Toelichting bij COM(2013)276 - Standpunt EU over het wijzigen van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst 1975)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1.        Motivering en doel van het voorstel

De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) van 14 november 1975 werd namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 en is op 20 juni 1983 in de Unie in werking getreden.

Het voorgestelde besluit strekt ertoe de laatste wijzigingen van de TIR-Overeenkomst, waarover overeenstemming werd bereikt binnen de Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) en die vervolgens werden aangenomen door het Administratief Comité voor de TIR-Overeenkomst (1975), door de Unie te laten goedkeuren, behoudens voltooiing van de interne procedures van de EU.

Op 5 juli 2012 heeft het Administratief Comité, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 59, leden 1 en 2, van de Overeenkomst, wijzigingsvoorstellen voor artikel 6, lid 2 bis, en bijlage 9 bij de tekst van de Overeenkomst, die het had aangenomen op zijn 53e zitting van 9 februari 2012 in Genève, aan de secretaris-generaal toegezonden. Op 10 juli 2012 heeft de secretaris-generaal in zijn hoedanigheid van depositaris de Overeenkomstsluitende Partijen middels kennisgeving C.N.358.2012.TREATIES meegedeeld dat deze wijzigingsvoorstellen op 10 oktober 2013 in werking zullen treden tenzij een van hen daartegen bezwaar maakt uiterlijk 10 juli 2013.

1.2.        Algemene context

Bij de TIR-Overeenkomst, die wordt beheerd door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, gevestigd te Genève, is een douanevervoerprocedure voor het internationale vervoer van goederen over de weg ingesteld. Op grond van deze Overeenkomst kunnen goederen, waarvoor de betaling van douanerechten en andere heffingen is opgeschort, internationale grenzen overschrijden met een minimum aan douane-interventies onderweg. Dankzij de TIR-Overeenkomst zijn de traditionele belemmeringen voor het internationale goederenverkeer sterk verminderd, wat de ontwikkeling van de internationale handel heeft bevorderd. Minder vertragingen bij de doorvoer van goederen heeft tot aanzienlijke kostenbesparingen in het goederenverkeer geleid. Het grootste voordeel van de TIR-Overeenkomst is dat daarbij een internationale keten van aansprakelijke organisaties is opgezet, waardoor het betrekkelijk eenvoudig is geworden om de vereiste garanties te verkrijgen.

De UNECE-Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer was van oordeel dat het nodig was enkele wijzigingen aan te brengen in de TIR-Overeenkomst. Deze betreffen met name de aanpassing van artikel 6 van de TIR-Overeenkomst met het oog op de invoering van een nieuw deel III in bijlage 9 bij die Overeenkomst, waarin de voorwaarden en vereisten zijn vastgesteld waaraan moet worden voldaan door een internationale organisatie die gemachtigd is om de verantwoordelijkheid voor de doeltreffende organisatie en werking van een internationaal garantiestelsel op zich te nemen en om TIR-carnets te drukken en af te geven. Die internationale organisatie is op dit ogenblik de Internationale Wegvervoer­organisatie (IRU).

Dit nieuwe deel III zal bijdragen aan de doelstelling van bijlage 9, die betrekking heeft op de toegang tot de TIR-procedure voor de private sector en reeds de machtiging van nationale organisaties tot afgifte van TIR-carnets alsmede van natuurlijke en rechtspersonen tot gebruik van TIR-carnets regelt.

1.3.        Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Artikel 6 en de toelichting bij artikel 6, lid 2 bis, van de TIR-Overeenkomst.

1.4.        Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Het voorgestelde besluit is in overeenstemming met het gemeenschappelijk beleid op het gebied van handel en vervoer. Het TIR-systeem, dat het vervoer over de weg vereenvoudigt, maakt het mogelijk dat goederen over het grondgebied van 68 Overeenkomstsluitende Partijen worden vervoerd met een minimum aan douane-interventies. Doordat een internationale keten van aansprakelijke organisaties is opgezet, kunnen de vereiste garanties op betrekkelijk eenvoudige wijze worden verkregen. De bij de TIR-Overeenkomst bereikte vereenvoudigingen zijn in overeenstemming met de herziene Lissabon-strategie.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



2.1.        Raadpleging van belanghebbenden

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten



Er is overleg gepleegd met de Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU). Dit overleg vond plaats op vergaderingen van het Comité douanewetgeving (coördinatie Genève) en zittingen van de UNECE-Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



Gunstig advies.

2.2.        Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

2.3.        Effectbeoordeling

De voorgestelde wijzigingen laten de inhoud van bijlage 9 bij de TIR-Overeenkomst ongewijzigd. De invoering van een nieuw deel III zal evenwel bijdragen aan de doelstelling van deze bijlage door de rollen en verantwoordelijkheden van alle spelers in het TIR-systeem duidelijk te omschrijven ten behoeve van de transparantie van het beheer van dat systeem. Daarnaast moet in de TIR-Overeenkomst een duidelijke omschrijving worden opgenomen van de internationale organisatie, aangezien deze een wezenlijke rol vervult in de TIR-regeling, en moet worden uitgelegd op welke wijze de procedure voor het verlenen van machtiging aan deze organisatie moet worden toegepast. Het opnemen van deze voorwaarden en vereisten in de juridische tekst van de TIR-Overeenkomst zal ook leiden tot een vereenvoudiging van de tekst van de schriftelijke overeenkomst tussen de UNECE en de internationale organisatie overeenkomstig toelichting 0.6.2 bis-2.

2.

Juridische elementen van het voorstel



3.1.        Samenvatting van de voorgestelde maatregel

In het voorgestelde besluit wordt het door de Unie in te nemen standpunt vastgesteld met betrekking tot het voorstel tot wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR.

3.2.        Rechtsgrond

Artikel 207 en artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3.3.        Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt (gemeenschappelijk handelsbeleid) en hoeft derhalve niet te worden getoetst aan het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).

De voorgestelde wijzigingen werden voorlopig goedgekeurd door de UNECE-Werkgroep Douanevraagstukken in verband met het Vervoer.

3.4.        Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het maakt de tenuitvoerlegging mogelijk van een wijziging van de internationale overeenkomst die als zodanig het evenredigheidsbeginsel in acht neemt.

3.5.        Keuze van instrumenten

Voorgestelde instrument: besluit.

Internationale overeenkomsten en wijzigingen op deze overeenkomsten worden gewoonlijk door middel van een besluit in de rechtsorde van de Unie opgenomen.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.