Toelichting bij COM(2006)850 - Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1) ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



De ontwikkeling van het communautaire beleid en de communautaire wetgeving inzake energie schept duidelijk een behoefte aan volledige en vergelijkbare Europese statistieken over diverse kwesties in verband met energie. Richtlijnen met duidelijke kwantitatieve doelstellingen en termijnen inzake energie in de EU houden namelijk impliciet in dat de energiesituatie moet worden gemonitord om na te gaan of en in hoeverre deze doelstellingen worden verwezenlijkt.

De grote invloed van de energieomzetting en het energieverbruik op het milieu zal op lange termijn zeker een punt van zorg blijven, wat de behoefte aan nauwkeurige energiegegevens onderstreept. Met de inwerkingtreding van het Kyotoprotocol op 16 februari 2005 is een correcte en nauwkeurige energieboekhouding bijzonder belangrijk geworden. Ons energieverbruik veroorzaakt immers 80% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de EU.

In het voorstel wordt ook ten volle rekening gehouden met de samenwerking tussen de Commissie en het Internationaal Energieagentschap (IEA) op het gebied van energiestatistieken; het gedeelte dat in het kader van deze samenwerking met het IEA wordt gedeeld, is volledig in de voorgestelde gegevensverzameling opgenomen.

Algemene context



Tijdens de top van Hampton Court hebben de staatshoofden en regeringsleiders om een Europees energiebeleid gevraagd. In reactie daarop werkt de Commissie aan een reeks maatregelen, die in het recente groenboek over energie zijn uiteengezet.

Om deze doelstelling te verwezenlijken, is het van het grootste belang over actuele en betrouwbare gegevens over de energiesituatie in de EU te kunnen beschikken. Dit vereist een solide institutionele basis voor het verzamelen van energiegegevens; momenteel worden deze gegevens nog op grond van vrijwillige overeenkomsten verzameld.

Voorts beoogt dit voorstel het bedrijfsleven zo weinig mogelijk te belasten. Hoewel de bestaande last niet wordt verminderd, legt de voorgestelde verordening geen nieuwe verplichtingen op en wordt het toepassingsgebied van de gegevensverzameling niet uitgebreid. Doel van deze verordening is dan ook niet de al bestaande statistische werkzaamheden te wijzigen, maar er een juridisch kader voor te scheppen.

Dit juridisch kader wordt voorgesteld nu de lidstaten steeds meer problemen met het verzamelen van energiegegevens ondervinden. Door de liberalisering van de energiemarkt zijn er veel energieproducenten en detailhandelaars bijgekomen, waardoor het verzamelen van gegevens veel ingewikkelder is geworden. Daardoor zijn de middelen die aan het verzamelen van energiegegevens zijn toegewezen, onder druk komen te staan, met name omdat energie nog een van de weinige niet-gereglementeerde statistische gebieden is.

De liberalisering van de markt zorgt ook voor problemen met de vertrouwelijkheid van commerciële gegevens. Dat maakt het voor de ambtenaren van de lidstaten moeilijker om op basis van een gentlemen’s agreement te werken.

De laatste jaren is een algemene daling van de statistische kwaliteit (volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit) vastgesteld. Daarom moeten initiatieven worden genomen om op de essentiële behoeften aan betrouwbare energiegegevens te wijzen, onder meer door de noodzaak van het verzamelen van deze belangrijke gegevens in regelgeving vast te leggen.

De recente sterke stijgingen van de energieprijzen hebben de Europese burgers en beleidsmakers bewuster gemaakt van de complexiteit van onze energiesituatie. Om inzicht in die energiesituatie te krijgen, zijn nauwkeurige, actuele en volledige statistische gegevens over energie nodig.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Aanbeveling 88/96/EGKS van de Commissie betreffende de kolenstatistiek, die op 23 juli 2002 samen met het EGKS-verdrag is vervallen. Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie. In de voorgestelde verordening zijn deze gegevens op geaggregeerde wijze opgenomen; vertrouwelijkheidskwesties die een tijdige bekendmaking in de weg zouden staan, worden opgelost door de in de voorgestelde verordening beschreven gegevensverzameling. Hoewel dit voorstel geen betrekking heeft op energieprijzen, zijn er wel een aantal wetgevingsbesluiten ter zake. Het betreft: Beschikking 1999/566/EG van de Commissie van 26 juli 1999 houdende uitvoering van Beschikking 1999/280/EG van de Raad betreffende een communautaire procedure voor informatie en overleg over de kosten van de ruweaardolievoorziening en over de verbruikersprijzen van aardolieproducten. De in die beschikking genoemde gegevens zijn niet in de voorgestelde verordening opgenomen; Richtlijn 90/377/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers.

- 1.4. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelen van de EU

In de overwegingen van dit voorstel wordt in detail verwezen naar het veelomvattende energiebeleid van de EU. Het Kyotoprotocol legt strenge kwaliteitseisen op aan de inventarisatie van broeikasgassen, die voor een groot deel het gevolg zijn van energieverbruik. Het EU-beleid inzake intelligente energie en duurzame energie vereist een gedetailleerde kwantitatieve monitoring van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen. Voorts omvat de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling ambitieuze doelstellingen, met name voor de ontwikkeling van biobrandstoffen en andere duurzame brandstoffen. Deze verordening voorziet ook in gegevens ter zake.

2)

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



2.

Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Het voorstel is besproken tijdens een werkgroepvergadering op 13 en 14 juni 2005 in Luxemburg, via correspondentie met de bestaande gegevensverstrekkers in de lidstaten en tijdens de vergadering van het Comité statistisch programma van 18 en 19 mei 2006.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


De reacties waren zeer positief.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Het effect van deze verordening op de lidstaten zal beperkt zijn, aangezien de daarin beschreven gegevensverzameling reeds volledig op vrijwillige basis plaatsvindt.

Dit voorstel is van groot belang voor het milieu omdat energieverbruik een enorme invloed op het milieu heeft. Nauwkeurige en actuele gegevens over de energiesituatie in de EU zullen het mogelijk maken om een duidelijk kwantitatief beeld van die invloed en de huidige trends te schetsen.

Het economische effect is beperkt. Wel kan dit voorstel een duidelijker beeld helpen schetsen van de in- en uitvoer van energie en van de productie en het verbruik per brandstoftype.

3)

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)



Dit voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad beoogt een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor het verzamelen en opstellen van communautaire statistieken over de productie, de in- en uitvoer, de omzetting en het verbruik van energie. Met het oog op uniforme methoden en vergelijkbare gegevens wordt voor dit kader in ruime mate een beroep gedaan op de al bestaande gegevensverzameling en op de internationale samenwerking met andere betrokken organisaties. Het is dus niet de bedoeling een nieuw statistisch domein te openen, maar wel een nuttige rechtsgrond vast te stellen voor de al bestaande, belangrijke werkzaamheden die het communautaire energiebeleid van betrouwbare en actuele gegevens voorzien.

Rechtsgrondslag



Artikel 285 van het EG-Verdrag vormt de rechtsgrondslag voor communautaire statistieken. De Raad neemt volgens de medebeslissingsprocedure maatregelen aan voor de opstelling van statistieken wanneer dat voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Dit artikel bevat de eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel



De doelstelling van de voorgestelde maatregel, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de productie, indiening, evaluatie en verspreiding van vergelijkbare energiestatistieken in de Gemeenschap, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan derhalve beter op grond van een communautair rechtsbesluit door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Alleen de Commissie kan de nodige harmonisatie van statistische informatie op communautair niveau coördineren, terwijl de lidstaten de gegevensverzameling en de opstelling van vergelijkbare energiestatistieken kunnen organiseren. De Gemeenschap kan dus maatregelen treffen in overeenstemming met het in artikel 5 van het Verdrag genoemde subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om dit doel te bereiken. Deze verordening stelt geen bepalingen vast betreffende de wijze waarop de lidstaten gegevens verzamelen, maar omschrijft enkel de energiegegevens die volgens een geharmoniseerde structuur en een geharmoniseerd tijdschema moeten worden verstrekt.

De lidstaten hoeven hun administratieve systemen voor de productie van energiestatistieken niet te wijzigen. Ten opzichte van de gegevens die reeds op vrijwillige basis op EU-niveau worden verzameld, voegt deze verordening geen nieuwe elementen toe. Aangenomen wordt dat de wetgeving sommige lidstaten ertoe zal noodzaken hun bestaande systeem voor energiestatistieken verder te ontwikkelen of uit te breiden. Eurostat zal nauw met de bevoegde nationale instanties blijven samenwerken en zal alles in het werk stellen om eventuele problemen met de toepassing van deze verordening zoveel mogelijk te beperken.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Rekening houdend met de kenmerken van elk type rechtsbesluit zoals beschreven in artikel 249 van het EG-Verdrag kunnen verordeningen als meest geschikt instrument voor de productie van communautaire statistieken worden beschouwd. Vrijwel alle vereisten met betrekking tot statistieken moeten immers rechtstreeks en onmiddellijk in de lidstaten ten uitvoer worden gelegd. Zij hebben gewoonlijk betrekking op specifiek geïdentificeerde statistische eenheden in de lidstaten, het doel is duidelijk, de maatregelen zijn onmiddellijk van toepassing en de in de enquête op te nemen elementen, evenals de methoden, het tijdschema en de frequentie worden in de verordening gespecificeerd. Daarom zijn er in het algemeen voor de harmonisatie geen nationale maatregelen nodig. De nationale instanties waarop de maatregelen van toepassing zijn, hoeven deze alleen maar toe te passen.

4)

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

5)

4.

Aanvullende informatie



Europese Economische Ruimte



De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom ook voor de Europese Economische Ruimte gelden.