Toelichting bij COM(2010)172 - Sluiting van de regionale conventie betreffende de pan-euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)172 - Sluiting van de regionale conventie betreffende de pan-euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels. |
---|---|
bron | COM(2010)172 |
datum | 21-04-2010 |
Motivering en doel van het voorstel
Momenteel omvat de pan-Euro-mediterrane cumulatiezone de Europese Unie, de EVA-staten (IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein), de deelnemers aan het Barcelonaproces (Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Palestina) en de Faeröer.
Het pan-Euro-mediterrane systeem van cumulatie van de oorsprong bestaat uit tal van overeenkomsten die vrijhandelsbepalingen bevatten die gebaseerd zijn op een netwerk van identieke oorsprongsregels die diagonale cumulatie mogelijk maken tussen landen van de zone. Deze cumulatiezone zal in de toekomst waarschijnlijk nog groter worden.
Sinds de invoering van het pan-Euro-mediterrane systeem van cumulatie is het beheer van het huidige systeem van afzonderlijke protocollen steeds moeilijker geworden. Bij elke wijziging van een protocol tussen twee partnerlanden van de pan-Euro-mediterrane zone moeten alle protocollen die binnen de zone van toepassing zijn worden aangepast. De Europese Commissie heeft daarom het idee gelanceerd de diagonale cumulatie van de oorsprong op één juridisch instrument te baseren in de vorm van een regionale conventie inzake de oorsprongsregels, hierna 'de conventie' genoemd, waarnaar de afzonderlijke handelsovereenkomsten tussen de landen van de zone verwijzen. Het idee van een dergelijke conventie werd reeds in 2003 besproken, maar heeft toen niet tot resultaten geleid.
Op de Euro-mediterrane conferentie van ministers van handel in Lissabon in oktober 2007 werd het idee van een conventie weer opgenomen en de ministers kwamen overeen dat één regionale conventie inzake de oorsprongsregels moest worden opgesteld voor de pan-Euro-mediterrane zone ter vervanging van het huidige netwerk van protocollen inzake de oorsprongsregels. Het daarvoor benodigde technische werk hebben zij aan de Pan-Euro-med-werkgroep toevertrouwd.
Tevens besloten de Euro-med-ministers van handel de landen die aan het stabilisatie- en associatieproces deelnamen (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië, alsook Kosovo op grond van Resolutie 1244/99 van de VN-Veiligheidsraad) in de cumulatiezone op te nemen en hebben zij de Pan-Euro-med-werkgroep gevraagd de hiertoe vereiste technische wijzigingen op te stellen. Deze landen zullen door middel van de hier bedoelde conventie in het pan-Euro-mediterrane systeem van cumulatie worden opgenomen.
Op 26 november 2009 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen over de conventie aan te gaan met de EVA-landen, de deelnemers aan het Barcelonaproces, de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces en de Faeröer. De Commissie heeft aan alle onderhandelingsrichtsnoeren voldaan:
- de conventie maakt een beter beheer van het pan-Euro-mediterrane systeem van cumulatie mogelijk en de procedure voor het wijzigen van de oorsprongsregels wordt eenvoudiger;
- bij de conventie wordt een Gemengd Comité opgericht dat de bevoegdheid heeft de bepalingen van de conventie te wijzigen en dat over toetredingen kan besluiten;
- in de conventie kan rekening worden gehouden met bestaande bepalingen die niet voor alle toekomstige partijen gelden;
- de conventie staat open voor een mogelijke uitbreiding van het geografische toepassingsgebied van de cumulatie tot naburige landen en gebieden;
- de bepalingen van de conventie kunnen in het Gemengd Comité met unanimiteit worden gewijzigd om beter op de economische realiteit te kunnen inspelen.
Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie zal de Commissie de EU in het bij artikel 3 van de conventie ingestelde gemengd comité vertegenwoordigen. Wanneer het Gemengd Comité besluiten met rechtsgevolgen moet nemen, met name overeenkomstig artikel 4 van de conventie, moeten die namens de EU in te nemen standpunten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Algemene context
De Commissie heeft in het kader van de Pan-Euro-med-werkgroep actief deelgenomen aan het in 2007 begonnen proces voor de opstelling van een ontwerp-tekst van de conventie. Het definitieve ontwerp werd op 29 oktober 2009 door die groep besproken en goedgekeurd.
De tekst van de conventie werd door de Euro-med-ministers van handel goedgekeurd op de vergadering die zij op 9 december 2009 in Brussel hebben gehouden.
Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
De conventie is een consolidatie van alle protocollen inzake de oorsprongsregels die van kracht zijn tussen de leden van het pan-Euro-mediterrane systeem van cumulatie van de oorsprong.
De conventie integreert alle protocollen inzake de oorsprongsregels die van kracht zijn tussen de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces en de landen en gebieden van de pan-Euro-mediterrane zone.
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie
Het voorgestelde besluit is in overeenstemming met het handelsbeleid van de EU.
Inhoudsopgave
Raadpleging van belanghebbenden
De lidstaten werden regelmatig geraadpleegd over het ontwerp van de conventie in het kader van de afdeling Oorsprong van het Comité Douanewetboek.
De pan-Euro-mediterrane partners werden geraadpleegd in het kader van de Pan-Euro-med-werkgroep en de hierbij gevoegde definitieve tekst is het resultaat van de besprekingen in deze groep.
De tekst van de conventie werd door de Euro-med-ministers van handel goedgekeurd op de vergadering die zij op 9 december 2009 in Brussel hebben gehouden.
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
Effectbeoordeling
Er is geen behoefte aan een effectbeoordeling.
Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)
De sluiting van de conventie.
Rechtsgrond
Artikel 207, lid 4, eerste alinea, in verbinding met artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Subsidiariteitsbeginsel
Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
Evenredigheidsbeginsel
Het voorstel beantwoordt aan het evenredigheidsbeginsel.
Er zijn geen bijkomende financiële en administratieve lasten.
Keuze van instrumenten
Voorgesteld(e) instrument(en): besluit van de Raad.
Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.
De conventie moet namens de Europese Unie worden gesloten.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.
Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling
Niet van toepassing.