Toelichting bij COM(2010)56 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor de door Litouwen ingediende aanvraag EGF/2009/018 LT/Vervaardiging van kleding - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2010)56 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor de door Litouwen ingediende ... |
|---|---|
| bron | COM(2010)56   |
| datum | 19-02-2010 |
De diensten van de Commissie hebben de door Litouwen ingediende aanvraag grondig getoetst aan Verordening (EG) nr. 1927/2006, en met name aan de artikelen 1 tot en met 6.
Zaak EGF/2009/018 LT/Vervaardiging van kleding
1. Op 23 september 2009 werd de aanvraag door Litouwen ingediend bij de Commissie. De aanvraag was gebaseerd op de specifieke interventiecriteria van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 volgens dewelke ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen een referentieperiode van negen maanden vereist zijn in een NACE 2-bedrijfstak in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling. De aanvraag werd binnen de in artikel 5 van bovenvermelde verordening bedoelde termijn van 10 weken ingediend.
2. De aanvraag betreft 1 154 gedwongen ontslagen in 45 ondernemingen die allemaal actief zijn in NACE Rev. 2 Afdeling 14 (vervaardiging van kleding) , waarvan er voor 491 een beroep op EFG-bijstand wordt gedaan.
3. De gedetailleerde elementen van de beoordeling zijn te vinden in de mededeling van de Commissie[4].
Op basis van de conclusies van de hierboven vermelde mededeling wordt voorgesteld om de door Litouwen ingediende aanvraag EGF/2009/018 LT/Vervaardiging van kleding met betrekking tot de gedwongen ontslagen in de kledingsector goed te keuren, aangezien het bewijs van een rechtstreeks en aantoonbaar verband is geleverd dat deze gedwongen ontslagen het gevolg zijn van de wereldwijde financiële en economische crisis. Er is een gecoördineerd pakket van subsidiabele gepersonaliseerde diensten voorgesteld, waarvoor van het EFG een bijdrage van 523 481 EUR wordt gevraagd (zie volgende bladzijde).
Financiering
Voor het EFG is ieder jaar een budget van in totaal 500 miljoen EUR beschikbaar.
Een bedrag van 8 238 485 EUR werd reeds beschikbaar gemaakt voor eerdere aanvragen in 2010, waardoor nog een bedrag van 491 761 515 EUR beschikbaar is. De door de Commissie voorgestelde toewijzing uit het fonds is gebaseerd op de gegevens die Litouwen heeft verstrekt.
Op basis van de aanvraag voor steun van het fonds die Litouwen heeft ingediend, en waaruit blijkt dat de kledingsector is getroffen, bedraagt de bijdrage van het EFG aan het te financieren gecoördineerde pakket van gepersonaliseerde diensten 523 481 EUR, hetgeen overeenkomt met 65 % van de totale kosten.
Rekening houdend met het maximumbedrag dat overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 als bijdrage uit het fonds mag worden uitgekeerd, alsook met de mogelijkheid tot herschikking van kredieten, stelt de Commissie voor het voornoemde totaalbedrag uit het EFG beschikbaar te stellen, middels toewijzing in het kader van rubriek 1a van het financieel kader.
Na deze steunverlening blijft meer dan 25 % van het voor het EFG bestemde jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar voor toewijzingen gedurende de laatste vier maanden van het jaar 2009, zoals voorgeschreven door artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Door de indiening van dit voorstel om middelen uit het fonds beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, teneinde te garanderen dat beide takken van de begrotingsautoriteit tot overeenstemming komen over de gebruikmaking van het fonds en over het vereiste bedrag. De Commissie stelt voor dat de eerste van de twee takken van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel om middelen beschikbaar te stellen, de andere tak en de Commissie van zijn voornemen in kennis stelt.
Indien een van de twee takken van de begrotingsautoriteit geen overeenstemming bereikt, zal een formele trialoogbijeenkomst worden gehouden.
De Commissie zal een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting voor 2010 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.