Toelichting bij COM(2014)688 - Aangenomen aanbevelingen van de interinstitutionele werkgroep over het instellen en het gebruik van nationale verklaringen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0688

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EN DE REKENKAMER OVER DE GOEDKEURING VAN DE AANBEVELINGEN VAN DE INTERINSTITUTIONELE WERKGROEP VOOR DE VASTSTELLING EN HET GEBRUIK VAN NATIONALE VERKLARINGEN /* COM/2014/0688 final */


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer over de goedkeuring van de aanbevelingen van de Interinstitutionele Werkgroep voor de vaststelling en het gebruik van nationale verklaringen

De Commissie heeft constant en consequent nieuwe maatregelen genomen om, samen met de lidstaten, het beheer van de fondsen van de Europese Unie (EU) te verbeteren en doeltreffender te maken. Toch is de huidige situatie nog niet geheel bevredigend. De foutenmarge bij gedeeld beheer blijft immers groot en verdere verbetering is geboden.

Nationale verklaringen bleken een belangrijk thema te zijn voor zowel het Europees Parlement (EP) als de Raad, en bleken zeer gevoelig te liggen in de meeste lidstaten. In de bepalingen van het Financieel Reglement (FR)[1] staat dat de nationale instanties die de EU-fondsen beheren, de Commissie (vanaf 2014) jaarlijks een beheersverklaring moeten voorleggen, maar dat de lidstaten daarnaast ook 'op het daarvoor geëigende niveau ondertekende verklaringen' mogen afgeven.

De Commissie is van mening dat nationale verklaringen kunnen bijdragen tot de door haar te verkrijgen algehele zekerheid, mits aan diverse voorwaarden wordt voldaan om hun betrouwbaarheid en toegevoegde waarde te garanderen. Een nationale verklaring moet dus meer zijn dan een samenvatting van de bevindingen van Europese of nationale auditinstanties. Een nationale verklaring moet toegevoegde waarde hebben door meer zekerheid te bieden omtrent het beheer van EU-fondsen en door aan te tonen dat de politiek veel belang hecht aan gezond financieel beheer. De verklaring moet worden afgegeven op een gepast moment in de controle- en rapportagecyclus van de EU en moet transparant genoeg zijn om aandacht voor de nationale controle op de EU-middelen op te leveren.

De invoering van nationale verklaringen, als onderdeel van een uitgebreid verantwoordingssysteem, past bovendien in het algemene streven naar een beter financieel beheer in de EU (cf. de kwijtingsresoluties van 2012).

In het kader hiervan kwam de Commissie op het idee om samen met het EP en de Raad een werkgroep op te zetten (die aanbevelingen moet formuleren ten aanzien van de structuur en een model moet opstellen). Tevens bracht de Commissie een verklaring uit waarin stond dat zij bereid was om het verzoek van het EP om een template op te stellen voor verklaringen inzake nationaal beheer, die lidstaten op het passende politieke niveau moeten uitgeven in overweging te nemen.

Tijdens haar slotvergadering heeft de Interinstitutionele Werkgroep aanbevelingen ten aanzien van de nationale verklaringen opgesteld. De Commissie herinnert eraan dat de lidstaten op dit moment niet wettelijk verplicht zijn om nationale verklaringen af te geven. Toch heeft de werkgroep een reeks concrete criteria opgesteld die, weliswaar op basis van vrijwilligheid, in de praktijk kunnen worden gebruikt en die flexibel genoeg zijn om aan specifieke nationale vereisten op het gebied van nationale verklaringen te kunnen voldoen.

De Commissie onderschrijft de aanbevelingen van de Interinstitutionele Werkgroep en is er groot voorstander van dat nationale verklaringen door de nationale regeringen worden gebruikt als instrument om publieke verantwoording af te leggen voor het nationale parlement; een nationale verklaring is belangrijker en opvallender dan de beheersverklaringen en kan ook meer aandacht opleveren voor de nationale controle op de EU-middelen. De Commissie is bereid om zich naar aanleiding van de aanbevelingen van de Interinstitutionele Werkgroep te verdiepen in de vraag hoe deze nationale (politieke) verklaringen verder kunnen worden gepromoot.

