Toelichting bij COM(1998)389-7 - Standpunt van de EG ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking van de Overeenkomst met Hongarije - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)389-7 - Standpunt van de EG ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip "producten van ... |
---|---|
bron | COM(1998)389 |
datum | 17-07-1998 |
1.1. De oorsprongsregels zijn een onontbeerlijk instrument voor de correcte toepassing van de vrijhandelsovereenkomsten die de Gemeenschap met haar handelspartners heeft gesloten.
1.2. Tijdens de Europese Raad van Essen van december 1994 werd cr op gewezen dal de verschillen die destijds bestondcn tussen de oorsprongsregels van de verschillende door de Gemeensehap ondertckende overeenkomslen een belemmering voor bet handelsverkeer vormden en werd derhalve een programma opgesteld om door middel van identieke oorsprongsregels de handelsbetrekkingen tussen de Gemeensehap. de LMOE , de Baltische Staten, de landen van de EVA en de EER te integreren. Andere landen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden als de vorengenoemde landen zouden te gelegener tijd eveneens bij deze integratie betrokken kunnen vvorden.
1.3. Tussen 1 januari en 1 juli 1997 werden de protocollen betreffende de regels van oorsprong die als bijlagen zijn gehecht aan de overeenkomsten die de Gemeenschap met de onder 1.2. genoemde landen en met Slovenie heeft gesloten, vervangen door een eenvormige tekst, die bovendien in cumulatie van de be- en verwerkingen tussen alle betrokken landen voorziet. Zodoende werd een grote zone ingesteid waar goederen die het karakter van product van oorsprong hebben, met toepassing van de preferentiele tariefregeling kunnen worden verhandeld.
1.4. I)e regels van oorsprong zijn geen onveranderlijk instrument. Zij dienen voortdurcnd in overeenstemming te worden gebracht met de politieke en eeonomisehe situatie in de vrijhandelszone waar zij van toepassing zijn. Zo dienden ook reeds bepaalde wijzigingen te worden aangebracht in de regels die sedert 1997 van toepassing /ijn.
2. WIJZIGINGEN IN DE OORSPRONGSREGELS VAN DE OVEREENKOMSTEN EG/LMOE, EG/BALTISCHE STATEN, EG/EVA, EG/SLOVENIE EN VAN DE
EER-OVEREENKOMST
2.1. De Associatieraad EG/Turkije van 29.4.1997 heeft een gunstig advies gegeven ten aanzien van het verzoek van dit land om in aanmerking te komen voor het bovenbedoelde eengemaakte stelsel van oorsprongsregels. Dit zou voorlopig echter enkel gelden voor industrieproducten, met andere woorden de producten die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen. De bijgevoegde teksten werden dienovereenkomstig aangevuld.
2.2. In de eengemaakte tekst van de oorsprongsregels is onder meer bepaald dal lol 31.I2.I99X, wat het verbod op leruggave of vrijstellingen van douanereehten belief!, forfaitaire percentages mogen worden loegepast. Bulgarijc en I longarije hebben onlangs gevraagd dat deze regeling met twee jaar wordt verlengd. Dit lijkl voor de Gemeenschap geen eeonomisehe problemen te zullen doen rijzen. Voorgesteld wordt derhalve dit verzoek, dat uitsluitend betrekking heeft op de overeenkomsten met de LMOE, de Baltische Staten en Slovenie, in te willigen.
2.3. Sedert de inwerkingtreding van het eengemaakte protocol betreffende de oorsprongsregels werd vastgesteld dat de interpretatie en de toepassing van bepaalde artikelen daarvan problemen deden rijzen. Dit is het geval voor de artikelen 3 en 4 waarvoor een nieuwe tekst wordt voorgesteld. Deze wijziging heefit geen gevolgen voor het vaststellen van het karakter van “product van oorsprong” van de betrokken goederen, doch enkel voor het bepalen van het land van oorsprong. Voor de meeste sectoren heefit deze wijziging geen invloed op de preferentiele tariefbehandeling. In andere gevallen, waar naargelang het land van oorsprong een verschillende preferentiele tariefbehandeling wordt toegepast, zijn de economische consequenties voor de Gemeenschap verwaarloosbaar in verhouding tot de totaliteit van het handelsverkeer. De wijziging houdt zowel voor de administrates als voor het bedrijfsleven een belangrijke administratieve vereenvoudiging in.
2.4. Als eerste maatregel die uitvoering geeft aan de verbintenis van de Gemeenschap ten aanzien van het handelsverkeer met de republieken van het voormalige Joegoslavic. wordt voorgesteld het in artikel 12 van de EER overeenkomst neergelegde territorialiteitsbeginsel tot de landen van de LMOE, de Baltische Staten en Slovenie uit te breiden.
2.5. Tenslotte worden nog enige wijzigingen van technische aard in de bijlagen 1 en 11 van de protocollen voorgesteld. Deze hebben betrekking op bepaalde grondstoffen waarvan werd geconstateerd dat zij binnen de zone in onvoldoende mate beschikbaar zijn.
3. CONCLUS1ES:
De 14 bijgaande voorstellen zijn er op gericht de werking van het gemeenschappelijk stelsel van oorsprongsregels te verbeteren. Zij dienen als een enkel pakket te worden beschouwd. Opdat de huidige regeling inzake de cumulatie van de be- en verwerkingen zou kunnen blijven functioneren, is het namelijk onontbeerlijk dat al de voorgestelde maatregelen op hetzelfde tijdstip, te weten 1.1.1999, ten uitvoer worden gelegd.
De Commissie verzoekt de Raad derhalve het gemeenschappelijk standpunt te bepalen dat in
elk van de bij deze overeenkomsten ingestelde comite’s dient te worden ingenomen.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Bulgarije
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, ener/.ijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wi jzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 105 van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebraeht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bulgarije, anderzijds. in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en bun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffcndc de dcfinitic van hct bcgrip “producten van oorsprong” en methoden van administraticve samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije. anderzijds, die op 8 mars 1993 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogclijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hiema de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong";
Overwegende dat het dienstig lijkl tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstclling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige eorreeties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoflen;
BESLUIT:
Artikel I
Protocol nr 4 betreffende de delinitie van het begrip “producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Bulgarije voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Ilongarije, Tsjechie. Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland. Noorwcgen, /witscrland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende dc oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. Dc in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op dc materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Bulgarije door tussenkomst van de Huropese Commissic nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Het vorstendom Lieehtenstein heeft een douaneunic met Zwitserland en is parti] hi] de Overeenkomst betreffende de Europese eeonotnische ruimte.
De in dit artikel bedoelde cumulatie xeldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage I' bij dit protoeol zijn vermeld.
Artikel 4
Cumulatie in Bulgarije
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Bulgarije beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Bulgarije en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Bulgarije bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Bulgarije verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Bulgarije beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Bulgarije gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Bulgarije geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Bulgarije zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Bulgarije zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Bulgarije naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Bulgarije verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Bulgarije uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleent niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Bulgarije zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaur een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Bulgarije toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Bulgarije verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximum waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijndc materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijndc materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Bulgarije overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Bulgarije gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Bulgarije verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthctischc stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post (1) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 66n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
(a) Met gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
ti
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een diSlektrische rnetaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallcn van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SEMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegistc
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermai’s van code 0711 90
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex I loofstuk 9 - Koflie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
1 looldstuk 10 1 loofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai’diniseerd, ook indien geraffineerd, doch nict verdcr bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepcn, in vaste vorm; suikerstroop. niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig. ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis,
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vices of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijvcn, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of nicer, verkregen uit landbouwproduclen die in deze lijst zijn opgenomcn;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomcn.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
(iedaan le
Voor de Associatieraad De Voorzilter
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Tsjechische Republiek
DE RAAD VAN DE EUROPESE UN1E,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie lot stand word! gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten. enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 104 van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek. anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderluivige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associate tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van bet begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek. anderzijds, die op 4 oktober 1993 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulaticregeling die hct mogclijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde eumulatieregeiing tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve t'ormaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 tc wij/igen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Tsjechie voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarijc, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen. Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)3 of Turkije4 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffendc dc oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehceht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zi jn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in dc Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Tsjechie door tussenkomst van de Europe sc Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. Dc FAiropese Commissie maakt in dc C recks van het Publicatieblad van dc Luropese Gemeenschappen dc datum bekend met ingang waarvan dc in lid 1 genoemde landen die aan de gestcldc voorwaarden voldoen dc in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Tsjechie
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Tsjechie beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)5 of Turkije6 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Tsjechie en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Tsjechie bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Tsjechie verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Tsjechie beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit hot land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Tsjechie gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Tsjechie geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Tsjechie zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissic nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“I. Aan dc in titcl II genoemde voorwaarden voor het vcrkrijgen van de oorsprong moct zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Tsjechie zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Tsjechie naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Ben buiten de Gemeenschap of Tsjechie verrichte be- of vcrwerking van de uit de Gemeenschap of Tsjechie uitgevoerde en later wederingevoerde malerialgn vcrlccnt niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Tsjechie zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Tsjechie toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Tsjechie verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijndc materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijndc materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Tsjechie overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Tsjechie gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
(>. 1 let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in
de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldocn en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Tsjechie verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthctische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektrieiteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post O) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialcn die het karakter van product van oorsprong vcrlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bcdoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 66n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute ^ - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
Het gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
It
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substratcn), bekleed met | len (substratcn) van post | ||
een ditilektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
It
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevocgd:
“Bijlage V
SEMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
ofaangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten ofcacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoctstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermai’s van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig vcrduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwavcldioxidc of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doeli als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 0711 90
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex I loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 I looldstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
civ
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Iloofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop. niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis,
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikcrmai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, iiiet gedenatureerd, met een aleohol-volumcgehaltc van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumcgehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Oedaan le
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
IJitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong nit Turkijc ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Polen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand word! gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die vverd ingesteld bij artikel 102 van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds. in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op hot ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associate tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de dcfinitie van hct begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samcnwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen do Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, die op 16 december 1991 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in vcrband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de delinitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samcnwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Polen voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjeehie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, Usland. Noorwegen, /witscrland (met inbcgrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dal als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is geheeht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Polen door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunic met '/witscrland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese eeonomische ruimte.
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
Artikel 4
Cumulatie in Polen
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Polen beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)7 of Turkije8 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Polen en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Polen bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorzict. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Polen verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Polen beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Polen gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Polen geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Polen zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“l. Aan de in titel 11 genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Polen zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Polen naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Polen verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Polen uitgevoerde en later wederingevoerde materialen vcrlcent nict het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indicn:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Polen zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Polen toegevoegde waarde niet nicer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Polen verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximum waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Polen overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor dc toepassing van het bepaalde in dc leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verslaan alle buiten de Gemeenschap of Polen gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan dc in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Polen verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektrieiteit gclcidcn” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijlde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen (3) of (4) | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 'ten enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute ^ - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
(a) I let gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
3<y
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
M
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging nit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een diglektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging nit nutlerialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
it
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SEMII-Scmieonductor Equipment anti Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermai's van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermaTs van code 0711 90
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex I loofsluk 9 - Koflie, thee, mate en speeerijen, met uitzondering van male van code 0903
Hoofdstuk 10 I loofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pcctine
1501 lot 1514
2f
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelaidiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorni; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffcn; kunsthonig. ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven. bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van mecl, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermais
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mats, yamswortel, zoetc aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009 ex 2106 2204 2206 ex 2207
2009 ex 2106 2204 2206 ex 2207
- Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
ex 2208
2209
ex 2208
2209
- Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80% vol of nicer, verkregen uit landbouwproduclen die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte. verkregen uit landbouwproduclen die in deze lijst zijn opgenomen.
- Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwprodueten die in deze lijst zijn opgenomen
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Ciedaan te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douancrechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die vvelke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
98/ 0257 (ACC)
Voorstel
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 3
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Estland
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderhcid op artikcl 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 3 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Met standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 109 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds. in verband met een wijziging van protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associate tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, '
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 3 betreffende de definitie van bet begrip “productcn van oorsprong” en mcthodcn van administrative samcnwerking I)E ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen dc Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, die op 12 juni 1995 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 3,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije. Tsjechie, Slowakije. Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”:
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administraticvc formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en mcthodcn van administrative samenwerking wordt als volgl gcwijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Estland voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechic, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwcgen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)9 of Turkije10 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is geheeht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Estland door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang vvaarvan de in lid I genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Estland
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Estland beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)11 of Turkije12 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Estland en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Estland bewerkingcn hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorzict. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hcbbcn ondergaan.
2. Indien de in Estland verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Estland beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid l bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Estland gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Estland geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Estland zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadcrc bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door: .
“I. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Estland zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Estland naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Estland verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Estland uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleenl niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig hot bepaalde in litel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Estland zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Estland toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangcmerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel 11 betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Estland verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Estland overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde’1 verstaan alle buiten de Gemeenschap of Estland gemaakle kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan. 13
8. De buiten de Gemeenschap of Estland verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen (3) of (4) | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506,of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 6£n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute W - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
Met gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
ft
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, gegmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII14 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van liet product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruehten of eaeao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 0711 90
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex 1 loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 1 loofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Iloofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vices of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van mecl, gries of vlokken en van suikermaTs
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermais
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstolTen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwprodueten die in deze Iijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwprodueten die in deze Iijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwprodueten die in deze Iijst zijn opgenomen
2209
I Ioofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
C iedaan te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120
Rechtsgrondslag:
artikel 113 van het Verdrag
3. Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EERj en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitairc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
5. Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
98/0258 (ACC)
Voorstel
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 3
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Letland
DE RAAD VAN DE EIJROPESE UN1E,
Gclet op het Verdrag tot oprichling van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikcl 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds. en de Republiek Letland, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 3 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 110 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking. is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EU ROP A-O VEREEN KOM ST
Waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds, die op 12 juni 1995 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 3,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong":
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoifen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Letland voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of vcrwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)15 of Turkije16 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Letland door tussenkomst van de Luropese Conimissic nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Luropese Commissie maakl in de C reeks van het Publicatieblad van de Luropese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Letland
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Letland beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)17 of Turkije18 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Letland cn elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Letland bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “tocreikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Letland verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Letland beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Letland gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Letland geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Letland zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Letland zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Letland naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Letland verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Letland uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleent niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Letland zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Letland toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Letland verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Letland overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Letland gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Letland verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt lussen “kunstmatige fllamenten cn synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “fllamenten die elektrieiteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post (1) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 6t£n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
1 let gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
H
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een diiilektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens dc normen van SBMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
4. 11.
5. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SI\MU-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd nocli met toegevoegde vruchten of eacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gckookt, bevroren. met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 0711 90
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex 1 loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
cx 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis,
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vices of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven. bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in dc vorm van mcel, gries of vlokkcn en van suikermai’s
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of vcrduurznnmd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, under dun de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mai's, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204
2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongcacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Ciedaan te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120
Rechtsgrondslag:
artikel 113 van het Verdrag
3. Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de deflnitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administrateve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
5. Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 3
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Litouwen
DE RAM) VAN DR EUROPESE IJNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Ruropese Gemeenschap, inzonderheid op artikcl 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 3 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die word ingesteld bij artikel 111 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen. anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking. is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en bun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 3 betrefTende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DH ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen, anderzijds, die op 12 juni 1995 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 58 van protocol nr 3,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 3 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Litouwen voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die wuarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen" hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de hij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Litouwen door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicalieblad van de Europese Gemcenschappen de datum bekend met ingang wuarvan dc in lid I genoemde landen die aan de gesteldc voorwaarden voldocn de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Ilet vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is parti} hij de Overeenkomsl betreffende de Europese eeonomisehe ruimte.
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
Artikel 4
Cumulatie in Litouwen
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Litouwen beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)19 of Turkije20 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Litouwen en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Litouwen bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dil protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Litouwen verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Litouwen beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Litouwen gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Litouwen geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zi j uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen kraehtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Litouwen zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Litouwen zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Litouwen naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Litouwen verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Litouwen uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleent niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Litouwen zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Litouwen toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Litouwen verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Litouwen overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Litouwen gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Met bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage 11 genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Litouwen verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen of (4) | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of mecr; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van <£6n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
I let gebruik van jutegarens is toegelalen vanal'01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
n
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffcn verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(subslratcn), bekleed met | len (subslratcn) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
4. 11.
5. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
ff
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
1 ?>. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SEMll-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegistc
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
1 loofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt. bevroren. met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 0711 90
0712 tot 0714 I loofdstuk 8
ex 1 loofstuk 9 - Koflic, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 I loofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Peetine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai’diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - AfVallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
llooldstuk 16
1701
cx 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vasle vorm; suikerstroop. niet gcaromatiseerd en zondcr toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gevvichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst. \ lees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van allc soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, seherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven. bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai’s
2006 en 2007
ex 2008 - Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of
verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mai’s, yamswortel, zoete aardappelen en
Is
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Rthylalcohol, niet gedenalureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgcnomen;
ethylacloliol, gedenalureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uil landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Rthylalcohol, niet gedenalureerd, mel een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Gedaan te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Docl:
De landen van Midden cn Cost Europa de mogelijkheid geven do forfaitairc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op leruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Hongarije
DE RAAD VAN DE EUROPESE UN1E,
Ciclet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 13 decembcr 1993 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Republiek Hongarije, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen.
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die vverd ingesteld bij artikel 104 van de Europa-Overeenkomst waarbij een assoeiatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Hongarije. anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associate tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Hongarije, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betrcffende de dcfinitic van bet bcgrip “producten van oorsprong” en mcthodcn van administratieve samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Hongarije, anderzijds, die op 16 december 1991 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”:
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggavc of vrijstalling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlcnende be- of verwerkingen van het protocol enige corrcelics moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de lechniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Hongarije voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije21 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid I genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4 De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Hongarije door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
1 llet vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij hij de Overeenkomst betreffende de F.uropese economische ruimte.
Artikel 4
Cumulatie in Hongarije
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Hongarije beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Hongarije en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Hongarije bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Hongarije verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Hongarije beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid l bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Hongarije gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Hongarije geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op do materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Hongarije zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel 11 genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Hongarije zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
1 Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij hij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
2 De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage T bij dit protocol zijn vermeld.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Hongarije naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. lien buiten de Gemeenschap of Hongarije verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Hongarije uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleenl niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel 11 indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Hongarije zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Hongarije toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Hongarije verrichte hoof verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Hongarije overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor dc toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Hongarije gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage 11 genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Hongarije verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(cen getuli tapijl .... word! voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met ecn alcoholvolumcgehalte van 80% vol of nicer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 66n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, nocli anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
Hot gcbruik van jutegarens is toegelatcn vanal'01.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
M
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit malerialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
If
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SI'MII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren. met
uitzondering van suikermai's van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermai's van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex Hoofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 1 loofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffmeerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelaidiniseerd, ook indien geraffmeerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gevvichtspercenten \ is.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andpre groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenonien;
ethylaelohol, gedenatureerd, ongeaeht het gelialle, verkregen uit landbouwprodueten die in deze lijst zijn opgenonien.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
ticdnun te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120
Rechtsgrondslag:
artikel 113 van het Verdrag
3. Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overcenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitairc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
5. Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van reehten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
98/ 0261 (ACC)
Voorstel
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake bet standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de definitie van bet begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Slowaakse Republiek
DE RAAD VAN DE EIJROPESE IJNIE,
Gelet op hot Vcrdrag lot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand word! gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 104 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand word! gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking. is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van bet begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Slowakije, anderzijds, die op 4 October 1993 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong";
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3,4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de lechniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondslolTen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Slowakije voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op dc materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Slowakije door tussenkomst van de Huropese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Ilct vorslendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese eeonomisehe ruimte.
