Toelichting bij COM(2006)218 - Standpunt van de EG betreffende Besluit nr. [2/2006] van het uit hoofde van de Overeenkomst met Zwitserland inzake luchtvervoer ingestelde Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland tot wijziging van de bijlage bij de overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Op 1 juni 2002 is de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer in werking getreden. Bij artikel 21 van deze Overeenkomst wordt een Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland ingesteld, dat belast wordt met het beheer en de correcte toepassing van de Overeenkomst.

Nieuwe communautaire wetgeving die in de bijlage bij de overeenkomst moet worden opgenomen

Volgens artikel 1, lid 2, van de Overeenkomst is de in de bijlage bij de Overeenkomst vermelde communautaire wetgeving van toepassing in Zwitserland. Artikel 23, lid 4, van de Overeenkomst bepaalt dat het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland ofwel een besluit neemt tot wijziging van de bijlage bij de Overeenkomst of, indien nodig, een wijziging van de Overeenkomst voorstelt, teneinde daarin, indien nodig op basis van wederkerigheid, de in de betrokken wetgeving aangebrachte wijzigingen te integreren.

Sinds de ondertekening van de Overeenkomst in 1999 heeft de Gemeenschap een pakket nieuwe wetgeving op het gebied van luchtverkeersleiding aangenomen. Tijdens de vierde bijeenkomst van het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland, die op 25 november 2005 te Brussel plaatsvond, is in beginsel overeengekomen dat Zwitserland het acquis met betrekking tot het gemeenschappelijk Europees luchtruim in zijn wetgeving zal opnemen: Verordening 549/2004 (de kaderverordening), Verordening 550/2004 (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening), Verordening 551/2004 (de luchtruimverordening) en Verordening 552/2004 (de interoperabiliteitsverordening), alsook de eerste uitvoeringsbesluiten met betrekking tot het gemeenschappelijk Europees luchtruim: Verordening 2096/2005 (gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten) en Verordening 2150/2005 (flexibel gebruik van het luchtruim).

Aangezien Zwitserland heeft aanvaard dat de communautaire instellingen met betrekking tot de wetgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim directe bevoegdheid hebben op zijn grondgebied (de 'één pijler'-benadering), mag Zwitserland, op basis van een unilaterale verklaring van de Raad (vergelijkbaar met de in 2002 goedgekeurde unilaterale verklaring inzake de Zwitserse deelname aan het Comité mededinging in de luchtvaart en het Comité markttoegang, en met de oplossing die gevonden is voor de EASA-Verordening 1592/2002), als waarnemer deelnemen aan het Comité gemeenschappelijk Europees luchtruim.

Standpunt van de Gemeenschap inzake Besluit 2/2006

Artikel 3 van Besluit 2002/309/EG, Euratom, van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat bepaalt dat het standpunt dat de Gemeenschap inneemt ten aanzien van besluiten van het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland waarbij uitsluitend de rechtsgeldigheid van de communautaire wetgeving tot Zwitserland wordt uitgebreid met eventuele technische aanpassingen, wordt vastgesteld door de Commissie[1].

Voor andere besluiten van het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland wordt het standpunt van de Gemeenschap met gekwalificeerde meerderheid vastgesteld door de Raad, op voorstel van de Commissie[2].

Aangezien de gevonden oplossing niet als een louter technische aanpassing kan worden beschouwd, moet het communautaire standpunt over dit besluit van het Gemengd Comité voor de luchtvaart, dat gebaseerd is op dit voorstel van de Commissie, ter goedkeuring aan de Raad worden voorgelegd.

Als dit gemeenschappelijk standpunt is goedgekeurd, zal het Comité Luchtvervoer Gemeenschap/Zwitserland het besluit van het Gemengd Comité goedkeuren volgens de in het reglement van orde vastgestelde schriftelijke procedure.

De Raad wordt verzocht bijgevoegd besluit goed te keuren.