Toelichting bij COM(2008)803 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, wat een aantal bepalingen met betrekking tot het financieel beheer betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


De ernstige crisis die de internationale financiële markten getroffen heeft, confronteert ook de Europese Unie met grote uitdagingen, die een snelle reactie vereisen om de effecten van de crisis op de economie als geheel tegen te gaan. In die context wil de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, investeringen stimuleren om de groei en de werkgelegenheid weer op gang te brengen. Dat is het onderwerp van haar mededeling met de titel 'Van financiële crisis naar herstel: een Europees actiekader', die op 29 oktober 2008 is goedgekeurd.

Algemene context


De ernstige vrees bestaat dat de financiële crisis ook ingrijpende gevolgen zal hebben voor de reële economie, met name door de problemen waarmee de banken te maken hebben en het aanscherpen van de kredietvoorwaarden (hogere rente, strengere beoordeling van aanvragers van leningen), hetgeen zowel de consumptie van huishoudens als de investeringen van bedrijven, de steun voor innovatie en de technologische en industriële ontwikkeling onder druk zou kunnen zetten, en daarmee ook de groei van het bbp en de werkgelegenheid.De meest recente economische voorspelingen van de Commissie voorzagen een sterke afname van de groei van de Europese Unie, die in 2008 nog maar 1,4% (de helft van 2007) zou bedragen, in 2009 0,2%, en in 2010 1,1%. Deze slechte economische vooruitzichten zullen waarschijnlijk niet zonder gevolgen blijven voor de overheidsfinanciën. Bij een gelijkblijvend beleid zullen de begrotingstekorten toenemen van minder dan 1% van het bbp in 2007 tot 2,6% in 2010. Betrouwbare ramingen van de overheidsfinanciën, met name wat de staatsschuld betreft, zijn echter nauwelijks mogelijk gezien de algemene onzekerheid met betrekking tot de gevolgen voor de begrotingen van de reddingsmaatregelen die de regeringen intussen al hebben genomen.Om de effecten van de crisis te bestrijden, hebben de regeringen inderdaad al veel gedaan, zowel afzonderlijk als in het kader van een gezamenlijke strategie op Europees en internationaal niveau. In de VS heeft de regering besloten bepaalde financiële instellingen te nationaliseren, na begin oktober al besloten te hebben dat de staat riskante activa ten bedrage van 700 miljard dollar over zal nemen. In Europa betreffen de verschillende ongeveer gelijktijdig aangekondigde nationale plannen bedragen van in totaal 1 700 miljard euro, waaronder garanties van herfinanciering, maar ook maatregelen inzake herkapitalisatie en nationalisering.In die context heeft de Commissie gepoogd een bijdrage te leveren aan het debat, binnen de Europese Unie en met haar internationale partners, over de juiste reacties op de huidige financiële crisis en de sociale en economische repercussies daarvan. Zij heeft met name samen met de lidstaten onderzocht of het mogelijk is investeringsplannen te versnellen en betalingen aan lidstaten te vervroegen.Het cohesiebeleid vormt in dat verband het krachtigste en meest relevante instrument om de reële economie te ondersteunen. Met een financiële enveloppe van 347 miljard euro voor de periode 2007-2013, waarvan 250 miljard prioritair gereserveerd zijn voor de doelstellingen van de Lissabonstrategie, kan dit beleid een belangrijke bijdrage leveren aan budgettaire stabiliteit, en aan de overheidsinvesteringen in de lidstaten en de regio's van de Europese Unie.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


De ernstige schokken die de Europese economie ondergaat, zullen het potentiële groeipercentage op de middellange termijn doen dalen en ook de reële groei in 2009 en 2010 fors afremmen. De meest recente voorspellingen wijzen erop dat enkele nationale economieën zich al in een recessie bevinden. Deze slechte economische perspectieven zullen sterke negatieve uitwerkingen hebben op de overheidsfinanciën van de lidstaten. Daardoor zal het ook moeilijk worden te voldoen aan de voorwaarden voor de uitvoering van het cohesiebeleid, die nationale medefinanciering vereisen bij bijstandsverlening door de structuurfondsen.In die context zouden bepaalde geldende voorschriften aangepast moeten worden teneinde de uitvoering van de investeringsprojecten en de vastlegging van communautaire kredieten ten behoeve van de economie van de lidstaten en van de regio's van de EU te versnellen. Daarbij valt te denken aan de bepalingen betreffende voorfinanciering, meer in het bijzonder betreffende de uitgavenstaat, enerzijds betreffende de vergoeding van aan de begunstigden uitbetaalde voorschotten in het kader van overheidssteun in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag, en anderzijds betreffende de grote projecten, en tenslotte de bepalingen met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven en de financiële instrumentering.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



De maatregelen van overheden met het oog op het indammen van de negatieve effecten van de financiële crisis op de reële economie kunnen alleen effectief zijn als ze snel genomen worden. Gezien de urgentie van de problemen was raadpleging van de lidstaten niet mogelijk. De voorgestelde maatregelen zijn vooral gericht op versnelling van de uitvoering van de programma's, maar enkele zullen ook tot vereenvoudiging leiden. De lidstaten hebben in dit verband herhaaldelijk bevestigd dat zij wensen dat de met de herziening van artikel 55 van de algemene verordening begonnen werkzaamheden voortgezet worden. Ook het Europees Parlement en de Rekenkamer hebben bij verschillende gelegenheden aangedrongen op vereenvoudiging van de verordeningen betreffende de fondsen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Alle denkbare opties voor versnelling van de uitvoering, eventueel ook door vereenvoudiging van bepaalde administratieve procedures, zijn besproken. Dit voorstel dient ter aanvulling van een reeks niet-wetgevende aanpassingen die moeten waarborgen dat de lidstaten volledig gebruik kunnen maken van de bestaande mogelijkheden voor flexibiliteit, met inbegrip van de mogelijkheid om indien noodzakelijk programma's aan te passen en te vereenvoudigen, om ze optimaal aan de nieuwe behoeften aan te passen. Ook moedigt de Commissie de lidstaten aan om de beschrijving van hun systeem van beheer en controle te finaliseren, zodat zij deze sneller kan valideren en de tussentijdse financiële transacties sneller afgehandeld kunnen worden, met inachtneming van de regels van goed financieel beheer.Dit streven naar vereenvoudiging van het beheer van de fondsen zal zonder twijfel een positief effect hebben op het tempo van de uitvoering van de programma's, met name doordat bij de start van de programma's meer financiële middelen beschikbaar zullen zijn.Een snellere uitvoering van de operationele programma's zal ook een doelmatige bijdrage leveren aan een snellere terugkeer naar een normale economische situatie zodra het einde van de crisis in zicht komt. Een verhoging van de aan de begunstigden uitbetaalde voorschotten in het kader van de reeds goedgekeurde programma's zal overheden op alle territoriale niveaus de beschikking geven over aanvullende liquide middelen. Deze voorschotten zullen ook bijdragen tot de versterking van het effect van het cohesiebeleid op de reële economie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)


De door de Commissie voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds zijn bedoeld om de negatieve effecten van de economische crisis als geheel tegen te gaan en op de korte termijn de uitvoering van de bijstandsverlening door de fondsen te versnellen, ten gunste van de reële economie, met name door meer steun voor het mkb.De voorgestelde wijzigingen betreffen vier hoofdlijnen:een uitbreiding van de werkingssfeer van artikel 44 betreffende financiële instrumentering tot steunverlening door de EIB en het EIF, ter ondersteuning van de lidstaten voor de voorbereiding en uitvoering van operationele programma's;een wijziging van artikel 56 betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven, met het oog op verduidelijking van de mogelijkheid de betalingen van de overheadkosten op vaste bedragen te baseren, en invoering van de mogelijkheid de bijdragen in natura te beschouwen als subsidiabele uitgaven voor de oprichting van of het bijdragen aan fondsen;een wijziging van de bepalingen betreffende de uitgavenstaten: i) voor de grote projecten, schrapping van het verbod om uitgaven voor grote projecten op te nemen in de aanvragen voor tussentijdse betalingen voordat het grote project door de Commissie is goedgekeurd, en ii) voor de overheidssteun in de zin van artikel 87 van het Verdrag, schrapping van de limiet van 35% van het voorschot dat aan de begunstigden kan worden uitbetaald door het orgaan dat de steun toekent, zodat voorschotten tot 100% kunnen worden uitbetaald, met inachtneming van de overige voorwaarden.een verhoging van de derde tranche van de voorfinanciering (2009) met 2% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of daarna tot de Europese Unie zijn toegetreden, de invoering van een derde tranche (2009) van 2,5% voor de structuurfondsen voor de lidstaten die vóór 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden; voor wat de doelstelling van Europese territoriale samenwerking betreft, wordt als het programma ten minste één lidstaat omvat die op 1 mei 2004 of daarna is toegetreden een aanvullend percentage van 2% toegekend in 2009. Deze aanvullende middelen, die aan het begin van het jaar beschikbaar zouden worden gesteld, zouden dan snel aan de begunstigden moeten worden overgedragen, met inachtneming van de regels van goed financieel beheer.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt gemeenschappelijke voorschriften voor de drie fondsen vast. Op grond van het beginsel van het gedeelde beheer tussen de Europese Commissie en de lidstaten stelt deze verordening een nieuw programmeringsproces en nieuwe normen voor het beheer, inclusief het financiële beheer, het toezicht, de controle en de evaluatie van de projecten vast.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, aangezien het gericht is op het ondersteunen van de lidstaten bij de bestrijding van de effecten van de huidige financiële crisis, door middel van wijzigingen die de lidstaten een grotere rol geven bij het gedeelde beheer van de fondsen.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het voorstel is beperkt tot vijf artikelen van de algemene verordening, zodat de discussie geconcentreerd kan worden op enkele bepalingen van relatief technische aard en de herziening snel besloten kan worden. Op die manier zal de rechtsonzekerheid strikt beperkt blijven tot een korte periode, en zal snel een bijdrage aan de heropleving van de economische activiteit in de Europese Unie geleverd kunnen worden.Bovendien zal, gelet op de beginselen van gelijke behandeling en rechtszekerheid, alleen de wijziging van artikel 56, lid 2, met terugwerkende kracht toegepast kunnen worden met ingang van 1 augustus 2006, de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

De voorgestelde vereenvoudigingen zullen leiden tot een verlichting van de financiële en administratieve lasten van de lidstaten.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.De Commissie heeft alle mogelijkheden bestudeerd die de verordeningen betreffende de fondsen bieden om investeringsprojecten en vastlegging van communautaire kredieten te versnellen, ten voordele van economieën van de lidstaten en regio's van de EU. Naast de niet-wetgevende wijzigingen zoals aangegeven in de mededeling van 26 november 2008 stelt de Commissie voor om vijf artikelen van de algemene verordening te wijzigen. Het doel van deze herziening is het mobiliseren van communautaire kredieten voor het opstarten van de projecten te vergemakkelijken, zodat die sneller uitgevoerd kunnen worden en het effect van de investeringen op de reële economie ook sneller intreedt.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel voorziet in uitbetaling van 6,3 miljard euro aan aanvullende voorschotten in 2009. De andere voorgestelde wijzigingen zouden het tempo van de tussentijdse betalingen versnellen.