Toelichting bij COM(2001)633 - Standpunt van de EG in het Gemengd Comité over de invoeging van artikel 20 bis "Gescheiden boekhouding" in Protocol 3 inzake de definitie van het begrip 'producten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking dat deel uitmaakt van de Overeenkomst met de Regering van Denemarken en de Landsregering van Faeröer

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De regels van oorsprong zijn van groot belang voor de correcte werking van de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar handelspartners. De Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de Landsregering van Faeröer, anderzijds, hebben op 6 december 1996 een nieuwe overeenkomst getekend die op 1 januari 1997 in werking is getreden.

Protocol 3 inzake de definitie van het begrip producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking werd samen met de Overeenkomst goedgekeurd en is met deze op 1 januari 1997 in werking getreden.

2. Hoewel dit niet uitdrukkelijk is bepaald, wordt algemeen aangenomen dat materialen van oorsprong en identieke materialen die niet van oorsprong zijn en die bestemd zijn om in een product te worden verwerkt, fysiek gescheiden dienen te worden. Het kan evenwel moeilijk zijn of zeer duur die materialen gescheiden te houden. Daarom wordt voorgesteld dat de douaneautoriteiten op bepaalde voorwaarden kunnen toestaan dat de materialen boekhoudkundig worden gescheiden. Deze vergunning kan in antwoord op een schriftelijk verzoek van het betrokken bedrijf worden verleend. De bevoegde douaneautoriteiten kunnen eisen dat het bedrijf aan de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden voldoet. Deze autoriteiten zijn voorts bevoegd toezicht te houden op het gebruik van de vergunning en kan deze intrekken indien zij van oordeel zijn dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan.

3. Artikel 20bis over de 'Gescheiden boekhouding' werd op 1 januari 2001 ingevoegd in de Protocollen betreffende de oorsprong bij de Overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten met partnerlanden in Midden- en Oost-Europa, alsmede de EVA-landen en Turkije (slechts voor industrieproducten in het kader van de douane-unie).

De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap en van Faeröer hebben een bevredigende administratieve samenwerking tot stand gebracht. De ervaring die bij de toepassing van de nieuwe bepalingen met de bovengenoemde partnerlanden is verworven dient daarom te worden uitgebreid tot de handelsbetrekkingen die tot stand zijn gebracht bij de overeenkomst tussen de Gemeenschap en Faeröer.

4. De Raad wordt daarom verzocht bijgevoegd voorstel voor een besluit goed te keuren over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG/Denemarken - Faeröer over de invoeging van artikel 20bis 'Gescheiden boekhouding' in Protocol 3 bij de Overeenkomst.