Toelichting bij COM(2009)148 - Technische aanpassing van het financieel kader voor 2010 op grond van de ontwikkeling van het BNI

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0148

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Technische aanpassing van het financieel kader voor 2010 op grond van de ontwikkeling van het BNI (Punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer) /* COM/2009/0148 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 1.4.2009

COM(2009) 148 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Technische aanpassing van het financieel kader voor 2010 op grond van de ontwikkeling van het BNI (Punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIEAAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Technische aanpassing van het financieel kader voor 2010 op grond van de ontwikkeling van het BNI (Punt 16 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer)

1.

Inleiding



HET INTERINSTITUTIONEEL AKKOORD (IIA) VAN 17 MEI 2006 BETREFFENDE DE BEGROTINGSDISCIPLINE EN EEN GOED FINANCIEEL BEHEER (PB C 139/1 VAN 14.6.2006) BEVAT DE TABEL VAN HET FINANCIEEL KADER VOOR EU-27 VOOR DE PERIODE 2007-2013, UITGEDRUKT IN PRIJZEN VAN 2004 (TABEL 1).

In punt 16 van het IIA is bepaald dat de Commissie ieder jaar vóór de begrotingsprocedure van het begrotingsjaar n+1 overgaat tot de technische aanpassing van het financiële kader op grond van de ontwikkeling van het bruto nationaal inkomen (BNI) en van de prijzen. De ontwikkeling van het BNI is geactualiseerd aan de hand van de jongst beschikbare economische ramingen.

Met betrekking tot de prijzen voorziet het IIA (punt 16) in een vaste deflator van 2% voor alle uitgaven, die in het kader van de technische aanpassing voor 2007 reeds is toegepast (zie COM(2006) 327 van 22.6.2006). In deze aanpassing wordt bijgevolg niet geraakt aan de prijzen, aangezien de uitgavenplafonds in lopende prijzen voor de hele periode 2007-2013 al beschikbaar zijn sinds vorig jaar.

Bij deze mededeling wordt de begrotingsautoriteit het resultaat van deze technische aanpassing (EU-27) voor het begrotingsjaar 2010 medegedeeld.

2. AANPASSING VAN DE TABEL VAN HET FINANCIEEL KADER (TABELLEN 1-2)

Tabel 1 heeft betrekking op het financieel kader voor EU-27 zoals vastgesteld in het IIA (PB L 6/7 van 10.1.2008), d.w.z. in prijzen van 2004.

Tabel 2 bevat het voor 2010 aangepaste financieel kader voor EU-27 (d.w.z. in lopende prijzen, ongewijzigd ten opzichte van de aanpassing voor 2007 - zie COM(2006) 327 van 22.6.2006, behalve dat het financieel kader in procent van het BNI geactualiseerd is aan de hand van de jongst beschikbare economische ramingen).

2.1. Totaalbedrag BNI

Het BNI voor 2010 is aan de hand van de meest recente raming vastgesteld op 12 153 601 miljoen EUR in lopende prijzen voor EU-27 (en 11 891 507 miljoen EUR voor 2009, 12 336 548 miljoen EUR voor 2008 en 12 160 707 miljoen EUR voor 2007).

Voor de jaren daarna (2011-2013) is het BNI van de EU-27 berekend op basis van interne prognoses van de Commissie van de gemiddelde jaarlijkse reële groei. Dit zijn indicatieve prognoses die jaarlijks worden bijgesteld aan de hand van de meest recente economische ramingen.

2.2. Belangrijkste resultaten van de technische aanpassing van het financieel kader voor 2010 (EU-27)

Het totale maximum voor de vastleggingskredieten in 2010 (139 489 miljoen EUR) komt overeen met 1,15 % van het BNI.

Het corresponderende totale maximum voor de betalingskredieten (133 505 miljoen EUR) komt overeen met 1,10 % van het BNI. Op basis van de meest recente economische ramingen laat dit een ruimte van 17 200 miljoen EUR onder het maximum (1,24 %) van de eigen middelen (0,14 % van het BNI voor EU-27).

3. ANDERE ELEMENTEN IN VERBAND MET DE TECHNISCHE AANPASSING

3.1. Rubriek 5 (Administratie)

Wat rubriek 5 betreft, wordt in een voetnoot bij het financieel kader aangegeven dat de pensioenuitgaven die onder het maximum van deze rubriek vallen, moeten worden berekend zonder de bijdragen van het personeel in de pensioenregeling, binnen de grens van 500 miljoen EUR (prijzen van 2004) voor de periode 2007-2013. Deze bepaling houdt een dubbele limiet in op de bedragen die in mindering komen van de pensioenuitgaven voor de toepassing van het maximum van de rubriek:

- dit bedrag mag per jaar niet groter zijn dan de bijdragen die onder de ontvangsten van de begroting zijn opgenomen;

- het gecumuleerde totaal van de in mindering gebrachte bedragen van de periode 2007-2013 mag niet groter zijn dan 500 miljoen EUR tegen prijzen van 2004 of gemiddeld 71,4 miljoen EUR per jaar (80,0 miljoen EUR tegen prijzen van 2010).

Gelet op het vaste karakter van de administratieve uitgaven moet ieder jaar de laagste limiet worden aangehouden om te vermijden dat aan het begin van een periode een marge wordt gebruikt die dan later niet volledig meer beschikbaar is. Voor 2010 bedraagt het in mindering te brengen bedrag 80,0 miljoen EUR tegen lopende prijzen.

3.2. Uitgaven buiten het financieel kader 2007-2013

Er zijn instrumenten die buiten de in het financieel kader 2007-2013 overeengekomen uitgavenmaxima vallen. Deze instrumenten dienen om snel te kunnen reageren op uitzonderlijke of onvoorziene gebeurtenissen, en zij geven - binnen bepaalde grenzen - enige flexibiliteit boven de overeengekomen uitgavenmaxima.

- de reserve voor noodhulp , die kan worden aangesproken voor maximaal 221 miljoen EUR per jaar in prijzen van 2004, d.w.z. 248,9 miljoen EUR in 2010 in lopende prijzen (1 744 miljoen EUR voor de hele periode in lopende prijzen);

- het Solidariteitsfonds van de EU , waarvan het jaarlijkse maximumbedrag in lopende prijzen 1 miljard EUR is;

- het flexibiliteitsinstrument , met een jaarlijks maximumbedrag in lopende prijzen van 200 miljoen EUR, plus het deel van de niet-gebruikte bedragen van 2005-2009 dat naar 2010 mag worden overgedragen.

Daarnaast kan voor ten hoogste 500 miljoen EUR per jaar in lopende prijzen een beroep worden gedaan op het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) door eender welke marge onder het totale maximum van de vastleggingskredieten van het voorgaande jaar en/of de geannuleerde vastleggingen van de vorige twee jaar aan te spreken (met uitzondering van die van rubriek 1b). Voor 2010 is aan de voorwaarden voldaan om de 500 miljoen EUR als voorziening in de begroting op te nemen.

4. OPERATIES BUITEN DE BEGROTING EN DE EIGEN MIDDELEN OM

IN PUNT 11, VIERDE ALINEA, VAN HET IIA IS BEPAALD DAT INFORMATIE OVER OPERATIES DIE NIET IN DE ALGEMENE BEGROTING ZIJN OPGENOMEN, EN OVER DE VERMOEDELIJKE ONTWIKKELING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN EIGEN MIDDELEN VAN DE GEMEENSCHAP INDICATIEF WORDT VERSCHAFT IN TABELLEN EN JAARLIJKS WORDT BIJGEWERKT BIJ DE TECHNISCHE AANPASSING VAN HET FINANCIEEL KADER.

In de tabellen 3.1 tot 3.2 wordt deze informatie, aangepast op basis van de meest recente ramingen, verschaft. Zij betreft het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en de samenstelling van de eigen middelen.

BIJLAGEN

TABEL 1: FINANCIEEL KADER 2007-2013

[afbeelding - zie origineel document]

TABEL 2: VOOR 2010 AANGEPAST FINANCIEEL KADER (EU-27)

[afbeelding - zie origineel document]

TABEL 3: INDICATIEVE PROGRAMMERING VAN DE NIET IN DE BEGROTING OPGENOMEN UITGAVEN EN INDICATIEVE ONTWIKKELING VAN DE VERSCHILLENDE SOORTEN EIGEN MIDDELEN

[afbeelding - zie origineel document]