Toelichting bij COM(2002)290 - Financieel Reglement van toepassing op het 9e Europees Ontwikkelingsfonds

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Een essentieel element voor de uitvoering van het EOF: het financieel reglement van het EOF

Inhoudsopgave

1.

2. De politieke context van het nieuwe EOF: de interne hervorming en de herziening van het Financieel Reglement


2.

3. De essentiële elementen van de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting


3.

4. Het specifieke karakter van het financieel beheer van het EOF


4.

4.1. Parallellen tussen het EOF en de begroting


5.

4.2. Verschillen tussen het EOF en de begroting


6.

4.3. Wijzen van beheer van het EOF


7.

5. De mogelijkheden om de herziening op het EOF toe te passen


8.

5.1. Begrotingsbeginselen


9.

5.2. Financiële actoren en procedures; functie van intern controleur


10.

5.3. Vastlegging van uitgaven en beheersmethoden


11.

5.4. Opdrachten en subsidies


12.

5.5. Rekeningen, Rekenkamer en kwijting


13.

6. Conclusie 12Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende het Financieel Reglement van toepassing op het 9e Europees Ontwikkelingsfonds


DEEL I HOOFDBEPALINGEN

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 DOEL

HOOFDSTUK 2 REKENEENHEIDSBEGINSEL

HOOFDSTUK 3 SPECIALITEITSBEGINSEL

HOOFDSTUK 4 BEGINSEL VAN GOED FINANCIEEL BEHEER

HOOFDSTUK 5 TRANSPARANTIEBEGINSEL

TITEL II SAMENSTELLING EN STRUCTUUR VAN DE MIDDELEN VAN HET EOF

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING VAN DE MIDDELEN VAN HET EOF

HOOFDSTUK 2 BIJDRAGEN AAN HET EOF

TITEL III UITVOERING VAN DE MIDDELEN VAN HET EOF

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 2 WIJZE VAN UITVOERING

HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ACTOREN

Afdeling 1: Beginsel van scheiding van functies

Afdeling 2: Ordonnateur

Afdeling 3: Rekenplichtige

Afdeling 4: Betalingsgemachtigden

HOOFDSTUK 4 VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE FINANCIËLE ACTOREN

