Toelichting bij COM(2001)508 - Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Algemene opmerkingen

3.

1.1. Beleid


4.

1.2. Betrokken richtlijnen


5.

1.3. Redactionele methode en structuur


6.

1.3.1. Aanbevelingen van SLIM


7.

1.3.2. Structuur


8.

1.4. Cadmium


9.

1.4.1. Probleemstelling


10.

1.4.2. Strategie


11.

2. Specifieke opmerkingen


VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake meststoffen

BIJLAGE I - Lijst van de typen EG-meststoffen

A. Anorganische enkelvoudige meststoffen met primaire nutriënten

A.1. Stikstofmeststoffen

A.2. Fosfaatmeststoffen

A.3. Kalimeststoffen

B. Anorganische samengestelde meststoffen met primaire nutriënten

B.1. NPK-meststoffen

B.2. NP-meststoffen

B.3. NK-meststoffen

B.4. PK-meststoffen

C. Anorganische vloeibare meststoffen

C.1. Enkelvoudige vloeibare meststoffen

C.2. Samengestelde vloeibare meststoffen

D. Anorganische meststoffen met secundaire nutriënten

E. Anorganische meststoffen met micronutriënten

E.1. Meststoffen die slechts één micronutriënt bevatten

E.1.1. Boor

E.1.2. Kobalt

E.1.3. Koper

E.1.4. IJzer

E.1.5. Mangaan

E.1.6. Molybdeen

E.1.7. Zink

E.2. Minimumgehalte aan micronutriënten in massapercenten van de meststof

E.3. Lijst van de toegelaten organische chelaat- en complexvormers voor micronutriênten

BIJLAGE II - Toleranties

12.

1. Anorganische enkelvoudige meststoffen met primaire nutriënt -


Absolute waarden in massapercenten, uitgedrukt in N, P2O5, K2O, MgO, Cl

13.

2. Anorganische samengestelde meststoffen met primaire nutriënten


14.

3. Secundaire nutriënten in meststoffen


15.

4. Micronutriënten in meststoffen


BIJLAGE III - Technische bepalingen voor meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte

16.

1. KENMERKEN VAN EN GRENSWAARDEN VOOR ENKELVOUDIGE MESTSTOFFEN


OP BASIS VAN AMMONIUMNITRAAT EN MET EEN HOOG STIKSTOFGEHALTE

17.

2. BESCHRIJVING VAN DE DETONATIEPROEF VOOR MESTSTOFFEN OP BASIS VAN AMMONIUMNITRAAT EN MET EEN HOOG STIKSTOFGEHALTE


18.

3. METHODEN OM TE CONTROLEREN OF AAN DE IN DE BIJLAGEN III.1 EN III.2 GESPECIFICEERDE GRENSWAARDEN WORDT VOLDAAN


19.

4. BEPALING VAN DE DETONATIEGEVOELIGHEID


BIJLAGE IV - Bemonsterings- en analysemethoden

A. BEMONSTERINGSMETHODE VOOR DE CONTROLE VAN MESTSTOFFEN

Inhoudsopgave

1.

Doel


20.

EN TOEPASSINGSGEBIED


21.

2. MONSTERNEMERS


22.

3. DEFINITIES


23.

4. APPARATUUR


24.

5. KWANTITATIEVE VEREISTEN


25.

6. INSTRUCTIES BETREFFENDE DE BEMONSTERING, DE BEREIDING EN DE VERPAKKING VAN DE MONSTERS


26.

7. VERPAKKING VAN DE EINDMONSTERS


27.

8. BEMONSTERINGSRAPPORT


28.

9. BESTEMMING VAN DE MONSTERS


B. ANALYSEMETHODEN VOOR MESTSTOFFEN

ALGEMENE OPMERKINGEN

ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE ANALYSEMETHODEN VOOR MESTSTOFFEN

