Toelichting bij COM(2007)839-1 - Toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het verdrag van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Toetredingsakte van Bulgarije en Roemenië van 2005 i bevat een vereenvoudigd mechanisme voor de toetreding van die twee landen tot de verdragen en overeenkomsten (en protocollen) die door de lidstaten zijn gesloten op basis van artikel 34 VEU (ex artikel K.3 VEU) of artikel 293 EG. De onderhandeling over en sluiting van specifieke toetredingsprotocollen tot deze verdragen en overeenkomsten (die nadien door 27 landen moeten worden geratificeerd) is daarmee overbodig geworden. In artikel 3, lid 3, van de akte is gewoon bepaald dat Bulgarije en Roemenië bij wege van de Toetredingsakte tot deze verdragen, overeenkomsten en protocollen toetreden.

In artikel 3, leden 3 en 4, van de Toetredingsakte is bepaald dat de Raad te dien einde besluit op welke data deze verdragen en overeenkomsten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden alsook dat hij de ingevolge de toetreding van deze twee nieuwe lidstaten vereiste aanpassingen in deze verdragen en overeenkomsten aanbrengt (hetgeen ten minste betekent dat zij in de Bulgaarse en Roemeense taal worden aangenomen, zodat deze versies 'gelijkelijk authentiek' zijn). De Raad moet hierbij handelen op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

In Bijlage I bij de Akte van toetreding is de lijst van verdragen, overeenkomsten en protocollen in kwestie opgenomen.

Deze lijst omvat onder meer het verdrag (90/436/EEG) van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (het zogenaamde arbitrageverdrag), het verdrag van 21 december 1995 betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot het arbitrageverdrag, en het protocol van 25 mei 1999 tot wijziging van het arbitrageverdrag.

In de periode voorafgaand aan de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie hebben de lidstaten op 8 december 2004 een verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot het arbitrageverdrag ondertekend.

Er dient derhalve te worden voorzien in de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het arbitrageverdrag zoals gewijzigd bij het verdrag van 8 december 2004, en dit verdrag moet aan bijlage I bij de Akte van toetreding worden toegevoegd. In overeenstemming met artikel 3, lid 6, van de Toetredingsakte heeft de Commissie derhalve een voorstel voor een besluit van de Raad opgesteld om het verdrag van 8 december 2004 betreffende de toetreding van de tien nieuwe lidstaten tot het arbitrageverdrag aan de lijst toe te voegen.

Deze aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad strekt ertoe overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte de vereiste aanpassingen aan te brengen naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot voornoemd verdrag.