[1] Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L298 van 26.10.2012, blz.1).

1.

Aanbevelingen voor de vaststelling en het gebruik van vrijwillige nationale verklaringen in het kader van artikel 59, lid 5, van het Financieel Reglement


Inleiding en reikwijdte

Met artikel 59, lid 5, van het Financieel Reglement, dat betrekking heeft op het gedeeld beheer met de lidstaten, hebben lidstaten de mogelijkheid gekregen om een vrijwillige nationale verklaring af te geven in aanvulling op de verplichte beheersverklaring die wordt afgegeven door de door de lidstaten aangewezen organen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van en de controle op de middelen van de Unie.

Naar aanleiding van het verzoek van het Europees Parlement in zijn resolutie inzake de kwijting voor het begrotingsjaar 2011 heeft de Europese Commissie een werkgroep met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie opgericht om praktische aanbevelingen op te stellen ter ondersteuning van lidstaten die de mogelijkheid overwegen om een nationale verklaring af te geven. De aanbevelingen, die in het onderhavige document zijn opgenomen, zouden dan ook gericht moeten zijn tot lidstaten die overeenkomstig artikel 59, lid 5, laatste alinea, van het Financieel Reglement een nationale verklaring afgeven of willen afgeven.

De werkgroep is twee keer op institutioneel niveau en vier keer op technisch niveau bijeengekomen. De documenten die betrekking hebben op haar activiteiten zijn te vinden op: ec.europa.eu/budget/biblio/documents/iwgnd In de onderhavige nota worden de huidige resultaten van de presentaties en discussies in de werkgroep samengevat.

Gelijktijdig met de activiteiten van de werkgroep wordt ook gewerkt aan het opstellen van de bepalingen en modellen voor de beheersverklaringen. Naar verwachting zullen de desbetreffende voorstellen voor uitvoeringsverordeningen in de tweede helft van 2014 worden afgerond. Aangezien de beheersverklaringen en de nationale verklaringen nauw met elkaar verbonden zijn, moeten de aanbevelingen in dit document mogelijk nog aangepast worden in het licht van de definitieve bepalingen van deze rechtshandelingen, wanneer deze eenmaal zijn goedgekeurd, en zo nodig in het licht van nationale overwegingen. In het eerste deel van het onderhavige document worden de aanbevelingen van de werkgroep met betrekking tot de structuur en de inhoud van de nationale verklaring en met betrekking tot andere belangrijke aspecten, zoals de keuze van adressaten, timing, publicatie en follow-up, uiteengezet.

In het tweede deel worden algemene criteria uiteengezet die idealiter bij het opstellen van een nationale verklaring in aanmerking genomen zouden moeten worden om het nut ervan te vergroten voor de nationale en/of Europese organen tot wie de verklaring gericht zal zijn.

In het derde en laatste deel wordt een voorbeeld van een nationale verklaring gegeven om te laten zien wat erin zou kunnen staan.

De term 'nationale autoriteiten' omvat in voorkomend geval ook het federale, subfederale of regionale niveau (of een volgens de grondwettelijke bepalingen gelijkwaardig niveau).

Deel I. Aanbevelingen:

2.

Structuur en inhoud van de nationale verklaring


Bij artikel 59 van het Financieel Reglement (FR) is een nieuw verplicht en omvattend verslagleggingsinstrument ingevoerd voor de nationale organen die zijn belast met het beheer van en de controle op de programma's die in gedeeld beheer worden uitgevoerd: de jaarlijkse beheersverklaring. In het FR worden de algemene beginselen voor deze beheersverklaringen beschreven, terwijl de specifieke regels betreffende de werkzaamheden en controles die aan deze verklaringen ten grondslag liggen, worden vastgelegd in uitvoeringshandelingen (die naar verwachting nog in 2014 goedgekeurd zullen worden).

Om dubbel werk en parallelle verslagleggingsprocedures te voorkomen, beveelt de werkgroep aan de nationale verklaring uit twee hoofdcomponenten te laten bestaan: 1) de beheersverklaringen en de bijbehorende bijlagen, en 2) de op het daarvoor geëigende niveau in de lidstaten ondertekende nationale verklaring zelf. Deze aanpak is in overeenstemming met de formulering van artikel 59, lid 5, onder b), laatste alinea, waarin staat dat de lidstaten op basis van de informatie in de jaarlijkse beheersverklaring en de bijlagen daarbij 'nationale verklaringen' kunnen afgeven. De nationale verklaring kan deze informatie rechtstreeks weergeven of er indirect op gebaseerd zijn. In verband met eventuele aanvullende nationale informatievereisten hoeven lidstaten zich bovendien niet te beperken tot de inhoud van de aanbevelingen, maar mogen zij ook aanvullende informatie in de verklaring opnemen die in nationaal verband noodzakelijk wordt geacht.

3.

Wie zou de nationale verklaring moeten ondertekenen?


De werkgroep adviseert dat de ondertekenaar 'op het geëigende, bij voorkeur politieke, niveau' idealiter bevoegd is voor het toezicht op de entiteiten die de beheersverklaringen afgeven, hetzij direct, hetzij – indien de nationale verklaring namens de gehele regering wordt ondertekend – indirect. De ondertekenaar zou niet alleen de verschafte zekerheid en de door de beheersorganen ingediende verslagen moeten bevestigen, maar ook – indien er tekortkomingen worden gemeld die corrigerende maatregelen vergen – bij voorkeur moeten beschikken over de bevoegdheid om procedures in te leiden of besluiten te nemen teneinde de uitvoering van die acties te vergemakkelijken/mogelijk te maken, alsook over het wettelijke mandaat om relevante acties ten uitvoer te doen leggen.

Naargelang van de in de lidstaten bestaande specifieke grondwettelijke voorschriften, verantwoordelijkheden en structuren voor het afleggen van verantwoording kan ook voor een andere benadering worden gekozen.

4.

Tot wie zou de nationale verklaring gericht moeten zijn?


Gekozen politici op nationaal niveau die de uitvoerende macht uitoefenen leggen geen verantwoording af aan de Commissie, maar aan de relevante nationale of regionale/subfederale wetgevende organen, afhankelijk van het politieke bestel van iedere lidstaat. De werkgroep beveelt dan ook aan dat de verklaringen worden gericht tot en besproken en/of opgevolgd op het relevante wetgevende niveau. Dit zou bijvoorbeeld bereikt kunnen worden door op nationaal niveau wet- of regelgeving goed te keuren waarbij de nationale verklaring wordt ingevoerd, of door het hoogste auditorgaan een verslag of advies te laten uitbrengen waarmee het debat binnen het relevante overlegforum aangezwengeld zou worden. De nationale verklaring dient ook aan de Commissie gezonden te worden.

5.

Tijdstip van afgifte van de nationale verklaring


Wat de timing betreft zou de nationale verklaring idealiter zo snel mogelijk na de beheersverklaring en de bijgevoegde verslagen, zoals vereist in artikel 59 van het FR, afgegeven moeten worden om een maximale bijdrage aan de versterking van de keten inzake het verkrijgen van zekerheid en het afleggen van verantwoording te leveren. Dit is in de praktijk echter niet altijd haalbaar, aangezien de timing van een nationale verklaring afhankelijk kan zijn van andere externe factoren (zoals de follow-up van eerdere maatregelen, externe beoordelingen, onderzoek door het parlement of in de nationale wet- of regelgeving vastgestelde termijnen). In dat geval is het wenselijk dat de verklaring wordt afgegeven voordat het door de Commissie voorgelegde syntheseverslag (conform artikel 66, lid 9, van het FR) in juni van het jaar n+1 wordt goedgekeurd. Mocht de verklaring pas daarna worden afgegeven, dan kan deze altijd nog van nut zijn in de daarop volgende cyclus tot verkrijging van zekerheid.