Afdeling 1: Algemene regels

Afdeling 2: Regels betreffende de ordonnateurs

Afdeling 3: Regels betreffende de rekenplichtigen

HOOFDSTUK 5 - ONTVANGSTEN

Afdeling 1: Terbeschikkingstelling van de middelen van het EOF

Afdeling 2: Raming van schuldvorderingen

Afdeling 3: Vaststelling van schuldvorderingen

Afdeling 4: Invorderingsbeginsel

Afdeling 5: Invorderingsopdracht

Afdeling 6: Invordering

HOOFDSTUK 6 UITGAVEN

Afdeling 1: Algemene regels

Afdeling 2: Vastlegging: beginselen en definities

Afdeling 3: vastlegging van uitgaven en gecentraliseerd beheer

Afdeling 4: vastlegging van uitgaven en gedecentraliseerd beheer

Afdeling 5: Betaalbaarstelling

Afdeling 6: Betalingsopdracht

Afdeling 7: Betaling van de uitgaven

Afdeling 8: Termijnen van de uitgavenverrichtingen

HOOFDSTUK 7 COMPUTERSYSTEMEN

HOOFDSTUK 8 INTERNE CONTROLEUR

TITEL IV OVERHEIDSOPDRACHTEN

HOOFDSTUK 1 TOEPASSINGSGEBIED

HOOFDSTUK 2 PROCEDURES EN BEGINSELEN INZAKE DE PLAATSING VAN OPDRACHTEN

HOOFDSTUK 3 DEELNAME AAN DE OPDRACHTEN

HOOFDSTUK 4 BEKENDMAKING

TITEL V EIGEN BEHEER

TITEL VI SUBSIDIES

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 2 BEGINSELEN VOOR DE TOEKENNING VAN SUBSIDIES

HOOFDSTUK 3 TOEKENNINGSPROCEDURE

HOOFDSTUK 4 BETALING

HOOFDSTUK 5 UITVOERING

TITEL VII BOEKHOUDING

HOOFDSTUK 1 REKENING EN VERANTWOORDING

HOOFDSTUK 2 INFORMATIE OVER DE UITVOERING VAN DE -MIDDELEN VAN HET EOF

HOOFDSTUK 3 BOEKHOUDING

TITEL VIII EXTERNE CONTROLE EN KWIJTING

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 2 EXTERNE CONTROLE

HOOFDSTUK 3 KWIJTING

DEEL TWEE SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE DOOR DE EIB BEHEERDE MIDDELEN VAN HET EOF

DEEL DRIE OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

TITEL I OVERGANGSBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 OVERDRACHT VAN RESTBEDRAGEN VAN EERDERE EOF'S

HOOFDSTUK 2 REGELS BETREFFENDE DE EERDERE EOF'S EN DE OVERGEDRAGEN RESTBEDRAGEN

HOOFDSTUK 3 OVERGANGSPERIODE

TITEL II SLOTBEPALINGEN

BIJLAGE


TOELICHTING

14.

1. Een essentieel element voor de uitvoering van het EOF: het financieel reglement van het EOF


De opeenvolgende Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) worden ingesteld bij interne akkoorden tussen de lidstaten die moeten worden geratificeerd.

Bij deze akkoorden stellen de lidstaten vast welke financiële middelen nodig zijn om te voldoen aan hun verplichtingen jegens de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS). Zij stellen tevens de financiële middelen vast die gereserveerd zijn voor de landen en gebieden overzee (LGO) in het kader van associatiebesluiten.

Bij het Intern Akkoord van 18 september 2000 i hebben de lidstaten het 9e EOF vastgesteld dat dient voor de financiële uitvoering van:

- de partnerschapsovereenkomst die in 2000 te Cotonou (Benin) met de ACS-landen is gesloten; i

- het besluit betreffende de associatie van de LGO dat in november 2001 door de Raad is goedgekeurd. i

In artikel 31 van dit Intern Akkoord is bepaald dat 'de uitvoeringsbepalingen van dit akkoord worden nedergelegd in een Financieel Reglement, dat vóór de inwerkingtreding van de ACS-EG-overeenkomst door de Raad met... gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt vastgesteld op basis van een voorstel van de Commissie...'.

Opdat de acties ten gunste van de ACS-staten en de LGO van start kunnen gaan, is het dus nodig dat het Financieel Reglement tijdig wordt goedgekeurd.

15.

2. De politieke context van het nieuwe EOF: de interne hervorming en de herziening van het Financieel Reglement


Het voorstel voor het nieuwe Financieel Reglement van het EOF wordt opgesteld in de dynamische context van de interne hervorming die de Commissie op gang heeft gebracht en die met name de herziening en modernisering van haar financiële procedures betreft. Dit proces komt vooral tot uiting door het voorstel tot herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Gemeenschappen, dat de Commissie in juli 2000 heeft goedgekeurd en waarvan de behandeling door de wetgevende autoriteit in de laatste fase is i. De Europese Raad heeft de wens geuit dat het herziene Financieel Reglement voor eind 2002 definitief wordt goedgekeurd.

Aangezien het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting de regels inzake financieel beheer en controle bevat, is de herziening ervan onlosmakelijk verbonden met het administratieve hervormingsproces. De voornaamste elementen van deze hervorming kunnen niet worden doorgevoerd zonder het Financieel Reglement ingrijpend te wijzigen.

Voor verschillende elementen van de hervorming geldt hetzelfde voor het EOF. De goedkeuring van het nieuwe Financieel Reglement voor het 9e EOF biedt dus de gelegenheid om, in een mate die verenigbaar is met de door het juridisch kader (Overeenkomst van Cotonou, associatiebesluiten, Intern Akkoord) gestelde grenzen, rekening te houden met de wijzigingen die in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting zijn aangebracht.

16.

3. De essentiële elementen van de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting


Het oorspronkelijke herzieningsvoorstel van juli 2000 i en het in december 2001 goedgekeurde gewijzigde voorstel i zijn voornamelijk gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

De herziening van het Financieel Reglement is een essentieel onderdeel van het interne hervormingsproces dat de Commissie op gang heeft gebracht. De voornaamste elementen van deze hervorming, zoals de bevestiging van de verantwoordelijkheid van de ordonnateurs, onder toezicht van de interne auditdienst, gekoppeld aan de afschaffing van de gecentraliseerde controles vooraf (met name het visum van de financieel controleur) worden bij het herzieningsvoorstel in de wetgeving opgenomen i.

De herziening gaat echter verder dan de doelstellingen van de interne hervorming van de Commissie en behelst alle onderwerpen die thans worden bestreken door het Financieel Reglement, het basisinstrument voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen in al haar aspecten: opstelling, uitvoering, boekhouding, externe controleprocedures en kwijting. De herziening heeft dus ook als doel de beheermethodes van de Commissie te moderniseren om de doeltreffendheid van de begrotingsuitvoering te verbeteren en te zorgen voor een betere inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer.

17.

4. Het specifieke karakter van het financieel beheer van het EOF


Voordat wordt ingegaan op de wijze waarop de Commissie voorstelt de inhoud van de herziening op het Financieel Reglement van het EOF toe te passen, moeten de essentiële kenmerken van het systeem van financiële samenwerking tussen de EU en de ACS-staten en LGO kort worden beschreven.

De lange geschiedenis van deze samenwerking, die teruggaat tot de overeenkomsten van Yaoundé van de jaren 60 en 70, heeft het mogelijk gemaakt een bijzonder, zo niet uniek financieel samenwerkingssysteem uit te werken. Het feit dat dit gebied zich naast de communautaire begroting heeft ontwikkeld en dat het EOF naast het stelsel van eigen middelen en de algemene begroting blijft bestaan, heeft het bijzondere karakter versterkt.

18.

4.1. Parallellen tussen het EOF en de begroting


Op het eerste gezicht deelt het beheersysteem van het EOF verschillende kenmerken met het beheersysteem dat op de algemene begroting van toepassing is. De taken van de verschillende financiële actoren (ordonnateur, rekenplichtige, financieel controleur) zijn hetzelfde, zowel voor de handelingen in verband met de uitgave als voor de handelingen in verband met de schuldvorderingen, aangezien het Financieel Reglement van het 8e EOF i is geïnspireerd op het thans geldende algemene Financieel Reglement. Een belangrijke overeenkomst is dat de verrichtingen van de Commissie in het kader van het EOF aan dezelfde regels onderworpen zijn als de begroting, voor wat betreft de externe controle door de Rekenkamer en de op aanbeveling van de Raad door het Europees Parlement verleende kwijting.

19.

4.2. Verschillen tussen het EOF en de begroting


De EOF-middelen zijn echter niet in de algemene begroting opgenomen, en de besteding ervan is dus niet aan de procedure voor de opstelling van de algemene begroting onderworpen, en evenmin aan de diverse mechanismen ter uitvoering van de begroting. Elk jaar verstrekt de Commissie de 'ramingen' van de vastleggingen en de betalingen voor het volgende begrotingsjaar, die een indicatief karakter hebben. Indien de werkelijke besteding van de vastleggingen of de betalingen niet het verwachte niveau bereikt, heeft dit geen enkele juridische consequentie voor het gebruik van de betrokken middelen.

Het EOF kent dus niet dezelfde beperkingen als de begroting, die op het jaarperiodiciteitsbeginsel en het begrip 'begrotingsjaar' is gebaseerd.

20.

