Toelichting bij COM(2008)786 - Wijziging van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

CONTEXT VAN HET VOORSTEL

- Achtergronden en doeleinden van het voorstel

Het doel van dit voorstel is om in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden bepalingen op te nemen betreffende een nieuwe categorie personeel die alleen bij het Europees Parlement werkzaam is. Het betreft de persoonlijke medewerkers van de leden van het Europees Parlement die werkzaam zijn in een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Straatsburg, Luxemburg), maar niet de medewerkers die werkzaam zijn in bureaus van EP-leden in het land waar zij gekozen zijn, bijvoorbeeld in kiesdistrictskantoren. De regeling heeft ten doel de huidige situatie van deze medewerkers te verduidelijken en te verbeteren onder volstrekte eerbiediging van de bijzondere aard van hun werk bij het Parlement.

Algemene context



Het bestaande systeem voor de aanstelling van medewerkers van EP-leden, dat volledig is gebaseerd op privaatrechtelijke contractuele regelingen, lijkt niet langer verenigbaar met de omvang en complexiteit van een Parlement met leden uit 27 lidstaten. Het legt een loodzware administratieve last zowel op de administratie van het Parlement als op individuele EP-leden. Nog afgezien van deze administratieve last wordt de rechtspositie van de medewerkers van EP-leden ook gecompliceerd door het feit dat er 27 verschillende belasting- en socialepremiestelsels van toepassing zijn op personen wier werk verdeeld is over Brussel, Straatsburg, Luxemburg en andere plaatsen in Europa.

In 2000 verklaarde de Raad, in de context van het Commissievoorstel van 19 mei 1998, dat hij zich ten volle bewust was van de noodzaak om de arbeidsvoorwaarden van de parlementaire medewerkers te regelen en verbetering te brengen in hun situatie. De Raad wees er in dit verband op dat hij op 26 april 1999 bij de behandeling van het ontwerpstatuut van de leden van het Europees Parlement een aantal beginselen had vastgesteld die de Raad van essentieel belang acht:

- rechtstreekse betaling van de medewerkers door het Parlement onder de verantwoordelijkheid van en in overeenstemming met de persoonlijke instructies van het betrokken EP-lid;

- het bestaan van een schriftelijke overeenkomst die bij het Europees Parlement is geregistreerd;

- naleving van de geldende bepalingen inzake belastingheffing en sociale zekerheid.

Deze beginselen worden in acht genomen in het onderhavige voorstel, waarmee de nieuwe categorie van medewerkers van de leden van het Europees Parlement wordt opgenomen in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Personen die onder de nieuwe categorie vallen worden volgens de nieuwe regeling door het Europees Parlement voor een parlementslid in dienst genomen na door dit lid geselecteerd te zijn.

Voor deze nieuwe categorie personeel worden specifieke bepalingen ingevoerd die rekening houden met de bijzondere aard van het werk van de parlementaire medewerkers en hun betrekkingen met het Europees Parlement en de EP-leden.

De invoering van deze nieuwe categorie in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden betekent ook dat 27 verschillende regelingen betreffende hun arbeidsvoorwaarden, belastingheffing en sociale zekerheid vervangen worden door één enkele.

- Bestaande regelgeving inzake het voorstel

Verordening (EG, Euratom) nr. 259/68 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.

Besluit van het Europees Parlement van 28 september 2005 houdende aanneming van het Statuut van de leden van het Europees Parlement (2005/684/EG, Euratom)

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU.



Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Het ontwerpvoorstel betreft uitsluitend de invoering van een nieuwe categorie personeel in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Dit betekent dat geen externe gevolgen te verwachten zijn. Een effectbeoordeling is dan ook niet nodig.

2.

Juridische aspecten van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Het voorstel bevat voorschriften voor de invoering in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van een nieuwe personeelscategorie voor medewerkers van EP-leden.

Rechtsgrondslag



Artikel 283 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het ter verwezenlijking van het voornaamste doel, namelijk opneming van de medewerkers van leden van het Europees Parlement die werkzaam zijn in een van de vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Straatsburg, Luxemburg) in de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, noodzakelijk en passend om voor deze nieuwe categorie regels vast te stellen die recht doen aan het bijzondere karakter ervan. Dit voorstel gaat niet verder dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te verwezenlijken.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn:

Het voorstel betreft de wijziging van een bestaand instrument.

3.

Gevolgen voor de begroting



Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.