6.

Bekendmaking


De werkgroep beveelt aan dat de verklaringen van de lidstaten openbaar worden gemaakt. Zo zal duidelijker te zien zijn dat gekozen vertegenwoordigers de politieke eindverantwoordelijkheid op zich nemen en zal meer verantwoording voor het gebruik van EU-middelen worden afgelegd. Een grote mate van transparantie zou ook meer bekendheid kunnen geven aan de regelingen die in de lidstaten bestaan om het gebruik van EU-middelen te controleren. De werkgroep beveelt de lidstaten dan ook aan veel publiciteit aan de nationale verklaring te geven.

7.

Lidstaten stimuleren om een nationale verklaring af te geven


De afgifte van een nationale verklaring in aanvulling op de in artikel 59, lid 5, voorgeschreven verslagleggingsinstrumenten zou een adequate basis kunnen vormen om de controleprocedure te stroomlijnen, bijvoorbeeld bij het opstellen van de risicocriteria op basis waarvan het risicoprofiel van een lidstaat in de context van een risicobeoordeling ten behoeve van een audit wordt bepaald, of om lidstaten enige ruimte te bieden bij het bepalen van de omvang en methode van de audit met inachtneming van de minimumeisen van de internationale standaarden voor accountantscontrole (ISA's), zonder afbreuk te doen aan de relevante wetgevingsbepalingen. De Commissie is evenwel vastbesloten om het algemene beginsel van 'gelijke behandeling' te respecteren overeenkomstig de verklaring die zij met betrekking tot artikel 59, lid 5, laatste alinea, heeft afgegeven. Versoepeling qua intensiteit of frequentie van de controles zou dan ook alleen mogelijk zijn indien de controleprestaties door de Commissie toereikend worden geacht en de vrijwillige nationale verklaring aan alle eisen voldoet. Indien er aanwijzingen zijn dat de afgifte van een nationale verklaring een positief en blijvend effect op de goede prestaties van nationale overheden heeft, beveelt de werkgroep aan dat de verklaring gebruikt wordt bij de evaluatie van het functioneren van de beheers- en controlesystemen van de lidstaten en – indien alle beginselen in acht worden genomen – als bouwsteen in de procedure van de Commissie tot verkrijging van zekerheid.

8.

Verdere bijstand en monitoring


De werkgroep beveelt de Commissie aan om lidstaten die reeds een nationale verklaring afgeven of daarin geïnteresseerd zijn, ondersteuning en feedback te blijven geven. In dit verband zou de Commissie beste praktijken moeten verzamelen en deze in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de betrokken DG's en in haar eigen syntheseverslag moeten opnemen. Ook andere instrumenten, zoals een 'handboek' of voorlichtingsbijeenkomsten in de relevante fora, zouden overwogen kunnen worden. De werkgroep beveelt de Commissie tevens aan dat alle DG's een uniforme benadering ten aanzien van de nationale verklaringen hanteren. Indien in deze openbare documenten eveneens verslagleggingsinformatie wordt opgenomen, zullen ook de verdere ontwikkelingen gemonitord kunnen worden.

Deel II. Algemene criteria:

Uitgaande van bovenstaande aanbevelingen zou de nationale verklaring zoveel mogelijk aan in ieder geval de volgende voorwaarden moeten voldoen:

De verklaring moet verwijzen naar de nationale wettelijke of regelgevingsgrondslag van de lidstaat (indien van toepassing).

Zij moet gericht zijn aan het nationale wetgevende lichaam of niveau in kwestie en aan de Commissie kenbaar worden gemaakt.

In de verklaring moet staan wie de ondertekenaar is, wat zijn of haar functie is en of de verklaring op persoonlijke titel of namens de nationale of regionale regering (of een gelijkwaardig bestuursniveau, al naar gelang de grondwettelijke bepalingen) is ondertekend, overeenkomstig de wetgeving of de gebruikelijke praktijk in de betrokken lidstaat. Indien er sprake is van een verantwoordingsplicht tussen de ondertekenaar en de directeuren/hoofden van de voor het beheer verantwoordelijke organen of lichamen, dan dient daarvan expliciet gewag te worden gemaakt.

De informatiebronnen waarop de nationale verklaring is gebaseerd. De verklaring dient te worden gebaseerd op de krachtens art. 59, lid 5, van het FR vereiste beheersverklaringen en andere rapporten: de jaarrekeningen, het advies/de adviezen van een onafhankelijk auditorgaan en de jaarlijkse samenvatting van auditverslagen en controles. Krachtens het FR moet in de jaarlijkse samenvatting van auditverslagen en controles nu ook plaats worden ingeruimd voor een analyse van de aard en de omvang van fouten en systeemgebreken en voor een overzicht van de reeds genomen of geplande corrigerende maatregelen. Het zou wenselijk zijn om een en ander uit te breiden met een ruimere verwijzing, bijvoorbeeld naar 'de mij ter beschikking staande informatie'. Zo wordt voorkomen dat een bekend, maar niet expliciet door de bestuursorganen genoemd relevant feit met opzet kan worden veronachtzaamd.

Reikwijdte van de zekerheid: de Commissie moet zekerheid verschaffen over de verwezenlijking van de vijf in artikel 32 van het Financieel Reglement genoemde interne-controledoelstellingen: wettigheid en regelmatigheid, doeltreffendheid, efficiëntie en zuinigheid, preventie en correctie van fraude, bescherming van activa, en betrouwbaarheid van de verslaglegging. Dit wordt gedaan door de bestuursorganen. In plaats van expliciet alle controledoelstellingen te behandelen in de nationale verklaring, zou hierin een algemene formulering moeten worden opgenomen. Het is namelijk mogelijk dat in een verklaring niet alle vijf controledoelstellingen aan de orde komen.

De toegevoegde waarde van de nationale verklaring op het 'geëigende niveau' ligt vooral in de versterking van de toezegging door de bestuursorganen om systeemgebreken aan te pakken en in de inbreng van het relevante wetgevingsniveau van de lidstaat. De nationale verklaring zou daarom expliciet moeten verwijzen naar de fouten en systeemgebreken en de toezegging moeten bevatten om de bestuursorganen te helpen met de tijdige uitvoering van de corrigerende maatregelen. Deze hulp zou de vorm kunnen aannemen van politieke instructies voor de verschillende administratieve diensten in kwestie en, in voorkomend geval, van de toewijzing van middelen en/of het promoten van hervorming van de regelgeving (bijvoorbeeld vereenvoudiging). Eventuele aanvullende informatie ingevolge parlementaire regels kan er ook toe bijdragen dat de nationale verklaring een grotere zekerheid biedt. Dergelijke informatie zou bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op eventuele nationale maatregelen ter bescherming van de financiële belangen van de EU of externe beoordelingen door de nationale controle-instanties. Bij het verkrijgen van zekerheid zou de Commissie zulke informatie zoveel mogelijk in aanmerking moeten nemen. Ten slotte zou voor onafhankelijke zekerheidstelling een onafhankelijke controleur (hoogste controle-instantie) in de arm moeten worden genomen.

Deel III. Illustratieve voorbeelden:

De werkgroep neemt kennis van de volgende illustratieve, eventueel voor gebruik in aanmerking komende voorbeelden. De aanpak kan per lidstaat verschillen, afhankelijk van de grondwettelijke voorschriften, verantwoordelijkheden en structuren voor het afleggen van verantwoording. Belangrijk is dat de essentiële elementen die genoemd worden in de aanbevelingen, in de nationale verklaring zijn opgenomen en aan de algemene criteria (deel I en deel II) wordt voldaan.