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijsl van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
Artikel 4
Cumulatie in Slowakije
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Slowakije beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)22 of Turkije23 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Slowakije en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Slowakije bewerkingen liebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziel. Net is nict noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Slowakije verriehte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Slowakije beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Slowakije gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Slowakije geen enkele be- of verwerking ondergaan, bchouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. I)e in dit artikel bedoelde eumulatieregels zijn uitsluitend van toepassiug op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen kraehtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Slowakije zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“I. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet /under onderbreking in de Gemeenschap of in Slowakije zijn voklaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid I, under c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Slowakije naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Slowakije verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Slowakije uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleenl niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titcl II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Slowakije zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een nicer ingrijpende hoof verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Slowakije toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van do oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Slowakije verrichte be-of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Slowakije overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Slowakije gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van loepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Slowakije verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen (3) of (4) | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilieerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van Wn enkel filament of vezel in alle gcvallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
■ | - van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | |
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
W Met gebruik van jutegarens is loegelaten vanafO 1.07.2000
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
M
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, ge6mailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
2. 11.
3. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
SEMI 1-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gcgistc
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex I loofstuk 9 - Koffie, thee, male en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectinc
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
lloofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vices of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, seherpsmakende
vruchtcn van het geslacht “capsicum'", paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai’s
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchtcn en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mai's, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van, vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregcn uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeaeht het gehalte. verkregcn uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumcgchnltc van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
C iedaan (e
Voor de Assoeiatieraad De Voorzittcr
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van dc Huropa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, dc Overecnkomst inzake de Europese economischc ruimte (EER) cn protocol nr 3 bij dc vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven dc forfaitairc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op leruggave of kwijtschelding van douanerechten. '
Uitbreiding van de regeling tot industrieproduCten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie hcctl voor dc industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechtcn mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkccr cn dc administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een wijziging van protocol nr 4
betreffende de deflnitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en Roemenie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderhcid op artikcl 113,
Gelet op artikel 2 lid 1 van het besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemanie, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde Europa-Overeenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen.
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Associatieraad die werd ingesteld bij artikel 106 van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemanie, anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Associatieraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
EUROPA-OVEREENKOMST
Waarbij een associate tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en Roemanie, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de ASSOCIATIERAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van bet begrip “producten van oorsprong” en methoden van administrative samenwerking
DE ASSOCIATIERAAD,
Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemanie, anderzijds, die op 1 Februar 1993 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese eeonomische ruimte (hiema de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong";
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31,12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administrative formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3,4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongvcrlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correclies moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de .douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Roemanie voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“I. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarijc, Tsjeehie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, (.Island. Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)24 of Turkije25 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aim de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waurin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de
Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd. *
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Roemanie door tussenkomst van dc Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen dc in dil artikel bedoelde cuniulalic mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Roemanie
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Roemanie beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffcndc de oorsprongsregcls dat als bijlage aan de overeenkomslen tusscn Roemanie en elk van deze landen is gehecht, op voorwaardc dat deze materialen in Roemanie bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Roemanie verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Roemanie beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Roemanie gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Roemanie geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong vvanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregcls welke identiek zijn met die van dit protocol.
Roemanie zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregcls die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie niaakl in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen. ,
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet znndcr onderbreking in de Gemeenschap of in Roemanie zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid I, under c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
1 I let vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese eeonomisehe ruimle.
2 De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
/o3>
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Roemanie naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Roemanie verrichte be- of vcrwerking van de uit de Gemeenschap of Roemanie uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleent niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titel II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Roemanie zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een mcer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Roemanie toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Roemanie verrichte hoof verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong /.ijndc materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong /.ijndc materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Roemanie overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt onder “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Roemanie gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Met bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage 11 genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene alwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. I let bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van loepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Roemanie verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15,17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
ior
10.
91
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofd-stuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van <i6n enkel filament of vezel in allc gcvallen minder dan 0 decilex bedraagt, mogen worden gebruikl, op voorwaarde dat de waarde ervan nict mcer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andcrc | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute W - synthclische of kunstinati-ge lilamenlgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
(a) Met gebruik van jutegarens is tocgelaten vanafO 1.07.2000
)<o C
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
l'
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slcpen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geSmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging nit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
4. 11.
5. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
M
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabrick van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
‘'Bijlage V
SI Mil-Semiconductor Equipment ami Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermai’s van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex 1 loofstuk 9 - Koflie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 1 Ioofdstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
- Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1515
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelaidiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
cx 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vasle vorm; suikerstroop. niet gearomatisccrd cn zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafVallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchtcn van het gcslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermais
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermais
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetsloffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mai's, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare deleri van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
I loofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Cieduan te
Voor de Associatieraad De Voorzitter
//o
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120
Rechtsgrondslag:
artikel 113 van het Verdrag
3. Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid gevcn de forfaituirc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
5. Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
In
BESLUIT VAN DE RAAD
Inzake het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van protocol nr 4, betreffende de deflnitie van het begrip “produkten var oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, bij de interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschappen en de Republiek Slovenie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,
Gelet op artikel 1 van het besluit van de Raad en van de Commissie van 25 november 1996 betreffende de sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenie, anderzijds,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in artikel 38 van protocol nr 4 van de genoemde interimovereenkomst is bepaald dat de Associatieraad de bepalingen van dit protocol kan wijzigen,
BESLUIT:
Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen in de Samenwerkingsraad die de taken van de Associatieraad vervult krachtens artikel 38 van de interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds. en de Republiek Slovenie, anderzijds, in verband met een wijziging van protocol nr 4 bij de genoemde overeenkomst, betreffende de deflnitie van het begrip “productcn van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de Samenwerkingsraad dat als bijlage aan het onderhavige besluit is gehecht.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
INTERIMOVEREENKOMST
Betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschappen
en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenie, anderzijds,
ONTWERP
besluit nr .../van de SAMENWERKINGSRAAD van...........
tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
DE SAMENWERKINGSRAAD,
Gelet op de interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante maatregelen tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenie, anderzijds, die op 11 november 1996 te Brussel werd ondertekend, inzonderheid op artikel 38 van protocol nr 4,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hiema de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen diencn te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong":
Overwegende dat het dienstig lijkt tot 31.12.2000 het systeem van forfaitaire percentages te handhaven zoals dit is omschreven in artikel 15 betreffende het verbod op teruggave of vrijstelling van rechten;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3, 4 en 12 te wijzigen;
Overwegende dat in de lijsl van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Slovenie voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als de van oorsprong uit Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)26 of Turkije27 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dal deze materialen in de Gemeenschap zogenaamdc “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Slovenie door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Slovenie
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Slovenie beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protoeol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Slovenie en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Slovenie bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Slovenie verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit Slovenie beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de mecslc waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Slovenie gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Slovenie geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Slovenie zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. Artikel 12 wordt vervangen door:
“1. Aan de in titel 11 genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Slovenie zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel.