Methode 1 - BEREIDING VAN HET MONSTER, BESTEMD VOOR DE ANALYSE

Methoden 2 - STIKSTOF

Methode 2.1 - BEPALING VAN AMMONIUMSTIKSTOF

Methoden 2.2 - BEPALING VAN NITRAAT- EN AMMONIUMSTIKSTOF

Methode 2.2.1 - BEPALING VAN NITRAAT- EN AMMONIUMSTIKSTOF VOLGENS ULSCH

Methode 2.2.2 - BEPALING VAN NITRAAT- EN AMMONIUMSTIKSTOF VOLGENS ARND

Methode 2.2.3 - BEPALING VAN NITRAAT- EN AMMONIUMSTIKSTOF VOLGENS DEVARDA

Methoden 2.3 - BEPALING VAN STIKSTOF TOTAAL

Methode 2.3.1 - BEPALING VAN STIKSTOF TOTAAL IN NITRAATVRIJE KALKSTIKSTOF

Methode 2.3.2 - BEPALING VAN STIKSTOF TOTAAL IN NITRAATHOUDENDE KALKSTIKSTOF

Methode 2.3.3 - BEPALING VAN STIKSTOF TOTAAL IN UREUM

Methode 2.4 - BEPALING VAN CYAANAMIDESTIKSTOF

Methode 2.5 - FOTOMETRISCHE BEPALING VAN BIUREET IN UREUM

Methoden 2.6 - BEPALING VAN DE GEHALTEN AAN STIKSTOF IN VERSCHILLENDE BINDINGSVORMEN, INDIEN ZIJ NAAST ELKAAR VOORKOMEN

Methode 2.6.1 - BEPALING VAN DE GEHALTEN AAN STIKSTOF IN MESTSTOFFEN DIE NITRAATSTIKSTOF, AMMONIUMSTIKSTOF, UREUMSTIKSTOF EN CYAANAMIDESTIKSTOF BEVATTEN


Methode 2.6.2 - BEPALING VAN DE GEHALTEN AAN STIKSTOF IN MESTSTOFFEN DIE UITSLUITEND NITRAATSTIKSTOF, AMMONIUMSTIKSTOF EN UREUMSTIKSTOF BEVATTEN

Methoden 3 - FOSFOR

Methoden 3.1 - EXTRACTIES

Methode 3.1.1 - EXTRACTIE VAN FOSFOR OPLOSBAAR IN MINERAALZUUR

Methode 3.1.2 - EXTRACTIE VAN FOSFOR OPLOSBAAR IN 2 % MIERENZUUR (20 g/l)

Methode 3.1.3 - EXTRACTIE VAN FOSFOR OPLOSBAAR IN 2 % CITROENZUUR (20 g/l)

29.

Methode 3.1.4 - EXTRACTIE VAN FOSFOR OPLOSBAAR IN NEUTRAAL AMMONIUMCITRAAT


Methoden 3.1.5 - EXTRACTIE VAN FOSFOR OPLOSBAAR IN ALKALISCH

AMMONIUMCITRAAT

Methode 3.1.5.1 - Extractie volgens Petermann bij 65 °C

30.

Methode 3.1.5.2 - Extractie volgens Petermann bij kamertemperatuur


Methode 3.1.5.3 - Extractie van fosfor, oplosbaar in alkalisch ammoniumcitraat volgens Joulie

Methode 3.1.6 - EXTRACTIE VAN FOSFOR, OPLOSBAAR IN WATER

Methode 3.2 - BEPALING VAN FOSFOR IN EXTRACTEN (Gravimetrische methode met chinolinefosformolybdaat)

Methoden 4 - KALIUM

Methode 4.1 - BEPALING VAN HET GEHALTE AAN IN WATER OPLOSBAAR KALIUM

Methode 5

Methoden 6 - CHLOOR

Methode 6.1 - BEPALING VAN CHLOOR VAN CHLORIDEN BIJ AFWEZIGHEID VAN ORGANISCHE STOF

Methoden 7 - FIJNHEID

Methode 7.1 - BEPALING VAN DE FIJNHEID VOLGENS DE DROGE METHODE

Methode 7.2 - BEPALING VAN DE FIJNHEID VAN ZACHTE NATUURFOSFATEN

Methoden 8 - SECUNDAIRE NUTRIËNTEN

Methode 8.1 - EXTRACTIE VAN CALCIUM TOTAAL, MAGNESIUM TOTAAL, NATRIUM TOTAAL EN ZWAVEL TOTAAL IN DE VORM VAN SULFATEN

Methode 8.2 - EXTRACTIE VAN IN VERSCHILLENDE VORMEN AANWEZIG ZWAVEL TOTAAL

Methode 8.3 - EXTRACTIE VAN IN WATER OPLOSBAAR CALCIUM, MAGNESIUM, NATRIUM EN ZWAVEL IN DE VORM VAN SULFATEN

Methode 8.4 - EXTRACTIE VAN IN WATER OPLOSBARE ZWAVEL DIE IN VERSCHILLENDE VORMEN AANWEZIG IS

Methode 8.5 - EXTRACTIE EN KWANTITATIEVE ANALYSE VAN ELEMENTAIRE ZWAVEL

Methode 8.6 - MANGANIMETRISCHE BEPALING VAN HET GEËXTRAHEERD CALCIUM NA NEERSLAAN IN DE VORM VAN OXALAAT

Methode 8.7 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MAGNESIUM MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 8.8 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MAGNESIUM MET BEHULP VAN COMPLEXOMETRIE

Methode 8.9 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN SULFATEN

Methode 8.10 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN HET GEËXTRAHEERDE NATRIUM

Methoden 9 - MICRONUTRIËNTEN MET EEN GEHALTE VAN MINDER DAN OF GELIJK AAN 10 %

Methode 9.1 - EXTRACTIE VAN MICRONUTRIËNTEN TOTAAL

Methode 9.2 - EXTRACTIE VAN IN WATER OPLOSBARE MICRONUTRIËNTEN

Methode 9.3 - VERWIJDERING VAN ORGANISCHE VERBINDINGEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN

Methode 9.4 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MICRONUTRIËNTEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE (algemene werkwijze)

Methode 9.5 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN BOOR IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN SPECTROMETRISCHE METHODE MET AZOMETHINE-H

Methode 9.6 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN KOBALT IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 9.7 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN KOPER IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 9.8 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN IJZER IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 9.9 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MANGAAN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 9.10 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MOLYBDEEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN SPECTROMETRIE VAN EEN COMPLEX MET AMMONIUMTHIOCYANAAT

Methode 9.11 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN ZINK IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methoden 10 - MICRONUTRIËNTEN MET EEN GEHALTE VAN MEER DAN 10 %

Methode 10.1 - EXTRACTIE VAN MICRONUTRIËNTEN TOTAAL

Methode 10.2 - EXTRACTIE VAN IN WATER OPLOSBARE MICRONUTRIËNTEN

Methode 10.3 - VERWIJDERING VAN ORGANISCHE VERBINDINGEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN

Methode 10.4 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MICRONUTRIËNTEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE (algemene werkwijze)

Methode 10.5 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN BOOR IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN TITRATIEMETHODE (ACIDIMETRISCH)

Methode 10.6 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN KOBALT IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN GRAVIMETRISCHE METHODE MET 1-NITROSO-2-NAFTOL

Methode 10.7 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN KOPER IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN TITRATIEMETHODE

Methode 10.8 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN IJZER IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

Methode 10.9 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MANGAAN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN TITRATIEMETHODE MET PERMANGANAAT

Methode 10.10 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN MOLYBDEEN IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN GRAVIMETRISCHE METHODE MET BEHULP VAN 8-HYDROXYCHINOLINE

Methode 10.11 - KWANTITATIEVE ANALYSE VAN ZINK IN EXTRACTEN VAN MESTSTOFFEN MET BEHULP VAN ATOOMABSORPTIESPECTROMETRIE

bijlage V

A. Lijst van documenten die door de fabrikanten of hun vertegenwoordigers moeten worden geraadpleegd om een technisch dossier samen te stellen voor de opname van een nieuw type meststof in bijlage I van deze verordening

B. Normen inzake de accreditering van de laboratoria die bevoegd en gemachtigd zijn tot de nodige dienstverlening om te controleren of EG-meststoffen aan de voorschriften van deze verordening en de bijlagen ervan voldoen

2.

Effectbeoordeling


SFORMULIER - EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN, MET NAME OP HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF (MKB)


31.

TOELICHTING


32.

1. Algemene opmerkingen


33.

1.1. Beleid


In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie veel belang aan de vereenvoudiging en verduidelijking van het Gemeenschapsrecht om het toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe kansen krijgt en gebruik kan maken van de specifieke rechten die het Gemeenschapsrecht hem verleent.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals zijn gewijzigd, versnipperd zijn zodat zij gedeeltelijk in het originele instrument en gedeeltelijk in latere wijzigingen moeten worden gezocht. Om na te gaan wat de geldende regels zijn, is derhalve aanzienlijk onderzoekswerk vereist, waarbij vele verschillende instrumenten moeten worden vergeleken.