Illustratief voorbeeld 1:

Gelet op de bepalingen van [verwijzing naar nationale wetgeving of regelgeving]

verklaar ik als ondergetekende, in mijn hoedanigheid van en als verantwoordelijke voor [ ], namens [ ], en mij baserend op de mij ter beschikking staande informatie, het volgende:

Ik heb kennis genomen van de door de directeuren/hoofden van de instanties of lichamen ondertekende beheersverklaringen, waarin deze verklaren zekerheid te hebben omtrent [de volledigheid en juistheid van de informatie in de boekhouding, het gebruik van de middelen voor het bestemde doel en de beheers- en controlesystemen die de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen moeten garanderen], aan deze verklaring gehecht en opgenomen in de bijlage. Ik ben in mijn hoedanigheid van [ ] verantwoordelijk voor het toezicht op de overheidsinstanties en andere lichamen die belast zijn met het beheer van de EU-begrotingsmiddelen waarop deze verklaringen betrekking hebben, voor een totaalbedrag van [ ] voor de in de bijlage genoemde verslagperiode.

Ik neem (namens de regering van .......) de algehele politieke verantwoordelijkheid op mij voor het beheer van deze EU-begrotingsmiddelen, waarbij ik mij baseer op de mij ter beschikking staande informatie, op de door de bestuursorganen verschafte zekerheid en op hun bijbehorende verslagen.[1]

Ik heb onderzoek gedaan naar de aard en omvang van de onregelmatigheden en systeemfouten die in de bij de beheersverklaringen gevoegde jaarlijkse samenvattingen gemeld zijn met betrekking tot de instanties en lichamen, alsook naar de reeds genomen, lopende of geplande corrigerende maatregelen door de bestuursorganen om deze aan te pakken. Op basis van mijn eigen oordeel en van alle tot mijn beschikking staande informatie heb ik redelijke zekerheid dat de tekortkomingen met deze maatregelen naar behoren worden aangepakt, en ik heb het nodige gedaan om het management van de instanties en lichamen te helpen met de onverwijlde uitvoering van de maatregelen.

Plaats en datum.

9.

Handtekening


Bijlage

Sectie A

Instanties en lichamen die beheersverklaringen zonder materiële fouten of systeemgebreken indienen.

Instantie / beheerd programma / uitgaven voor het begrotingsjaar.

10.

Sectie B


Instanties en lichamen die beheersverklaringen met materiële fouten of systeemgebreken indienen.

Instantie / beheerd programma / uitgaven voor het begrotingsjaar.

Illustratief voorbeeld 2:

11.

Deel I Verantwoording


Dit deel bevat een beschrijving van de voorwaarden waaronder de verklaring wordt gegeven en de reikwijdte van de zekerheid. De tekst zou een beschrijving van de desbetreffende EU-wetgeving moeten bevatten alsmede van de overheidsdienst en het kader voor interne controle. Dit kader staat garant voor een gezond financieel beheer van de EU-fondsen in de lidstaten en voor de naleving van alle toepasselijke wetten en regelingen.

12.

Deel II Overzicht van rekeningen


Het overzicht van rekeningen voor EU-fondsen bestaat uit een winst- en verliesrekening, een balans en een kasstroomoverzicht van resultaten in de begrotingsonderdelen kredieten en inkomsten. Het overzicht van rekeningen zou ook een beschrijving van de toegepaste boekhoudkundige beginselen moeten bevatten

Deel III Beoordeling van het interne-controlesysteem

Dit deel bevat een samenvatting van de documenten waarmee de interne-controlesystemen van de beheersautoriteiten/verantwoordelijke autoriteiten worden beoordeeld. Het bestaat uit:

- de verklaringen over rekeningen en interne-controlebeoordelingen die de voor het beheer van EU-fondsen verantwoordelijke bestuursafdelingen van autoriteiten opnemen in hun jaarverslagen;

- de resultaten van door de nationale rekenkamer/ hoogste controle-instantie verrichte audits van de verklaringen;

- de beheersverklaringen van de beheersautoriteiten en

- de resultaten van de door de nationale auditautoriteit(en) verrichte audits van de EU-programma's.

Gemelde onregelmatigheden en systeemfouten worden beschreven, evenals reeds genomen, lopende of geplande corrigerende maatregelen door de bestuursorganen of de ondertekenaar om deze aan te pakken.

13.

Deel IV De verklaring


Dit deel is een samenvatting van de evaluatie op basis van de in Deel III samengevatte rekeningen, het interne-controlesysteem, de verklaringen en de audits [inclusief eventuele zwakke punten en fouten]. Op basis hiervan dient de ondertekenaar de volgende verklaring in:

14.

Juistheid en getrouwheid van de rekeningen


De samenvatting van de EU-rekeningen, bestaande uit een winst-en-verliesrekening, een balans en een kasstroomoverzicht, is volgens in [de lidstaat] algemeen erkende boekhoudkundige beginselen gemaakt. [Ondergetekende] oordeelt dat de rekeningen in essentie [behalve wat de fondsen ... betreft] een juist en getrouw beeld geven.

15.

Toereikende interne controle


[Ondergetekende] oordeelt dat er een regelgevingskader voor [centrale overheid] is dat borg staat voor een toereikende interne controle van EU-middelen.

Illustratief voorbeeld 3:

16.

Deel I Ondertekening


Gelet op het besluit van de ministerraad van [lidstaat] d.d. [datum], verklaar ik namens [verantwoordelijke voor de afgifte van een nationale verklaring], in mijn hoedanigheid van en verantwoordelijkheid als [functie van ondertekenaar van de nationale verklaring], met betrekking tot het gedeeld financieel beheer van middelen uit de volgende fondsen en op basis van de mij ter beschikking staande informatie, dat (per in gedeeld beheer uitgevoerd fonds):

17.

Deel II Inhoud van verklaring


1. Het functioneren van de door [naam van lidstaat] opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het [naam fonds] over het begrotingsjaar [jaar] naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen [met uitzondering van: gebreken in de werking van de systemen noemen]

2. De uitgaven en ontvangsten tot een totaalbedrag van € [bedrag] ten laste respectievelijk ten gunste van [naam fonds] die zijn opgenomen in bijgaande door [uitvaardigende autoriteit] afgegeven consolidatiestaat en in bij de Europese Commissie ingediende rekeningen over het begrotingsjaar [jaar], naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden [bij overschrijding van materialiteitsdrempel: afgezien van een bedrag van € [bedrag] [%] aan onregelmatige uitgaven]

3. Openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € [bedrag] inzake het [naam fonds], die zijn opgenomen in bijgaande door [uitvaardigende autoriteit] afgegeven consolidatiestaat en in bij de Europese Commissie ingediende rekeningen over het begrotingsjaar [jaar], naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

18.

Deel III Reikwijdte


De mij bekende lopende onderzoeken of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie, zijn verantwoord in de bijgevoegde toelichting. De bevestigingen en eventuele punten van voorbehoud in deze verklaring zijn beperkt tot zaken van materieel belang, vloeien direct voort uit audits en zijn vrij van inherente onzekerheden die het gevolg zijn van de interpretatie van Europese regelgeving.

<Handtekening>

19.

Toelichting


Verantwoordingstolerantie Vermelding van criteria en een verantwoordingstolerantie voor het rapporteren van belangrijke aandachtspunten. Indien er op fondsniveau sprake is van overschrijding van de verantwoordingstolerantie wordt dit vermeld.

Goedkeuring Europese Commissie De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. Daardoor bestaat er altijd onzekerheid over aard en omvang van financiële correcties die de Commissie kan opleggen.

20.

Tekortkomingen en corrigerende maatregelen per fonds


a....... b....... etc.