Toelichting bij COM(2013)1 - Vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. JURIDISCHE ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Overeenkomstig artikel 2 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding") zijn, onmiddellijk na de toetreding, de oorspronkelijke Verdragen en de door de instellingen vóór de toetreding genomen besluiten verbindend voor Kroatië onder de voorwaarden voorzien in deze Verdragen en besluiten en in de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding.

Overeenkomstig artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding bepaalt de Raad, op voorstel van de Commissie met een gekwalificeerde meerderheid, de voorwaarden waaronder vrijstelling kan worden verleend van de vereisten inzake summiere aangifte bij binnenkomst en bij uitgang voor goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd.

Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek[1] (CDW) is bij Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005[2] gewijzigd om een passende rechtsgrondslag voor risicoanalyse te creëren.

Overeenkomstig artikel 36 bis, lid 1, CDW en behoudens een aantal vrijstellingen of afwijkingen zoals vastgelegd in artikel 181 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek[3] (UCDW) moet een summiere aangifte worden gedaan voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht ("summiere aangifte bij binnenkomst").

Overeenkomstig artikel 182 bis, lid 1, CDW en behoudens de toepasselijke vrijstellingen of afwijkingen krachtens artikel 842 bis, leden 3 en 4, UCDW moet een summiere aangifte bij uitgang worden gedaan voor goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten zonder dat zij uitgevoerd, wederuitgevoerd of onder een regeling douanevervoer worden geplaatst.

Overeenkomstig artikel 36 ter, lid 2, en artikel 182 quinquies, lid 2, CDW moeten deze summiere aangiften worden ingediend met behulp van elektronische gegevensverwerkings­technieken, zodat de gegevens elektronisch kunnen worden uitgewisseld door de douaneautoriteiten en douanecontroles kunnen worden gebaseerd op risicoanalyse met behulp van geautomatiseerde systemen, zoals artikel 13 CDW vereist.

2. DE CORRIDOR VAN NEUM

De corridor van Neum maakt deel uit van het grondgebied van Bosnië en Herzegovina en verschaft het land toegang tot de Adriatische Zee; hij verdeelt het Kroatische vasteland in twee, waardoor het gebied rondom de stad Dubrovnik is afgescheiden van de rest van het land. Momenteel is de Adriatische snelweg, een nationale weg met twee rijstroken (D8) die door de corridor van Neum loopt, de enige transportverbinding over land tussen het gebied rondom Dubrovnik en de rest van het Kroatische grondgebied. Het gedeelte van de weg dat bij Neum over het grondgebied van Bosnië en Herzegovina loopt, is 9,25 kilometer lang. Er zijn twee grensovergangen op het grondgebied van Kroatië, die zich aan weerszijden van de D8 in de corridor van Neum bevinden, namelijk Klek- Neum I aan de westelijke zijde van de corridor en Zaton Doli – Neum II aan de oostelijke zijde. Een voertuig doet er ongeveer tien tot vijftien minuten over om van de ene naar de andere zijde te rijden.

De lokale economie in het gebied rondom de stad Dubrovnik is hoofdzakelijk gericht op het toerisme en bestaat vooral uit kleine en middelgrote ondernemingen, die zich bevoorraden in het hoofdgebied van Kroatië; de waarde van de ingekochte goederen ligt per zending vaak lager dan EUR 10 000.

Momenteel is 89 % van de goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, in het vrije verkeer in Kroatië. Bij het vervoer door de corridor gaan papieren documenten mee, equivalent aan het T2L-document als bedoeld in artikel 317, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

Voordat voertuigen en goederen het douanegebied van Kroatië tijdelijk verlaten, stellen de douaneautoriteiten van Kroatië de identiteit ervan vast en controleren daarbij de begeleidende handelsdocumenten. Er dienen ook douanecontroles te worden verricht, waar passend, wanneer de goederen na het vervoer via de corridor van Neum opnieuw binnenkomen. Bij de toetreding van Kroatië tot de EU zullen de middelen om douanecontroles te verrichten, moeten worden versterkt.

De toepassing van de EU-douanewetgeving in Kroatië vanaf de datum waarop het land toetreedt, betekent ook dat de douaneformaliteiten, risicoanalyses en veiligheidscontroles vanaf die datum van toepassing worden, evenals de elektronische indiening en de uitwisseling van inlichtingen voor veiligheidsdoeleinden. Dit vereist aanzienlijke investeringen en inspanningen om een passend IT-kader te creëren. Gelet op de specifieke omstandigheden van de corridor van Neum lijkt de toepassing van deze maatregelen overdreven omslachtig en disproportioneel.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Krachtens artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding moet de Raad een bijzonder besluit aannemen om de voorwaarden te bepalen waaronder kan worden afgeweken van de vereisten inzake summiere aangiften bij binnenkomst/uitgang voor goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd.

In overeenstemming met het gemeenschappelijk EU-standpunt[4] ter zake kan onder de volgende voorwaarden worden afgeweken van de vereisten inzake summiere aangiften bij binnenkomst/uitgang:

– de goederen hebben communautaire status,

– de goederen gaan vergezeld van handelsdocumenten (factuur of vervoers­document) die ten minste de krachtens artikel 317, lid 2, UCDW vereiste gegevens bevatten alsook de totale waarde van de goederen,

– de totale waarde van de door een voertuig vervoerde goederen mag niet meer dan EUR 10 000 bedragen,

– het document in kwestie moet bij uitgang van de goederen door de douaneautoriteiten van Kroatië van officiële merktekens zijn voorzien (handtekening, stempels en datum en uur van uitgang),

– voor zover dit nodig wordt geacht, worden de zendingen of voertuigen bij uitgang uit Kroatië naar behoren verzegeld,

– bij wederbinnenkomst op het grondgebied van Kroatië controleren de douaneautoriteiten de documenten, de duur van de doorreis, de verzegeling (indien aanwezig) en de goederen (waar van toepassing).

De toepassing van deze uitzonderingen mag niet in de weg staan aan de vereiste om risicoanalyses en veiligheidscontroles te verrichten, inlichtingen over risico's uit te wisselen overeenkomstig artikel 4 octies, lid 2, UCDW, en in geval van onregelmatigheden passende maatregelen te nemen. Kroatië moet de Commissie toereikend bewijs leveren dat de door de douaneautoriteiten getroffen voorzieningen gelijkwaardig zijn aan de risicoanalysenormen die in de EU-douanewetgeving zijn vastgesteld.

Behalve de hierboven genoemde verplichting om inlichtingen over risico's uit te wisselen, moet Kroatië de Commissie op grond van de overeengekomen procedures van het gemeenschappelijke risicobeheerkader regelmatig informeren over geconstateerde onregelmatigheden en, waar van toepassing, over de vervolgens genomen maatregelen.

Twee jaar na de datum van toetreding dient een evaluatie te worden verricht om na te gaan of deze regeling naar behoren wordt toegepast.

In voorkomend geval zal de Raad deze regeling, op voorstel van de Commissie, wijzigen of beëindigen.