Om deze reden is een consolidering van meermaals gewijzigde regels essentieel om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

34.

1.2. Betrokken richtlijnen


Het bijgevoegde voorstel van de Commissie is een omwerking van richtlijnen van de Raad en de Commissie betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake meststoffen. Het voegt de volgende richtlijnen:

- Richtlijn 76/116/EEG van de Raad van 18 december 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake meststoffen;

- Richtlijn 80/876/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake enkelvoudige meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte;

- Richtlijn 87/94/EEG van de Commissie van 8 december 1986 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake methoden ter controle van de kenmerken, de grenswaarden en de detonatiegevoeligheid van enkelvoudige meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met hoog stikstofgehalte;

- Richtlijn 77/535/EEG van de Commissie van 22 juni 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de bemonsterings- en analysemethoden voor meststoffen,

en ook de verschillende wijzigingen en aanpassingen ervan aan de vooruitgang van de techniek (zie eerste overweging van het bijgevoegde voorstel) samen tot een enkele tekst.

35.

1.3. Redactionele methode en structuur


36.

1.3.1. Aanbevelingen van SLIM


De werkgroep SLIM II van de Commissie heeft in haar eindverslag van 27 oktober 1997 aanbevelingen gedaan over wat in de vereenvoudigde wetgeving inzake meststoffen moet worden opgenomen. Hierover en ook over alle andere relevante punten zijn uitvoerige besprekingen gevoerd door de werkgroep Meststoffen (hierna de werkgroep genoemd) van de Commissie, waarin deskundigen uit de lidstaten en uit het bedrijfsleven in 13 vergaderdagen tussen maart 1998 en december 2000 hun advies hebben uitgebracht. Bij de uitvoering van dit advies moesten wetenschappelijke, juridische en pragmatische overwegingen meespelen. De aanbevelingen van SLIM om in de omwerking bepaalde kwesties aan te pakken, zijn als volgt in aanmerking genomen:

a) Oprichting van een ad-hocgroep om de Commissie te adviseren.

Met het oog op een zo groot mogelijke flexibiliteit wordt voorgesteld dit door de werkgroep Meststoffen geval per geval te laten organiseren. Artikel 32 van de omwerking bevat informatie over de wijze waarop een voorstel betreffende meststoffen bij de Commissie moet worden ingediend.

b) Criteria voor de besluitvorming over nieuwe typen meststoffen (incl. organische meststoffen).

Zie artikel 14.

c) Eisen voor de toevoeging van typen meststoffen aan de lijst.

Zie artikel 14.

d) Eis voor mengmeststoffen met betrekking tot de compatibiliteit.

Dit maakt impliciet deel uit van artikel 14.

e) Eisen voor peer review van dossiers van nieuwe typen meststoffen uit het oogpunt van veiligheid en gezondheid.

Dit maakt impliciet deel uit van artikel 14. De werkgroep zal bepalen voor welke voorstellen een peer review moet worden verricht.

f) Voorwaarden voor de toevoeging van nieuwe groepen meststoffen.

De werkgroep heeft besloten dat typen meststoffen van nieuwe groepen meststoffen (bv. organische meststoffen) pas na de goedkeuring van deze omwerking in aanmerking zullen worden genomen en artikel 14 voorziet in de noodzaak tot vaststelling van testmethoden.

g) Controle door een netwerk van geaccrediteerde laboratoria en rapportering.

Zie de desbetreffende bepalingen in artikel 30 en overweging nr. 9.

h) Studiegroep inzake cadmium.

Deze groep is niet in het kader van de omwerking, maar van de werkgroep Meststoffen opgericht om overleg en besprekingen met de lidstaten en betrokken partijen mogelijk te maken. Zie de overgangsbepalingen in artikel 33.

i) Mengmeststoffen.

Zie artikel 9, onder a), laatste streepje. De technische bepalingen voor de identificatie van nutriënten zijn van toepassing.

37.

1.3.2. Structuur


Deze omwerking is zo gestructureerd dat alle technische specificaties zoveel mogelijk uit het dispositief verdwijnen en in plaats daarvan in de bijlagen worden opgenomen. Het was immers de bedoeling het dispositief zo algemeen mogelijk te houden. Een omwerking volgens de 'nieuwe aanpak' zou het zeker nog eenvoudiger hebben gemaakt, maar dat was niet het advies van de SLIM-groep en op dit ogenblik is er blijkbaar ook niet genoeg overeenstemming over alle vereiste normen voor de analyses. Er zijn evenwel bepalingen opgenomen (artikel 29, lid 4) om de toekomstige aanpassing aan de vooruitgang van de techniek volgens de 'nieuwe aanpak' te stimuleren.