1 Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
2 De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protoeol zijn vermetd.
nr
2. Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Slovenie naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a) de wederingevoerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b) de goederen tijdens de periode dat ze zich in dit land bevonden of waren uitgevoerd geen andere dan de voor hun bewaring in goede staat noodzakelijke be- of verwerkingen hebben ondergaan.
3. Een buiten de Gemeenschap of Slovenie verrichte be- of verwerking van de uit de Gemeenschap of Slovenie uitgevoerde en later wederingevoerde materialen verleent niet het karakter van product van oorsprong overeenkomstig het bepaalde in titei II indien:
a) de genoemde materialen geheel en al in de Gemeenschap of Slovenie zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar een meer ingrijpende be-of verwerking dan dein artikel 7 vermelde ontoereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan; en
b) ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
i) de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en
ii) de totale buiten de Gemeenschap of Slovenie toegevoegde waarde niet meer dan 10% bedraagt van de prijs af-fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.
4. Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titei II betreffende het verlenen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de gemeenschap of Slovenie verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel, in de lijst van bijlage II, voor de vaststelling van het karakter van product van oorsprong van het betrokken eindproduct een regel is opgenomen die de maximumwaarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen vaststelt, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in de betrokken partij worden verwerkt en de totale buiten de Gemeenschap of Slovenie overeenkomstig dit artikel toegevoegde waarde het vermelde percentage niet overschrijden.
5. Voor de toepassing van het bepaalde in de leden 3 en 4 wordt under “totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Slovenie gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de toegevoegde materialen.
6. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten die niet aan de in de lijst van bijlage II genoemde voorwaarden voldoen en die enkel krachtens de algemene afwijking van artikel 6, lid 2, kunnen worden aangemerkt als producten die een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.
7. Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
8. De buiten de Gemeenschap of Slovenie verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.”
4. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
5. In artikel 15, punt 6, wordt in de laatste alinea de datum van 31 december 1998 door 31 december 2000 vervangen.
6. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
7. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten cn synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnedc “filamenten die elektriciteit gclcidcn" toegevoegd.
8. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfdc voorbeeld “(ccn gctull tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
9. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post (1) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels bedoeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van &$n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitcx bedraagt, mogen worden gcbruikt, op voorwaardc dat de waarde ervan nict meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andcrc | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute 1*1 - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati-ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
10.
Met gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
)>e
In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
n
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, gegmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een diglektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
4. 11.
5. 12. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
13. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
“Bijlage V
ShMil-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren. met
uitzondering van suikermals van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex l loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 1 looidstuk 11 Hoofdstuk 12 ex 1302 - Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien gerafFineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikcrstroop. niet gcaromatiseerd cn zonder tocgcvoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig verniengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
cx 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de productcn bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikerma'is
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermais
2006 en 2007
ex 2008
- Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palniharten, mai's, yamswortel, zoete aardappelen en
eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204 2206
ex 2207 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
80% vol of nicer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomcn;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongcacht het gehalte, verkregen nil landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen -
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Gedaan te
Voor de Associatieraad DcVoor/iller
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele. gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT Nr. / VAN HET GEMENGD COMITE EG-ZWITSERLAND
van
tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking *
HET GEMENGD COMITE,
gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (l), hiema 'de Overeenkomst' genoemd die op 22 juli 1972 te Brussel werd ondertekend, •
gelet op Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip 'produkten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking, hierna 'Protocol nr. 3' genoemd, inzonderheid op artikel 38,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen. Hongarijc. Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland. Slovenie. de Europese economische ruimte (hiema de EER genoemd), Ijsland, Noorvvegen of Zwitserland te gebmiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3 en 4;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingcn van het protocol enige correclies moelen worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkcling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstolfen;
BESLlJI'f:
(’>
van 31.12.1972, biz. 189.
L 300
PB nr.
JSJf
Artikel 1
Protocol nr 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialeri van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Zwitserland voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen. Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Lstland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)28 of Turkije29 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap gecn enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uilgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Zwitserland door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Zwitserland
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Zwitserland beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap. Bulgarije. Polen. Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland. Estland. Slovenie. IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Zwitserland en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Zwitserland bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Zwitserland verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product cnkel als van oorsprong uit Zwitserland beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Zwitserland gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Zwitserland geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden Inin oorsprong wanneer zij uit een van doze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Zwitserland zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
4. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
5. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige lilamenten en synthetischc stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “lilamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
6. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
7. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post (1) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlencn | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Kthylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
ka.'}
8. In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
"hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedocld bij post 5402 - polypropylccnvc/el bedocld bij post 5503 of 5506,of - polypropylecnkabels be-doeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 66n enkel filament of vezel in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd. noch anderszins bewerkt voor het spinneri. of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute la) - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati- ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch ' anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
Het gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
9. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, gefimailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrischc mctaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit matcrialen van post 7001 |
10. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
It
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebrujktc matcrialen niet mcer bedraagl dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
- | • | of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
11. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
SEMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
“Bijlage V
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
cx 0403 - Karnemclk, gestremde rnelk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
oraange/uurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met loegevoegde vruchten of eaeao, /onder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6
0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondering van suikermais van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikerniajs van code 071190
0712 tot 0714
Hoofdstuk 8
ex I loofstuk 9 - KolTie, thee, male en specerijen, met uitzondering van mate van eode 0903
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
ex 1302
- Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of
geelai'diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
cx 1522 - Afvallen alkomstig van de behandcling van velstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
llooidstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop. niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig. ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00,1702 30 51,1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevuldc deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten \ is.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vices of slachtafVallen van alle soorten, met inbegrip van vet van a lie soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, under dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 en 2007
ex 2008 | - Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering |
van | pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten |
ex 2106 | - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
2206 | |
ex 2207 | - Ethylaleoliol, nict gedenaturcerd, met een aleohol-volumegehalte van 80% vol of meer, verkregen uit landbouwproduclen die in doze lijst zijn opgenomen; ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen. |
ex 2208 | - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een aleohol-volumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen |
2209 |
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Gedaan te
Voor hot (icmcngd C'omitc l)c Voor/ittcr
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van dc Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op dc vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
1‘inanciclc consequents:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT Nr. / VAN HET GEMENGD COMITE EG-NOORWEGEN van tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de definitie van het begrip 'produkten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking
IIKT GEMENGD COMITE, gelet op dc Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen0), hierna 'de Overeenkomst' genoemd die op 14 mei ll>73 te Brussel werd ondertekend,
gelet op Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip 'produkten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking, hierna 'Protocol nr. 3' genoemd, inzonderheid op artikel 38,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarijc, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, dc Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), ljsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkijc in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is dc vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkijc uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en dc administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3 en 4;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties mocten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van dc techniek en, ander/ijds, dc schaarste aan bepaalde grondstolTen;
BESLIJIT:
<n
L 171 van 27.6.1973, biz. 2.
PB nr.
!3<r
Artikel 1
Protocol nr 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in Noorwegen voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd hot bepaalde in artikel 2, lid 1, worden productcn als van oorsprong uit de Gemeensehap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeensehap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, list I and, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)30 of Turkije31 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde grotcr is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit cen van dc andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeensehap gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal Noorwegen door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landcn worden toegepast. Dc Europese Commissie maakt in de C reeks van hot Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in Noorwegen
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Noorwegen beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, llongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie. IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)32 of Turkije33 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Noorwegen en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Noorwegen bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpendcr zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voor/iet.
I let is niet noodzakelijk dal deze materialen in dit land zogenaanule “toereikendc be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in Noorwegen verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product cnkel als van oorsprong uit Noorwegen beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in Noorwegen gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Noorwegen geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden him oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. I)e in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van loepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
Noorwegen zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikcl bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
4. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
5. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamentqn die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
6. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijlde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
7. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen of (4) | |
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen , |
8. In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
"hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels be-doeld bij post 5501, | |||
wanrvan do tiler van Wn cnkcl filament ofvezel in allc gcvallen minder dan 0 deeitex bedraagl, mogen worden gebruikt, op voonvaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of . - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati- ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd. noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
I let gebruik van jutegarens is toegelaten vanaf 01.07.2000
9. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
H
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geemailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een dielektrische metaal-laag, halfgeleidcnd vol-gens de normen van SEMll1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
10. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
II. Na bijlage IV wordl de volgende tekst ingevoegd:
SKMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
/Vo
“Bijlage V
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, geslremde mclk on room, yoghurt, kellr en aiulere gegiste
of aange/uurde mclk en room, ook indicn ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder tocgevocgdc suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - (iroenlcn, ook indicn gestoomd of in water gekookt, bevroren, met
uitzondcring van suikermaTs van code 0704 40
cx 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermai's van code 071190
0712 tot 0714 I loofdstuk 8
cx I loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 1 looldstuk 11 Hoofdstuk 12
ex 1302
- Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of
geelai’diniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulosc) daaronder begrepcn, in vaste vorm; suikerstroop. niet gearomatisccrd en zonder toegevoegde klcurstolTen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamcl; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst. \ lees of slachtafVallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in a/.i jn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai’s
2006 en 2007
ex 2008 | - Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering |
van | pindakaas, palmharten, mai's, yamswortel, zoete aardappelen en eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten |
ex 2106 | - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
2206 | |
ex 2207 | - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een aleohol-volumegelialte van 80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in de/e lijst zijn opgenomen; ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen. |
ex 2208 | - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen |
2209 |
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
7V-S
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Cicdaan Ic
Voor het Gemengd Comito De Voorzitter
/^Y
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moot worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT Nr. / VAN HET GEMENGD COMITE EG-IJSLAND
van tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek (.Island betreffende de definitie van het begrip 'produkten vanoorsprong' en methoden van administratieve samenwerking
HET GEMENGD COMITE,
gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland(l), hierna 'de Overeenkomst' genoemd die op 22 juli 1972 te Brussel werd ondertekend, *
gelet op Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip 'produkten van oorsprong' en methoden van administratieve samenwerking, hierna 'Protocol rir. 3' genoemd, inzonderheid op artikel 38,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die hel mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap. Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland. Slovenie, de Europese economische ruimte (hierna de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in dc definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkije in verband met industrieproducten, het gerechtvaardigd is de vorengenoemde cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikelen 3 en 4;
Overwegende dat in dc lijst van oorsprongvcrlenendc be- of verwerkingen van het protocol enige correctics moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met, enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT: '
<x> PB nr. L 301 van 31.12.1972, biz. 2.
/VST
Artikel 1
Protocol nr 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 1, onder i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de Gemeenschap of in IJsland voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikelen 3 en 4 worden vervangen door:
Artikel 3
Cumulatie in de Gemeenschap
“1. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, worden producten als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)1 of Turkije2 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in de Gemeenschap zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.
3. I)e producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden bun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
1 Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is parlij hij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
2 . /)c in dit artikel bedoelde cumulatie gcldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
/va
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De Gemeenschap zal IJsland door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
Artikel 4
Cumulatie in IJsland
“1. Onvermindcrd het bcpaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit IJsland beschouwd indien zij zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, llongarijc, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Lctland, Estland, Slovenie, IJsland. Noorwegen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)34 of Turkijc35 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen IJsland en elk van deze landen is gehecht. op voorwaarde dat deze materialen in IJsland bewerkingen hebben ondergaan die ingrijpender zijn dan die waarin artikel 7 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen in dit land zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in IJsland verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zijn dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product enkel als van oorsprong uit IJsland beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de bij de vervaardiging in IJsland gebruikte materialen van oorsprong.
3. De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in IJsland geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij uit een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op de materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
IJsland zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.
3. In de artikelen 13, 14, 15, 17, 21, 27, 30 en 32 worden de woorden “bedoeld in artikel 4 of woorden van gelijke strekking “vervangen door” bedoeld in de artikelen 3 en 4” of woorden van gelijke strekking.
4. In artikel 26 wordt “C2/CP3” door “CN22/CN23” vervangen.
5. In bijlage 1, aantekcning 5.2, wordt tussen “kunstmatige lilamenten en synthetische stapclvezels van polypropyleen” de zinsnede “filumcnlcn die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
6. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
7. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
CS Post (!) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijndc materialen die het karakter van product van oorsprong vcrlcncn | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Gthy (alcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
8. In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
"hoofdstuk §7 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 550.1 of 5506, of - polypropyleenkabels be-doeld bij post 5501, | |||
- | waarvan de titer van tten enkel filament of ve/el in allc gevallcn minder dan 9 deeitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af fabriek van het product | ||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen. of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute W - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati- ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
Met gebruik van jutegarens is toegelaten vanafO 1.07.2000
ISO
9. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
ft
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, geSmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een didlektrischc metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SKMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materinlen van post 7001 |
10. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
tt
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
* | of Vervaardiging door thermische of clektrolytisclic behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
11. Na bijlage IV wordt de volgende tekst ingevoegd:
SIMII-Semieonductor Equipment and Materials Institute Incorporated
/J7
“Bijlage V
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 ,
Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andcre gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder tocgevocgde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410 0504
0511 ‘
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren. met
uitzondering van suikermais van code 0704 40 .
I
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen. zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex lloofsluk 9 - Koffic, thee, mate en specerijen, met uitzondering van male van code 0903
Hoofdstuk 10 I loofdstuk 11
Hoofdstuk 12
/.fa.
- Pectine
ex 1302
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten eh vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of
geelaldiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen alkomslig van de bchandcling van vetslolTcn of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van d^gras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig. ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Clevulde deegwareo, bevattende meer dan twintig gewichtspereenten \ is.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren. worst, vices of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermais
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de produeten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermais
2006 en 2007
ex 2008 | - Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering |
van | pindakaas, palmharten, mai’s, yamswortel, zoete aardappelen en eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten |
ex 2106 | - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen |
2206 | |
ex 2207 | - lilhylalcohol, niel gedenalureerd, met een aleohol-volumegehalte van 80% vol of meer, verkregen uit landbouwproduelen die in doze lijst zijn opgenomen; ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen. |
ex 2208 | - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een aleohol-volumegehalte van minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen |
2209 |
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
&<t
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Gedaan te
Voor het Gemengd Comite De Voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Poel:
Pc landcn van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitaire percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op teruggave of kwijlschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die vvelke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie heeft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rechten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handelsverkeer en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER
Nr. / van
tot wijziging van Protocol nr. 4 bij de EER-Overeenkomst betreffende de
oorsprongsregels
HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,
gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, hiema 'de Overeenkomst' genoemd, inzonderheid op artikel 98,
Overwegende dat voor de goede werking van de verruimde cumulatieregeling die het mogelijk maakt materialen van oosprong uit de Gemeenschap, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Bulgarije, Roemenie, Letland, Litouwen, Estland, Slovenie, de Europese economische ruimte (hiema de EER genoemd), Ijsland, Noorwegen of Zwitserland te gebruiken, wijzigingen dienen te worden aangebracht in de definitie van het begrip “producten van oorsprong”;
Overwegende dat, gezien de bijzondere regeling tussen de Gemeenschap en Turkijc in verband met industrieproducten, het gercchlvaardigd is de vorcngenoemdc cumulatieregeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkijc uit te breiden;
Overwegende dat het dienstig is, teneinde het handelsverkeer en de administrative formaliteiten te vereenvoudigen, de tekst van de artikel 3;
Overwegende dat in de lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen van het protocol enige correcties moeten worden aangebracht teneinde rekening te houden met. enerzijds, de ontwikkeling van de techniek en, anderzijds, de schaarste aan bepaalde grondstoffen;
BESLUIT:
Artikel 1
Protocol nr 4 wordt als voIgt gewijzigd:
1. Artikel 1, ondcr i), wordt vervangen door:
“i) Toegevoegde waarde: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere in de artikelcn 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste verifieerbare prijs die in de EER voor deze materialen werd betaald”.
2. De artikel 3 wordt vervangen door:
Artikel 3
Cumulate met materialen van oorsprong
“1. Onvermindered het bepaalde in artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit de EER beschouwd indien zij aldaar zijn verkregen uit materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, Bulgarije, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slowakije, Roemenie, Litouwen, Letland, Estland, Slovenie, Ijsland, Noorwcgen, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein)36 of Turkije37 overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de overeenkomstsluitende partijen en deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de EER meer ingrijpende bewerkingen hebben ondergaan dan die waarin artikel 6 van dit protocol voorziet. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen zogenaamde “toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.
2. Indien de in de EER verrichte be- of verwerkingen niet ingrijpender zi jn dan de in artikel 6 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen produet enkel als van oorsprong uit de EER beschouwd indien de aldaar toegevoegdc waardc groter is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 genoemde landen. Is dit niet het geval dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land waaruit de grootste waardc aan materialen van oorsprong afkomstig is die bij de vervaardiging in de EER worden gebruikt.
3. Producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de EER geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij naar een van deze landen worden uitgevoerd.
4. De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol.
De overeenkomstsluitende partijen zullen elkaar door tussenkomst van de Europese Commissie nadere bijzonderheden verstrekken van de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Europese Commissie maakt in de C reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldocn de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen."
3. In artikel 25 wordt “C2/CP3'’ door “CN22/CN23” vervangcn.
4. In bijlage 1, aantekening 5.2, wordt tussen “kunstmatige filamenten en synthetische stapelvezels van polypropyleen” de zinsnede “filamenten die elektriciteit geleiden” toegevoegd.
5. In bijlage I, aantekening 5.2, wordt het vijfde voorbeeld “(een getuft tapijt .... wordt voldaan)” geschrapt.
6. In bijlage II wordt tussen de regels betreffende de posten GS 2202 en 2208 de volgende regel ingevoegd:
GS Post 0) | Omschrijving (2) | Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van product van oorsprong verlenen | ||
(3) | of | (4) | ||
2207 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80% vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte | Vervaardiging waarbij: - de gebruikte materialen niet onder de posten 2207 of 2208 vallen |
1. In bijlage II wordt de regel voor hoofdstuk 57 vervangen door:
"hoofdstuk 57 | Tapijten - van naaldgetouwvilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, of - chemische materialen of textielmassa; | |
echter: - polypropyleenfilament-garens bedoeld bij post 5402 - polypropyleenvezel bedoeld bij post 5503 of 5506, of - polypropyleenkabels be-doeld bij post 5501, | |||
waarvan de titer van 66n enkel filament of ve/.el in alle gevallen minder dan 9 decitex bedraagt. mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de waarde ervan niet meer bedraagt dan 40% van de prijs af labriek van bet product | |||
- als rug mag juteweefsel worden gebruikt | |||
- van ander vilt | Vervaardiging uit: - natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of - chemische materialen of textielmassa | ||
- andere | Vervaardiging uit: - garens van kokos of jute - synthetische of kunstmati-ge filamentgarens - natuurlijke vezels, of - synthetische of kunstmati- ge stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen Als rug mag juteweefsel worden gebruikt |
1 let gcbruik van jutegarens is locgclalen vanal'01.07.2000
2. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7006 vervangen door:
ft
7006 | Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuinge-slepen randen, gegra-veerd, van gaten voor-zien, gegmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden: - platen van glas | Vervaardiging uit materia- | |
(substraten), bekleed met | len (substraten) van post | ||
een diglektrische metaal-laag, halfgeleidend vol-gens de normen van SEMII1 | 7006 | ||
.-andere | Vervaardiging uit materialen van post 7001 |
3. In bijlage II wordt de regel voor GS post 7601 vervangen door:
ff
7601 | Ruw aluminium. | Vervaardiging waarbij: - alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld, en - de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50% van de prijs af fabriek van het product | |
of Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet gele-geerd aluminium of uit resten en afvallen van aluminium |
10.. Na bijlage VI wordt de volgende tekst ingevoegd:
SEMII-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
“Bijlage VII
Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het Geharmoniseerd Systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikel 3 niet van
toepassing zijn
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 0401 tot 0402
ex 0403 - Kamemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste
of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, niet gearomatiseerd noch met toegevoegde vruchten of cacao, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen
0404 tot 0410
0504
0511
Hoofdstuk 6 0701 tot 0709
ex 0710 - Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren. met
uitzondering van suikermai’s van code 0704 40
ex 0711 - Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van
zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermais van code 071190
0712 tot 0714 Hoofdstuk 8
ex I loofstuk 9 - Koffie, thee, mate en specerijen, met uitzondering van mate van code 0903
Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12
ex 1302
- Pectine
1501 tot 1514
ex 1515 - Andere plantaardige vetten en vette olien (met uitzondering van jojoba
olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd
ex 1516 - Dierlijke en plantaardige vetten en olien, alsmede fracties daarvan,
geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geelaidiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde “opalwax”
ex 1517 en ex 1518 - Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten
ex 1522 - Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffcn of van dierlijke of
plantaardige was, met uitzondering van degras
Hoofdstuk 16
1701
ex 1702 - Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose on fructose
(levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop. niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig. ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de posten 1702 11 00,1702 30 51,1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10
1703
1801 en 1802
ex 1902 - Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis.
schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafVallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten
ex 2001 - Komkommers en augurken, uien, mangochutney. scherpsmakende
vruchten van het geslacht “capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur
2002 en 2003
ex 2004 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermai's
ex 2005 - Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of
azijnzuur, niet bevoren, ander dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen en suikermai's
2006 on 2007
IC 2
ex 2008 - Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of
verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, mais, yamswortel, zoete aardappelen en eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten
2009
ex 2106 - Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2204
2206
ex 2207 - lUhylalcohol, nict gedcnatureerd, met een aleohol-vo|umegehalte van
80% vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen;
ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen.
ex 2208 - Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van
minder dan 80% vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen
2209
Hoofdstuk 23
2401
4501
5301 en 5302
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Gedaan te
Voor het Ciemcngd Comite van de EER De Voor/itter
/£<r
FINANCIEEL MEMORANDUM
Begrotingslijn: hoofdstuk 12, artikel 120 Rechtsgrondslag: artikel 113 van het Verdrag Benaming van de maatregel:
Voorstel tot wijziging van protocol nr 4 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, protocol nr 4 van de Europa-Overeenkomsten EG/LMOE, EG/Baltische Staten, EG/Slovenie, de Overeenkomst inzake de Europese economische ruimte (EER) en protocol nr 3 bij de vrijhandelsovereenkomsten EEG/EVA.
Doel:
De landen van Midden en Oost Europa de mogelijkheid geven de forfaitairc percentages te handhaven bij de toepassing van het verbod op tcruggave ot' kwijtschelding van douanerechten.
Uitbreiding van de regeling tot industrieproducten van oorsprong uit Turkije ter vereenvoudiging en aanpassing van bepaalde regels, met name die welke betrekking hebben op de vaststelling van het land dat als land van oorsprong moet worden beschouwd.
Financiele consequenties:
Aangezien Turkije met de Gemeenschap een douaneunie hoc ft voor de industrieproducten, die derhalve reeds met vrijstelling van rcchten mogen worden ingevoerd, en de meeste wijzigingen erop gericht zijn het handclsvcrkccr en de administratieve formaliteiten te vereenvoudigen, lijkt dit voorstel geen financiele gevolgen van betekenis te zullen hebben.
ISSN 0254-1513
COM i 389 def.
DOCUMENTEN
NL
02 10 11 06
Catalogusnummer : CB-CO-98-404-NL-C
ISBN 92-78-37374-5
Bureau voor officiele publikaties der Europese Gemeenschappen L-2985 Luxemburg
1
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
2
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
3
Het vorstendom Liechtenstein heeft een tlouaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffendc de Europese eeonomisehe ruimte.
4
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
if
5
Het vorslendom Liechtenstein heejt een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese eeonomisehe ruimte.
6
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
7
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
8
Dc in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
9
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
10
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
11
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomsl betreffende de Europese economische ruimte.
12
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
13
Het bepaalde in de leden 3 en 4 is niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.
14
SEM 11-Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated
15
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomsl betreffende de Europese economische ruimte.
16
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
17
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomsl betreffende de Europese economische ruimte.
18
De in dit artikel bedoelde eumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protoeol zijn vermeld.
19
Het vorstendom Liechtenstein heejl een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
20
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
21
l)e in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage l ’ bij dit protocol zijn vermeld.
22
Het vorstendom Liechtenstein heejt een douaneunie met Zwitserland en is partij hij de Overeenkomst betreffende de Europese economisehe ruimte.
23
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
24
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij dc Overeenkomst betreffende de Europese eeonomische ruimte.
25
He in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijsl van bijlage I' bij dit protocol zijn vermeld.
26
llet vorstendom Liechtenstein heeft een douuneunie met Zwitserland en is partij bij de Ovcrccnkomsl betreffende de Europese economise he ruimte.
27
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
28
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomsl betreffende de Europese economise he ruimte.
29
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
Net vorsfendom Liechtenstein heeft een douancunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese eeonomische ruimte.
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn verme/d.
30
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is parlij bij de Overeenkomsl betreffende de Europese eeonomische ruimte.
31
De in dit artikel bedoelde eumulatie hit niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protoeol zijn vermeld.
32
Het vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische ruimte.
33
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.
34
ltd vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is parti] hi] de Overeenknmst betrejfende de Europese eeonamisehe ruimte.
35
I)e in dit artikel bedoelde cumulatie gcldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkijc flic in de lijst van hijlagc V bij dit protocol zijn vermeld.
36
Het Vorstendom Liechtenstein heeft een douaneunie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
37
De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijsl van bijlage V bij dit protocol zijn vermeld.