4.3. Wijzen van beheer van het EOF


Wat de wijze van uitvoering betreft, kan het EOF-systeem in de terminologie van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting als een zeer geavanceerde vorm van 'gedecentraliseerd beheer' i worden beschouwd. De uitvoeringsbevoegdheden zijn namelijk bij de Overeenkomst van Cotonou reeds aan de ACS-staten toevertrouwd. Het grootste deel van de beschikbare middelen wordt direct door de betrokken staten besteed, in de vorm van specifieke programma's en projecten. De rol van de Commissie bestaat er met name in de financieringsbesluiten te nemen met betrekking tot de met de begunstigde staten gesloten financieringsovereenkomsten. In het kader van de overeenkomsten verloopt de gedecentraliseerde uitvoering vervolgens grotendeels onder hun verantwoordelijkheid, waarbij de Commissie evenwel via de hoofden van de delegaties ter plaatse en haar centrale diensten steun verleent en vooraf controle uitoefent.

Deze grote mate van decentralisatie weerspiegelt de doelstellingen van de associatie en het partnerschap waardoor de betrekkingen tussen de ACS-staten en de lidstaten worden gekenmerkt. Dit komt ook tot uiting in de permanente gezamenlijke instellingen en hun vermogen om in bepaalde gevallen bindende regels vast te stellen voor de partners.

Er hebben zich complexe mechanismen en procedures ontwikkeld tot zelfs de functies van ordonnateur in de overeenkomsten van Lomé en de huidige partnerschapsovereenkomst zijn neergelegd. Er is uitdrukkelijk voorzien in een zeer grote betrokkenheid van de hoofden van de delegaties van de Gemeenschap bij het financieel beheer. Dit gaat van de gezamenlijke voorbereiding van projecten tot de goedkeuring van de gunning van opdrachten en andere door de nationaal ordonnateur ingediende financieringsaanvragen. De ACS-EG-samenwerking beschikt tevens over specifieke regels met betrekking tot de plaatsing en de uitvoering van opdrachten i.

Geen enkel ander door de Commissie beheerd uitgavenprogramma op het gebied van buitenlandse betrekkingen kent een zo nauw financieel partnerschap met de betrokken derde landen als dat in het kader van het EOF.

21.

5. De mogelijkheden om de herziening op het EOF toe te passen


Voorzover het specifieke juridische kader van het EOF zulks niet verhindert, zullen op het financieel beheer van het EOF dezelfde hervormingen worden toegepast als op de door de algemene begroting gefinancierde programma's. Het voorstel van de Commissie beoogt dus zoveel mogelijk dezelfde regels toe te passen als die welke vanaf 1 januari 2003 voor de algemene begroting zullen gelden, en wel op de volgende wijze:

22.

5.1. Begrotingsbeginselen


Wegens het ontbreken van een begrotingsbesluit zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting, is het niet mogelijk het eenheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts- en het universaliteitsbeginsel op de EOF-middelen toe te passen. Het specialiteits- (art.

3) en het doorzichtigheidsbeginsel (art.

5) worden evenwel voor het eerst opgenomen, en het beginsel van goed financieel beheer is geënt op de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de begroting (art.

4).

Enkele aspecten van de jaarperiodiciteit zijn echter versterkt. Volgens de huidige voorschriften moet de Commissie slechts haar 'ramingen' van de uitgaven voor het komende jaar aan de Raad mededelen. Deze ramingen moeten nu in het Publicatieblad worden bekendgemaakt (art.

5) en zowel de vastleggingen als de betalingen omvatten (art. 8 - tot nog toe waren alleen de ramingen voor de betalingen verplicht). Elke betalingsopdracht moet nu ook het begrotingsjaar waarop hij wordt aangewezen vermelden (art. 62).

23.

5.2. Financiële actoren en procedures; functie van intern controleur


De regels voor financiële actoren (ordonnateur, rekenplichtige: zie artikelen 10-11 en 18 - 37) zijn precies dezelfde als die in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting, en dit geldt ook voor de basisregels inzake betaalbaarstelling, betalingsopdracht en betaling (artikelen 56-69). De regels inzake schuldvorderingen en de inning van schulden zijn geënt op het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting (artikelen 42 - 48). De interne controleur krijgt dezelfde taken met betrekking tot het EOF als met betrekking tot de algemene begroting (zie artikelen 70 -72).

Vastgelegde uitgaven van eerdere EOF's zullen volgens de eerdere financiële reglementen worden beheerd, evenwel met uitzondering van de gecentraliseerde financiële controle vooraf, die wordt afgeschaft ten gunste van het nieuwe reglement (art. 132). De interne hervorming zal het EOF dus volledig omvatten, zodat binnen de Commissie een uniform systeem kan worden toegepast op alle uitgaven die zij beheert, met inachtneming van de door de ACS-EG-Overeenkomst erkende specifieke functies van ordonnateur.

24.

5.3. Vastlegging van uitgaven en beheersmethoden


Voor het EOF worden dezelfde definities van de verschillende beheerswijzen gehanteerd als die welke in het kader van de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting bestaan (zie artikelen 13-17). De belangrijkste categorie is het gedecentraliseerd beheer door de ACS-staten (art. 14). Er is ook een kleinere categorie van gecentraliseerd beheer door de Commissie (art. 15) waarvoor dezelfde regels inzake externalisering zullen gelden als voor de begroting. De regels inzake de vastlegging van uitgaven (art. 49-55) zijn gedifferentieerd naar gelang van de betrokken wijze van beheer:

- bij gecentraliseerd beheer door de Commissie gelden voor de vastlegging van uitgaven precies dezelfde regels als in de begroting (art. 49-54) en dezelfde uitvoeringstermijnen (art. 54).

- bij gedecentraliseerd beheer is de financieringsovereenkomst met het ACS-partnerland aan dezelfde basisregel onderworpen (sluiting voor het einde van het jaar N+1, waarbij het jaar N het jaar is waarin de Commissie de financiële vastlegging verricht). Vervolgens moeten de individuele juridische verbintenissen ter uitvoering van de financieringsovereenkomst ook de contractualisatietermijn van 3 jaar na de financiële vastlegging in acht nemen.

Zoals in het kader van de hervormingen in verband met de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting het geval is, blijft de uitvoering van deze nieuwe bepalingen niet zonder gevolgen voor de interne organisatie van de Commissie en haar personeel. De Commissie zal alles in het werk stellen om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van dit nieuwe beheersysteem, dat nieuwe taken voor haar diensten meebrengt, zowel in de zetel van de Commissie als in de delegaties ter plaatse. Zij behoudt zich het recht voor alle nodige voorstellen in te dienen, ook met betrekking tot de bepalingen van het Intern Akkoord, om ervoor te zorgen dat zij over voldoende middelen beschikt voor de administratieve uitgaven in verband met de uitvoering van het EOF.

Deze voorstellen moeten tevens bijdragen tot de verwezenlijking van de andere doelstellingen die zijn vermeld in de mededeling van de Commissie over de hervorming van het beheer van de buitenlandse steun (SEC 2000 (814)) van 16 mei 2000. Zij moeten met name een geslaagde integratie van de ACS-delegaties in het deconcentratieproces beogen.

25.

5.4. Opdrachten en subsidies


Om twee redenen is het niet gepast het Financieel Reglement van het EOF te gebruiken om de regels voor uit de EOF-middelen gefinancierde opdrachten vast te leggen. In de eerste plaats bevat de Overeenkomst van Cotonou zelf uitvoerige regels (bijlage IV, artikelen 20-31). In de tweede plaats bepaalt de Overeenkomst van Cotonou dat de regels voor opdrachten worden neergelegd in een specifiek instrument dat door de ACS-EG-Raad van ministers moet worden goedgekeurd (art. 28 van bijlage IV). Volgens dezelfde bepaling moeten de ACS-regels echter in overeenstemming zijn met de EG-regels. De Commissie heeft reeds een voorstel ingediend voor het specifieke instrument voor ACS-opdrachten (COM(2002)183 def. van 12 april). Voorgesteld wordt de bestaande Relex-handleiding van 1999 als basis voor de onderhandelingen met de ACS-landen te nemen. Artikel 3 van het ontwerp-ACS-EG-besluit maakt het mogelijk de ACS-regels aan te passen om ervoor te zorgen dat zij in overeenstemming zijn met het nieuwe Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting, zodra dit in januari 2003 in werking treedt.

