Toelichting bij COM(2012)619 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2012/006 FI/Nokia Salo, Finland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 4 juli 2012 heeft Finland aanvraag EGF/2012/006 FI/Nokia Salo ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij Nokia plc (Salo) in Finland.

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:|

EGF-referentienummer| EGF/2012/006

Lidstaat| Finland

Artikel onder a)

Primaire onderneming| Nokia plc (Salo)

Leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode| 1.3.2012 – 1.7.2012

Startdatum voor de individuele dienstverlening| 29.2.2012

Datum van de aanvraag| 4.7.2012

Ontslagen tijdens de referentieperiode| 1 000

Ontslagen voor en na de referentieperiode| 0

Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen| 1 000

Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen| 1 000

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 10 273 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 419 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 3,92

Totaal budget (EUR)| 10 692 000

EFG-bijdrage (50 %) (EUR)| 5 346 000

1. De aanvraag werd op 4 juli 2012 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 21 augustus 2012 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG, als vastgesteld in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering

3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering voert Finland aan dat de huidige moeilijkheden van Nokia, Nokia Siemens Networks, nagenoeg alle onderaannemers en de getroffen gebieden dateren van februari 2011. In die periode had Nokia een ingrijpende verandering in de strategie van het bedrijf aangekondigd en had het met Microsoft een intensieve samenwerking opgezet voor het gebruik van Microsoft Windows Phone als primair besturingssysteem voor smartphones, terwijl Nokia's eigen besturingssysteem Symbian tot eind 2016 zou worden behouden als softwareplatform voor telefoons uit de goedkopere prijsklasse. De vraag naar Symbian-telefoons was intussen aanzienlijk gedaald en de activiteiten voor ontwikkeling en onderhoud op basis van Symbian werden daarom stopgezet.

4. Het was de bedoeling om de vestiging Nokia Salo operationeel te houden terwijl wereldwijd het personeelsbestand van het bedrijf met 12 % zou inkrimpen. Dit heeft geleid tot de sluiting van de vestiging in Cluj, Roemenië (september 2011), waarvoor een andere EFG-aanvraag werd ingediend[4]. Nokia Siemens Networks kondigde eveneens talrijke ontslagen aan (november 2011). Op 22 maart 2012 werden de ontslagen bij Nokia Salo aangekondigd, waarbij 1 000 van de 1 700 werknemers hun baan verloren. Er zijn nog meer ontslagen gepland en er wordt een follow-upaanvraag van Finland verwacht voor de volgende ontslagronde.

5. De hoofdreden voor de ontslagen is de relocatie van functies in de sector naar derde landen buiten Europa. De assemblage van mobiele telefoons, die vroeger in Salo en Cluj plaatsvond, is geoffshored naar Azië (China, Zuid-Korea, India en Vietnam, waar een nieuwe Nokiavestiging in aanbouw is). De vervaardiging van onderdelen en de productie in onderaanneming waren eerder al uit Europa weggehaald. Zowel design als productontwikkeling volgen de koers die reeds met de productie is ingeslagen en zijn of worden geoffshored.

6. Nokia is van plan om de assemblage van de toestellen over te brengen naar zijn fabrieken in Azië, waar de meeste van zijn leveranciers van onderdelen actief zijn. Door de assemblage naar Azië over te brengen, moet de marktintroductie van de toestellen worden bespoedigd. Door dichter bij de onderaannemers te werken, zal Nokia nieuwe innovaties sneller op de markt kunnen brengen en zijn concurrentiekracht kunnen verbeteren. Nokia verliest momenteel marktaandeel op zijn belangrijkste markten, China en India, terwijl verscheidene ondernemingen die goedkope telefoons produceren hun marktaandeel uitbreiden.

7. De sector van elektronica en elektrotechniek verschafte tijdens zijn bloeitijd in Finland werk aan meer dan 60 000 personen, maar tegen eind 2012 was dat aantal al teruggelopen tot 50 000. Tegelijkertijd nam het personeelsbestand van de filialen in derde landen van de bedrijven uit deze sector toe, wat een duidelijke aanwijzing vormde voor de offshoring van functies, met name naar Azië.

Personeel in Finland

 Personeel in buitenlandse filialen

8. Voor de sector van de mobiele telefonie zijn reeds talrijke EFG-aanvragen ingediend, alle gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering[5].

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder a)



9. De aanvraag werd door Finland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

10. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 1 000 ontslagen bij Nokia plc (Salo) tijdens de referentieperiode van vier maanden (van 1 maart 2012 tot en met 1 juli 2012). Zowel bij Nokia zelf als bij zijn onderaannemers worden nog meer ontslagen verwacht, daarvoor zal een afzonderlijke aanvraag worden ingediend. Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



11. De Finse autoriteiten voeren aan dat de ontslagen in de vestiging Salo onvoorzien waren, aangezien dit uitdrukkelijk werd uitgesloten toen Nokia grote aantallen ontslagen in Finland in februari 2011 aankondigde. Op dat moment werd ervan uitgegaan dat de vestiging Salo de productie van de smartphones op basis van het Windows Phone-platform zou verzorgen.

12. Toen eind november 2011 de sluiting van de vestiging in Cluj (Roemenië) werd aangekondigd, verklaarde Nokia tevens dat het de rol van de vestiging Salo herbekeek en dat er in 2012 enige ontslagen verwacht werden. Op 22 maart 2012 werd aangekondigd dat in de vestiging Salo tegen eind juni 1 000 ontslagen moesten vallen. Dit kwam onverwachts gezien de garanties die amper een jaar eerder waren gegeven en gezien het feit dat dit de eerste productievestiging was van Nokia waar aan productontwikkeling werd gedaan en tevens de plaats waar Nokia doorgaans de assemblage en daarmee verbonden leerprocessen voor nieuwe en belangrijke telefoonmodellen opstartte. Bovendien waren er in Finland al aanzienlijke personeelsinkrimpingen doorgevoerd, en werden geen extra inkrimpingen van deze omvang meer verwacht.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



13. De aanvraag heeft betrekking op 1 000 ontslagen bij Nokia plc (Salo). Voor alle 1 000 ontslagen werknemers worden de onderstaande maatregelen voorgesteld.

14. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie| Aantal| Percentage

Mannen| 36,5

Vrouwen| 63,5

EU-burgers| 94,4

Niet-EU-burgers| 5,6

15-24 jaar| 2,8

25-54 jaar| 80,3

55-64 jaar| 16,9

Ouder dan 64 jaar| 0,0

15. Twintig van deze werknemers hebben een langdurig gezondheidsprobleem of een handicap.

16. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie| Aantal| Percentage

Beleidvoerende en hogere leidinggevende functies| 1,5

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 1,4

Technici en lagere functies| 6,4

Administratieve functies| 4,9

Ambachtsberoepen en verwante beroepen| 10,4

Bedieningspersoneel van installaties en machines en assembleurs| 71,3

Lagere beroepen| 4,1

17. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Finland bevestigd dat in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en met name bij de toegang ertoe, een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non‑discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



18. De regio Salo maakt deel uit van de provincie Zuid-West-Finland, een van de meest exportgerichte provincies van het land (ongeveer 60 % van de industriële productie wordt uitgevoerd). In de jaren negentig groeide de regio uit tot een bijzonder productief gebied, dankzij de sterke groei van Nokia, dat op dat ogenblik de belangrijkste producent van mobiele telefoons ter wereld werd. Toen de positie van Nokia verzwakte en de wereldwijde financiële en economische crisis toesloeg, verslechterde ook de toestand in Salo wat betreft werkgelegenheid en productie, en kreeg de regio het harder te verduren dan andere regio's in Finland.

19. De economische structuur van de regio Salo is sinds de late jaren negentig bijzonder gespecialiseerd; de informatie- en communicatiesector vertegenwoordigde in 2008 meer dan 50 % van de toegevoegde waarde. Naarmate Nokia achteruitging, werden eerst de leveranciers getroffen en kwamen er bezuinigingen in de sectoren die voor elektronische componenten, plastic onderdelen en andere ondersteuning zorgden. Pas in de tweede fase ging Nokia snoeien in zijn eigen productie en uiteindelijk in zijn eigen personeelsbestand.

20. Salo ligt aan de kust van Zuid-West-Finland, op ongeveer 50 km van de provinciale centrumstad Turku, en op 100 km van Helsinki. De meeste werknemers wonen in de streek, maar sommige zijn pendelaars uit Turku en een nog kleiner aantal zijn pendelaars uit Helsinki.

21. De belangrijkste belanghebbenden zijn het Centrum voor Economische Ontwikkeling, Transport en Milieu van Zuid-West-Finland, de regionale dienst voor arbeidsvoorziening en economie, de stad Salo en de stad Somero.

22. Voor de reorganisatie van de activiteiten bij Nokia Salo is een brede en representatieve werkgroep opgericht. Verscheidene subgroepen hebben zich gebogen over een brede waaier thema's, waaronder diensten, welzijn, studies, nieuwe banen buiten Nokia en ondernemerschap. Er is een plaatselijke samenwerkingsgroep opgericht om specifieke hulp te bieden aan bedienden. Een andere groep, 'Invest in Salo', zet zich in om het aanbod op de arbeidsmarkt te koppelen aan de arbeidsbehoeften van belangstellende bedrijven.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



23. Voor het begin van de recessie in 2008 bedroeg het werkloosheidscijfer in de regio Salo 6 %. Het verdubbelde (12 %) tegen eind 2009 en vertoont sindsdien een licht stijgende trend. Het risico bestaat dat het werkloosheidscijfer door de huidige ontslagen en de verwachte tweede ontslagronde tegen eind 2012 tot 15 – 17 % oploopt.

24. De situatie van Salo verschilt in belangrijke mate van die in andere delen van Finland waar Nokia zijn activiteiten heeft verminderd. Het grootste gedeelte van het personeel bij Nokia Salo werkte traditioneel in de assemblage of verrichtte gelijkaardige taken, terwijl bij andere afdelingen in Finland de nadruk lag op onderzoeks- en designfuncties. De huidige en toekomstige ontslagen bij Nokia Salo treffen daarom vooral arbeiders. Gezien de onderwijsachtergrond van de arbeiders, van wie ongeveer 40 % enkel basisonderwijs en 39 % secundair onderwijs heeft genoten, zullen deze ontslagen het percentage van de laaggeschoolden onder de werklozen in Salo aanzienlijk opdrijven. De beroepskwalificaties van deze arbeiders stammen in de meeste gevallen uit andere sectoren dan die van technologie of technische activiteiten. Zij zijn lang geleden verworven, en de arbeiders hebben in deze vakgebieden geen ervaring opgedaan zodat zij niet kunnen voortbouwen op hun kwalificaties.

25. Salo verkeert tevens in een zwakke financiële situatie en de ontslagen bij Nokia zullen invloed hebben op de belastinginkomsten van de gemeente. Als werkgever zal de stad waarschijnlijk zelf een aantal van haar eigen medewerkers moeten ontslaan en kan zij de ontslagen personeelsleden van Nokia geen banen aanbieden om hen te helpen.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



26. De maatregelen voor de werknemers van Nokia Salo hebben tot doel hen te helpen om een nieuwe baan te vinden/een eigen bedrijf op te richten of om zicht ertoe te verbinden aanvullend onderwijs of een aanvullende opleiding te volgen (of beide). Zij omvatten de volgende activiteiten:

– Begeleiding bij het zoeken naar een baan: na persoonlijke adviessessies voor alle werknemers die moeten worden ontslagen (deze sessies maken geen deel uit van de EFG-aanvraag) werd in de Nokiavestiging begonnen met diepgaandere begeleiding terwijl de werknemers nog in hun opzeggingstermijn waren. Daarna volgden individuele en groepsbegeleiding, de organisatie van en de deelname aan jobbeurzen, informatieverspreiding over de plaatselijke arbeidsmarkt en gezochte banen, verbetering van de werkzoekvaardigheden, met name voor wie nog niet jarenlang werkloos was. De duur van de begeleiding bij het zoeken naar een baan varieert van vijf tot twintig dagen, naargelang van de behoeften van de werknemers. Naar schatting 600 werknemers zullen willen inschrijven voor deze diepgaande begeleiding, die ongeveer 450 EUR per persoon kost. De overige 400 werknemers zullen na de eerste persoonlijke begeleidingssessies geen verdere begeleiding nodig hebben.

– Scholing en omscholing: het gaat hierbij om twee grote actiegebieden: voorbereidende arbeidsmarkttraining voor wie nog geen plannen heeft voor een verdere carrière, en omscholing voor wie weet wat hij wil maar de noodzakelijke kwalificaties mist. De voorbereidende arbeidsmarkttraining vormt het logische vervolg op de daaraan voorafgaande begeleiding bij het zoeken naar een baan. Naar verwachting zullen 170 werknemers gebruik maken van dit aanbod, dat ongeveer 2 700 EUR per persoon kost. De beroepsomscholing kan voortbouwen op eerder verworven kwalificaties en ervaring of kan de werkzoekende helpen om een nieuwe richting in te slaan. In bepaalde gevallen is het mogelijk om een kwalificatie van het hoger onderwijs te behalen. Aan de ontslagen werknemers van Nokia Salo wordt een brede waaier aan cursussen aangeboden. Naar verwachting 550 werknemers zullen gebruik maken van die mogelijkheid, die ongeveer 6 880 EUR per persoon kost.

