Toelichting bij COM(2008)813 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1081/2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds met het oog op de uitbreiding van de soorten kosten die voor een bijdrage uit het ESF in aanmerking komen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

- Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel heeft tot doel de werking van het Europees Sociaal Fonds te vereenvoudigen.

Algemene context:


nieuwe uitdagingen voor het toekomstige ESF

Het Europees Sociaal Fond (ESF) werd opgericht bij artikel 146 van het Verdrag, waarin staat dat het fonds ten doel heeft de tewerkstelling te vergemakkelijken en de geografische en beroepsmobiliteit van de werknemers te bevorderen. Daardoor levert het fonds ook een bijdrage aan de verwezenlijking van de in artikel 158 van het EG-Verdrag genoemde doelstelling van economische en sociale samenhang door beleidsmaatregelen en prioriteiten te steunen die zijn gericht op de totstandbrenging van volledige werkgelegenheid, de verbetering van de kwaliteit en de productiviteit op het werk, en de bevordering van sociale integratie en cohesie, overeenkomstig de richtsnoeren en aanbevelingen in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie.

De huidige financiële crisis en economische recessie doen de concurrentiedruk op de bedrijven in Europa snel toenemen en hebben negatieve gevolgen voor de overheidsbegrotingen. In heel wat lidstaten is de groei aanzienlijk vertraagd; in een aantal lidstaten is hij zelfs gestopt. De werkloosheidscijfers beginnen te stijgen.

Het is in deze context van essentieel belang dat het volledige potentieel van het Europees Sociaal Fonds wordt aangewend om de problemen waarmee werklozen, in het bijzonder de kwetsbaarsten onder hen, in deze economische recessie worden geconfronteerd, te lenigen. Alles moet in het werk worden gesteld om de beschikbare middelen doeltreffend, doelmatig en snel op te nemen, zonder evenwel de beginselen van gezond financieel beheer in gevaar te brengen. In dit kader wordt met dit voorstel beoogd een nieuwe en eenvoudiger methode voor financiering uit het Europees Sociaal Fonds te creëren, zodat het fonds een snellere en effectievere bijdrage kan leveren tot de aanpak van de economische en sociale uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd.

Het Europees Parlement heeft herhaaldelijk gewezen op het belang van een vereenvoudiging van de structuurfondsen. In zijn verslag over de uitvoering van de begroting 2007 heeft de Europese Rekenkamer hierover een belangrijke aanbeveling gedaan. De Rekenkamer beveelt aan: 'vereenvoudigen van de grondslag voor de berekening van de subsidiabele kosten en meer werken met betalingen van vaste of forfaitaire bedragen in plaats van terugbetaling van 'werkelijke kosten""[1] . Forfaitaire financiering uit het ESF is sinds 2007 mogelijk voor indirecte kosten; 23 lidstaten zullen van die mogelijkheid gebruik maken. De ESF-regels voorzien evenwel nog niet in de betaling van vaste bedragen. Hierbij wordt voorgesteld forfaitaire financiering ook voor directe kosten mogelijk te maken, de toepassing ervan uit te breiden tot standaardschalen van eenheidskosten, en systemen voor de betaling van vaste bedragen toe te staan.

Dit voorstel verandert niets aan de vier belangrijkste actiegebieden van de verordening betreffende het Europees Sociaal Fonds, die door de Europese Raad werden bevestigd: vergroting van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven; versterking van de toegang tot de arbeidsmarkt, voorkoming van werkloosheid, verlenging van het actieve leven en vergroting van de arbeidsparticipatie; versterken van de sociale integratie door de bevordering van de integratie van kansarmen in het arbeidsproces en de bestrijding van discriminatie; alsook de bevordering van partnerschappen voor hervormingen op het gebied van werkgelegenheid en integratie.

In de minst welvarende regio’s en lidstaten zullen de structuurfondsen zich blijven concentreren op de bevordering van structurele aanpassingen, groei en het creëren van werkgelegenheid. Daartoe zal het ESF, in het kader van de convergentiedoelstelling, naast de bovengenoemde prioriteiten acties blijven steunen die zijn bedoeld om de investeringen in menselijk kapitaal uit te breiden en te verbeteren, in het bijzonder door betere onderwijs- en opleidingssystemen, alsmede acties die zijn bedoeld om de institutionele capaciteit en de doeltreffendheid van overheidsinstellingen, op nationaal, regionaal en lokaal niveau te ontwikkelen. Het voorstel doet tot slot niets af aan de aandacht die wordt besteed aan het engagement van de Unie om ongelijkheden tussen mannen en vrouwen weg te werken en goede governance te bevorderen. De betrokkenheid van de sociale partners bij de uitvoering van de prioriteiten en acties van het fonds, en met name bij de gedeeltelijke herprogrammering van de programma's van het Europees Sociaal Fonds indien de huidige economische situatie dat vereist, blijft van groot belang.

Tegelijkertijd met dit voorstel heeft de Commissie wijzigingen in de verordeningen inzake de structuurfondsen (en met name van de algemene verordening) voorgesteld om ervoor te zorgen dat de structuurfondsen zo doeltreffend mogelijk kunnen worden aangewend om de crisis het hoofd te bieden. Eén aspect dat gevolgen zal hebben voor het ESF, is het voorstel dat beheersautoriteiten over grotere voorschotten kunnen beschikken zodat zij snel nieuwe acties op gang kunnen brengen.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU



n.v.t.

1.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



De voorgestelde maatregel beoogt de ESF-verordening te wijzigen door er de nodige elementen in op te nemen om de administratie en de aanwending van het fonds te vereenvoudigen.

Rechtsgrondslag



Het voorstel is gebaseerd op artikel 148 van het Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing aangezien het voorstel onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt.