiten om financiële correcties op te leggen,

of

- de Commissie tot de slotsom komt dat de betrokken lidstaat niet in staat is om in de nabije toekomst de nodige herstelmaatregelen uit te voeren in overeenstemming met een actieplan met duidelijke voortgangsindicatoren dat moet worden vastgesteld in overleg met de Commissie.

Voor het Elfpo voorziet de nieuwe Verordening gemeenschappelijke bepalingen (VGB) in de onderbreking van de tussentijdse betalingen door de gedelegeerd ordonnateur (d.w.z. de directeur-generaal) als aanvullend middel om snel te reageren bij twijfels over de wettigheid en regelmatigheid van betalingen. Voor het ELGF maakt het tempo van maandelijkse betalingen het gebruik van een dergelijke onderbrekingsprocedure onmogelijk.

Cohesie: Er bestaan preventiemechanismen op het niveau van de Commissie in haar rol van toezichthoudend orgaan. De Commissie kan:

- de betalingstermijn onderbreken gedurende maximaal zes maanden als:

38.

a) zij over bewijs beschikt dat de beheers- en controlesystemen van de betrokken lidstaat ernstige tekortkomingen vertonen, of


b) de diensten van de Commissie aanvullende verificaties moeten verrichten naar aanleiding van informatie dat uitgaven in een gecertificeerde uitgavenstaat verband houden met een ernstige onregelmatigheid ten aanzien waarvan geen corrigerende maatregelen zijn genomen.

Wanneer een zaak wordt gesloten (nadat een brief tot opheffing is verzonden), kan het geblokkeerde bedrag worden verwerkt en uitbetaald aan de autoriteiten van de lidstaten, op voorwaarde dat er voldoende kredieten beschikbaar zijn en dat er geen andere zaken zijn die het programma beïnvloeden.

- een tussentijdse betaling aan een lidstaat geheel of gedeeltelijk schorsen in de volgende gevallen:

39.

a) zij beschikt over bewijs dat het beheers- en controlesysteem van het programma ernstige tekortkomingen vertoont en de lidstaat niet de nodige corrigerende maatregelen heeft genomen, of


b) uitgaven in een gecertificeerde uitgavenstaat houden verband met een ernstige onregelmatigheid ten aanzien waarvan geen corrigerende maatregelen zijn genomen, of

c) er is sprake van een ernstig verzuim van de lidstaat wat betreft zijn beheers- en controleverplichtingen.

Wanneer de lidstaat niet de nodige maatregelen treft, kan de Commissie besluiten een financiële correctie op te leggen.

Beide procedures voorzien in een mechanisme voor snelle overeenstemming met de lidstaat over de aanvullende verificaties die moeten worden uitgevoerd en, indien nodig, de uitvoering van passende corrigerende maatregelen. Bij ernstige tekortkomingen en wanneer de diensten van de Commissie van oordeel zijn dat er binnen de wettelijke termijn van de onderbreking (periode van maximaal zes maanden) geen of niet genoeg maatregelen zijn getroffen door de betrokken autoriteiten, stelt de Commissie indien nodig tevens een formele schorsingsprocedure in, te beginnen met een pre-schorsingsbrief die naar de lidstaat wordt gestuurd.

Bij direct en indirect beheer omvatten de preventiemaatregelen controles door de verantwoordelijke diensten van de subsidiabiliteit van uitgaven waarvoor de begunstigden om betaling verzoeken. De controles vooraf maken deel uit van de beheersprocessen van de programma’s en zijn bedoeld om redelijke zekerheid te verschaffen over de wettigheid en de regelmatigheid van de betaalde uitgaven. De diensten van de Commissie kunnen ook richtsnoeren verschaffen, met name over contractuele aangelegenheden, om een goed en doeltreffend beheer van de financiering te garanderen en op die manier het risico van onregelmatigheden te verkleinen.

2.2.Correctieve maatregelen

Belangrijk om te vermelden is dat een aanzienlijk deel van de EU-uitgaven (bv. cohesie, onderzoek en plattelandsontwikkeling) wordt uitgevoerd via programma's met een meerjarig karakter. Overeenkomstig artikel 32, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement wordt daarmee rekening gehouden bij het ontwikkelen en toepassen van corrigerende maatregelen, en bij het beoordelen van de resultaten daarvan. Financiële correcties en terugvorderingen vinden plaats in alle fasen van de programmacyclus, wanneer een uitgave is gedaan en/of een betaling is verricht.

40.

2.2.1. Financiële correcties


Financiële correcties in uitvoering zijn voorgestelde maatregelen die evenwel nog niet zijn aanvaard door de lidstaten of nog niet zijn opgelegd door de Commissie.

Een financiële correctie geldt als bevestigd, zodra deze is aanvaard door de lidstaat of is opgelegd bij besluit van de Commissie.

Een financiële correctie geldt als uitgevoerd wanneer de correctie is toegepast en opgenomen in de rekeningen van de Commissie. Dit betekent dat de financiële transactie door de verantwoordelijke ordonnateur is gevalideerd in de volgende gevallen: aftrek van de tussentijdse of definitieve betalingsaanvraag, terugvorderingsopdracht en/of vrijmakingstransactie.


De Commissie past de volgende soorten financiële correcties toe op door de lidstaten gedeclareerde uitgaven (correctie achteraf):

- financiële correcties met betrekking tot individuele gevallen, op basis van een nauwkeurige identificatie van ten onrechte uitgegeven bedragen, en de financiële gevolgen voor de begroting;

- geëxtrapoleerde financiële correcties, indien het betrokken bedrag op basis van een representatieve statistische steekproef met een voldoende mate van zekerheid kan worden gekwantificeerd;

- forfaitaire correcties, indien het betrokken bedrag niet kan worden gekwantificeerd op basis van een representatieve statistische steekproef of wanneer de impact van individuele fouten op de uitgaven niet nauwkeurig kan worden gekwantificeerd (bv. financiële correcties van individuele overheidsopdrachten op basis van overeengekomen forfaitaire percentages) — zie tabellen 3.3.2 & 3.4.2.

Bij gedeeld beheer hebben alle financiële correcties, ongeacht de soort, een impact op nationale begrotingen. Ook wanneer niet wordt teruggestort aan de EU-begroting, is de impact van financiële correcties altijd negatief op het niveau van de lidstaten.

Financiële correcties 'aan de bron' worden gebruikt om financiële correcties toe te passen voordat een EU-terugbetaling is uitgevoerd. Deze vinden plaats wanneer de correctie door de lidstaat wordt toegepast wanneer nieuwe uitgaven bij de Commissie worden gecertificeerd na en als gevolg van het corrigerende actieplan dat met de Commissie is overeengekomen. Er moet worden benadrukt dat financiële correcties 'achteraf' en 'aan de bron' verschillen in tijdstip.

41.

2.2.2. Terugvorderingen


In het ELGF worden de bij de begunstigden teruggevorderde bedragen teruggestort aan de EU-begroting als bestemmingsontvangsten, na aftrek door de lidstaten van 20 % ter dekking van administratieve kosten. Teneinde vertragingen in sommige lidstaten bij de terugvordering van onterecht betaalde bedragen aan te pakken, is in een wettelijk vereffeningsmechanisme voorzien waarbij 50 % van onterecht betaalde bedragen die lidstaten binnen vier jaar of, in geval van juridische procedures, acht jaar niet hebben teruggevorderd bij de begunstigden, ten laste komt van de nationale begrotingen (50/50-regel). Ook nadat dit mechanisme is toegepast, dienen de lidstaten hun terugvorderingsprocedures voort te zetten en indien zij hierbij niet de nodige ijver aan de dag leggen, kan de Commissie in overeenstemming met de conformiteitsgoedkeuringsprocedure overgaan tot inning van de volledige uitstaande bedragen bij de betrokken lidstaten. Bovendien dienen lidstaten openstaande vorderingen te verrekenen met toekomstige betalingen aan de debiteur (verplichte compensatie). Deze manier van werken versterkt de geneigdheid van de lidstaten om onterecht betaalde bedragen effectief en zonder onnodige vertraging terug te vorderen.

In het Elfpo worden terugvorderingen in aanmerking genomen bij een toekomstige terugbetalingsaanvraag die door de Commissie is ontvangen en daarom voor het programma binnen de programmeringsperiode kunnen worden hergebruikt — na afloop van de subsidiabiliteitsperiode worden zij als bestemmingsontvangsten teruggestort aan de EU-begroting.

In het cohesiebeleid worden terugvorderingsopdrachten hoofdzakelijk afgegeven bij of na de afsluiting van het programma en deze resulteren in ontvangsten voor de EU-begroting. In de huidige programmeringsperiode (2014-2020) kunnen terugvorderingen in het kader van de aanvaarding van de rekeningen worden verrekend met toekomstige terugbetalingsaanvragen (en worden hergebruikt voor het programma).

Bij direct en indirect beheer en overeenkomstig het Financieel Reglement worden invorderingsopdrachten voor onterecht betaalde bedragen door de ordonnateur opgesteld. Terugvorderingen worden vervolgens uitgevoerd door directe bankoverschrijvingen van de debiteur (en vormen ontvangsten voor de EU-begroting die kunnen worden hergebruikt voor hetzelfde programma) of door de verrekening met andere bedragen die de Commissie aan de debiteur verschuldigd is. De diensten van de Commissie voeren tevens terugvorderingen 'aan de bron' uit door niet-subsidiabele uitgaven (die zijn geconstateerd in eerdere of huidige kostendeclaraties) af te trekken van verrichte betalingen.

2.3.Landbouw

42.

2.3.1. Hoe beschermt de Commissie de GLB-uitgaven?


Overeenkomstig het rechtskader voor het GLB zijn de door de Commissie aan de lidstaten opgelegde financiële correcties altijd nettocorrecties 4 . De bedragen worden daadwerkelijk terugbetaald door de lidstaten en behandeld als bestemmingsontvangsten in de EU-begroting. Zij worden aangewend om GLB-uitgaven als geheel te financieren zonder voor een bepaalde lidstaat bestemd te zijn.

Elk jaar neemt de Commissie twee tot vier conformiteitsgoedkeuringsbesluiten aan over een pakket van individuele financiële correcties. De daadwerkelijke uitvoering van de terugstorting aan de EU-begroting kan worden opgeschort via besluiten inzake termijnbetaling of uitstel van betaling. Tot dusver werd de uitvoering in termijnen aanvaard voor Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Litouwen, Portugal, Roemenië en Spanje. Daarnaast heeft de Commissie in 2012 een nieuwe regeling 5 geïntroduceerd die in uitstel van terugbetalingen van financiële correcties voorziet voor lidstaten die financiële bijstand van de EU ontvangen en op voorwaarde dat de tekortkomingen aan de basis van de financiële correctie worden verholpen. Na het verstrijken van de uitstelperiode worden de correcties in jaarlijkse termijnen uitgevoerd. Tot op heden is uitstel verleend aan Portugal en Griekenland. Per eind 2014 waren besluiten inzake termijnbetaling aangenomen voor een bedrag van 1,1 miljard EUR en in januari 2015 werden verdere besluiten aangenomen voor een bedrag van 1,3 miljard EUR (2,4 miljard EUR in totaal).

43.

2.3.2. Continue verbeteringen voor de periode 2014-2020


A) Nadruk op riskantere uitgaven

Vanwege het hogere foutenpercentage dat de Rekenkamer in haar recente audit rapporteerde, is het aantal Elfpo-audits aanzienlijk opgetrokken in 2013 (tot 35) en nogmaals in 2014 (tot 45), ofwel dubbel zoveel als in 2012 (23). Een ander gevolg is dat sommige lidstaten elk jaar worden geauditeerd, totdat alle ernstige tekortkomingen weggewerkt zijn. De auditstrategie voor de periode bestaat uit een intensievere analyse van de risico's en een voortschrijdend driejarenprogramma dat voor een betere dekking van de totale uitgaven moet zorgen, met name om een betere auditdekking te verkrijgen, en hoofdzakelijk gericht is op de grote en/of systemische tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten. In de gebieden waar de risico's het grootst zijn, zal volgens een systematische benadering verder intensief worden gecontroleerd.

44.

B) Geen beoordelingsmarge en rangschikking van financiële correcties


Elk geïdentificeerd risico voor de EU-begroting zal systematisch aanleiding geven tot een financiële nettocorrectie, omdat de Commissie wettelijk verplicht is om alle geconstateerde onregelmatige uitgaven van financiering door de EU uit te sluiten. De financiële nettocorrecties in het ELGF en het Elfpo worden geregeld door de nieuwe horizontale GLB-verordening, die de procedure nog strikter maakt doordat de methode en de criteria voor de bepaling van het bedrag aan financiële correcties thans in de gedelegeerde handeling zijn vastgelegd. Zowel het Financieel Reglement als de nieuwe horizontale GLB-verordening voorziet in een typologie van financiële nettocorrecties waarvan enkel met forfaitaire correcties mag worden afgeweken als met redelijke inspanningen geen becijferde of geëxtrapoleerde correcties kunnen worden vastgesteld.

45.

C) Kortere conformiteitsprocedure


De Commissie zal zich verder blijven inspannen om de gehele procedure te stroomlijnen. Ten eerste worden in de nieuwe horizontale GLB-verordening nauwkeurig de aard, de reikwijdte en de volgorde van de opeenvolgende stappen beschreven, alsmede de verschillende soorten financiële correcties. In de tweede plaats zijn de bepalingen van de gedelegeerde handeling (methode en criteria voor de berekening van de financiële correctie) en van de uitvoeringshandelingen (nadere gegevens over de conformiteitsprocedure, met bindende termijnen) bedoeld om het juridische kader verder te stroomlijnen en het risico van onnodige vertragingen te beperken. Ten derde zal de Commissie intensiever toezicht houden op de voortgang van de conformiteitsprocedures om te zorgen voor een strikte naleving van de termijnen.

46.

D) Versterking van de toezichthoudende rol van de Commissie


Voor de periode 2014-2020 is het GLB-instrumentarium versterkt, onder andere met één enkel toezicht- en evaluatiesysteem voor beide pijlers, een stroomlijning/verkorting van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure, beter gedefinieerde criteria en methodologie voor het toepassen van financiële nettocorrecties, invoering van een nieuwe model voor het verstrekken van zekerheid door de certificerende instantie inzake de wettigheid en de regelmatigheid van gedeclareerde uitgaven op basis van representatieve steekproeven.

E)

Vereenvoudiging



De Commissie zal met name voor het Elfpo de werkzaamheden voortzetten om de fundamentele oorzaken van fouten bloot te leggen (daartoe is een ad-hoctaskforce opgericht) en zich blijven inzetten voor een zo ruim mogelijk gebruik van de vereenvoudigde betalingsregelingen, die minder vatbaar voor fouten zijn. Meer in het algemeen werkt de Commissie, samen met de belanghebbenden, aan een vereenvoudigingsproces waarbij alle rechtshandelingen en richtsnoeren worden beoordeeld teneinde alle mogelijke vereenvoudigingen te identificeren en de nodige veranderingen zo spoedig mogelijk door te voeren: op korte termijn voor gedelegeerde en uitvoeringshandelingen en richtsnoeren, op middellange termijn voor basishandelingen.


47.

F) Onderbrekingen en schorsingen in het GLB als snelle en doeltreffende instrumenten voor de Commissie om de EU-begroting te beschermen


Deze preventiemaatregelen (onderbrekingen voor het Elfpo, schorsingen of verlagingen voor het ELGF en het Elfpo) zullen de Commissie in staat stellen snel en doeltreffend op te treden en de EU-begroting te beschermen: er zullen geen nieuwe betalingen worden verricht of deze zullen worden verlaagd tot het niveau van het geraamde risico tijdens de schorsing. Zoals tot nu toe altijd al het geval was in de vorige programmeringsperioden zal bovendien elke geconstateerde onregelmatige betaling volledig worden gedekt via financiële nettocorrecties. Voor nadere informatie, zie punt 2.1 hiervoor.

2.4.Cohesie

48.

2.4.1. Situatie tot de programmeringsperiode 2007-2013


De middelen die werden vrijgegeven naar aanleiding van financiële correcties in het cohesiebeleid konden worden hergebruikt en vervangen door regelmatige uitgaven tijdens de looptijd van het programma. Als gevolg van het rechtskader waren financiële nettocorrecties waarbij eerder betaalde sommen naar de EU-begroting terugvloeiden eerder uitzondering tijdens de uitvoering van het programma.

49.

2.4.2. Voorgenomen verbeteringen voor de periode 2014-2020


A) Financiële nettocorrecties

Voor de programmeringsperiode 2014-2020 is een belangrijke wijziging ingevoerd: onder bepaalde voorwaarden, vastgesteld in artikel 145, lid 7, van de Verordening gemeenschappelijke bepalingen (VGB), is de Commissie ertoe gehouden een financiële nettocorrectie op te leggen. In die gevallen komt de huidige mogelijkheid voor de lidstaat om een correctie te aanvaarden en de EU-middelen te hergebruiken te vervallen.

Financiële nettocorrecties in de periode 2014-2020 geven bijgevolg een extra stimulans aan de lidstaten om hun beheers- en controlesystemen verder te verbeteren, aangezien deze correcties in mindering komen op de toewijzingen aan een bepaalde lidstaat wanneer bij audits door de EU ernstige tekortkomingen aan het licht komen die niet eerder waren ontdekt, gemeld noch gecorrigeerd op nationaal niveau.

50.

B) Stimulansen voor lidstaten om hun controles te verbeteren


Met het oog op het opstellen van de rekeningen, de beheersverklaring en de auditverklaring moeten de programma-autoriteiten zich door middel van dergelijke controleprocedures redelijke zekerheid verschaffen dat alle materiële onregelmatigheden zijn gecorrigeerd en dat mogelijk ernstige tekortkomingen op alle niveaus van het beheers- en controlesysteem zijn verholpen, of worden verholpen. De rol van de auditautoriteiten bij de overlegging van jaarlijkse auditverklaringen voor elk programma zal worden versterkt: hun auditverklaringen zullen gebaseerd zijn op het jaarlijkse restfoutenrisico. De restfoutenpercentages die de lidstaten meedelen, zullen worden beoordeeld en gevalideerd door de DG's van de Commissie wanneer zij hun jaarlijkse activiteitenverslagen (JAV’s) opstellen.

In de nieuwe financiële beheerscyclus is 15 februari volgend op een boekjaar 6 de afsluitingsdatum. Tegen die datum moeten de lidstaten de rekeningen van programma's, de beheersverklaring, de auditverklaring en de daarmee samenhangende verslagen aan de Commissie bezorgen. De lidstaten dienen de wettigheid en regelmatigheid van de in de jaarrekening opgenomen uitgaven te certificeren.

51.

C) Financiële correcties voor onregelmatigheden/tekortkomingen die vóór 15 februari van elk jaar worden geconstateerd


De voor de programmeringsperiode 2014-2020 geldende regels betreffende financiële correcties voor onregelmatigheden die vóór 15 februari van elk jaar worden geconstateerd, zijn dezelfde als in de programmeringsperiode 2007-2013. Het is de bedoeling de lidstaten te blijven stimuleren om zelf onregelmatigheden op te sporen en te corrigeren. Onregelmatige uitgaven die bij nationale controles of audits worden ontdekt, moeten worden afgetrokken van de rekeningen die tegen 15 februari van elk jaar aan de Commissie moeten worden overgelegd. In dat geval mogen de lidstaten de correctiebedragen hergebruiken voor nieuwe subsidiabele acties in het kader van het programma, zoals in de programmeringsperiode 2007-2013.

Wanneer bij EU-uitgavencontroles vóór de overlegging van gecertificeerde rekeningen aan de Commissie onregelmatigheden worden ontdekt die financiële correctie vereisen, zijn zoals in de periode 2007-2013 twee scenario's mogelijk:

1) als de lidstaat het eens is met de financiële correctie en maatregelen treft, mag hij de correctiebedragen hergebruiken voor nieuwe subsidiabele acties (artikel 145, lid 5, VGB);

2) als de lidstaat de correctie betwist, zal de Commissie een besluit tot toepassing van een financiële correctie nemen na afloop van de contradictoire procedure waarin artikel 145 VGB voorziet. Deze financiële correctie zal altijd een nettocorrectie zijn en de toewijzing aan het programma en de lidstaat zal naar evenredigheid worden verlaagd.

52.

D) Wettigheids- en regelmatigheidstoetsing door de Commissie op basis van de tegen 15 februari van elk jaar ingediende rekeningen, auditverklaring en begeleidende documenten


De Commissie zal de auditverklaringen (de elementen betreffende het functioneren van de systemen en de wettigheid en regelmatigheid) en de jaarlijkse controleverslagen, met inbegrip van de gerapporteerde restfoutenpercentages, alsook de beheersverklaringen en de jaarlijkse samenvattingen onderzoeken en evalueren binnen drie maanden na ontvangst van deze documenten, die uiterlijk 15 februari moeten worden ingediend. Vervolgens zal de Commissie een risicobeoordeling uitvoeren en op basis daarvan haar auditplan opstellen, met opgave van de voor de geselecteerde risicovolle programma's vereiste, op risico’s gebaseerde audits.

De Commissie zal de op risico’s gebaseerde audits uitvoeren tot de indiening van het volgende zekerheidspakket. Zij zal er zich via administratieve audits, audits ter plaatse en opnieuw uitgevoerde steekproeven van nationale audits, inclusief op het niveau van de activiteiten, van vergewissen of de verstrekte informatie betrouwbaar is en een solide basis vormt voor het verkrijgen van zekerheid omtrent de wettigheid en regelmatigheid. Er zal voorrang worden gegeven aan auditprogramma's met een materiële impact op de betalingen van de Commissie voor het respectieve fonds in het boekjaar. Bij het bepalen van de op risico’s gebaseerde auditprioriteiten zal er ook rekening mee worden gehouden hoe de lidstaten in het verleden hebben gepresteerd.

53.

E) Vaststelling bij EU-audits van onregelmatigheden die wijzen op een ernstige tekortkoming na 15 februari van elk jaar


Als bij audits door de EU (Commissie, met inbegrip van het OLAF en de Rekenkamer) na 15 februari van elk jaar onregelmatigheden worden ontdekt die wijzen op een ernstige tekortkoming met gevolgen voor het betrokken boekjaar, is de Commissie ertoe gehouden een financiële nettocorrectie toe te passen als aan de criteria van de verordening is voldaan. De resulterende financiële correctie is altijd een nettocorrectie, omdat de toewijzing aan het programma en de totale toewijzing aan de betrokken lidstaat automatisch worden verminderd met het correctiebedrag, ook als de lidstaat de financiële correctie aanvaardt.

54.

F) Versterkte rechtsgrondslag


De VGB geeft de Commissie de bevoegdheid om in een gedelegeerde handeling nadere bepalingen vast te leggen over de criteria voor het beoordelen van het functioneren van de beheers- en controlesystemen, met inbegrip van de belangrijkste vormen van ernstige tekortkomingen, de criteria voor het bepalen van de hoogte van de toe te passen financiële correctie en criteria voor de toepassing van vaste percentages of geëxtrapoleerde financiële correcties. De gedelegeerde handeling werd aangenomen op 3 maart 2014 (Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie 7 . De Commissie beschikt dus over een stevigere wettelijke basis dan in de programmeringsperiode 2007-2013, waarin dezelfde elementen aanwezig zijn maar op grond van een niet-bindend richtsnoer. Bovendien zullen alle betrokkenen bij de programma's ruim van tevoren kennis hebben van de beoordelingscriteria en de hoogte van de forfaitaire correcties.

55.

G) Forfaitaire correctiepercentages worden gehandhaafd


De forfaitaire correctiepercentages die reeds tijdens vorige programmeringsperioden werden toegepast, worden gehandhaafd: 5 %, 10 %, 25 % en 100 %. Deze benadering is bekrachtigd door de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Hoe dan ook dient overeenkomstig de VGB bij elk besluit waarbij een financiële correctie wordt toegepast, ongeacht de hoogte daarvan, rekening te worden gehouden met het proportionaliteitsbeginsel en met het resterende risico voor de EU-begroting. Daarom zal de Commissie in gevallen waarin een, overeenkomstig de gedelegeerde handeling bepaalde, vaste forfaitaire correctie buitenproportioneel zou zijn, een verlaagd forfaitair correctiepercentage toepassen.

56.

H) Verhoogd correctiepercentage bij zich herhalende tekortkomingen


Voor gevallen waarin bij EU-audits wordt vastgesteld dat dezelfde tekortkomingen zich herhalen ondanks een eerdere financiële correctie, heeft de Commissie in de gedelegeerde handeling een bepaling opgenomen op grond waarvan een hoger correctiepercentage dan bij de eerste correctie kan worden toegepast. Hiermee wordt een duidelijk signaal aan de lidstaten gegeven dat zij hun beheers- en controlesystemen snel en duurzaam moeten aanpassen nadat een ernstige tekortkoming is geconstateerd.

57.

I) Andere bestaande maatregelen worden gehandhaafd


De nieuwe mogelijkheden, namelijk het opleggen van financiële nettocorrecties en de introductie van het jaarlijkse zekerheidspakket, zullen gepaard gaan met de voortzetting van het huidige strikte beleid van onderbrekingen en schorsingen en de intensieve bevordering om alle vereenvoudigingsmogelijkheden te benutten. Dit zou in de nieuwe programmeringsperiode moeten uitmonden in een verdere verbetering van de manier waarop het cohesiebeleid ten uitvoer wordt gelegd.

2.5.Direct beheer

Voor uitgaven onder direct beheer beschikt de Commissie over controlekaders om onregelmatigheden te voorkomen, te detecteren en tegen te gaan in de verschillende stadia van het subsidiebeheersproces teneinde zowel de operationele als financiële doelstellingen te bereiken. Hieronder volgt een overzicht van de controles die worden uitgevoerd op twee belangrijke gebieden van uitgaven onder direct beheer, namelijk onderzoek en internationale hulp.

Voor onderzoeksuitgaven begint het controlekader met de ontwikkeling van een werkprogramma dat een breed raadplegingsproces doorloopt om te waarborgen dat het zo goed mogelijk voldoet aan de verwachtingen van alle belanghebbenden en de resultaten van het onderzoek zal maximaliseren. Na de beoordeling van de voorstellen worden verdere controles uitgevoerd naarmate de geselecteerde voorstellen worden omgezet in wettelijk bindende contracten.

De uitvoering van de projecten wordt gedurende de hele looptijd van het project gevolgd. De verrichte betalingen worden allemaal onderworpen aan controles vooraf volgens de standaardprocedures, waaronder (voor betalingen van meer dan 375 000 EUR) een door een gekwalificeerde auditor afgegeven auditcertificaat. Naast de standaardcontroles kunnen tevens bijkomende gerichte controles worden uitgevoerd al naargelang de ontvangen informatie en het risico van de transactie.

Een belangrijke bron van zekerheid vloeit voort uit de grondige controles die worden uitgevoerd aan de hand van steekproeven bij de begunstigden nadat de kosten zijn gemaakt en gedeclareerd. Deze grondige controles worden grotendeels uitgevoerd tijdens de looptijd van het programma. Betaalde bedragen die hoger liggen dan de verschuldigde bedragen worden teruggevorderd en systeemgebonden fouten worden uitgebreid naar alle lopende deelnemingen van een begunstigde.

Op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling heeft de Commissie een controlekader tot stand gebracht om onregelmatigheden te voorkomen, te detecteren en tegen te gaan in de verschillende stadia van de tenuitvoerlegging van financiering. Dit kader is van toepassing op alle beheersvormen (direct en indirect) die worden toegepast voor deze tenuitvoerlegging. Deze strategie begint bij de keuze van het meest geschikte instrument wanneer de planningsdocumenten en financiële besluiten worden opgesteld, en wordt omgezet in daadwerkelijke controles tijdens alle stadia van de tenuitvoerlegging.

Vanuit het oogpunt van financiële controle bestaat het systeem uit een aantal instrumenten dat systematisch wordt toegepast op de tenuitvoerlegging van contracten en subsidies voor alle beheersvormen: controles vooraf van betalingen, audits uitgevoerd door de Commissie en vastgesteld in een auditplan, verificatie van uitgaven voordat betalingen worden verricht door begunstigden van subsidies, verificatiebezoeken aan internationale organisaties en een algemene controle achteraf op basis van de jaarlijkse studie naar het restfoutenpercentage.

Naast alle andere mogelijke middelen waarin het Financieel Reglement voorziet, worden de financiële belangen van de EU dus beschermd door de controle vooraf door de Commissie van individuele transacties en door latere controles of audits, en door de resulterende terugvordering van ten onrechte uitbetaalde middelen wanneer de overeengekomen procedures niet zijn nageleefd of wanneer de activiteiten niet in aanmerking kwamen voor financiering door de EU.

2.6.Kosteneffectiviteit van beheers- en controlesystemen

In overeenstemming met de voorschriften van het Financieel Reglement heeft de strategie van de Commissie voor een resultaatgerichte begroting hoofdzakelijk tot doel de kosteneffectiviteit te waarborgen bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van beheers- en controlesystemen die fouten voorkomen of constateren en corrigeren. De controlestrategieën dienen daarom strenger en vaker te worden getoetst in riskantere gebieden en te waarborgen dat de controles een meerwaarde bieden. Dit is van belang omdat de controles een aanzienlijke administratieve last vormen voor begunstigden, zodanig zelfs dat zij deelname aan programma’s kunnen ontmoedigen. Bovendien kosten ondoeltreffende en ondoelmatige controles middelen die anders zouden kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de resultaten.

De verslaglegging over de kosteneffectiviteit is verbeterd in de jaarlijkse activiteitenverslagen voor 2014. Alle diensten van de Commissie die tot een conclusie betreffende de kosteneffectiviteit van hun beheers- en controlesystemen zijn gekomen, hebben aangegeven dat kwantificeerbare en/of niet-kwantificeerbare baten opwegen tegen de kosten en/of een stabiele of positieve trend van de relevante indicatoren laten zien.

De Commissie heeft haar diensten opgedragen om een gemeenschappelijke methode te ontwikkelen voor de berekening van de kosten en baten van hun controles teneinde de consistentie te verbeteren en betrouwbare resultaten te produceren die kunnen worden gebruikt om de relatieve kosteneffectiviteit van de bestaande controlesystemen te bepalen (zie het syntheseverslag van de Commissie voor 2014). Voor uitgaven onder gedeeld beheer moet bij de berekening van de kosten en de kosteneffectiviteit van controles rekening worden gehouden met de beheers- en controleactiviteiten van de lidstaten.

3. FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN IN 2014

3.1.Overzicht

Tabel 3.1: overzicht van financiële correcties en terugvorderingen in 2014

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
MFK-rubriekTotale betalingen uit de EU-begroting in 2014Totale financiële correcties in uitvoering per eind 2014Totale financiële correcties en terugvorderingen bevestigd in 2014% van betalingen uit EU-begrotingTotale financiële correcties en terugvorderingen uitgevoerd in 2014% van betalingen uit EU-begroting
Slimme en inclusieve groei67 6831 0182 1983,2 %1 8282,7 %
EFRO 829 8413601 3304,5 %1 0843,6 %
Cohesiefonds813 464222922,2 %2361,8 %
ESF10 6236363433,2 %2902,7 %
Intern beleid13 755-2321,7 %2181,6 %
Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen56 5844 8922 3554,2 %1 3022,3 %
ELGF44 2873 7891 8624,2 %9462,1 %
Plattelandsontwikkeling11 1919603853,4 %2522,3 %
FIOV/EVF68947679,8 %669,6 %
EOGFL-Oriëntatie69518294,2 %18294,2 %
Intern beleid411-235,6 %194,6 %
Veiligheid en burgerschap1 711-422,5 %422,5 %
Migratie en binnenlandse zaken400-51,3 %51,3 %
Intern beleid1 311-372,8 %372,8 %
Europa als wereldspeler7 206N.v.t.1271,8 %1081,5 %
Extern beleid7 206-1271,8 %1081,5 %
Administratie8 819N.v.t.50,1 %50,1 %
Administratie8 819-50,1 %50,1 %
TOTAAL142 003*5 9094 7283,3 %3 2852,3 %

* Omvat niet de 29 miljoen EUR die aan Kroatië zijn betaald in het kader van de rubriek Compensatie en de 465 miljoen EUR die zijn betaald in het kader van de rubriek Bijzondere instrumenten.

Opmerking: de bovenstaande cijfers verschillen van die in het verslag van het OLAF over de bescherming van de financiële belangen, omdat het OLAF-verslag eerder is bekendgemaakt toen er slechts voorlopige cijfers beschikbaar waren.

Landbouw:

In 2014 heeft de Commissie drie conformiteitsgoedkeuringsbesluiten 9 betreffende 56 afzonderlijke financiële nettocorrecties aangenomen voor een totaal bedrag van 443 miljoen EUR (0,8 % van de voor 2014 begrote GLB-uitgaven). Eind 2014 werd nog een financieel belangrijk conformiteitsgoedkeuringsbesluit voorbereid en de lidstaten zijn voor het einde van het jaar formeel geraadpleegd in het Comité voor de landbouwfondsen. Dit besluit ten bedrage van 1,4 miljard EUR (voor 56 afzonderlijke correcties) is in januari 2015 door de Commissie aangenomen 10 . Overeenkomstig de internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector werd dit bedrag als 'bevestigd' opgenomen in het boekjaar 2014.

Cohesie:

Programmeringsperiode 2000-2006:

Het vergevorderde stadium van de afsluiting van EFRO-programma’s en Cohesiefondsprojecten heeft geleid tot bijkomende financiële correcties ten bedrage van in totaal 543 miljoen EUR die in 2014 worden opgelegd aan en aanvaard door de lidstaten:

- 451 miljoen EUR aan financiële correcties voor de afsluiting van EFRO-programma’s in negen lidstaten, met als belangrijkste die voor Italië (231 miljoen EUR) en Spanje (119 miljoen EUR);

- 92 miljoen EUR aanvaard door elf lidstaten voor Cohesiefondsprojecten, met als grootste die voor Slowakije (70 miljoen EUR).

In het ESF zijn in het kader van het afsluitingsproces alle 239 programma’s afgesloten (209 volledig en 30 gedeeltelijk). In 2014 bedroegen de bevestigde en uitgevoerde financiële correcties 133 miljoen EUR. De lidstaten met de hoogste bevestigde en uitgevoerde financiële correcties waren respectievelijk Spanje (99 miljoen EUR) en Italië (20 miljoen EUR). De andere landen waarvoor het afsluitingsproces is voltooid zijn België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Oostenrijk, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. Italië en Spanje hebben een aantal afsluitingsvoorstellen nog niet aanvaard en de pre-correctieprocedure is ingeleid — zie punt 4.2.3 voor nadere informatie.

In 2014 is aanzienlijke vooruitgang geboekt ten aanzien van de afsluiting van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV). Per eind 2014 waren 53 van de 60 programma’s afgesloten. De meeste betrokken financiële correcties werden toegepast via terugvorderingsopdrachten.

Programmeringsperiode 2007-2013:

De bevestigde financiële correcties in 2014 voor het EFRO en Cohesiefonds bedroegen 294 miljoen EUR 11 . Dit het gevolg van het strenge toezicht- en onderbrekingsbeleid van de Commissie en het toenemende aantal actieplannen met financiële correcties die door de lidstaten zijn besloten en uitgevoerd naar aanleiding van de onderbrekings- en pre-schorsingsbrieven die de gedelegeerde ordonnateurs van de Commissie hebben verstuurd.

In het ESF is een bedrag van 209 miljoen EUR bevestigd en 156 miljoen EUR uitgevoerd, waarvan 95 miljoen EUR zijn bevestigd in 2014 en 61 miljoen EUR in de vorige jaren. 89 % van de in 2014 en de vorige jaren bevestigde financiële correcties is uitgevoerd, waardoor een nog uit te voeren bedrag van 118 miljoen EUR overblijft. De lidstaten met de meeste financiële correcties zijn Spanje (56 miljoen EUR), Roemenië (43 miljoen EUR), Polen (32 miljoen EUR) en Frankrijk (20 miljoen EUR). De in 2014 uitgevoerde financiële correcties bestaan voor 64 miljoen EUR uit financiële correcties aan de bron. Dit betekent dat deze financiële correcties door de autoriteiten van de lidstaten worden toegepast op hetzelfde tijdstip als de uitgaven bij de Commissie worden gedeclareerd door toepassing van forfaitaire correcties na audits van de Commissie.

De bevestigde financiële correcties voor het Europees Visserijfonds (EVF) zijn ten opzichte van 2013 met meer dan 80 % gestegen, hoofdzakelijk vanwege de audits en documentencontroles van de Commissie. De intrekking van niet-subsidiabele uitgaven uit de latere betalingsaanvraag maakt het mogelijk dergelijke financiële correcties snel uit te voeren.

Programmeringsperiode 2014-2020:

De eerste boekhoudkundige periode liep nog in 2014 en voor bijna alle operationele programma’s waren nog geen autoriteiten aangewezen. Hierdoor zijn nog geen auditactiviteiten in verband met uitgavendeclaraties behandeld.

3.2.Financiële correcties in uitvoering op 31 december 2014

De financiële correcties in uitvoering vormen het voorlopige stadium waarin procedures voor een financiële correctie zijn ingeleid, maar de contradictoire procedure met de betrokken lidstaat nog aan de gang is. De opgegeven bedragen zijn slechts een aanvankelijke ramingen van de diensten van de Commissie die nog onderhevig zijn aan wijzigingen tot het definitieve besluit van de Commissie.

3.3.Financiële correcties bevestigd in 2014

Dit punt bevat verschillende overzichten van de in 2014 bevestigde financiële correcties. Er wordt op gewezen dat de onderstaande cijfers en kaarten betrekking hebben op één enkel jaar, namelijk 2014. Het totale correctiebedrag en de uitsplitsing naar lidstaten kunnen aanzienlijk verschillen van jaar tot jaar. Een zinvolle beoordeling van het corrigerend vermogen van de toezicht- en controlesystemen moet daarom overeenkomstig de aard van deze uitgaven op meer dan één jaar gebaseerd zijn (zie punt 4).


58.

3.3.1. Uitsplitsing naar lidstaat


Kaart en tabel 3.3.1: financiële correcties bevestigd in 2014 in verhouding tot ontvangen EU-betalingen, uitgesplitst naar lidstaat

LidstaatBetalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2014
(miljoenen EUR)
Financiële correcties bevestigd in 2014 (miljoenen EUR)Financiële correcties bevestigd in 2014 als % van de betalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2014
België1 028252,4 %
Bulgarije2 0961487,1 %
Tsjechië4 15244110,6 %
Denemarken1 21290,7 %
Duitsland9 712390,4 %
Estland61020,3 %
Ierland1 376181,3 %
Griekenland6 8291872,7 %
Spanje10 2193793,7 %
Frankrijk11 1591 38312,4 %
Kroatië407- N.v.t.
Italië9 4504014,2 %
Cyprus237- N.v.t.
Letland1 00550,5 %
Litouwen1 77490,5 %
Luxemburg7900,0 %
Hongarije6 3421893,0 %
Malta22100,2 %
Nederland1 285(30)*(2,3 %)
Oostenrijk1 301151,2 %
Polen17 088490,3 %
Portugal4 772501,0 %
Roemenië5 7752955,1 %
Slovenië1 078151,4 %
Slowakije1 5771429,0 %
Finland86670,8 %
Zweden1 33840,3 %
Verenigd Koninkrijk5 685621,1 %
Interreg1 866442,4 %
TOTAAL110 5373 8903,5 %




De kaart hierboven houdt rekening met het relatieve gewicht van de bevestigde financiële correcties voor alle lidstaten in verhouding tot de betalingen die zij in 2014 uit de EU-begroting hebben ontvangen.


Lidstaten die onder het gemiddelde van 3,5 % zitten, zijn lichtgrijs ingekleurd.

Lidstaten die boven het gemiddelde van 3,5% zitten, zijn rood ingekleurd.


* Het bovenstaande negatieve bedrag voor Nederland is het gevolg van een arrest van het Hof van Justitie waarin is vastgesteld dat de Commissie Nederland moet terugbetalen.


59.

3.3.2. Uitsplitsing van forfaitaire correcties bevestigd in 2014



Tabel 3.3.2: Uitsplitsing van forfaitaire correcties bevestigd in 2014

Totale financiële correcties (miljoenen EUR)Forfaitaire financiële correcties* bevestigd in 2014 (miljoenen EUR)
Landbouw
ELGF1 649644**
Elfpo220168**
Cohesie
EFRO & CF1 622890
ESF342223
EOGFL-Oriëntatie130
EVF/FIOV393
Intern beleid55
TOTAAL3 8901 933

* Omvat geëxtrapoleerde correcties

** Dit is een beste raming. In de meeste financiële correcties worden bedragen geïntegreerd op basis van nauwkeurige berekeningen en vaste percentages.


Forfaitaire correcties zijn een waardevol instrument dat wordt gebruikt wanneer het desbetreffende bedrag niet kan worden gekwantificeerd op basis van een representatieve statistische steekproef of wanneer de impact van individuele fouten op de uitgaven niet nauwkeurig kan worden gekwantificeerd. Dit betekent evenwel dat de lidstaat waarop de forfaitaire correctie betrekking heeft, de financiële gevolgen draagt omdat de correcties niet direct gekoppeld zijn aan individuele onregelmatigheden op projectniveau, d.w.z. er bestaat geen individuele eindbegunstigde bij wie het geld kan worden teruggevorderd.


60.

3.3.3. Uitsplitsing van financiële correcties aan de bron


Tabel 3.3.3: uitsplitsing van financiële correcties aan de bron bevestigd in 2014

LidstaatFinanciële correcties aan de bron bevestigd in 2014 (miljoenen EUR)
Bulgarije28
Tsjechië407
Ierland0
Griekenland88
Spanje0
Frankrijk20
Italië4
Litouwen0
Hongarije152
Polen14
Portugal0
Roemenië133
Slowakije56
Verenigd Koninkrijk0
TOTAAL903


Correcties aan de bron voor programma’s in het kader van het EFRO/CF in de periode 2007-2013 zijn voor het eerst gerapporteerd in 2014. Zij hebben betrekking op bedragen die door de lidstaten 12 in 2014 zijn gerapporteerd naar aanleiding van een specifiek verzoek van de diensten van de Commissie (verzoeken die gericht zijn op de voornaamste gevallen waarin forfaitaire correcties zijn toegepast voor problemen met openbare aanbestedingsprocedures of tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten). Als gevolg van deze inspanningen is tussen 2012 en eind 2014 in zes lidstaten een cumulatief bedrag van 782 miljoen EUR aan financiële correcties aan de bron vastgesteld. Aangezien dit het eerste jaar is dat deze informatie wordt gerapporteerd, werd het volledige bedrag aan correcties aan de bron geboekt onder 2014, hoewel sommige bedragen reeds waren opgenomen in de betalingsaanvragen die in 2012 en 2013 naar de Commissie zijn gezonden.


De belangrijkste financiële correcties aan de bron voor het EFRO/CF betreffen Tsjechië (398 miljoen EUR), Hongarije (136 miljoen EUR), Roemenië (92 miljoen EUR), Griekenland (72 miljoen EUR) en Slowakije (56 miljoen EUR).

Wat het ESF betreft, hebben de voornaamste betrokken lidstaten forfaitaire correcties toegepast op hetzelfde tijdstip als de uitgavendeclaratie bij de Commissie. Bijgevolg zien de nieuwe uitgaven er als volgt uit: Roemenië (41 miljoen EUR), Frankrijk (20 miljoen EUR), Hongarije (16 miljoen EUR) en Polen (14 miljoen EUR), met een totaal van 100 miljoen EUR aan bevestigde financiële correcties aan de bron in 2014.

Teneinde de fundamentele oorzaken van de in Roemenië geconstateerde terugkerende problemen in het ESF aan te pakken, werkt de Commissie samen met de nationale autoriteiten om hun beheers- en controlesystemen te verbeteren en volgt zij de tenuitvoerlegging van het overeengekomen actieplan op de voet. Verder heeft de nationale auditautoriteit de aanbestedingsproblemen gecontroleerd voor een aantal risicovolle projecten en de geconstateerde fouten worden gecorrigeerd via financiële correcties op het niveau van de betrokken projecten (vervanging van de forfaitaire correctie van 25 %). De Commissie ondersteunt tevens de Roemeense autoriteiten bij de verbetering van vereenvoudigingen en het gebruik van het instrument voor fraudepreventie en -detectie, Arachne.

3.4.Financiële correcties uitgevoerd in 2014

Dit punt bevat verschillende overzichten van de in 2014 uitgevoerde financiële correcties. Er wordt op gewezen dat de onderstaande cijfers en kaarten betrekking hebben op één enkel jaar, namelijk 2014. Het totale correctiebedrag en de uitsplitsing naar lidstaten verschillen aanzienlijk van jaar tot jaar — zie punt 4 voor het meerjarenoverzicht.


61.

3.4.1. Uitsplitsing naar lidstaat


Kaart en tabel 3.4.1: financiële correcties uitgevoerd in 2014 in verhouding tot ontvangen EU-betalingen, uitgesplitst naar lidstaat

LidstaatBetalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2014 (miljoenen EUR)Financiële correcties uitgevoerd in 2014 (miljoenen EUR)Financiële correcties uitgevoerd in 2014 als % van de betalingen ontvangen uit de EU-begroting in 2014
België1 028171,7 %
Bulgarije2 096311,5 %
Tsjechië4 1523368,1 %
Denemarken1 21290,7 %
Duitsland9 712280,3 %
Estland61010,2 %
Ierland1 376372,7 %
Griekenland6 8293214,7 %
Spanje10 2193913,8 %
Frankrijk11 1594624,1 %
Kroatië407- N.v.t.
Italië9 4503243,4 %
Cyprus237 -N.v.t.
Letland1 00550,5 %
Litouwen1 77400,0 %
Luxemburg7900,2 %
Hongarije6 342250,4 %
Malta22100,0 %
Nederland1 285342,7 %
Oostenrijk1 30170,5 %
Polen17 088650,4 %
Portugal4 772731,5 %
Roemenië5 775931,6 %
Slovenië1 07870,6 %
Slowakije1 5771378,7 %
Finland86680,9 %
Zweden1 33840,3 %
Verenigd Koninkrijk5 685891,6 %
Interreg1 866432,3 %
TOTAAL110 5372 5492,3 %




De kaart hierboven houdt rekening met het relatieve gewicht van de uitgevoerde financiële correcties voor alle lidstaten in verhouding tot de betalingen die zij in 2014 uit de EU-begroting hebben ontvangen.


Lidstaten die onder het gemiddelde van 2,3 % zitten, zijn lichtgrijs ingekleurd.


Lidstaten die boven het gemiddelde van 2,3 % zitten, zijn rood ingekleurd.


62.

3.4.2. Uitsplitsing van forfaitaire correcties uitgevoerd in 2014


Tabel 3.4.2: Uitsplitsing van forfaitaire correcties uitgevoerd in 2014

Totale financiële correcties (miljoenen EUR)Forfaitaire financiële correcties* uitgevoerd in 2014 (miljoenen EUR)
Cohesie
EFRO & CF1 319520
ESF289185
EVF/FIOV414
EOGFL130
Intern beleid55
TOTAAL1 667714

* Omvat geëxtrapoleerde correcties


De cijfers voor Landbouw zijn niet beschikbaar.


63.

3.4.3. Uitsplitsing van financiële correcties aan de bron


Tabel 3.4.3: uitsplitsing van correcties aan de bron in het Cohesiefonds uitgevoerd in 2014

LidstaatFinanciële correcties aan de bron uitgevoerd in 2014 (miljoenen EUR)
Tsjechië274
Ierland0
Griekenland60
Spanje0
Frankrijk20
Italië4
Litouwen0
Hongarije21
Polen13
Portugal0
Roemenië50
Slowakije56
Verenigd Koninkrijk0
TOTAAL499

In het EFRO/CF is in 2014 782 miljoen EUR aan financiële correcties aan de bron gerapporteerd, waarvan 430 miljoen EUR (55 %) als reeds uitgevoerd kan worden beschouwd. De voornaamste betrokken lidstaten zijn Tsjechië (271 miljoen EUR), Griekenland (60 miljoen EUR) en Slowakije (56 miljoen EUR). Wat correcties aan de bron in het ESF betreft, hebben de betrokken lidstaten forfaitaire correcties toegepast op hetzelfde tijdstip als de uitgavendeclaratie bij de Commissie. Bijgevolg zien de nieuwe uitgaven er als volgt uit: Frankrijk (20 miljoen EUR), Hongarije (16 miljoen EUR), Polen (13 miljoen EUR) en Roemenië (11 miljoen EUR).

3.5.Terugvorderingen

Tabel 3.5: terugvorderingen bevestigd en uitgevoerd in 2014

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
MFK-rubriekTotale terugvorderingen bevestigd in 2014Totale terugvorderingen uitgevoerd in 2014
Slimme en inclusieve groei233220
EFRO01
Cohesiefonds00
ESF11
Intern beleid232218
Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen435366
ELGF213150
Plattelandsontwikkeling165167
FIOV/EVF2925
EOGFL-Oriëntatie55
Intern beleid2319
Veiligheid en burgerschap3737
Intern beleid3737
Europa als wereldspeler127108
Extern beleid127108
Administratie55
TOTAAL838736


Landbouw:

In de periode 2008-2014 heeft de Commissie de correcte toepassing van de regels inzake terugvorderingen gecontroleerd aan de hand van 32 audits in 19 lidstaten (waaronder alle EU-15-lidstaten met een laag terugvorderingspercentage voor de gevallen die sinds 2007 zijn ontdekt). De tekortkomingen die tijdens deze audits zijn geconstateerd, worden opgevolgd in het kader van conformiteitsgoedkeuringsprocedures. Met uitzondering van twee gevallen (Italië en Ierland) beschikken de autoriteiten van de lidstaten in het algemeen over toereikende procedures om de financiële belangen van de EU te beschermen.

De inspanningen van de autoriteiten van de lidstaten bij de terugvordering van de belangrijkste individuele onregelmatigheden worden beoordeeld in het kader van 25 verdere lopende conformiteitsgoedkeuringsprocedures (documentencontroles).

In 2012 heeft een onderzoek van het OLAF enkele ernstige problemen bij het betaalorgaan in Italië blootgelegd met betrekking tot de volledigheid van de debiteurenadministratie, de verjaring van bepaalde schulden en enkele nationale regelingen die uit de EU-begroting zouden worden gefinancierd. Bovendien heeft de Rekenkamer in het kader van de audit in 2013 tevens ernstige vragen opgeworpen over de systemen voor schuldenbeheer die in Italië (AGEA) en Ierland (DAFF) worden toegepast. De Commissie heeft hiermee rekening gehouden bij haar risicoanalyse en heeft in september 2014 een audit uitgevoerd in Italië en in het auditjaar 2015-2016 zal in Ierland een audit plaatsvinden.

3.6.Tekortkomingen die in 2014 zijn geconstateerd in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en getroffen maatregelen

64.

3.6.1. Landbouw en plattelandsontwikkeling


Materiële tekortkomingen in de nationale beheers- en controlesystemen die door de lidstaten zelf, de Commissie, de Rekenkamer en/of het OLAF (fraudeonderzoeken) zijn geconstateerd, worden van nabij gevolgd door de Commissie, totdat betrouwbare informatie is verkregen dat de lidstaten passende actie hebben ondernomen om de problemen te verhelpen, de eerder gedeclareerde onregelmatige uitgaven zijn gerectificeerd en de nieuwe systemen hun deugdelijkheid in de praktijk hebben bewezen.

Voor directe betalingen heeft DG AGRI in zijn JAV voor 2013 voorbehoud gemaakt met betrekking tot 15 betaalorganen in Spanje, Frankrijk, het VK (Engeland), Hongarije, Griekenland en Portugal. In Frankrijk, Spanje en Engeland blijft de Commissie de door de nationale autoriteiten vastgestelde corrigerende actieplannen volgen. In Portugal is het actieplan ten uitvoer gelegd. Hoewel de situatie in Griekenland aanzienlijk is verbeterd, bleek dat het actieplan niet volledig is uitgevoerd volgens de vastgestelde mijlpalen en termijnen waardoor de Commissie een uitvoeringsbesluit heeft aangenomen om de maandelijkse betalingen voor het aanvraagjaar 2014 te verlagen voor uitgaven waarop de tekortkomingen betrekking hebben. Voor Hongarije werd het niet nodig geacht om een formeel actieplan vast te stellen voor de specifieke problemen die zich in 2013 en 2014 hebben voorgedaan. Deze hebben betrekking op de structuur van de controle die moet worden herzien in het kader van de nieuwe regeling voor directe betalingen vanaf het aanvraagjaar 2015. Voor Frankrijk wordt het op 15 november 2013 voltooide actieplan opgevolgd aan de hand van driemaandelijkse verslaglegging en, waar nodig, audits.

Wat het JAV voor 2013 betreft, heeft DG AGRI de controlestatistieken van de lidstaten aangepast opdat zij de onopgemerkte en dus niet-gerapporteerde fouten weerspiegelen en een foutenpercentage van 5,2 % berekend. Aangezien deze werkzaamheden op het niveau van het betaalorgaan zijn uitgevoerd, was een gerichte aanpak met betrekking tot punten van voorbehoud mogelijk en hierdoor kon de directeur-generaal punten van voorbehoud maken ten aanzien van 31 betaalorganen in plaats van de gehele ABB-activiteit.

In 2014 heeft de Commissie de bestaande actieplannen verder versterkt om de hierboven genoemde punten van voorbehoud aan te pakken op basis van een betere samenwerking en analyse binnen de diensten van de Commissie en een intensieve dialoog met de lidstaten. Volgens deze aanpak is de in 2012 opgerichte ad-hoctaskforce van DG AGRI regelmatig bijeengekomen om een analyse en strategie binnen de Commissie te ontwikkelen, terwijl een verbeterd systeem is ingevoerd voor de verslaglegging door de lidstaten met betrekking tot hun nationale actieplannen voor de verlaging van foutenpercentages. Dit omvat een sterkere nadruk op de regelmatige follow-up van auditbevindingen, alsook verbeterde indicatoren en mijlpalen voor monitoringdoeleinden. Voorts heeft de Commissie in 2014 een IT-instrument ontwikkeld waarmee zij de informatie uit de nationale actieplannen doeltreffender en consequenter kan verzamelen en verwerken.

Sinds 2013 zijn vier seminars over foutenpercentages georganiseerd – waarvan twee in 2014 – om de stand van zaken te presenteren betreffende de tenuitvoerlegging van de actieplannen, om goede praktijken te delen en richtsnoeren te verstrekken. Deze halfjaarlijkse seminars worden gezamenlijk georganiseerd in het kader van het Comité voor plattelandsontwikkeling en het Comité voor de landbouwfondsen teneinde de betrokkenheid van de beheersautoriteiten en betaalorganen te waarborgen. Daarom wordt elk semester het van nabij gevolgde follow-upproces in kaart gebracht. Tegelijkertijd zorgden de geografische eenheden samen met de lidstaten voor de follow-up van de kwestie in jaarlijkse en ad-hocvergaderingen, toezichtcomités en, indien relevant, in het kader van programmawijzigingen.

Parallel hieraan werd de relevante auditcapaciteit van de Commissie versterkt. Het aantal audits werd verhoogd en de audits zijn toegespitst op specifieke kwesties in verband met foutenpercentages.

Bovendien voorziet het rechtskader in onderbrekingen en schorsingen van betalingen in geval van ernstige tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen voor de vastgelegde uitgaven in het kader van het Elfpo tijdens de perioden 2007-2013 en 2014-2020. Wat het nieuwe rechtskader (Verordening (EU) nr. 1305/2013) betreft, waarborgt artikel 62 dat zowel de beheersautoriteiten als het betaalorgaan voor elk voorgenomen programma vooraf een beoordeling uitvoeren waarin zij vaststellen of de geprogrammeerde maatregelen verifieerbaar en controleerbaar zijn. De diensten van de Commissie analyseren deze beoordeling grondig alvorens programma’s goed te keuren.

Ten slotte zal het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling een grotere rol spelen bij de verspreiding van goede praktijken in verband met de vermindering van het foutenpercentages. In het eerste semester van 2015 zijn voor de beheersautoriteiten opleidingen georganiseerd over de volgende onderwerpen: vereenvoudigde kostenopties, redelijkheid van kosten, overheidsopdrachten en resultaatgerichte agromilieubetalingen: een gezamenlijke benadering.

65.

3.6.2. Cohesie


Voor het EFRO en Cohesiefonds 2007-2013 waren de auditwerkzaamheden van de Commissie in 2014 gericht op vijf auditonderzoeken, alsook op specifieke informatieopdrachten om de geselecteerde foutenpercentages in het jaarlijkse controleverslag te valideren. Teneinde de auditresultaten van de auditautoriteiten te kunnen valideren, worden audits ter plaatse uitgevoerd op het niveau van de programma-autoriteiten en/of bemiddelende instanties. Deze omvatten doorgaans de verificatie van auditinformatie tot aan de bron, ter plaatse of op het niveau van de begunstigden/projecten. Deze auditwerkzaamheden leiden ertoe dat de Commissie in het algemeen kan vertrouwen op het werk van 42 van de 47 geauditeerde auditautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het auditeren van 91 % van de EFRO/CF-toewijzingen voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Uit de auditwerkzaamheden die tussen 2010 en 2014 zijn verricht, blijkt dat de beheersverificaties (eerstelijnscontroles) van de lidstaten nog steeds een belangrijk aandachtspunt vormen. De audits inzake beheersverificaties die in 2014 door de Commissie zijn verricht, bevestigden immers dat er problemen bij de uitvoering van deze controles zijn geconstateerd in 66 % van de uitgevoerde opdrachten, met name op het gebied van overheidsopdrachten (problemen geconstateerd in 58 % van de opdrachten).

Voorts zijn problemen geconstateerd op gebieden zoals de subsidiabiliteit van acties (audits uitgevoerd voor een selectie van acties in Hongarije, Roemenië, Griekenland, Italië en Slovenië) en staatssteun (behandeld in audits van mededingingsprogramma’s in Slovenië, Hongarije, Griekenland, Roemenië en Italië, en tijdens de opdracht in Spanje op het niveau van de twee bemiddelende instanties). Op deze drie gebieden (overheidsopdrachten, subsidiabiliteit, staatssteun) zijn tevens problemen gemeld in de audits van de Rekenkamer.

Een gedetailleerde analyse van de door de directeur-generaal gemaakte punten van voorbehoud en de bijbehorende actieplannen op programmaniveau is bekendgemaakt in het JAV voor 2014 van DG REGIO.

Wat het ESF betreft, hebben de voornaamste bevindingen van de systeemaudits betrekking op: selectie van acties, inadequate beheersverificaties, ontbreken van auditspoor, onbetrouwbare IT-systemen, gebreken in het certificeringsproces, onvoldoende betrouwbaarheid van de verslagen van nationale systeemaudits, schendingen van de regels inzake overheidsopdrachten en niet-subsidiabiliteit van uitgaven.

De door de lidstaten verrichte beheersverificaties blijven een belangrijk aandachtspunt. De audits inzake beheersverificaties die in 2014 door de Commissie zijn verricht, bevestigden de volgende voornaamste problemen bij de uitvoering van deze controles, die reeds in 2013 waren geconstateerd: de formele aard van beheersverificaties, onvoldoende verificaties van openbare aanbestedingsprocedures, ontoereikende structuur/organisatie van de beheersautoriteit of bemiddelende instanties, gebrek aan opleiding en toezicht bij de delegatie van verantwoordelijkheden, beheersverificaties uitgevoerd na de certificering van uitgaven en onvoldoende begeleiding en opleiding voor begunstigden.

In het JAV voor 2014 zijn punten van voorbehoud gemaakt vanwege tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen van de volgende operationele EVF-programma's: Duitsland (Mecklenburg-Voorpommeren), Italië, Nederland, Polen en Roemenië. De vijf operationele programma’s in kwestie vertonen alle vijf materiële fouten, zoals gemeld in de JAV’s. Er zijn brieven met duidelijke actieplannen verstuurd naar alle betrokken lidstaten, waarin de te nemen corrigerende maatregelen zijn gespecificeerd om de betalingen te kunnen hervatten.


4. CUMULATIEVE FINANCIËLE CORRECTIES EN TERUGVORDERINGEN TOT EIND 2014

4.1.Overzicht

De cumulatieve cijfers verschaffen nuttige informatie over de impact van de correctiemechanismen die de Commissie toepast, omdat daarin het meerjarige karakter van de meeste EU-uitgaven tot uiting komt en het effect van eenmalige gebeurtenissen wordt geneutraliseerd.


66.

4.1.1. Periode 2009-2014


De onderstaande grafieken tonen de ontwikkeling van de in de afgelopen zes jaar bevestigde en uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen:

Grafiek 4.1: financiële correcties en terugvorderingen 2009-2014 (miljarden EUR)

Bevestigde financiële correcties en terugvorderingen 2009-2014 (miljarden EUR)


Uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen 2009-2014 (miljarden EUR)


Het gemiddelde jaarlijkse bedrag aan bevestigde financiële correcties en terugvorderingen bedroeg in de periode 2009-2014 3,2 miljard EUR, ofwel 2,4 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen uit de EU-begroting van 133 miljard EUR (gedeeld beheer: 2,8 miljard EUR, ofwel 2,8 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen van 102 miljard EUR; alle andere beheersvormen: 366 miljoen EUR, ofwel 1,2 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen van 30,5 miljard EUR). Bij de bevestigde bedragen is sprake van een licht opwaartse trend, wat aangeeft dat het meerjarig controlekader de EU-begroting met succes beschermt in een meerjarenperspectief.

Het gemiddelde jaarlijkse bedrag aan uitgevoerde financiële correcties en terugvorderingen bedroeg in de periode 2009-2014 2,8 miljard EUR, ofwel 2,1 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen uit de EU-begroting in die periode (gedeeld beheer: 2,5 miljard EUR, ofwel 2,4 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen; alle andere beheersvormen: 356 miljoen EUR, ofwel 1,2 % van het gemiddelde bedrag aan betalingen). De hierboven weergegeven opwaartse trend is te verklaren door de afsluiting van de programmeringsperiode 2000-2006, de fase waarin heel wat financiële correcties en terugvorderingen effectief worden uitgevoerd (zie verderop). In de landbouwsector vindt de impact van de uitvoering van enkele financiële nettocorrecties via drie jaarlijkse termijnbetalingen zijn weerslag in een lagere stijging van de daadwerkelijk uitgevoerde bedragen in verhouding tot de bedragen waarover de Commissie een besluit heeft genomen.

67.

4.1.2. Arresten van het Hof van Justitie betreffende financiële correcties op het gebied van regionaal beleid


In 2015 werden naar aanleiding van arresten van het Hof van Justitie enkele besluiten nietig verklaard die tussen 2008 en 2010 waren genomen in verband met financiële correcties op het gebied van regionaal beleid. Deze correcties bedroegen in totaal bijna 0,5 miljard EUR en hadden betrekking op de programmeringsperiode 1994-1999. De arresten zijn het gevolg van procedurekwesties die zijn veroorzaakt door Verordening (EG) nr. 1083/2006. De Commissie voert momenteel een analyse uit van de impact.

4.2.Financiële correcties

68.

4.2.1. Overzicht


Tabel 4.2.1: cumulatieve bevestigde financiële correcties en uitvoeringspercentage tot eind 2014

Miljoenen EUR
ProgrammeringsperiodeGecumuleerde ELGF-besluitenTotale financiële correcties bevestigd per eind 2014Uitvoeringspercentage eind 2014Financiële correcties bevestigd per eind 2013Uitvoeringspercentage eind 2013
Periode 1994-1999Periode 2000-2006Periode 2007-2013
Landbouw-12658010 80811 51482,8 %9 63489.6 %
ELGF---10 80810 80883,7 %9 14890,0 %
Plattelandsontwikkeling-126580N.v.t.70669,3 %48683,2 %
Cohesiebeleid2 7238 4373 043N.v.t.14 20392,2 %12 18993,8 %
EFRO1 794*5 6381 541N.v.t.8 97391,9 %7 64393,8 %
Cohesiefonds268780448N.v.t.1 49688,7 %1 20490,7 %
ESF5601 8111 029N.v.t.3 39996,5 %3 05797,9 %
FIOV/EVF10012525N.v.t.25060,4 %21151,8 %
EOGFL-Oriëntatie283-N.v.t.85100,0 %73100 %
Overige---N.v.t.9100,0 %4100 %
Totaal2 7238 5633 62310 80825 72688,0 %21 82791,9 %

* In 2015 heeft het Hof van Justitie de begunstigde lidstaten in het gelijk gesteld in een aantal rechtszaken (0,5 miljard EUR) betreffende financiële correcties in het kader van het EFRO die in 2008/2010 zijn uitgevoerd (zie punt 4.1.2).

Het meerjarige karakter van de EU-begrotingscyclus komt duidelijk tot uiting in de verschillende programmeringsperioden in het cohesiebeleid. Omdat voor de periode 2000-2006 het einde van het afsluitingsproces nabij is, is het bedrag van de financiële correcties aanzienlijk groter dan voor de periode 2007-2013. De verwachting is dat de financiële correcties voor deze recentere periode de komende jaren zullen blijven stijgen naarmate voor meer programma's met de afsluiting wordt begonnen (sommige zijn niet ver meer af van de betalingsdrempel van 95 %), maar minder dan vergeleken met de daaraan voorafgaande programmeringsperiode vanwege het succes van de preventiemaatregelen.

4.2.2. Landbouw – ELGF: financiële correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure

In het ELGF bedragen de door de Commissie sinds 1999 besloten financiële correcties in totaal 10 808 miljoen EUR (47 besluiten). Het gemiddelde correctiepercentage per begrotingsjaar voor de periode 1999-2014 bedroeg 1,7 % van de uitgaven. Wanneer de Commissie het besluit heeft aangenomen, worden de correcties automatisch uitgevoerd, tenzij aan de lidstaat de mogelijkheid is toegestaan om in drie jaarlijkse termijnen te betalen.

Tabel 4.2.2: ELGF: cumulatieve financiële correcties waarvoor een besluit is genomen in het kader van de conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen van 1999 tot eind 2014, uitgesplitst naar lidstaat

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
LidstaatELGF-betalingen ontvangen uit de EU-begroting% van ontvangen betalingen in verhouding tot totale betalingenGecumuleerde financiële correcties in het ELGF per eind 2014% in verhouding tot betalingen ontvangen uit de EU-begroting% in verhouding tot het totaalbedrag aan financiële correcties
België12 2431,9 %430,4 %0,4 %
Bulgarije2 5830,4 %692,7 %0,6 %
Tsjechië5 6360,9 %80,1 %0,1 %
Denemarken17 2822,7 %1921,1 %1,8 %
Duitsland87 52313,4 %1980,2 %1,8 %
Estland6240,1 %10,1 %0,0 %
Ierland19 5703,0 %490,3 %0,5 %
Griekenland39 3726,0 %2 3896,1 %22,1 %
Spanje87 62213,5 %1 4961,7 %13,8 %
Frankrijk138 55421,3 %2 5191,8 %23,3 %
Kroatië7 6871,2 %-N.v.t.N.v.t.
Italië73 15711,2 %1 8742,6 %17,3 %
Cyprus3950,1 %102,4 %0,1 %
Letland8970,1 %00,1 %0,0 %
Litouwen2 4740,4 %180,7 %0,2 %
Luxemburg4710,1 %51,1 %0,0 %
Hongarije8 6141,3 %570,7 %0,5 %
Malta320,0 %00,9 %0,0 %
Nederland17 2142,6 %1831,1 %1,7 %
Oostenrijk11 1731,7 %120,1 %0,1 %
Polen19 9723,1 %920,5 %0,9 %
Portugal11 0131,7 %2071,9 %1,9 %
Roemenië6 1170,9 %1963,2 %1,8 %
Slovenië7660,1 %202,6 %0,2 %
Slowakije2 4580,4 %20,1 %0,0 %
Finland8 4401,3 %310,4 %0,3 %
Zweden11 2351,7 %1171,0 %1,1 %
Verenigd Koninkrijk58 2728,9 %1 0181,7 %9,4 %
Totaal651 394100,0 %10 8081,7 %100,0 %


Grafiek 4.2.2: ELGF: cumulatieve financiële correcties van de lidstaten in het kader van de conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen van 1999 tot eind 2014, in verhouding tot betalingen ontvangen uit de EU-begroting


4.2.3. Cohesiebeleid: EFRO & ESF 2000-2006

Omdat de afsluiting van de periode 2000-2006 bijna is afgerond, kunnen de globale resultaten van de corrigerende maatregelen worden vergeleken met de totale uitgaven en ontstaat een completer beeld van de impact van de correctiemechanismen 13 . In het EFRO en het ESF bedroegen de financiële correcties per eind 2014, alles bijeengenomen en uitsluitend op basis van het toezicht door de Commissie, 8,2 miljard EUR. Dit komt per eind 2014 overeen met ongeveer 4,1 % van de toegewezen bedragen (196,9 miljard EUR). Het correctiepercentage stijgt tot meer dan 4,6 % als rekening wordt gehouden met de aanvullende financiële correcties die verband houden met de controlewerkzaamheden door de lidstaten zelf en door hen zijn gemeld.


Aan het eind van 2014 heeft de Commissie 338 EFRO-programma’s afgesloten (ten opzichte van 316 aan het einde van 2013) op een totaal van 379 programma’s. De resterende 41 programma’s zijn gevallen waarin de lidstaten bezwaar hebben aangetekend tegen de financiële correcties die door de Commissie zijn voorgesteld, bijkomende informatie hebben voorgelegd die in beschouwing moet worden genomen of terugbetaling van niet-terugvorderbare bedragen hebben verzocht. Deze gevallen worden gevolgd door financiële-correctieprocedures (hoorzittingen) en besluiten inzake niet-terugvorderbare bedragen.

Wat het EFRO betreft, bedragen de cumulatieve financiële correcties die door de Commissie aan alle lidstaten tot het einde van 2014 zijn opgelegd 5,8 miljard EUR, ofwel 4,5 % van de totale toewijzingen voor alle programma’s in de periode 2000-2006. Dit proces kan worden uitgesplitst in 4,1 miljard EUR aan financiële correcties in de looptijd van de programma’s en 1,6 miljard EUR aan financiële correcties die bij de afsluiting aan de programma’s is opgelegd. De voornaamste betrokken lidstaten zijn Spanje (2,6 miljard EUR), Italië (1,2 miljard EUR) en Griekenland (1,2 miljard EUR).

Wat het ESF betreft, werd de afsluiting aan het einde van 2014 voltooid. Volgens de ramingen van de diensten van de Commissie op 30 juni 2015 zal het totaalbedrag van de financiële correcties voor de programmeringsperiode 2000-2006 — rekening houdend met de financiële correcties in uitvoering — oplopen tot 2,4 miljard EUR voor de ESF-programma’s, ofwel 3,6 % van de ESF-toewijzing. Dit proces kan worden uitgesplitst in 1,2 miljard EUR aan financiële correcties in de looptijd van de programma’s en 1,2 miljard EUR dat bij de afsluiting wordt toegepast.

Wat de afsluiting van de Spaanse ESF-programma’s betreft, werd het afsluitingsvoorstel voor drie van de 38 programma’s afgewezen door de Spaanse autoriteiten, ondanks een afsluitingsanalyse van alle door de Commissie voorgelegde argumenten en informatie. Aan het eind van 2014 bedroegen de financiële correcties in uitvoering voor Spanje 59 miljoen EUR en vormden zij een geblokkeerde uitstaande verplichting van 34 miljoen EUR. In de loop van 2015 werd één afsluitingsvoorstel aanvaard door de lokale autoriteiten. De pre-correctieprocedure voor andere programma's is ingeleid.

Grafiek 4.2.3: cumulatieve financiële correcties van de lidstaten, bevestigd en in uitvoering op 31 december 2014, voor de programmeringsperiode 2000-2006 van het EFRO en het ESF, in verhouding tot de ontvangen bijdragen


4.2.4. Cohesiebeleid: EFRO/CF & ESF 2007-2013

In dit stadium van de programmeringsperiode maken de tot op heden gecorrigeerde cumulatieve bedragen 0,9 % uit van de begrotingstoewijzingen. Hoewel de financiële correcties voor de periode 2007-2013 naar verwachting zullen blijven stijgen in de komende jaren naarmate aanvang wordt gemaakt met de afsluiting van de programma’s, blijkt tot dusver uit de cijfers dat de financiële correcties globaal genomen lager liggen dan in de vorige programmeringsperiode. Dit weerspiegelt de grotere capaciteit van de beheers- en controlesystemen om problemen te ontdekken en fouten te corrigeren alvorens uitgaven bij de Commissie worden gedeclareerd, zoals tot uitdrukking komt in de lagere foutenpercentages voor het cohesiebeleid in de periode 2007-2013 ten opzichte van de periode 2000-2006. Er wordt ook gerefereerd aan de correcties die in deze periode door de lidstaten zijn verricht — zie punt 7.

Tabel 4.2.4: programmeringsperiode 2007-2013 — financiële correcties voor EFRO/CF & ESF bevestigd en in uitvoering op 31 december 2014, uitgesplitst naar lidstaat
Miljoenen EUR
LidstaatBedrag EFRO/CF+ESF-bijdrage voor 2007-2013% van totale bijdragenBevestigde financiële correctiesFinanciële correcties in uitvoering (afsluitingsbrieven verzonden)Totale financiële correcties opgelegd voor 2007-2013Percentage financiële correcties in verhouding tot EFRO/CF+ESF-bijdragenAandeel van opgelegde financiële correcties in verhouding tot totale financiële correcties
België2 0630,6 %221231,1 %0,7 %
Bulgarije6 6741,9 %87-871,3 %2,7 %
Tsjechië26 5407,6 %715617762,9 %23,6 %
Denemarken5100,1 %0-00,0 %0,0 %
Duitsland25 4887,3 %269350,1 %1,1 %
Estland3 4031,0 %10-100,3 %0,3 %
Ierland7510,2 %21-212,8 %0,6 %
Griekenland20 2105,8 %219883061,5 %9,3 %
Spanje34 64910,0 %368824501,3 %13,7 %
Frankrijk13 4493,9 %482500,4 %1,5 %
Kroatië8580,2 %---0,0 %0,0 %
Italië27 9238,0 %110151240,4 %3,8 %
Cyprus6120,2 %---N.v.t.N.v.t.
Letland4 5301,3 %23-230,5 %0,7 %
Litouwen6 7752,0 %0-00,0 %0,0 %
Luxemburg500,0 %0-00,9 %0,0 %
Hongarije24 9087,2 %340-3401,4 %10,3 %
Malta8400,2 %---N.v.t.N.v.t.
Nederland1 6600,5 %---N.v.t.N.v.t.
Oostenrijk1 2040,3 %126181,5 %0,5 %
Polen67 18619,3 %238-2380,4 %7,2 %
Portugal21 4126,2 %22-220,1 %0,7 %
Roemenië19 0585,5 %501-5012,6 %15,2 %
Slovenië4 1011,2 %19-190,5 %0,6 %
Slowakije11 4963,3 %16901691,5 %5,1 %
Finland1 5960,5 %0-00,0 %0,0 %
Zweden1 6260,5 %1-10,1 %0,0 %
Verenigd Koninkrijk9 8912,8 %647710,7 %2,2 %
Grensoverschrijdend7 9872,3 %3-30,0 %0,1 %
Totaal347 450100,0 %3 0182693 2870,9 %100,0 %

Omdat de programma's 2007-2013 meerfondsenprogramma's zijn, wordt in de bovenstaande tabel geen uitsplitsing voor EFRO en CF gegeven.


Grafiek 4.2.4: cumulatieve financiële correcties van de lidstaten, bevestigd en in uitvoering op 31 december 2014, voor de programmeringsperiode 2007-2013 van het EFRO/CF & ESF, in verhouding tot de ontvangen bijdragen


Voor de EFRO/CF-programma’s heeft de Commissie cumulatieve financiële correcties ten bedrage van ongeveer 2 miljard EUR opgelegd sinds het begin van de programmeringsperiode 2007-2013 (dit omvat 782 miljoen EUR aan financiële correcties toegepast door de lidstaten voor of op hetzelfde tijdstip als de uitgavendeclaratie bij de Commissie als gevolg van verzochte corrigerende maatregelen, zie tevens correcties 'aan de bron' hiervoor) en er zijn financiële correcties ten bedrage van 237 miljoen EUR in uitvoering. De voornaamste betrokken lidstaten zijn Tsjechië (719 miljoen EUR), Hongarije (298 miljoen EUR), Griekenland (257 miljoen EUR), Spanje (237 miljoen EUR), Slowakije (152 miljoen EUR), Roemenië (146 miljoen EUR) en Italië (105 miljoen EUR).

De Commissie is wat het EFRO en het Cohesiefonds betreft in 2014 haar toezichthoudende rol voluit blijven vervullen door betalingen te onderbreken/schorsen zodra tekortkomingen worden geconstateerd en erop toe te zien dat de lidstaten de geconstateerde tekortkomingen in hun beheers- en controlesystemen aanpakken. Bedoeling was grote openstaande materiële risico's te identificeren en te elimineren om een adequate bescherming van de EU-begrotingsmiddelen te waarborgen en tegen de afsluiting van programma's tot een aanvaardbaar restfoutenpercentage te komen. Het resultaat is een algehele verbetering van de situatie voor de periode 2007-2013 ten opzichte van 2000-2006 en een positieve meerjarige trend wat betreft het foutenpercentage in cohesie-uitgaven, dankzij een reeks maatregelen die de Commissie samen met de lidstaten heeft genomen, zoals hieronder beschreven.

Voor het ESF zijn de lidstaten met de hoogste cumulatieve financiële correcties Roemenië (355 miljoen EUR), Spanje (213 miljoen EUR) en Polen (152 miljoen EUR).


De volgende verbeteringen zijn doorgevoerd voor de periode 2007-2013 voor de EFRO/CF- en ESF-programma’s:

69.

A) Versterking van nationale controles


De capaciteit van de nationale beheers- en controlesystemen om fouten te voorkomen, te ontdekken en te corrigeren voordat de uitgaven bij de Commissie worden gedeclareerd, is versterkt. Daartoe hebben de diensten van de Commissie enerzijds op het gebied van beheer en audit aanzienlijke inspanningen geleverd om de eerstelijnsverificaties van de lidstaten te verbeteren. Anderzijds is in de regelgeving voor 2007-2013 de verplichting opgenomen voor de auditautoriteiten om in de regel statistische steekproeven te gebruiken voor het auditeren van verrichtingen. In combinatie met intensieve auditsupervisie en -begeleiding door de Commissie, wat leidde tot een aanzienlijke capaciteitsopbouw, is dit zeer bevorderlijk geweest voor de betrouwbaarheid van de foutenpercentages op jaarbasis die via de nationale jaarlijkse controleverslagen aan de Commissie worden meegedeeld en in het kader van het proces tot verkrijging van zekerheid voor de Commissie als indicator dienen voor de doeltreffendheid van de beheers- en controlesystemen. De Commissie kon haar auditwerkzaamheden hierdoor verleggen naar het verkrijgen van zekerheid over het werk van de auditautoriteiten en zich concentreren op de zwakste of op die welke op de meeste EU-middelen toezien. Daarnaast volgt de Commissie continu de stand met betrekking tot geïdentificeerde tekortkomingen en ziet zij erop toe dat de kwaliteit van het werk van de auditautoriteiten op peil blijft wanneer aan een programma de status 'single audit' is verleend. De nauwe samenwerking met de auditautoriteiten garandeert dat problemen reeds op nationaal niveau tijdig worden ontdekt en aangepakt. Zij draagt er ook toe bij dat het proces tot verkrijging van zekerheid op het niveau van de Commissie beter wordt.

70.

B) Audits ter plaatse door de Commissie


Voorts verricht de Commissie op basis van risicoanalyse haar eigen audits ter plaatse, inclusief op het niveau van de begunstigden, als zij van oordeel is dat sommige tekortkomingen (in het bijzonder met betrekking tot complexe kwesties als overheidsopdrachten of staatssteun voor het EFRO/CF) niet of niet tijdig ontdekt zouden kunnen worden. Dit omvat ook het toezicht op de uitvoering van corrigerende actieplannen wanneer onderbrekingen en financiële correcties van toepassing zijn. Deze audits dragen bij tot verbeteringen in de beheers- en controlesystemen voor programma's waartegen voorbehoud is gemaakt en garanderen dat eerder en in de toekomst bij de Commissie gedeclareerde uitgaven wettelijk en regelmatig zijn. Het is ook een extra, directere bron van zekerheid voor de Commissie.

71.

C) Betere opsporing van problemen


De verbeterde probleemopsporingscapaciteit is proactief gebruikt om de werking van de nationale beheerssystemen te verbeteren, terwijl tegelijkertijd ook de nodige financiële correcties werden toegepast. Het systematische en consequente gebruik door de Commissie sinds 2008 van onderbrekingen en/of schorsingen van betalingen aan programma's waarvan het beheer belangrijke tekortkomingen vertoont, en besluiten van de directeuren-generaal om waarschuwingsbrieven te zenden wanneer er geen betalingen in het vooruitzicht zijn, hebben voorkomen dat de EU uitgaven met een zeer hoog foutenrisico heeft vergoed en zeer krachtige prikkels aan de lidstaten gegeven om hun beheers- en controlesystemen op korte termijn te verbeteren. Tegelijkertijd heeft de samenwerking tussen de controle-autoriteiten van de EU en de lidstaten geleid tot meer eensgezindheid over de noodzaak en de uitvoering van financiële, waaronder forfaitaire, correcties om de EU-begroting afdoende te beschermen tegen onregelmatige uitgaven. Op hun beurt konden de lidstaten de aan correcties onderworpen EU-middelen hergebruiken voor andere projecten. Dergelijke correcties hebben evenwel nog steeds een grote financiële en politieke impact in de betrokken lidstaten omdat de onregelmatige uitgaven uit nationale middelen moeten worden gefinancierd als zij niet bij de begunstigden worden teruggevorderd.


72.

D) Capaciteitsopbouwactiviteiten


Om de restrisico's en de overblijvende tekortkomingen die worden geconstateerd in de lidstaten en de programma's op het niveau van de beheersinstanties in te perken, heeft de Commissie tevens initiatieven op touw gezet om voor de programma's van 2007-2013 extra capaciteit op te bouwen. Begin 2013 is een nieuw kenniscentrum voor administratieve capaciteitsopbouw opgericht dat ondersteuning geeft aan overheidsdiensten die middelen van het EFRO en het Cohesiefonds beheren. Op het gebied van overheidsopdrachten heeft het kenniscentrum een actieplan inzake overheidsopdrachten opgezet. Er wordt ook actie ondernomen om de toepassing van de staatssteunregels te verbeteren, en een uitwisselingsplatform voor diensten die de middelen beheren is in ontwikkeling teneinde bestaande werkmethoden die hun deugdelijkheid op het terrein hebben bewezen te laten renderen.

73.

E) Vereenvoudigde kostenopties


In 2014 is de Commissie het gebruik van vereenvoudigde kostenopties actief blijven bevorderen. Er vonden seminars plaats in Italië, Frankrijk, Ierland en Malta om het gebruik van vereenvoudigde kostenopties te bevorderen, teneinde het risico op fouten in de wettigheid en regelmatigheid van de transacties verder te beperken, met name in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode 2014-2020. Bovendien is in september 2014 een bijgewerkte richtsnoerennota inzake vereenvoudigde kostenopties voor de lidstaten voltooid en is in 2014 een Italiaanse casestudy betreffende de tenuitvoerlegging van vereenvoudigde kostenopties in de programmeringsperiode 2007-2013 gepubliceerd.

4.3.Terugvorderingen

In de onderstaande tabellen wordt de uitsplitsing van de bevestigde en uitgevoerde terugvorderingen gegeven voor de periode 2009-2014. Zie ook onderstaande tabel 5.2 betreffende de impact op de EU-begroting.

Tabel 4.3.1: bevestigde terugvorderingen 2009-2014

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
JarenTotaal
Terugvorderingen
200920102011201220132014
Landbouw:
ELGF1631781741622272131 117
Plattelandsontwikkeling25114161145139165750
Cohesie1022450228335315
Interne beleidsterreinen1001882702523932931 495
Externe beleidsterreinen8113710710793127652
Administratie95876540
Totaal4806467706959418384 368

Tabel 4.3.2: uitgevoerde terugvorderingen 2009-2014

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
JarenTotaal
Terugvorderingen
200920102011201220132014
Landbouw:
ELGF148172178161155150964
Plattelandsontwikkeling25114161166129167763
Cohesie1022548148132301
Interne beleidsterreinen1001622682293982741 432
Externe beleidsterreinen81136779993108594
Administratie95296536
Totaal4646147346788627364 089

5. NETTOCORRECTIES

Welk effect de verschillende correctiemechanismen op de EU-begroting hebben, hangt af van het type begrotingsuitvoering, het sectoraal beheer en de financiële regels van het beleidsterrein. Het resultaat is hoe dan ook in alle gevallen hetzelfde: de EU-begroting wordt behoed voor uitgaven die in strijd met de wetgeving zijn gedaan.

5.1.Financiële nettocorrecties 2014

Een financiële nettocorrectie is een correctie die gevolgen heeft voor de EU-begroting (d.w.z. de gecorrigeerde en teruggevorderde bedragen worden teruggestort aan de EU-begroting). Bijgevolg daalt de EU-financiering voor de betrokken lidstaat.

Zoals hierboven uiteengezet, werden de nettocorrecties voor de programmeringsperioden 2000-2006 en 2007-2013 voornamelijk toegepast in het kader van het landbouwbeleid.

Tabel 5.1.1: uitsplitsing van financiële nettocorrecties bevestigd in 2014
Miljoenen EUR
MFK-rubriekFinanciële nettocorrecties bevestigd in 2014Financiële correcties met vervanging van uitgaven bevestigd in 2014Totale financiële correcties bevestigd in 2014
Slimme en inclusieve groei3151 6491 964
EFRO1851 1451 330
Cohesiefonds31261292
ESF99243342
Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen1 903171 921
ELGF1 649-1 649
Plattelandsontwikkeling220-220
FIOV/EVF211739
EOGFL-Oriëntatie13-13
Veiligheid en burgerschap5-5
Migratie en binnenlandse zaken5-5
TOTAAL2 2241 6663 890

Een totaal van 113 miljoen EUR moet nog worden ingedeeld en wordt in deze tabel behandeld als niet-nettocorrecties.

Zoals hierboven wordt aangegeven, zijn de correcties voor het landbouwbeleid (ELGF, Elfpo, EOGFL) altijd netto, terwijl de financiële nettocorrecties voor het cohesiebeleid die, vanwege het rechtskader, leiden tot de terugstorting van eerder betaalde bedragen aan de EU-begroting over het algemeen een uitzondering zijn — zie punt 3.1 voor meer uitleg bij de bedragen.

Overeenkomstig het rechtskader voor het cohesiebeleid dat tot de programmeringsperiode 2007-2013 gold, worden middelen enkel effectief aan de EU-begroting teruggestort:

- als de lidstaten onvoldoende alternatieve subsidiabele uitgaven kunnen voorstellen;

- na de afsluiting van programma's, als vervanging van uitgaven niet meer mogelijk is;

- als er geen overeenstemming met de Commissie kan worden bereikt (zie punt 2.4.1).


Voor de periode 2014-2020 werd echter een belangrijke wijziging ingevoerd: de Commissie is ertoe gehouden een financiële nettocorrectie toe te passen wanneer bij audits door de EU ernstige tekortkomingen aan het licht komen die niet eerder waren ontdekt, gemeld noch gecorrigeerd op nationaal niveau. In die gevallen komt de huidige mogelijkheid voor de lidstaat om een correctie te aanvaarden en de EU-middelen te hergebruiken te vervallen (zie punt 2.4.2).

Tabel 5.1.2: uitsplitsing van financiële nettocorrecties uitgevoerd in 2014
Miljoenen EUR
MFK-rubriekFinanciële nettocorrecties uitgevoerd in 2014Financiële correcties met vervanging van uitgaven uitgevoerd in 2014Totale financiële correcties uitgevoerd in 2014
Slimme en inclusieve groei3581 2501 608
EFRO2048791 083
Cohesiefonds55181236
ESF99190289
Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen91818936
ELGF796-796
Plattelandsontwikkeling86-86
FIOV/EVF231841
EOGFL-Oriëntatie13-13
Veiligheid en burgerschap5-5
Migratie en binnenlandse zaken5-5
TOTAAL1 2811 2682 549


De toegenomen toepassing van uitvoering middels termijnen of uitstel verklaart waarom de uitgevoerde bedragen voor het landbouwbeleid in de laatste drie jaar (2012 tot 2014) lager waren dan de besloten bedragen. Dit verschil zou moeten verdwijnen wanneer de kruissnelheid wordt bereikt.

5.2.Impact op de EU-begroting

Tabel 5.2: impact op de EU-begroting

[zie origineel document voor tabel]

Totale impact op de
EU-begroting
Uitgevoerde financiële nettocorrecties*1 281
Uitgevoerde terugvorderingen**736
TOTAAL2 017

* De belangrijkste betrokken uitgavenhoofdstukken zijn 0502, 0503, 0504, 1303, 1304, 0402, 1106 en 1803.

** De belangrijkste betrokken uitgavenhoofdstukken zijn 0502, 0503, 1303, 1304, 0402 en 1106. Zie 4.3 voor meer informatie over terugvorderingen.


Zoals hierboven uiteengezet, worden inkomsten voortvloeiende uit financiële nettocorrecties (zie punt 5.1.) en terugvorderingen (zie punten 2.2.2. en 4.3.) behandeld als bestemmingsontvangsten 14 ; daarbij zij opgemerkt dat de Commissie ook terugvorderingen 'aan de bron' uitvoert door niet-subsidiabele uitgaven (die zijn geconstateerd in eerdere of huidige kostendeclaraties) af te trekken van verrichte betalingen. Op twee uitzonderingen na, bevat het Financieel Reglement 15 geen specifieke bepalingen over de manier waarop bestemmingsontvangsten uit een financiële nettocorrectie of terugvordering kunnen worden gebruikt. Artikel 7 van de uitvoeringsvoorschriften bepaalt evenwel dat in de begrotingstoelichting de begrotingsonderdelen worden vermeld waarop de kredieten kunnen worden opgenomen die met de bestemmingsontvangsten overeenkomen. Het komt er dus op neer dat de bestemmingsontvangsten teruggaan naar het begrotingsonderdeel of het fonds waaruit de uitgaven oorspronkelijk zijn betaald en opnieuw kunnen worden besteed, maar niet specifiek aan een welbepaalde lidstaat worden toegewezen.


5.3.Impact op de nationale begrotingen


Bij gedeeld beheer hebben alle financiële correcties en terugvorderingen een impact op de nationale begroting, ongeacht de wijze van uitvoering. Daarbij zij aangestipt dat de financiële correcties, ook als er geen geld aan de EU-begroting wordt teruggestort, altijd een negatieve impact hebben op het niveau van de lidstaat. Dit komt doordat, om de EU-financiering niet te verliezen, de lidstaat in de plaats van uitgesloten uitgaven andere subsidiabele maatregelen moet voorstellen. Dit betekent dat de lidstaat (de nationale begroting) zelf de financiële gevolgen ondervindt (in de vorm van substitutiekosten) van het verlies van EU-cofinanciering van uitgaven die volgens de EU-programmaregels niet subsidiabel zijn, tenzij hij het geld terugvordert van de individuele begunstigden. Dit is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld wanneer op programmaniveau (wegens tekortkomingen bij de nationale beheerder ervan) forfaitaire correcties worden toegepast die niet direct verband houden met individuele onregelmatigheden op projectniveau.


6. PREVENTIEMAATREGELEN

6.1.Landbouw

74.

6.1.1. Onderbrekingen, schorsingen en verlagingen


Krachtens de oude rechtsgrondslag 16 was er in 2014 sprake van 17 onderbrekingen van betalingen. Bovendien is er aan het begin van 2015 ten aanzien van Griekenland een besluit tot verlaging op grond van artikel 41, lid 1, aangenomen voor twee kwartalen. Deze onderbrekingen en verlagingen hadden betrekking op enkele beleggingsmaatregelen die niet werden beheerd onder het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) in 6 van de 92 programma’s voor plattelandsontwikkeling.

Wat het ELGF betreft, heeft de Commissie een besluit aangenomen om vanaf aanvraagjaar 2014 de directe betalingen in Griekenland te verlagen. Dit besluit is gebaseerd op artikel 41, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en beschermt de financiële belangen van de EU tegen resterende, beperkte en nauwkeurig gekwantificeerde problemen met de opname van niet-subsidiabele terreinen voor blijvend grasland in het landbouwpercelenidentificatiesysteem (LPIS).

75.

6.1.2. Overige preventiemaatregelen


Er is voorgeschreven dat de lidstaten over de volgende administratieve structuur moeten beschikken (zie punt 7.1):

• Het beheer van en de controle op de uitgaven worden toevertrouwd aan specifieke, door de lidstaten erkende betaalorganen die aan een reeks in de EU-wetgeving vastgelegde erkenningscriteria moeten voldoen. Of de betaalorganen aan de criteria voldoen, is het voorwerp van een grondig onderzoek door een externe auditor en van constant toezicht door de bevoegde nationale autoriteit; er zijn duidelijke procedures om eventuele problemen aan te pakken.

• Daarenboven moet het hoofd van elk betaalorgaan jaarlijks een betrouwbaarheidsverklaring indienen die betrekking heeft op de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen van het betaalorgaan en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties. Deze betrouwbaarheidsverklaringen worden geverifieerd door onafhankelijke certificerende instanties, die daarover een advies moeten uitbrengen. Voor de lidstaten met maar één betaalorgaan vormt deze betrouwbaarheidsverklaring van de directeur van het orgaan, samen met het certificaat en het advies van de certificerende instantie, de 'jaarlijkse samenvatting'.

6.2.Cohesie

76.

6.2.1. Onderbrekingen en schorsingen


Tabel 6.2.1: onderbrekingen

Miljoenen EUR
FondsCohesiebeleid: programmeringsperiode 2007-2013
Totaal openstaande zaken op 31.12.2013Nieuwe zaken in 2014In 2014 gesloten zakenTotaal openstaande zaken op 31.12.2014
Aantal zakenBedragAantal zakenBedragAantal zakenBedragAantal zakenBedrag
EFRO en Cohesiefonds1011 6081346 2271373 998983 837
ESF20272311 3231962532970
EVF10971310315186814
Totaal1311 9771787 6531714 8091384 821

In de tabellen hierboven wordt voor het EFRO, het Cohesiefonds, het ESF en het EVF een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de onderbrekingszaken, zowel qua aantal als qua bedrag. Het beginsaldo is inclusief alle zaken die eind 2013 nog openstonden, ongeacht het jaar waarin de onderbreking aan de lidstaat ter kennis is gegeven. De nieuwe zaken hebben alleen betrekking op de onderbrekingen die in het jaar 2014 zijn meegedeeld. De afgesloten zaken zijn de zaken waarin de betaling van de kostendeclaraties in 2014 werd hernomen, ongeacht het jaar waarin de onderbreking begon. De zaken die eind 2014 nog openstaan, zijn de onderbrekingen die op 31 december 2014 nog gelden, d.w.z. de betaling van de kostendeclaraties is nog onderbroken totdat de betrokken lidstaat corrigerende maatregelen neemt.

In 2014 was er nog steeds sprake van een hoog niveau van waarschuwingsbrieven, onderbrekingen en pre-schorsingen voor EFRO/CF-programma’s. In de loop van het jaar werden 16 nieuwe waarschuwingsbrieven uitgestuurd en 36 nieuwe besluiten tot onderbreking aangenomen en aan de lidstaten meegedeeld. De Commissie heeft 28 pre-schorsingsprocedures ingeleid. 121 programma’s waren het voorwerp van een waarschuwing of een onderbreking. Ongeveer twee derde van deze onderbrekingen en pre-schorsingen zijn gebaseerd op auditresultaten die in de loop of aan het einde van het jaar bij de Commissie zijn gemeld door auditautoriteiten.

Voor het ESF stonden aan het einde van 2013 nog 20 onderbrekingen open. In 2014 werden 31 besluiten tot onderbreking aangenomen en 19 onderbrekingen opgeheven. Dit betekent dat er aan het einde van 2014 nog 32 betalingen onderbroken bleven (Tsjechië (1), Spanje (18), Frankrijk i Italië (8) en het Verenigd Koninkrijk (2)), waarvan er 13 reeds aan het einde van 2013 waren onderbroken.

Voor het EFF hadden de meeste onderbrekingen betrekking op problemen die voortkomen uit de analyse van de jaarlijkse controleverslagen die de lidstaten aan het begin van elk jaar verstrekken (verslagen niet overgelegd, niet betrouwbaar of met hoge foutenpercentages). De aanzienlijke daling in de onderbroken bedragen tussen de twee jaren is het resultaat van de opheffing van de onderbreking voor Spanje.


77.

Schorsingen


Wat het EFRO en het Cohesiefonds betreft, waren er aan het einde van 2013 nog vijf 17 besluiten tot schorsing van kracht. In 2014 werden besluiten tot opheffing van de schorsingen aangenomen voor de bemiddelende instanties AENA in Spanje en Sociale Zaken in Estland. De andere drie besluiten tot schorsing voor Spanje en Italië bleven van kracht aan het einde van 2014. In 2014 zijn vier nieuwe besluiten tot schorsing aangenomen: drie met betrekking tot Spanje, en één met betrekking tot een IPA-programma voor grensoverschrijdende samenwerking (Adriatische Zee – prioriteit inzake technische bijstand). Voor het einde van het jaar waren nog steeds twee besluiten tot schorsing met betrekking tot Spanje van kracht en werd één besluit opgeheven.

Wat het ESF betreft was op 31 december 2014 nog één besluit tot schorsing van kracht dat in 2011 ten aanzien van Frankrijk was aangenomen. Op 31 december 2014 waren nog zeven in 2013 aangenomen besluiten tot opschorting van kracht: België, Tsjechië, Spanje i, Italië en Slowakije. In 2014 werden elf besluiten tot schorsing aangenomen (Tsjechië, Spanje i en Italië); op 31 december 2014 waren deze alle nog van kracht.

De tussentijdse betalingen voor het operationele EVF-programma voor Estland werden in mei 2014 geschorst. Naar aanleiding van het besluit tot schorsing vonden enkele uitwisselingen tussen Estland en de diensten van de Commissie plaats om de door Estland getroffen maatregelen te analyseren en aan te pakken, waardoor de schorsing in april 2015 werd opgeheven.

78.

6.2.2. Fraudepreventiemaatregelen


Fraudegevallen trekken aandacht en schaden de reputatie van de EU. Een belangrijk initiatief dat op dit vlak door de Commissie in december 2013 is genomen, was in de eerste plaats een conferentie over fraudebestrijdingsmaatregelen voor alle lidstaten. Ten tweede werd deze gevolgd door een reeks conferenties in 2014-2015 in Griekenland, Slowakije, Tsjechië, Bulgarije, Kroatië, Roemenië, Italië, Slovenië en Spanje, Polen en Letland (voor de drie Baltische staten). Daarenboven heeft de Commissie specifieke richtsnoeren opgesteld ter ondersteuning van de lidstaten bij het inschatten van frauderisico's en op maat gesneden IT-tools ontwikkeld die moeten helpen hun inspanningen te concentreren op projecten die een hoog risico inhouden. Deze acties zijn in overeenstemming met de toegenomen verantwoordelijkheden die op de lidstaten rusten uit hoofde van de nieuwe cohesieverordening (artikel 125, lid 4, onder c)), waarin is vastgesteld dat de lidstaten "doeltreffende en evenredige fraudepreventiemaatregelen [moeten] nemen op basis van de vastgestelde risico' s".


De bovenstaande voorlichtingscampagnes hebben positieve resultaten opgeleverd: zo heeft de regio Andalusië (Spanje) besloten om reeds voor de programmeringsperiode 2007-2013 gebruik te maken van Arachne, het scoringsinstrument voor frauderisico. De Commissie verschaft de nodige ondersteuning om het systeem op te zetten en helpt de regionale autoriteiten om de desbetreffende nodige gegevensbestanden te creëren. Voorts hebben de Andalusische autoriteiten zich er ook toe verbonden (schriftelijke mededeling van december 2014) om een speciaal fraudebestrijdingsagentschap op te richten dat de detectie- en preventieactiviteiten uitvoert.


Arachne is aan 22 lidstaten voorgesteld. Tot dusver hebben zestien lidstaten programmagegevens verzonden en er wordt verder werk gemaakt van de uitrol van het systeem. Acht lidstaten maken reeds gebruik van het Arachne-instrument en de Commissie blijft het gebruik ervan van nabij volgen. Acht andere lidstaten hebben sinds het eerste kwartaal van 2015 toegang tot het instrument. Verdere presentaties aan de resterende zes lidstaten zullen in 2015 plaatsvinden. Arachne is erop gericht een uitgebreide databank van financiële en operationele gegevens over projecten en begunstigden op te richten teneinde op grond van objectieve criteria een risicobeoordeling uit te voeren waarmee de meest risicovolle projecten en de meest risicovolle operationele programma’s kunnen worden vastgesteld.


7. OP INITIATIEF VAN DE LIDSTATEN IN HET COHESIEBELEID GENOMEN CORRIGERENDE MAATREGELEN

Bij gedeeld beheer zijn de lidstaten in eerste instantie verplicht om onregelmatigheden te voorkomen en op te sporen, en bijgevolg leveren zij grote inspanningen en zetten zij middelen in om financiële correcties uit te voeren en onterecht betaalde sommen bij de begunstigden terug te vorderen. Zij verrichten bovendien beheersverificaties, -controles en -audits, naast die van de Commissie zoals hierboven beschreven. De onderstaande cijfers zijn een aanvulling op de correcties die hierboven door de Commissie zijn gerapporteerd.

7.1.Landbouw

De lidstaten zijn verplicht systemen in te stellen voor controles vooraf, alsook te voorzien in ontradende sancties:

• Ten aanzien van elke steunregeling die uit het ELGF en het Elfpo wordt gefinancierd, dienen vooraf administratieve controles en inspecties ter plaatse te worden verricht en ontradende sancties te worden opgelegd wanneer begunstigden zich niet aan de regels houden. Deze controlesystemen moeten worden toegepast door de betaalorganen en dienen gemeenschappelijke kenmerken en bijzondere regels te omvatten die op de specifieke kenmerken van elke steunregeling zijn afgestemd. De opzet moet zijn volledige voorafgaande administratieve controles te verrichten voor 100 % van de steunaanvragen, alsmede kruiscontroles met andere databanken waar nodig en inspecties ter plaatse betreffende voorafbetalingen voor een steekproef van transacties, gaande van 1 % tot 100 % van de populatie, afhankelijk van het risico dat met de regeling in kwestie gepaard gaat. Als bij deze inspecties ter plaatse een groot aantal onregelmatigheden wordt geconstateerd, moeten aanvullende controles worden verricht.

• Het belangrijkste systeem in dit opzicht is het GBCS, dat in het begrotingsjaar 2014 94 % van de ELGF-uitgaven bestreek (92 % in 2013). Voor zover mogelijk, wordt het GBCS ook gebruikt voor het beheren en controleren van maatregelen voor plattelandsontwikkeling in verband met percelen of dieren, die in 2014 goed waren voor 40 % van de Elfpo-betalingen. Voor de twee fondsen samen bestreek het GBCS in 2014 83 % van de totale uitgaven.

• De wetgeving voorziet in een gedetailleerde verslaglegging van de lidstaten aan de Commissie over de uitgevoerde controles en de opgelegde sancties. Het verslagleggingssysteem maakt voor de belangrijkste steunregelingen een becijfering mogelijk van de foutenpercentages die de lidstaten op het niveau van de eindbegunstigden hebben vastgesteld. De juistheid van de meegedeelde statistische informatie en de kwaliteit van de onderliggende inspecties ter plaatse worden eveneens geverifieerd en gevalideerd door de certificerende instanties voor wat betreft rechtstreekse steun en maatregelen voor plattelandsontwikkeling.

Uit deze laatste verslagen van de lidstaten moet het preventieve effect blijken dat uitgaat van de verrichte administratieve controles vooraf en inspecties ter plaatse.


Tabel 7.1: eigen correcties van de lidstaten, toegepast voordat betalingen aan begunstigden worden uitgevoerd in 2014 (naast verslaglegging door de Commissie)

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
LidstaatELGF marktmaatregelenELGF rechtstreekse betalingenElfpoTotaal 2014
België1113
Bulgarije014924
Tsjechië0012
Denemarken0112
Duitsland16714
Estland0012
Ierland1528
Griekenland010514
Spanje12242056
Frankrijk43411
Kroatië01-1
Italië317930
Cyprus0101
Letland0113
Litouwen0123
Luxemburg0000
Hongarije114520
Malta0000
Nederland3125
Oostenrijk0156
Polen9111434
Portugal1146
Roemenië291829
Slovenië0012
Slowakije0214
Finland0022
Zweden0113
Verenigd Koninkrijk0347
Totaal39128122289


7.2.Cohesie

Volgens de regelgeving voor de programmeringsperiode 2007-2013 brengen de lidstaten jaarlijks verslag uit aan de Commissie over de correcties die naar aanleiding van alle controles zijn toegepast. De Commissie voert op risico gebaseerde audits uit om de betrouwbaarheid van deze cijfers te controleren als onderdeel van het proces tot verkrijging van zekerheid.


Er wordt onderstreept dat de Commissie voor een voorzichtige benadering heeft geopteerd, vanwege lacunes in de nationale cijfers, zodat de bedragen niet overschat zijn; in werkelijkheid kunnen sommige dus hoger zijn. Dit heeft echter geen invloed op de betrouwbaarheid van de eigen cijfers van de Commissie. De bedragen in kwestie zijn zeer aanzienlijk en geven, opgeteld bij de uitkomsten van de Commissiewerkzaamheden, een zeer duidelijke indicatie van het succes van de controles die door beide partijen zijn ingesteld.


Tabel 7.2: gecumuleerde correcties per eind 2014, gerapporteerd door de lidstaten voor de cohesiebeleidsperiode 2007-2013

[zie origineel document voor tabel]

Miljoenen EUR
LidstaatEFRO/CFESFEVFTotaal
België420-24
Bulgarije143017
Tsjechië36491374
Denemarken1001
Duitsland266781345
Estland2103
Ierland018019
Griekenland301253329
Spanje46622138725
Frankrijk140711212
Kroatië00-0
Italië280463329
Cyprus1102
Letland463150
Litouwen180018
Luxemburg01-1
Hongarije255-0255
Malta2002
Nederland73-10
Oostenrijk142016
Polen444-1444
Portugal169462216
Roemenië136--136
Slovenië456-51
Slowakije347041
Finland2113
Zweden8109
Verenigd Koninkrijk9583105
Grensoverschrijdend31--31
TOTAAL UITGEVOERD3 142570563 769


8. TERUGVORDERING VAN VOORFINANCIERINGEN

Om het beeld van alle instrumenten die de Commissie gebruikt om de EU-begroting te beschermen, volledig te maken, dienen ook de terugvorderingen betreffende voorfinancieringen te worden vermeld, d.w.z. de terugvordering van ongebruikte (niet-uitgegeven) voorfinancieringsbedragen.

Wanneer een begunstigde de voorschotten van de EU voor subsidiabele uitgaven niet heeft gebruikt (uitgegeven), zendt de Commissie een terugvorderingsopdracht uit om het geld aan de EU-begroting terug te storten. Deze procedure is een belangrijke stap in het controlesysteem van de EU om te waarborgen dat begunstigden geen geld onder zich houden waar geen naar behoren gemotiveerde uitgaven tegenover staan, en zodoende bij te dragen tot de bescherming van de EU-begroting. Deze bedragen komen voort uit de afgifte van een terugvorderingsopdracht door de Commissie en worden als zodanig in de boekhouding opgenomen. Deze terugvordering van ongebruikte voorfinancieringsbedragen mag niet worden verward met de terugvordering van onregelmatige uitgaven. Wanneer de diensten van de Commissie dergelijke uitgaven aantreffen en terugvorderen in verband met betaalde voorfinancieringen, worden die uitgaven opgenomen in de gewone, hierboven toegelichte processen voor financiële correctie of terugvordering.

Tabel 8: terugvordering van voorfinancieringen
Miljoenen EUR
2014
Cohesiebeleid:
ESF9
FIOV/EVF10
EOGFL-Oriëntatie6
Interne beleidsterreinen278
Externe beleidsterreinen95
Administratie2
Totaal teruggevorderde voorfinanciering400


(1) PB C 326 van 26.10.2012, blz. 47.
(2) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
(4) De procedure aan de hand waarvan de Commissie de rekeningen van de lidstaten aanvaardt en dus ook de uitgaven van de betaalorganen ten behoeve van landbouwers en begunstigden. Ten eerste worden de rekeningen van betaalorganen op nauwkeurigheid gecontroleerd door de certificeringsorganen in de lidstaten waarna zij worden onderworpen aan een jaarlijks besluit tot financiële goedkeuring van de Commissie. Ten tweede voert de Commissie op haar beurt de conformiteitsgoedkeuringsprocedure uit op basis van audits waarmee zij betalingen die niet aan de regels voldoen, kan identificeren en uitsluiten (in daaropvolgende jaren).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 375/2012 van de Commissie van 2 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 885/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het Elfpo (PB L 118 van 3.5.2012, blz. 4-5).
(6) Deze termijn kan in uitzonderlijke omstandigheden en op verzoek van de lidstaat worden verlengd tot 1 maart (artikel 59, lid 5).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5-44).
(8) De bedragen voor het EFRO en het Cohesiefonds omvatten, voor het eerst in 2014, financiële correcties 'aan de bron'.
(9) Besluit 2014/191/EU van 4 april 2014, PB L 104 (ad-hocbesluit nr. 44), Besluit 2014/458/EU van 9 april 2014, PB L 204 (ad-hocbesluit nr. 45), Besluit 2014/950/EU van 24 december 2014, PB L 369 (ad-hocbesluit nr. 46).
(10) Besluit 2015/103/EU van 16 januari 2015, PB L 16 (ad-hocbesluit nr. 47).
(11) Boven op dit bedrag is voor het eerst in 2014 een financiële correctie 'aan de bron' ten bedrage van 782 miljoen EUR gerapporteerd voor het EFRO/CF — zie punt 3.3.3.
(12) Aangezien de lidstaten niet wettelijk verplicht zijn om deze bedragen te rapporteren en er sinds het begin van de programmeringsperiode geen gestructureerde rapportering bestaat, presenteert dit deel een voorzichtig en niet-uitputtend bedrag van bijkomende financiële correcties voor gevallen waarin de Commissie een duidelijk auditspoor kon reconstrueren op het niveau van de certificerende instantie.
(13) Voor een meer uitgebreide toelichting bij het correctiemechanisme dat door de Commissie is ingesteld voor de afsluiting van de periode 2000-2006, zie het 'Report on financial corrections carried out for ERDF and ESF on 2000-2006 programmes' (Ares(2013)689652 — 12 april 2013).
(14) Artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.
(15) Voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) worden de kredieten 'naar gelang van de oorsprong' toegewezen (artikel 174, lid 1) en voor financieringsinstrumenten aan 'hetzelfde financieringsinstrument' (artikel 140, lid 6).
(16) Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het Elfpo (PB L 171 van 23.6.2006, blz. 1-34).Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320-469).Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320-469).
(17) Het besluit tot opheffing van de schorsing met betrekking tot Estland werd aangenomen in 2013, maar officieel bekendgemaakt in 2014.