Toelichting bij COM(2010)453 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/002 ES/Catalonië automobielsector - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)453 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/002 ES/Catalonië automobielsector. |
---|---|
bron | COM(2010)453 |
datum | 02-09-2010 |
De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].
Op 29 januari 2010 heeft Spanje aanvraag EGF/2010/002 ES/Catalonië automobielsector voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in 23 bedrijven die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers)[3] in de NUTS II-regio Catalonië (ES51) in Spanje ingediend.
Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.
Belangrijkste gegevens:
EGF-referentienummer EGF/2010/
Lidstaat Spanje
Artikel onder b)
Betrokken ondernemingen
NUTS II-regio Catalonië (ES51)
NACE Rev. 2-afdeling 29 (vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers)
Referentieperiode 23.2.2009 t/m 22.11.
Startdatum voor de individuele dienstverlening 1.12.
Datum van de aanvraag 29.1.
Ontslagen tijdens de referentieperiode 2
Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 1
Individuele dienstverlening: budget in euro's 4 066
% uitgaven voor de implementatie van het EFG[4]: budget in euro's 168
% uitgaven voor de implementatie van het EFG 3,
Totaal budget in euro's 4 235
EFG-bijdrage in euro's (65%) 2 752
1. De aanvraag werd op 29 januari 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 26 april 2010 toegevoegd.
2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.
Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis
3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Spanje aangevoerd dat de automobielsector ingevolge de economische crisis in de hele wereld zwaar onder druk staat. De Commissie heeft reeds erkend dat de financiële crisis die de economische neergang heeft veroorzaakt, de automobielsector bijzonder hard heeft getroffen[5], aangezien – afhankelijk van de lidstaat – 60 tot 80% van de nieuwe auto's in Europa op krediet wordt gekocht. Tijdens het tweede kwartaal van 2009 en na 12 opeenvolgende maanden van afnemende productie lag de totale voertuigenproductie in de EU 39,5% lager dan een jaar tevoren. De neergang heeft alle grote autoproducenten op de Europese markt hard getroffen[6].
4. De financiële en economische wereldcrisis had zware gevolgen voor de vraag naar voertuigen in Spanje en op de exportmarkten. In 2008 is het aantal inschrijvingen van nieuwe auto's in Spanje met 28% gedaald in vergelijking met het jaar daarvoor. Dat is hoofdzakelijk te wijten aan de strenge kredietvoorwaarden, het zeer geringe consumentenvertrouwen en de dalende koopkracht van de consument. Doordat dit een wereldwijde crisis is, is ook de verkoop in het buitenland van in Spanje geproduceerde auto's met 9,6% gedaald. Aangezien de Spaanse automobielsector 85% van zijn productie – grotendeels binnen de EU – uitvoert, had deze daling van de uitvoer en van de binnenlandse vraag zeer negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in de automobielsector.
5. Spanje heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat het aantal ontslagen in de Catalaanse automobielsector zich in de laatste vier jaar als volgt heeft ontwikkeld (waarbij elk jaar met het voorgaande jaar wordt vergeleken):
- 7,59% - 5,49% 42,25% 157,21%
Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)
6. De aanvraag werd door Spanje ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling.
7. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 2 330 gedwongen ontslagen in 23 bedrijven die zijn ingedeeld in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling tijdens de referentieperiode van negen maanden (van 23 februari 2009 tot en met 22 november 2009) en die alle gelegen zijn in één enkele regio (ES51) volgens de NUTS II-indeling, namelijk Catalonië. Alle ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. Voor 1 429 van deze 2 330 ontslagen werknemers wordt steun aangevraagd.
Het onvoorziene karakter van deze ontslagen
8. De Spaanse autoriteiten argumenteren dat hoewel de automobielsector zelfs vóór de crisis met problemen te kampen had, die hoofdzakelijk aan delokalisatie te wijten waren, de automobielsector in Catalonië er tot begin 2008 in was geslaagd om stabiel te blijven. Van dat ogenblik af begon de sector de gevolgen van de financiële en economische crisis te voelen met een plotse daling van de vraag naar auto's in Spanje en in de hele wereld. Bedrijven en regeringen konden deze ongekend sterke en snelle daling van de vraag niet voorzien.