In dit ontwerp worden gemeenschappelijke en specifieke bepalingen van elkaar gescheiden. De specifieke bepalingen zijn ingedeeld naar de belangrijkste groepen meststoffen die momenteel in de wetgeving zijn opgenomen. Hierdoor wordt het vrij eenvoudig deze wetgeving te gebruiken en er andere mogelijke groepen meststoffen (bv. organische meststoffen) aan toe te voegen zonder het hele instrument opnieuw te moeten herstructureren.

De technische bijlagen zijn uit de oorspronkelijke richtlijnen gecompileerd en anders gerangschikt. De werkgroep heeft de bijlagen herzien en er enkele wijzigingen in aangebracht. Met name de technische specificaties met betrekking tot het gehalte aan nutriënten zijn ongewijzigd gebleven en alle toleranties zijn in de bijlage geplaatst. Ook is besloten dat in de toekomst een grondiger herziening van de specifieke technische voorschriften zal moeten plaatsvinden om ze aan de stand van de techniek op het gebied van de analyse van meststoffen aan te passen. Uit de ervaring van sommige lidstaten met hun nationale wetgeving inzake meststoffen is echter gebleken dat dit verscheidene jaren in beslag zal nemen. Daarom is besloten die aanpassing van deze omwerking gescheiden te houden.

Als juridisch instrument is voor een verordening gekozen. De reden daarvoor zijn de talrijke aanpassingen aan de stand van de techniek die deze wetgeving reeds heeft en nog zal ondergaan. Voorts houdt een verordening voor de fabrikanten directe en nauwkeurige voorschriften in die tegelijkertijd en op dezelfde wijze in de hele Gemeenschap moeten worden nageleefd. Zij vergemakkelijkt derhalve de taken van de lidstaten en het bedrijfsleven en bevordert een uniforme toepassing van die voorschriften binnen de interne markt.

38.

1.4. Cadmium


39.

1.4.1. Probleemstelling


Onvrijwillige cadmiumgehalten in minerale meststoffen zijn een probleem, vooral voor Oostenrijk, Finland en Zweden, die sinds hun toetreding tot de Gemeenschap en tot 31 december 2001 het in de handel brengen van EG-meststoffen met een cadmiumgehalte boven hun nationale drempels mogen beperken. Op Europees niveau bestaan er geen grenswaarden, vandaar dat de Europese wetgeving inzake meststoffen momenteel niet volledig is geharmoniseerd. De Commissie heeft zich in 1998 voorgenomen dit probleem vóór eind 2001 op te lossen en heeft samen met de lidstaten een programma opgesteld en uitgevoerd om het risico van cadmium in meststoffen te beoordelen.

40.

1.4.2. Strategie


Zodra het risicobeoordelingsprogramma is beëindigd, zal de Commissie een voorstel doen voor eventuele, op communautair niveau te nemen maatregelen.

Dit voorstel pakt het cadmiumprobleem dus niet aan, maar is eerder beperkt tot het technische proces van de omwerking van de huidige wetgeving. Het zou derhalve snel moeten kunnen worden goedgekeurd, temeer daar het voorziet in een overgangsperiode van twee jaar waarin het cadmiumprobleem kan worden opgelost. Nadien zal een soortgelijke herziening voor andere verontreinigende stoffen plaatsvinden indien de aanwezigheid ervan schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van mens, dier of plant of voor het milieu.

41.

2. Specifieke opmerkingen


De structuur van de omwerking is zoals aangegeven in de inhoudsopgave.

De tekst is grotendeels overgenomen uit de oude richtlijnen, maar is anders gestructureerd. Alle artikelen van de oude richtlijnen werden gebruikt, behalve wanneer ze meer dan eens voorkwamen. Waar mogelijk is de formulering van de oude richtlijnen aangehouden.

42.

Artikel 2


Van de belangrijkste termen worden definities gegeven die meestal overeenkomen met de definities die door CEN worden gebruikt; in sommige gevallen werden ze op advies van de werkgroep van deskundigen gewijzigd.

43.

Artikel 3


De benaming 'EG-meststof' is voorbehouden voor meststoffen die aan deze verordening voldoen.

44.

Artikel 4


De nadruk wordt gelegd op de verantwoordelijkheid van de persoon die de meststof in de handel brengt.

45.

Artikel 5


Dit artikel is een toelichting van het beginsel van vrij verkeer binnen de interne markt.

46.

Artikel 6


Hierin zijn de artikelen van de oude richtlijnen opgenomen die algemene voorschriften bevatten voor de aangifte van diverse soorten nutriënten.

47.

Artikelen 7 tot en met 12


De etiketterings- en verpakkingsvoorschriften zijn bijna ongewijzigd overgenomen uit de oude richtlijnen.

48.

Artikel 13


Dit artikel heeft betrekking op de toleranties voor het aangegeven gehalte aan nutriënten. In bijlage II van deze verordening wordt duidelijk gemaakt dat de toleranties alleen bedoeld zijn als negatieve waarden. Lid 2 wijst op de verplichtingen van de fabrikanten. Lid 3 is overgenomen uit de technische bijlage III van Richtlijn 76/116/EEG.

49.

Artikel 14


Dit artikel bepaalt aan welke algemene eisen een type meststof moet voldoen om in bijlage I te worden opgenomen en schrijft expliciet voor dat analysemethoden moeten worden voorgesteld.

50.

Artikel 15


De vrijwaringclausule maakte tot dusver alleen deel uit van Richtlijn 80/876/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake enkelvoudige meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte. Nu is zij van toepassing op de gehele communautaire wetgeving inzake meststoffen.

51.

Artikelen 16 tot en met 19


Hierin zijn voor de aangegeven specifieke typen meststoffen bepalingen opgenomen inzake toepassingsgebied, aangifte en identificatie. Zij zijn overgenomen uit de oude richtlijnen met enkele wijzigingen ter vereenvoudiging en verduidelijking.

52.

Artikelen 20 en 21


Hierin worden zoals in de artikelen 16 tot en met 19 bijzondere eisen gesteld voor specifieke typen meststoffen.

53.

Artikelen 22 en 23


Idem.

54.

Artikel 24


Zoals in de vorige richtlijn.

55.

Artikelen 25 tot en met 28


Het toepassingsgebied werd uitgebreid van enkelvoudige tot samengestelde meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte om rekening te houden met de nieuwe marktsituatie. Volgens de oude wetgeving golden er voor samengestelde meststoffen geen detonatieproeven, zodat een leemte werd gecreëerd die de lidstaten om veiligheidsredenen wensten aan te vullen.

Vandaar dat de lidstaten nu ook voor samengestelde meststoffen op basis van ammoniumnitraat en met een hoog stikstofgehalte een detonatieproef kunnen eisen. Als een EG-meststof aan de in bijlage III van deze verordening beschreven detonatieproef voldoet, zouden daarvoor minder strenge nationale bepalingen moeten gelden, vooral wat de opslag ervan betreft.

56.

Artikel 29


Dit artikel over de naleving bepaalt dat, waar mogelijk, Europese normen moeten worden gebruikt om de analysemethoden aan de vooruitgang van de techniek aan te passen en zo de nieuwe aanpak voor de toekomstige wetgeving in deze sector te hanteren.

57.

Artikel 30


Dit artikel is nieuw en creëert een beter kader voor analyse en beproeving. De SLIM-groep en de lidstaten hebben het noodzakelijk geacht om voor laboratoria een kwaliteitsborgingssysteem in te voeren. Gezien de verschillende situaties in de lidstaten zijn tevens overgangsmaatregelen genomen (zie artikel 34).

58.

Artikel 31


Bepaalt hoe een aanvraag moet worden ingediend om een nieuw type meststof in bijlage I op te nemen.

59.

Artikel 32


De relevante comitologie overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad.

60.

Artikelen 33 en 34


Overgangsbepalingen, deels uit bestaande richtlijnen en deels zoals aangegeven in artikel 30. De in artikel 33 vermelde afwijking voor Oostenrijk, Finland en Zweden is verlengd tot en met 31 december 2004 om voldoende tijd te gunnen voor het nemen van communautaire maatregelen inzake cadmium.

61.

Artikelen 35 tot en met 38


Slotbepalingen.