In het huidige voorstel voor het Financieel Reglement van het EOF beperkt de Commissie zich derhalve (artikelen 73-79) tot bepaalde essentiële definities en een verwijzing naar de regels die door de ACS-EG-Raad van ministers zullen worden vastgesteld (art. 75).

Wat subsidies betreft, gelden in het kader van het gecentraliseerd beheer door de Commissie precies dezelfde regels als voor de algemene begroting (artikelen 82-94). Bij gedecentraliseerd beheer, waarbij de ACS-landen subsidies toekennen, zal de Commissie streven naar toepassing van dezelfde normen (art. 95).

Overeenkomstig een tijdens de kwijtingsprocedure 2000 aangegane verbintenis bevat dit voorstel regels inzake uitvoering in eigen beheer ("marchés en régie"), waarbij werken die normaliter aan de regels voor opdrachten zijn onderworpen, rechtstreeks door de ACS-staat, d.w.z. door zijn ministeries of organen, worden uitgevoerd (artikelen 80-81). Een bijzonder probleem bij deze wijze van uitvoering is dat de ACS-staten vaak gebruikmaken van bureaus voor technische bijstand (BTB's), hetgeen door de Overeenkomst van Cotonou wordt toegestaan (bijlage IV, art. 35, lid 1). Artikel 81 van het voorstel verplicht de Commissie er echter toe zich ervan te vergewissen dat de overeenkomsten tussen een ACS-staat en een BTB een serie minimumvoorwaarden bevat. Bovendien zal, wanneer de Commissie namens de ACS-staat optreedt, het gebruik van een BTB nog steeds verboden zijn, precies zoals wanneer de Commissie in eigen naam handelt (art. 80, lid 3).

26.

5.5. Rekeningen, Rekenkamer en kwijting


De bepalingen inzake de rekeningen (artikelen 96-111) en inzake de controle- en kwijtingsprocedures (artikelen 112-120) passen dezelfde regels en termijnen toe als die in de herziening van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting.

Wat betreft de bevoegdheden inzake toegang van de Rekenkamer, bepaalt artikel 52, lid 4, naast het bepaalde in artikel 115, naar het voorbeeld van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting, dat in alle financieringsovereenkomsten moet worden vermeld dat de Rekenkamer het recht van toegang tot alle uit het EOF gefinancierde contractanten en subcontractanten heeft en dat erkenning van dit recht een voorwaarde is voor financiering (artikel 115, lid 6).

Een andere kwestie in dit verband betreft de regels voor de Europese Investeringsbank. Het Intern Akkoord (art. 32) geeft de Commissie verantwoordelijkheid voor de indiening van de rekeningen van het EOF bij de Raad. Datzelfde Intern Akkoord vertrouwt echter het beheer van de EOF-investeringsfaciliteit, inclusief rentesubsidies, toe aan de Europese Investeringsbank (zie artikelen 121-128).

Artikel 9 maakt duidelijk wat de respectieve verantwoordelijkheden van de EIB en de Commissie zijn in het kader van het Financieel Reglement. Artikel 112 verwijst naar de mogelijkheid om de tripartiete overeenkomst tussen de Commissie, de Rekenkamer en de EIB aan te passen.

De bepalingen met betrekking tot de bijdragen van de lidstaten (artikelen 39 - 41), de rekeningen en de controle- en kwijtingsprocedures weerspiegelen dan ook de nieuwe verdeling van verantwoordelijkheden.

27.

6. Conclusie


De Commissie heeft goede hoop dat het financieel beheer van het EOF op lange termijn doorzichtiger en efficiënter kan worden door dezelfde hervormingen als die welke in het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting zijn vervat, op het EOF toe te passen. Dit voornemen van de Commissie moet ook worden gezien in de context van de uiteindelijke opneming van het EOF in de algemene begroting, waarnaar de Commissie blijft streven.

Om bovengenoemde redenen stelt de Commissie voor het bijgevoegde Financieel Reglement van toepassing op het Europees Ontwikkelingsfonds goed te keuren: