Toelichting bij COM(2005)376 - Machtiging van Letland tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 21 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake omzetbelasting

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 16 maart 2005, heeft Letland verzocht om verlenging van een derogatiemaatregel voor houttransacties, die eerder al voor beperkte tijd was verleend in de Toetredingsakte. Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 10 mei 2005 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 31 mei 2005 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context


De houtmarkt in Letland wordt gekenmerkt door kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers, waarvan vaak is gebleken dat zij slechts een tijdelijk karakter hebben, moeilijk door de belastingdienst te controleren zijn en als vehikel voor belastingontduiking fungeren. De meest gebruikelijke vorm van ontduiking bestaat erin dat bedrijven een factuur afgeven voor de leveringen die zij verrichten, maar vervolgens verdwijnen zonder de belasting te voldoen, terwijl de klant over een geldige factuur beschikt om de voorbelasting in aftrek te brengen. Om de ontduiking van belasting te voorkomen, is in de Letse BTW-wetgeving een bijzondere bepaling opgenomen die er, in afwijking van artikel 21 van Richtlijn 77/388/EEG, in voorziet dat bij houttransacties in bepaalde omstandigheden de BTW moet worden voldaan door de ontvanger van de goederen of de diensten. Deze regeling geldt voor leveringen van goederen en diensten op het grondgebied van Letland en laat grensoverschrijdende transacties onverlet. De Commissie is de mening toegedaan dat deze regeling Letland daadwerkelijk heeft geholpen het risico van BTW-ontduiking te verminderen en de belastingheffing op de houtmarkt te vereenvoudigen. Zij acht het daarom dienstig dat Letland wordt gemachtigd deze bijzondere maatregel te verlengen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Deze derogatie is eerder al verleend in de Toetredingsakte, bijlage VIII, hoofdstuk 7, punt 1, onder b).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Het voorstel voor een beschikking strekt ertoe eventuele ontduiking van BTW op de houtmarkt in Letland te bestrijden en kan bijgevolg een positief economisch effect sorteren. Het effect zal in ieder geval beperkt zijn gelet op de beperkte werkingssfeer van de derogatie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Machtiging van Letland tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 21 van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad en waarbij in het geval van houttransacties een verleggingsregel wordt toegepast.

Rechtsgrondslag


Artikel 27, lid 1, van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

Deze beschikking betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Voorgestelde instrumenten: ander

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: Overeenkomstig artikel 27 van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting is alleen een beschikking van de Raad mogelijk.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Evaluatie-/herzienings-/uitdovingsclausule

Het voorstel bevat een uitdovingsclausule.

1. Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij Letland wordt gemachtigd tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 21 van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

(Slechts de tekst in de Letse taal is authentiek)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag i, en met name op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie i,

Overwegende hetgeen volgt:

Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 16 maart 2005, heeft Letland verzocht om verlenging van een derogatiemaatregel voor houttransacties.

Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 10 mei 2005 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 31 mei 2005 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

De houtmarkt in Letland wordt gekenmerkt door kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers. Het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is, hebben geleid tot belastingfraude waarop de belastingdienst moeilijk controle kon krijgen. Om dit misbruik te bestrijden, is in de Letse BTW-wetgeving een bijzondere bepaling opgenomen, die erin voorziet dat de tot voldoening van de BTW gehouden persoon in bepaalde omstandigheden de belastingplichtige is aan wie goederen worden geleverd of diensten verleend.

In artikel 21, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG, zoals dit luidt in artikel 28 octies van deze richtlijn, is bepaald dat in het binnenlandse verkeer de BTW verschuldigd is door de belastingplichtige die een belastbare levering van goederen of een belastbare dienst verricht. Krachtens de Toetredingsakte van 2003 i en met name hoofdstuk 7, punt 1, onder b), van bijlage VIII daarbij mag Letland evenwel gedurende een beperkte periode zijn procedure voor de heffing van BTW op houttransacties blijven toepassen.

De Commissie is de mening toegedaan dat deze regeling Letland daadwerkelijk heeft geholpen het risico van BTW-ontduiking te verminderen en de belastingheffing op de houtmarkt te vereenvoudigen.

De derogatie heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen van de Gemeenschappen uit de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Enig artikel

In afwijking van artikel 21, lid 1, onder a), van Richtlijn 77/388/EEG, zoals dit luidt in artikel 28 octies van de ze richtlijn, wordt Letland gemachtigd om ter zake van houttransacties tot 31 december 2009 de ontvanger te blijven aanmerken als de tot voldoening van de BTW gehouden persoon.

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter