Toelichting bij COM(2013)608 - Machtiging van Luxemburg af te wijken van artikel 285 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[1] kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, geregistreerd bij de Commissie op 24 oktober 2012, heeft Luxemburg verzocht om machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 EUR van de btw te kunnen vrijstellen.

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 november 2012 van het verzoek van Luxemburg in kennis gesteld. Bij brief van 12 november 2012 heeft de Commissie Luxemburg meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context



Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van Richtlijn 2006/112/EG kunnen lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaald plafond blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige geen btw in rekening hoeft te brengen over zijn prestaties, maar als gevolg daarvan de btw op zijn aankopen ook niet kan aftrekken.

Op grond van Richtlijn 2006/112/EG, artikel 285, eerste alinea, mogen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van de in artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG gegeven mogelijkheid om vrijstellingen of degressieve belastingverminderingen in te voeren, vrijstelling van belasting toekennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 5 000 EUR of de tegenwaarde van dit bedrag in de nationale munteenheid. Overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EG, artikel 285, tweede alinea, kunnen deze lidstaten ook een degressieve belastingvermindering toekennen aan belastingplichtigen van wie de jaaromzet het plafond overschrijdt dat deze lidstaten voor de toepassing van de vrijstelling hebben vastgesteld.

Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, verleent Luxemburg momenteel vrijstelling van de btw aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 10 000 EUR. Daarnaast heeft Luxemburg de Commissie laten weten dat het gebruik maakt van de mogelijkheid van Richtlijn 2006/112/EG, artikel 285, tweede alinea, om degressieve belastingvermindering toe te kennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet tussen de 10 000 EUR en 25 000 EUR.

Ten aanzien van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen beoogt Luxemburg een drempelbedrag van 25 000 EUR toe te passen en tegelijkertijd de degressieve belastingvermindering af te schaffen. In het kader van een economisch herstelprogramma en gezien de geldontwaarding sinds de invoering van de vrijstellingsregeling in Luxemburg, zorgt een verhoging van het huidige plafond van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen naar 25 000 EUR er volgens Luxemburg voor dat de administratieve lasten rondom de btw aanzienlijk worden verminderd voor ondernemingen met een beperkte omzet en dat voor dit soort bedrijven nieuwe mogelijkheden worden gecreëerd.

De verhoogde vrijstellingsdrempel vereenvoudigt volgens Luxemburg het btw‑stelsel voor kleine ondernemingen door de lasten van de voor de regeling in aanmerking komende ondernemingen aanzienlijk te verminderen doordat zij van veel btw‑verplichtingen in het kader van het normale btw‑stelsel worden ontheven. De beoogde maatregel heeft bovendien het bijkomende effect de administratieve lasten te verminderen voor bedrijven waarvoor momenteel de degressieve belastingvermindering geldt die op hetzelfde moment zal worden afgeschaft. Belastingplichtigen zullen de keuze hebben om de regeling al dan niet toe te passen. Volgens de Luxemburgse autoriteiten zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale btw-opbrengsten (niet meer dan 0,10 %).

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



In 2004 heeft de Commissie voorgesteld (COM(2004) 728 definitief[2]) om onder meer het drempelbedrag van de jaaromzet dat de lidstaten kunnen hanteren om belastingplichtigen van de btw vrij te stellen, te verhogen tot 100 000 EUR. Dit voorstel ligt nog altijd bij de Raad.

De Commissie is van mening dat de goedkeuring van dit voorstel op de middellange termijn geschikter is dan een versnipperde aanpak op basis van individuele derogaties. De Commissie verzoekt de Raad daarom de besprekingen over dit voorstel te hervatten.

Samenhang met andere beleidsgebieden en met de doelstellingen van de Unie

Niet van toepassing.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Het voorstel voor een besluit van de Raad strekt ertoe een vereenvoudigingsmaatregel toe te passen die ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro van veel btw-verplichtingen ontheft, en heeft aldus een potentieel positief effect.

Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingduur van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Machtiging van Luxemburg tot toepassing van een vereenvoudigingsmaatregel die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 EUR van de btw te kunnen vrijstellen. Belastingplichtigen kunnen nog altijd kiezen voor het normale btw‑stelsel.

Rechtsgrondslag



Artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is daarom niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat dit besluit een machtiging betreft die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot individuele lidstaten kan worden gericht.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Luxemburg een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

4.

Aanvullende informatie



Het voorstel bevat een vervalbepaling.