Toelichting bij COM(2013)555 - Sluiting overeenkomst tussen de EU en Frankrijk ivm toepassen Uniewetgeving betreffende belasting van spaartegoeden ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Krachtens Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 is de Gemeenschap Saint-Barthélemy ("collectivité territoriale") niet langer een ultraperifeer gebied van de Unie, maar heeft zij met ingang van 1 januari 2012 de LGO-status (land of gebied overzee) verworven.

In Besluit 2010/718/EU is bepaald dat Frankrijk zich ertoe verplicht de noodzakelijke overeenkomsten te sluiten opdat deze omschakeling de belangen van de Unie onverlet zou laten.

Te dien einde heeft de Raad op 20 oktober 2011 een besluit aangenomen waarbij de Europese Commissie, die dit besluit op 24 oktober 2011 heeft ontvangen, werd gemachtigd om over de voorwaarden te onderhandelen. Zij moest met name een overeenkomst bewerkstelligen tussen de Franse Republiek, namens Saint-Barthélemy, en de Europese Unie, die erin voorziet dat de Uniewetgeving betreffende de belasting van spaartegoeden en de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen toepassing vindt ten aanzien van Saint-Barthélemy.

In de onderhandelingsrichtsnoeren bij het besluit van de Raad was in het bijzonder het volgende bepaald:

- er wordt beoogd een overeenkomst te sluiten die erin voorziet dat de mechanismen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 77/799/EEG van de Raad en Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking in belastingzaken alsook bij Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende de belasting van spaartegoeden, toepassing vinden ten aanzien van Saint-Barthélemy. In dat verband moet rekening worden gehouden met nieuwe ontwikkelingen van de wetgeving op die gebieden opdat de regelingen die in Saint-Barthélemy worden toegepast, gelijkwaardig zijn aan de regelingen die gelden in continentaal Frankrijk;

- de werkingssfeer van de overeenkomst moet zich uitstrekken tot de bij voornoemde richtlijnen vastgestelde regelingen. Wat de belasting van spaartegoeden betreft, moet zij betrekking hebben op rentebetalingen zoals omschreven in artikel 6 van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad en de toekomstige wijzigingen daarvan, verricht door uitbetalende instanties gevestigd in Saint-Barthélemy ten gunste van uiteindelijk gerechtigden die hun woonplaats hebben in de EU;

- de overeenkomst moet voor onbepaalde duur worden gesloten.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen



Op basis van de haar verleende machtiging heeft de Europese Commissie een ontwerpovereenkomst opgesteld als uitgangspunt voor de onderhandelingen met Frankrijk, die hebben plaatsgevonden in de loop van 2012 en de eerste maanden van 2013.

Deze ontwerpovereenkomst is ook besproken in de Groep belastingvraagstukken van de Raad van de Europese Unie en geen enkele lidstaat heeft een voorbehoud gemaakt.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De rechtsgrondslag van onderhavig voorstel wordt gevormd door de artikelen 113 en 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in samenhang met artikel 218, lid 6, onder b), en artikel 218, lid 8, tweede alinea. De materiële rechtsgrondslag wordt gevormd door de artikelen 113 en 115 VWEU. Het is namelijk de bedoeling – en de inhoud van de maatregel is daarop afgestemd - om de mechanismen van de Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG, die op deze beide artikelen gebaseerd zijn, ook van toepassing te verklaren op de betrekkingen tussen de lidstaten en Saint-Barthélemy.

Met het bepaalde in artikel 1 beoogt de overeenkomst, ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy, uitvoering te geven aan de fiscale aangelegenheden die geregeld zijn bij:

- Richtlijn 2011/16/EU van de Raad, waarbij Richtlijn 77/799/EEG van de Raad werd ingetrokken met ingang van 1 januari 2013,

- Richtlijn 2003/48/EG van de Raad,

- en de daarmee samenhangende besluiten.

Door middel van artikel 1, lid 3, en artikel 2 is de overeenkomst dynamisch opgezet, zodat zij niet alleen alle toekomstige wijzigingen van de twee richtlijnen omvat, maar ook alle huidige en – in voorkomend geval – toekomstige gedelegeerde en uitvoeringsbesluiten[1]. Dit is nodig om te allen tijde te garanderen dat interne aangelegenheden binnen de Europese Unie en aangelegenheden die tussen de lidstaten en Saint-Barthélemy rijzen, op dezelfde wijze worden behandeld.

In artikel 3 is bepaald wat moet worden verstaan onder bevoegde autoriteiten, centrale verbindingsbureaus, verbindingsdiensten en bevoegde ambtenaren, om de samenhang te garanderen met de nationale maatregelen die de lidstaten al hebben genomen of nog zullen nemen voor de omzetting van de Richtlijnen 2011/16/EU en 2003/48/EG van de Raad.

De statistieken en inlichtingen over de toepassing van de overeenkomst ten aanzien van de Gemeenschap Saint-Barthélemy zullen worden verstrekt door de Franse Republiek (artikel 4).

Wat geschillenbeslechting betreft, zijn de volgende maatregelen getroffen:

- een regeling voor onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten uitsluitend van de betrokken lidstaten voor de gevallen waarin de toepassing of de uitlegging van de overeenkomst bij die bevoegde autoriteiten moeilijkheden of twijfelpunten doet rijzen (artikel 5). De Europese Commissie wordt in kennis gesteld van de uitkomst van het overleg en moet op haar beurt de overige lidstaten op de hoogte brengen. Als het geschil betrekking heeft op een uitleggingsvraag, kan de Commissie aan het overleg deelnemen op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten.

- als de overeenkomstsluitende partijen het oneens zijn over de uitlegging of de toepassing van de overeenkomst, moeten zij eerst bijeenkomen met de Europese Commissie voordat de aangelegenheid aan het Hof van Justitie wordt voorgelegd (artikel 6). Alleen het Hof is bevoegd om dergelijke geschillen te beslechten.

De formaliteiten met betrekking tot de inwerkingtreding zijn vastgesteld in artikel 7.

Tot slot is in artikel 8 bepaald, overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren, dat de overeenkomst is gesloten voor onbepaalde duur, waarbij de partijen de mogelijkheid hebben deze langs diplomatieke weg te beëindigen.