De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd
9. De aanvraag heeft betrekking op 2 330 gedwongen ontslagen in de volgende 23 ondernemingen:
Bedrijven en aantal ontslagen
Ac de Mecaniques Joan, SL Industrias del Molde y Derivados, SA
Castellón, SA Manufactura Moderna de Metales, SA
Catalana de Material Auxiliar de la Construccion SA (CAMAC) Nissan Motor Ibérica, SA
Construcciones Mecanicas Ceman, SA Peguform Module Div. Iberica Front Ends, SLU
Decolletatge Farrés, SA Poliester Nautic
Esteban Ikeda, SA Poliester So Ma, SL
Fabricación Componen. Motocicletas, SA Prensas y Montajes Industriales, SA
Febersa Industrial, Sa Solfer Componenti España, SL
Federal Mogul Friction Products, SAU Talleres Lape, SL
Flexngate España. SA Utymat, SA
Frape Behr, SA Y-Tec Europa, SA
Industrial Carrocera Arbuciense SA (INDCAR)
Totaal aantal ondernemingen: Totaal aantal ontslagen: 2
10. Voor alle ontslagen werknemers, met uitzondering van de 901 ex-Nissanwerknemers (dit wil zeggen voor 1 429 van de in totaal 2 330 ontslagen werknemers), wordt steun aangevraagd. De werknemers van Nissan zullen geen steun van het EFG ontvangen omdat zij in aanmerking komen voor de maatregelen van hun eigen sociaal plan.
11. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:
Categorie Aantal Percentage
Mannen 1 74,
Vrouwen 25,
EU-burgers 1 97,
Niet-EU-burgers 2,
15 - 24 jaar 1,
25 - 54 jaar 1 73,
55 - 64 jaar 24,
Ouder dan 65 jaar 0,
12. Vijf van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, hebben een handicap.
13. Uitsplitsing per beroepscategorie[7]:
Categorie Aantal Percentage
Leidinggevende functies 1,
Specialisten 2,
Technici en lagere functies 12,
Administratieve functies 9,
Dienstverlenende functies 0,
Ambachtsberoepen en verwante beroepen 9,
Bedieningspersoneel van installaties en machines 32,
Lagere beroepen 31,
14. Uitsplitsing per onderwijsniveau[8]:
Onderwijsniveau Aantal Percentage
Basisonderwijs 41,
Secundair onderwijs 23,
Postsecundair, niet-tertiair onderwijs 6,
Tertiair onderwijs 4,
Ongeschoolden of voortijdige schoolverlaters 23,
15. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Spanje bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.
Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden
16. Het gebied waar de ontslagen vallen, ligt in de NUTS II-regio Catalonië en is geconcentreerd in het grootstedelijk gebied Barcelona, dit wil zeggen in de stad Barcelona en de middelgrote steden in de omgeving, die een grootstedelijk gebied met meerdere centra vormen.
17. Catalonië telt veel micro-ondernemingen (negen van de tien ondernemingen tellen minder dan tien werknemers), alsook ondernemingen met meer dan 250 werknemers, die goed zijn voor 30% van de totale werkgelegenheid. De dienstensector vertegenwoordigt 69% van de totale werkgelegenheid, de industrie 19% en de primaire sector 12%. In Catalonië werkt 3% van de werknemers die in de industrie werkzaam zijn, in de automobielsector.
18. De belangrijkste betrokkenen zijn het departement werkgelegenheid van de autonome regering van Catalonië (Generalitat de Cataluña - Departament de Treball) en de sociale partners die deel uitmaken van de raad van bestuur van de arbeidsbureaus van Catalonië (Servei de Ocupació de Catalunya): de vakbonden Comisión Obrera Nacional de Cataluña en Unión General de Trabajadores, twee werkgeversorganisaties (Foment del Treball en PIMEC[9]), en twee verenigingen die de gemeentebesturen van Catalonië vertegenwoordigen. De Servei de Ocupació de Catalunya zal instaan voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen, het toezicht op de procedures en de controle van de uitgaven.
Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid
19. Ongeveer 90% van de ontslagen waar het in deze aanvraag om gaat, hebben zich in het grootstedelijk gebied Barcelona voorgedaan. Deze ontslagen werknemers vertegenwoordigen voorts 5% van het totale aantal nieuwe werklozen in de industrie in Catalonië. Buiten Barcelona was het aantal ontslagen klein in absolute termen (137 in Santa Oliva, Tarragona en 71 in Arbuciés, Gerona). Niettemin hebben deze ontslagen zware gevolgen op plaatselijk niveau, aangezien zij respectievelijk 40% en 20% van de werkloosheid in die twee gemeenten vertegenwoordigen.
20. Door de economische en financiële crisis heeft zich in Catalonië het omgekeerde voorgedaan als wat met de belangrijkste indicatoren van de Lissabonstrategie wordt beoogd. Tussen Q2/2008 en Q2/2009 daalde de arbeidsparticipatie van werknemers van 16 tot 64 jaar van 72,1% tot 64,9% (70,5% voor mannen en 59,1% voor vrouwen). De totale werkloosheid verdubbelde tijdens diezelfde periode van 7,6% naar 15,9%
Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties
21. Al de hierna volgende maatregelen vormen samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces:
22. Algemene informatie, loopbaanbegeleiding en profilering : bij de eerste maatregel, die aan alle 1 429 deelnemers wordt aangeboden, wordt het profiel van de werknemers opgesteld en wordt informatie verstrekt over beschikbare banen, vaardigheids- en opleidingseisen, beschikbare scholingsprogramma's en ondersteuningsprogramma's voor werkstages, mobiliteitstoelagen en maatregelen ter stimulering van arbeidsparticipatie en re-integratie. Om toegang te hebben tot individuele dienstverlening, moet de werkloze van deze maatregel gebruik maken. Niettemin wordt de participatie slechts geraamd op 77% van de werklozen voor wie steun wordt aangevraagd. Dat komt hoofdzakelijk door het vrij hoge aandeel oudere werknemers.
23. Outplacementdiensten : in deze maatregel worden twee complementaire acties gecombineerd. Enerzijds wordt de individuele ondersteuning vastgesteld en uitgevoerd en wordt voor de follow-up gezorgd. De werkloze krijgt ook een mentor die hem begeleidt tot hij nieuw werk heeft. Gezien het gemiddelde profiel van de deelnemers (laaggekwalificeerde mannen ouder dan 45 jaar), kan het mentorschap echter ook daarna worden voortgezet. Anderzijds wordt ook intensief naar werk gezocht en worden de plaatselijke en regionale arbeidskansen actief onderzocht. De participatie wordt geraamd op 70% van de deelnemers aan het profileringsinterview.
24. Intensieve hulp bij het zoeken naar werk : deze maatregel moet alle werknemers voor wie steun wordt aangevraagd de benodigde materiële middelen en begeleiding (individueel of in de vorm van workshops) bij het zoeken naar werk bieden. De werknemers die van deze maatregel gebruik maken, krijgen ook een gespreksgroep: een plek om ervaringen en advies over solliciteren uit te wisselen. Het is de bedoeling de deelnemers op deze manier te motiveren om actief werk te blijven zoeken.
25. Algemene scholing en herscholing : deze maatregel biedt verschillende opleidingstrajecten:1) Individuele, op maat gesneden opleiding om de capaciteiten en het potentieel van elke ex-werknemer naar gelang van de persoonlijke situatie en vooruitzichten te ontwikkelen. Het kan hierbij gaan om opleiding om te slagen voor een vergelijkend onderzoek, de middelbare school af te maken, een diploma te halen, tertiair onderwijs te gaan volgen enz.
2) Opleiding in sectoren die kansen bieden of zullen bieden, of opleiding voor banen die met de automobielsector verband houden.
3) Opleiding voor zelfstandigen. Deze opleiding is bedoeld voor wie reeds een idee voor een bedrijf heeft, en heeft betrekking op aspecten zoals planning, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies, het opstellen van bedrijfsplannen en het werven van kapitaal. De trajecten 1 en 2 zullen voor zover mogelijk worden aangevuld met één tot drie maanden stage in een onderneming. De deelnemers aan de stage ontvangen een uitkering van ongeveer 350 euro per maand.
26. Opleiding voor specifieke beroepskwalificaties : deze opleiding is bedoeld om te voldoen aan vastgestelde behoeften van plaatselijke ondernemingen, die zich er in ruil toe verbinden om minstens 60% van de werknemers die aan deze opleiding deelnemen, in dienst te nemen. Ongeveer 20% van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, zal van deze maatregel profiteren.
27. Workshops over ondernemerschap : dit zijn korte en dynamische workshops die ondernemerschap moeten promoten bij werknemers die nooit iets anders hebben overwogen dan loontrekkende te zijn. In deze workshops komen verschillende niveaus van het ondernemerschapsproces aan bod, gaande van de basisinformatie of het eerste contact tot diepgaandere thema's zoals workshops over het bedenken van bedrijfsideeën, over de analyse van die bedrijfsideeën enz.
28. Opleiding op de werkplek : deze maatregel is bedoeld voor de zwakste werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. Gedurende drie maanden zullen zij een theoretische opleiding en opleiding op de werkplek combineren. De deelnemers aan deze opleiding ontvangen een maandloon.
29. Bijstand voor ondernemers: deze maatregel is bedoeld voor voormalige managers, hooggekwalificeerde werknemers of lagergekwalificeerde werknemers die op een gedegen beroepservaring kunnen bogen, die bereid zijn om hun eigen bedrijf op te richten als zelfstandige of als partner van een coöperatie, of om een spin-offbedrijf te promoten.Deze maatregel omvat individueel mentorschap tijdens het hele oprichtingsproces van het bedrijf (ontwikkeling van een bedrijfsidee, haalbaarheidsstudie, het bijeenbrengen van kapitaal en de ontwikkeling van het bedrijfsplan) en ondersteuning bij het vervullen van de administratieve formaliteiten die met de oprichting van een bedrijf verbonden zijn. Verwacht wordt dat ongeveer 10% van de werknemers hieraan zal deelnemen.
30. Collegiale ondersteuning : deze maatregel is bedoeld als aanvulling op de individuele ondersteuning (het mentorschap) en zal zowel op het technische als het emotionele aspect van het proces van het oprichten van een bedrijf of het zoeken van een baan zijn toegespitst. De maatregel bestaat erin de deelnemende werknemers in contact te brengen met ex-werklozen die weer werk hebben gevonden en wier ervaringen tot voorbeeld zouden kunnen strekken. De bijeenkomsten worden door een coach in goede banen geleid. Ongeveer 50% van de werknemers die van de outplacementdiensten gebruik maken, zal ook aan deze mentoring deelnemen.
31. Aanmoediging tot deelname : als aanmoediging ontvangen de werknemers een eenmalige uitkering van 600 euro (100 euro per maand gedurende maximaal zes maanden) wanneer zij van de maatregelen van het EFG-pakket gebruik maken.
32. Stimulerende maatregelen ten behoeve van outplacement : werknemers die weer aan het werk gaan en minstens zes opeenvolgende maanden aan het werk blijven, zullen een eenmalige uitkering van 1 000 euro ontvangen. Dit extra bedrag beoogt de re-integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen en werknemers, in het bijzonder oudere werknemers, te stimuleren om te blijven werken.
33. Stimulerende maatregelen ten behoeve van ondernemers : alle werknemers die weer aan het werk gaan als zelfstandige of ondernemer, ontvangen een eenmalige uitkering van 1 200 euro wanneer zij drie maanden lang socialezekerheidsbijdragen hebben betaald of gedurende minstens drie maanden een bedrijf hebben gerund. Deze stimulerende maatregel is bedoeld om zelfstandigen tijdens de eerste maanden te steunen.
34. Bijdrage aan verhuiskosten : de werknemers die verhuizen na een baan te hebben aanvaard op minstens 70 kilometer van hun huidige verblijfplaats, ontvangen een eenmalige uitkering van 3 500 euro om de kosten te dekken.
35. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.
36. De door de Spaanse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Spaanse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 4 235 284 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 168 864 euro (= 3,98% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 2 752 935 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.
Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's)
Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Algemene informatie, loopbaanbegeleiding en profilering (Información inicial y entrevista en profundidad) 1 64
Outplacementdiensten (Tutorización para la reinserción y la activación laboral) 1 1 050
Intensieve hulp bij het zoeken naar werk (Apoyo intensivo en la búsqueda de trabajo) 262
Algemene scholing en herscholing (Formación para la recolocación) 1 624
Opleiding voor specifieke beroepskwalificaties (Formación a medida de las necesidades de las empresas) 2 300
Workshops over ondernemerschap (Talleres de fomento del espíritu empresarial) 56
Opleiding op de werkplek (Promoción del empleo) 3 395
Bijstand voor ondernemers (Tutorización para la creación de empresas) 2 150
Collegiale ondersteuning (Mentoring y apoyo intergeneracional) 93
Aanmoediging tot deelname (Ayuda a la participación) 450
Stimulerende maatregelen ten behoeve van outplacement (Ayudas a la recolocación) 1 263
Stimulerende maatregelen ten behoeve van ondernemers (Ayudas para el autoempleo) 1 45
Stage-uitkeringen (Beca salario) 126
Bijdrage aan verhuiskosten (Ayudas a la mobilidad geográfica) 3 185
Subtotaal individuele dienstverlening 4 066
Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Voorbereiding 17
Beheer 103
Voorlichting en publiciteit 18
Controle 30
Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG 168
Totale geraamde kosten 4 235
EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 2 752
37. Spanje bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Spanje garandeert eveneens een duidelijk controletraject voor door het EFG gefinancierde activiteiten en bevestigt dat voor deze activiteiten geen andere EU-financiering wordt aangevraagd of gebruikt.
38. De voornaamste doelstellingen van de operationele programma's van het ESF 2007-2013 voor Catalonië behelzen de bevordering van een leven lang leren van de werknemers en het terugdringen van het risico van voortijdig schoolverlaten, waarbij de aandacht met name uitgaat naar de meest kwetsbare mensen of mensen die het gevaar lopen sociaal uitgesloten te raken, voornamelijk jonge werknemers, of werknemers ouder dan 45 jaar, vrouwen en mensen met een handicap. Hoewel bepaalde EFG-maatregelen, in het bijzonder die in verband met de bevordering van ondernemerschap, misschien lijken op ESF-maatregelen, is er een verschil: EFG-maatregelen zijn uniek en speciaal (zij zijn op een sector en een specifieke doelgroep gericht), zijn op maat gesneden en intensief. Door de voordurende follow-up van ESF- en EFG-acties met vergelijkbare doeleinden en van de betrokken werknemers zullen overlappingen van maatregelen van beide fondsen worden vermeden.
Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen
39. Op 1 december 2009 maakte Spanje ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.
Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd
40. De sociale partners werden tijdens de voorbereiding van het gecoördineerde pakket maatregelen geraadpleegd. De ingediende aanvraag is op 17 december 2009 besproken op een van de gewone vergaderingen van de raad van bestuur van de Servei de Ocupació de Catalunya. In deze raad van bestuur hebben de vakbonden Comisión Obrera Nacional de Cataluña en Unión General de Trabajadores, de werkgeversorganisaties Foment del Treball en PIMEC[10], twee verenigingen die de gemeentebesturen van Catalonië vertegenwoordigen, alsook andere belanghebbenden zitting.
41. De Spaanse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.
Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn
42. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Spaanse autoriteiten in de aanvraag:
43. bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
44. aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
45. bevestigd dat voor de in de punten 20 tot en met 22 vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.
Beheers- en controlesystemen
46. Spanje heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook de middelen uit het ESF beheren en controleren. De Servei d'Ocupació de Catalunya zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit.
Financiering
47. Op grond van de aanvraag van Spanje bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 2 752 935 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Spanje.
48. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 1a van de financiële vooruitzichten.
49. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
50. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.
51. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.
Bron van betalingskredieten
52. Gezien de huidige stand van de implementatie valt te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn onder begrotingsonderdeel 01.0404 "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie" dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.
53. Dit begrotingsonderdeel dekt de uitgaven in verband met de implementatie van de financiële instrumenten van dit programma, dat als hoofddoel heeft de toegang van het mkb tot financiering te vergemakkelijken. Er verloopt enige tijd tussen de overschrijvingen naar de trustrekeningen die door het Europees Investeringsfonds worden beheerd en de uitbetaling aan de begunstigden De financiële crisis heeft grote gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Om het aanhouden van te grote saldi op de trustrekeningen te vermijden, is de methode voor de berekening van de betalingskredieten dan ook herzien, rekening houdend met de verwachte uitbetalingen. Bijgevolg kan een bedrag van 2 752 935 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.