Toelichting bij COM(2004)194 - Sluiting van een overeenkomst over de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst met de Regering van Mauritius inzake de visserij in de wateren van Mauritius

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De geldigheidsduur van het aan de visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Mauritius gehechte protocol is op 2 december 2002 afgelopen. Het is met één jaar verlengd. Beide partijen hebben op 11 september 2003 een nieuw protocol geparafeerd betreffende de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Mauritius mogen vissen in de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007.

Het nieuwe protocol biedt vangstmogelijkheden voor 41 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, 49 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en vergunningen voor 25 brt per maand gemiddeld op jaarbasis voor vaartuigen die vissen met lijnen.

De financiële tegenprestatie bedraagt 487 500 euro per jaar en geldt voor een hoeveelheid van 6 500 ton in de wateren van Mauritius gevangen vis per jaar. Een deel van de financiële tegenprestatie (195 000 euro per jaar) is bestemd voor de financiering van doelgerichte acties zoals wetenschappelijke en technische programma's, opleiding, controle en bewaking, met inbegrip van VMS.

Dit nieuwe protocol versterkt de visserijbetrekkingen met Mauritius, bevordert een verantwoorde en duurzame visserij in de Indische Oceaan en onderstreept de noodzaak van een effectief controle- en bewakingssysteem. Daarom zijn nieuwe elementen in het protocol ingevoerd: 1) een geldigheidsduur van 4 jaar in plaats van de tot op heden gebruikelijke 3 jaar, 2) een exclusiviteitsclausule die particuliere vergunningen of andere particuliere regelingen verbiedt, 3) de verplichting voor de communautaire vloot die in de wateren van Mauritius vist, om lokale zeelieden aan te monsteren en de sociale clausule toe te passen, 4) visserij op 15 mijl uit de kust in plaats van de vroeger toegestane 12 mijl, 5) de verplichting voor vaartuigen van de Gemeenschap om overladingen op Mauritius te melden en 6) sancties voor niet-naleving van het protocol en de relevante wetgeving van Mauritius.

De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad een besluit neemt tot goedkeuring van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol in afwachting dat het definitief in werking treedt.

Een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het nieuwe Protocol is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.