Toelichting bij COM(2013)507 - Vangstmogelijkheden voor ansjovis in de Golf van Biskaje voor het visseizoen 2013/2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De verordeningen van de Raad inzake vangstmogelijkheden die tijdens het tweede semester van elk jaar worden vastgesteld, omvatten niet langer een TAC voor ansjovis in de Golf van Biskaje omdat de biologie van dit bestand en de wetenschappelijke adviezen daarover een andere jaarcyclus volgen. Daarom moet elk jaar omstreeks juli een TAC voor ansjovis worden vastgesteld.

Bij Verordening (EG) nr. 694/2012 heeft de Raad de TAC voor de op dit bestand vissende visserijtak vastgesteld voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 juni 2013. Nu moeten de TAC en de verdeling daarvan over de betrokken lidstaten voor de komende 12 maanden worden vastgesteld.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN DE EFFECTBEOORDELING

Gezien de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, zoals opgenomen in Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, moeten de vangstmogelijkheden worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen en met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, waarbij een billijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd.

Het advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) van juli 2013 over het ansjovisbestand in de Golf van Biskaje is gebaseerd op een visseizoen dat loopt van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014.

In zijn advies raamt het WTECV de biomassa van het paaibestand op ca. 56 055 ton. Gezien het voorstel van de Commissie van 29 juli 2009 voor een verordening tot vaststelling van een langetermijnplan voor het ansjovisbestand in de Golf van Biskaje en de daarop vissende visserijtakken[1] en aangezien de effectbeoordeling die aan dat voorstel ten grondslag ligt, de meest recente beoordeling is van het effect van de besluiten inzake de vangstmogelijkheden voor dit bestand, werd de TAC voor dit bestand bij Verordening (EU) nr. 694/2012 vastgesteld overeenkomstig het in dat voorstel opgenomen vangstvoorschrift.

In 2013 zijn de methode en de biologische parameters die de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) gebruikt om de toestand van het ansjovisbestand te beoordelen, herzien. In het licht van deze nieuwe wetenschappelijke informatie kan het in de nabije toekomst dienstig zijn om niet alleen het huidige, in het voorstel van de Commissie van 29 juli 2009 vastgestelde vangstcontrolevoorschrift te herzien, maar ook andere visserijbeheersmaatregelen opnieuw te bekijken. In dat geval kunnen dienovereenkomstig wijzigingen worden voorgesteld. Totdat deze herziening heeft plaatsgevonden, is het dienstig het huidige vangstcontrolevoorschrift toe te passen, aangezien bevestigd is dat het nog steeds met de voorzorgsbenadering overeenstemt, maar ook omdat het voor de visserijsector voorspelbaarheid van de vangsten en stabiliteit creëert. De betrokken regionale adviesraad (de RAR Zuidwestelijke wateren) heeft deze wetenschappelijke ontwikkelingen gevolgd en uit informeel overleg tussen de leden ervan blijkt dat deze benadering voor hen aanvaardbaar is. De RAR zal worden betrokken bij de komende werkzaamheden die de Commissie via haar wetenschappelijke adviesorganen zal verrichten voor de nieuwe evaluatie van het vangstcontrolevoorschrift en andere beheersvoorschriften, zoals het gereglementeerde visseizoen.

Bijgevolg dient de TAC voor het visseizoen van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014 overeenkomstig het in het genoemde voorstel opgenomen vangstvoorschrift te worden vastgesteld op 17 100 ton.

De Raad wordt verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren om de vissers in staat te stellen hun activiteiten voor het nieuwe visseizoen te plannen.