– Begeleiding naar ondernemerschap en diensten voor nieuwe ondernemers: hiervoor zullen de Finse autoriteiten een beroep doen op de activiteiten van Protomo in het ontwikkelingscentrum Yrityssalo, dat volledig in handen van de stad Salo is en bedrijfsdiensten en begeleiding bij het opstarten van een bedrijf aanbiedt. Protomo is een omgeving voor open innovatie, waarbij de deelnemers de mogelijkheid krijgen om ideeën in prototypes om te zetten, in teamverband aan proefprojecten te werken, nieuwe producten en diensten te ontwikkelen en nieuwe bedrijven op te zetten en banen te scheppen. Protomo brengt nieuwe ideeën en innovatieve mensen bij elkaar. Tijdens de uitvoering van dit EFG-dossier zullen drie personen (in Salo en Turku) voltijds worden tewerkgesteld in gehuurde kantoren om de Protomodiensten aan te bieden aan de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. Deze dienstverlening voor naar schatting 240 werknemers kost 450 000 EUR.

Het Protomoconcept fungeert als matchmaker voor nieuwe ondernemers. De Protomodatabase bestaat uit veelbelovende ideeën die door personen of ondernemingen uit de streek werden voorgesteld. Vervolgens begeleiden mentoren van Protomo de ontslagen werknemers in kleine groepen om met die ideeën aan de slag te gaan, hetzij als nieuwe onderneming die de goederen of diensten levert waaraan een behoefte blijkt te bestaan, hetzij door zich aan te sluiten bij de bedenker van het idee en dit vanuit een bestaande onderneming verder uit te werken. Het team van Protomo zorgt voor faciliteiten en advies voor dit groepswerk, beoordeelt de haalbaarheid van het voorstel en zorgt waar nodig voor de noodzakelijke deskundigen. Het ter beschikking stellen van deskundigen en benodigdheden voor de 240 deelnemers kost 360 000 EUR. Protomo werkt met groepen van vier tot zes personen en wil er zo zestig opstarten. Naar verwachting meer dan de helft van die groepen kan uitgroeien tot levensvatbare nieuwe ondernemingen.

Potentiële nieuwe ondernemers worden bijgestaan met advies, relevante opleiding, begeleiding, voorlichting en ondersteuning, en soms worden ook opstartsubsidies toegekend. De opstartsubsidies ondersteunen de nieuwe ondernemer met een dagvergoeding tijdens de eerste maanden van de nieuwe onderneming. De noodzakelijke opleiding voor de 240 werknemers kost 240 000 EUR. Protomo kan tevens zorgen voor externe deskundigen met bijzondere knowhow voor de toekomstige ondernemers; voor de 240 betrokken werknemers kost deze dienst naar schatting 120 000 EUR.

– Steun voor het opstarten van zelfstandige activiteiten: het gaat hierbij om een opstartsubsidie die de toekomstige ondernemer een inkomen waarborgt gedurende maximaal 18 maanden na de start van zijn activiteiten. De basisvergoeding bedraagt 31,36 EUR per dag. Dat wordt aangevuld met een variabel supplement, dat niet meer dan 60 % van de basisvergoeding kan bedragen. Naar verwachting zullen ongeveer 60 personen voor deze vergoeding in aanmerking komen, en zal tijdens de uitvoeringsperiode gemiddeld 6 000 EUR worden uitbetaald. De begunstigden krijgen tijdens deze fase nog steeds begeleiding en ondersteuning van Protomo.

– Mobiliteitstoelagen: hiertoe behoren zowel reiskosten als verhuiskosten. De werkzoekenden slagen er mogelijk niet in om een nieuwe baan te vinden in de onmiddellijke omgeving, en moeten zich daarom verplaatsen voor sollicitatiegesprekken en mogelijk verhuizen om een baan aan te nemen. Reiskosten worden berekend op basis van het aantal kilometers, en indien nodig worden de verblijfskosten vergoed. De bijdrage in de verhuiskosten bedraagt maximaal 700 EUR.

– Arbeidsbemiddeling in het Service Point: de werknemers van Nokia Salo hebben toegang tot een Service Point dat hen begeleidt tijdens de implementatiefase. Het Service Point, dat zich oorspronkelijk in de gebouwen van Nokia bevond, verstrekt van aanvang aan advies aan de betrokken werknemers en biedt een meer gepersonaliseerde en diepgaandere dienstverlening dan wat de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling normaal kan aanbieden. Het waarborgen dat geen enkele werknemer afglijdt naar langdurige werkloosheid krijgt bijzondere aandacht. Het Service Point blijft na de eerste intensieve inspanningen toegankelijk voor de begeleiding van de werknemers die gebruikmaken van hun individuele maatregelen. Het openhouden van het Service Point voor alle 1 000 werknemers waarvoor steun wordt aangevraagd, kost 900 000 EUR.

– Loonsubsidies: loonsubsidies zijn beschikbaar voor werkgevers die werknemers willen aanwerven waarvoor steun wordt aangevraagd, terwijl zij zich goed bewust zijn van de lacunes in de competenties of de beroepskwalificaties van hun toekomstige werknemers en bereid zijn om ervoor te zorgen dat zij de nodige ondersteuning en praktijkopleiding krijgen om zich in te werken in een baan waarmee zijn niet vertrouwd zijn. De looptijd wordt bepaald op basis van de behoeften van de werknemer. Het bedrag per werknemer in dit stelsel beloopt naar schatting gemiddeld 7 500 EUR.

– Gegevensinzameling bij bedrijven: dit project stelt de Diensten voor Arbeidsvoorziening en Economische Ontwikkeling, de Centra voor Economische Ontwikkeling en het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie in staat om telefonisch onderzoek te verrichten bij de bedrijven en actuele informatie te verzamelen over de personeelsbehoeften van de ondernemingen. Met deze informatie kunnen zij de werknemers op het juiste pad zetten en hen bijstaan in hun keuzes voor opleidingen. Deze telefonische ondervragingen gebeuren gecentraliseerd en de resultaten worden op een gestructureerde wijze beschikbaar gesteld voor de actoren. De kosten van deze dienstverlening worden op 120 000 EUR geraamd.

– Loopbaanbegeleiding en in kaart brengen van beroepskwalificaties en competenties: de beroepscompetenties en opleidingsachtergrond van personen die bij Nokia lange tijd assemblagewerk hebben verricht, lopen zeer uiteen en kunnen via het in kaart brengen van beroepskwalificaties en competenties worden beoordeeld. Met het oog op persoonlijke begeleiding en het opstellen van opleidingsplannen is het essentieel om voor elke medewerker het vertrekpunt te kennen. Het in kaart brengen van beroepskwalificaties en competenties staat tegenover de informatie uit de op telefonische bevraging van ondernemingen gebaseerde verslagen en statistieken over de personeelsbehoeften van de ondernemingen. Doorgaans wordt het in kaart brengen van beroepskwalificaties en competenties uitbesteed aan instellingen voor beroepsonderwijs. Naar verwachting 450 werknemers zullen hiervan gebruikmaken, de kostprijs bedraagt 500 EUR per persoon.

– Beoordeling arbeidscapaciteit: sommige ontslagen werknemers hebben een beperkte arbeidscapaciteit en dit moet eerst worden onderzocht voordat afspraken kunnen worden gemaakt over nieuwe plannen en steunmaatregelen voor werkgelegenheid. De Dienst voor Arbeidsvoorziening en Economische Ontwikkeling kan de werkzoekenden ondersteunen met de voor de beoordeling van de arbeidscapaciteit noodzakelijke medische onderzoeken. De kosten hiervoor worden geraamd op gemiddeld 2 500 EUR per persoon.

27. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding en beheer (het opzetten van de nodige systemen, reiskosten en vertalingen), communicatie (op plaatselijk, regionaal en nationaal niveau) en certificatie en toezicht. Er werd reeds een nationale communicatiecampagne gevoerd toen voor het eerst een EFG-aanvraag werd overwogen, en nogmaals toen de aanvraag bij de Commissie werd ingediend. De door Nokia ontslagen personen zullen ervan in kennis worden gesteld dat de aangeboden dienstverlening door het EFG wordt medegefinancierd. De beste praktijken van de implementatie zullen worden belicht, met de klemtoon op de begunstigden die een nieuwe baan hebben gevonden.

28. De door de Finse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Finse autoriteiten ramen de totale kosten op 10 692 000 EUR, waarvan 10 273 000 uitgaven voor individuele dienstverlening zijn en 419 000 EUR (= 3,92 % van het totale bedrag) uitgaven voor de implementatie van het EFG. Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 5 346 000 EUR (50 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geraamde kosten per betrokken werknemer (in EUR)| Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in EUR )

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

Begeleiding bij het zoeken naar een baan| 270 000

Scholing en omscholing (beroepsgericht)| 6 3 784 000

Scholing en omscholing (voorbereidend)| 2 459 000

Bevordering van ondernemerschap (Protomo-activiteiten)| 1 450 000

Bevordering van ondernemerschap (Protomodienstverlening)| 1 360 000

Bevordering van ondernemerschap (Protomo-opleiding)| 1 240 000

Bevordering van ondernemerschap (Protomodienstverlening)| 120 000

Steun voor de opstart van zelfstandige activiteiten| 6 360 000

Mobiliteitstoelagen| 60 000

Arbeidsbemiddeling in het Service Point| 1 900 000

Loonsubsidies| 7 2 700 000

Gegevensinzameling bij bedrijven| 1 120 000

Loopbaanbegeleiding en in kaart brengen van beroepskwalificaties en competenties| 225 000

Beoordeling arbeidscapaciteit| 2 225 000

Subtotaal individuele dienstverlening|| 10 273 000

Uitgave voor de implementatie van het EGF (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding|| 72 000

Beheer|| 152 000

Voorlichting en publiciteit|| 183 000

Controle|| 12 000

Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG|| 419 000

Totale geschatte kosten|| 10 692 000

EFG-bijdrage (50 % van de totale kosten)|| 5 346 000

29. Finland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat de nodige maatregelen zijn genomen om dubbele financiering te voorkomen. In Zuid-West-Finland is een coördinatiegroep voor de plotse structurele veranderingen actief die onder meer de taak heeft de verantwoordelijkheden tussen het ESF en het EFG te verdelen. De stuurgroep van dit project is verantwoordelijk voor het beheer, de sturing en de vaststelling van de strategische richtsnoeren en de doelstellingen van de activiteiten. De projectgroep van zijn kant is verantwoordelijk voor het opstarten van maatregelen in de regio Salo en voor het toezicht op en de beoordeling van de praktische vorderingen van de structurele verandering op basis van de door de stuurgroep vastgestelde strategische doelstellingen. In de werkgroepen zijn regionale actoren, met inbegrip van de sociale partners en gemeenschappelijke gemeentelijke onderwijsautoriteiten, ruim vertegenwoordigd.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



30. Op 29 februari 2012 maakte Finland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



31. De sociale partners zijn van aanvang af, en nu nog steeds, bij het proces betrokken. Voor nadere informatie zie punt 29.

32. De Finse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

33. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Finse autoriteiten in de aanvraag:

· bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen;

· aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

· bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



34. Finland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie, dat tevens de bijdragen uit het ESF beheert. Datzelfde ministerie zal ook fungeren als certificerende instantie. De functies en hiërarchische structuur van de departementen die voor deze beide taken de verantwoordelijkheid dragen, zijn strikt gescheiden. De beheersfuncties zijn toegewezen aan het departement Tewerkstelling en Ondernemerschap, terwijl de certificeringsfuncties in handen zijn van de eenheid Personele Middelen en Administratie. Het Ministerie heeft een handboek opgesteld waarin de te volgen procedures zijn beschreven.

Financiering



35. Op grond van de aanvraag van Finland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de implementatie van het EFG) 5 346 000 EUR (50 % van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Finland.

36. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financieel kader.

37. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

38. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak om van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

39. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Herkomst van de betalingskredieten



40. Het aanvankelijk in begrotingsonderdeel 04 05 01 in 2012 opgenomen bedrag aan betalingskredieten zal na de goedkeuring van de tot dusverre ingediende voorstellen voor beschikbaarstelling van middelen uit het EFG door beide takken van de begrotingsautoriteit volledig opgebruikt zijn en derhalve niet toereikend zijn ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag. Er zal worden verzocht om een verhoging van de betalingskredieten in het EFG-begrotingsonderdeel via een overschrijving indien er een bron van beschikbare kredieten kan worden aangesproken, of via een gewijzigde begroting. Kredieten van dat begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde bedrag van 5 346 000 EUR.