Toelichting bij COM(2010)298 - Verlenging van de vergunning voor het verder in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11 (SYN-BTØ11-1), tot verlening van een vergunning voor levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit veldmais Bt11 (SYN-BTØ11-1) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003, en tot intrekking van Beschikking 2004/657/EG (Alleen de tekst in de Franse taal is authentiek)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad betreft de verlenging van de vergunning voor het verder in de handel brengen van bestaande levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11, de verlenging van de vergunning voor het verder in de handel brengen van bestaande diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met mais Bt11 en van andere producten dan levensmiddelen en diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit mais Bt11, voor zover niet bestemd voor de teelt, waarvoor Syngenta Seeds S.A.S. op 17 april 2007 bij de Commissie een aanvraag heeft ingediend krachtens Verordening (EG) nr. 1829/2003.

Het voorstel betreft ook de verlenging van de vergunning voor het in de handel brengen van levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit suikermais Bt11, waarvoor een vergunning is verleend bij Beschikking 2004/657/EG van de Commissie, en de vergunning voor levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit veldmais, waarvoor in de EU nog niet eerder een vergunning is verleend.

Op 17 februari 2009 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid overeenkomstig de artikelen 6 en 18 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een gunstig advies uitgebracht. Zij was van mening dat Bt11-mais even veilig is als zijn niet genetisch gemodificeerde pendant wat de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu betreft. Daarom heeft de EFSA geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met Bt11-mais, zoals beschreven in de aanvraag, schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu zal hebben in de context van de beoogde toepassingen ervan.

Tegen deze achtergrond is op 19 april 2010 een ontwerpbesluit van de Commissie tot verlenging van de vergunning voor het verder in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit of zijn geproduceerd met de genetisch gemodificeerde mais Bt11, tot verlening van een vergunning voor levensmiddelen en levensmiddeleningrediënten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit veldmais Bt11, en tot intrekking van Beschikking 2004/657/EG ter stemming voorgelegd aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Het comité heeft geen advies uitgebracht: twaalf lidstaten (167 stemmen) stemden voor, negen lidstaten (84 stemmen) stemden tegen, drie lidstaten (46 stemmen) onthielden zich en drie lidstaten (48 stemmen) waren niet vertegenwoordigd.

Daarom moet de Commissie, krachtens artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1829/2003 en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad, gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad, een voorstel betreffende de te nemen maatregelen indienen bij de Raad – die daarover binnen drie maanden met gekwalificeerde meerderheid een besluit moet nemen – en het Parlement daarover informeren.