Toelichting bij COM(2001)695 - Vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de EG - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2001)695 - Vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op ... |
---|---|
bron | COM(2001)695 |
datum | 28-11-2001 |
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkin-
gen op luchthavens in de Gemeenschap
(2002/C 75 E/21)
(Voor de EER relevante tekst)
COM(2001) 695 def. — 2001/0282(COD)
(Door de Commissie ingediend op 3 december 2001)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen-schap, inzonderheid op artikel 80, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite, Gezien het advies van het Comite van de Regio's, Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag, Overwegende hetgeen volgt: Een van de kerndoelstellingen van het gemeenschappelijk vervoerbeleid is duurzame ontwikkeling. Daarvoor is een gei'ntegreerde aanpak vereist die erop gericht is zowel het effectief functioneren van de vervoersystemen van de Ge-meenschap als de bescherming van het milieu te garande-ren. Duurzame ontwikkeling van het luchtvervoer vereist de invoering van maatregelen die gericht zijn beperking van de door vliegtuigen veroorzaakte geluidsoverlast op luchthavens met specifieke geluidsproblemen. In het kader van de internationale burgerluchtvaartorga-nisatie (ICAO) is een nieuwe, stringentere geluidscertifice-ringsnorm vastgesteld, zoals omschreven in hoofdstuk 4 van boekdeel 1, deel II van bijlage 16 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, die op langere termijn een bijdrage zal leveren aan de verbetering van de geluidssituatie rond luchthavens. De in hoofdstuk 4 opgenomen norm is vastgesteld voor de certificering van vliegtuigen en is niet bedoeld als grondslag voor de invoering van exploitatiebeperkingen. De geleidelijke uitdienstneming van vliegtuigen van hoofd-stuk 2 overeenkomstig Richtlijn 92/14/EEG van de Raad (1) zal op 1 april 2002 zijn voltooid en dan zullen nieuwe maatregelen vereist zijn om een verslechtering van de geluidssituatie na 2002 te voorkomen, uitgaande van een verdere groei van het luchtvervoer in Europa. Het gebruik van vliegtuigen met betere milieuprestaties kan bijdragen tot een effectievere benutting van de be-schikbare luchthavencapaciteit en kan de ontwikkeling van de luchthaveninfrastructuur overeenkomstig de eisen van de markt vergemakkelijken. Een gemeenschappelijk kader dat voorziet in regels en procedures voor de invoering van exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap, als onderdeel van een PB L 76 van 23.3.1992, blz. 21, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/20/EG van de Raad (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 4). | evenwichtige aanpak van het geluidsbeheer, zal aan de eisen van de interne markt helpen voldoen doordat ver-gelijkbare exploitatiebeperkingen zullen worden ingevoerd op luchthavens met grotendeels vergelijkbare kenmerken. De procedure omvat een beoordeling van het geluidspro-bleem op de betrokken luchthaven, alsook een evaluatie van de ter beschikking staande maatregelen om het effect daarvan te verzachten en uiteindelijk de keuze van de maatregelen die tegen de laagste kosten maximale milieu-baten opleveren. In de artikelen 8 en 9 van Verordening 2408/92 (2) is onder andere voorzien in bekendmaking en onderzoek van exploitatiebeperkingen: de relatie van de desbetref-fende bepalingen tot deze richtlijn dient te worden vast-gesteld. Het rechtmatige belang van de luchtvervoerssector bij de toepassing van kosteneffectieve oplossingen voor het ha-len van geluidsbeheersdoelstellingen dient te worden on-derkend. Op de 33e algemene vergadering van de ICAO is Resolu-tie A33/7 goedgekeurd waarin het begrip „evenwichtige aanpak” van het geluidsbeheer is opgenomen en een be-leidsaanpak ter bestrijding van vliegtuiglawaai is ontwik-keld die onder andere voorziet in internationale richtsnoe-ren voor de invoering van exploitatiebeperkingen voor individuele luchthavens. Het begrip „evenwichtige aanpak” van het beheer van vliegtuiglawaai omvat vier essentiele elementen en vereist een zorgvuldige evaluatie van alle opties voor geluidsbestrijding, inclusief beperking van het vliegtuiglawaai bij de bron, maatregelen in de sfeer van ruimtelijke ordening, operationele procedures voor lawaaibestrijding en exploitatiebeperkingen, onverminderd de desbetreffende wettelijke verplichtingen, bestaande overeenkomsten, thans geldende wetgeving en het geves-tigde beleid. Richtlijn 2002/.. ./EG, een horizontale maatregel die alle vervoersmodaliteiten bestrijkt, voorziet in een gemeen-schappelijke aanpak voor de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai. Zij beoogt de bewaking van door lawaai veroorzaakte milieuproblemen in grote agglomeraties en in de omgeving van belangrijke vervoersinfrastructuren, met inbegrip van luchthavens, voorlichting van het pu-bliek over omgevingslawaai en de gevolgen daarvan, als-ook de opstelling door de bevoegde instanties van actie-plannen om waar nodig omgevingslawaai te voorkomen en te beperken en om het omgevingslawaai waar dit laag is op hetzelfde peil te houden. PB L 240 van 24.8.1992, blz. 8. |
(12) Richtlijn 85/337/EEG (') voorziet reeds in een algehele beoordeling van luchthavenprojecten, met inbegrip van projecten ter bestrijding van geluidshinder. Gesteld kan worden dat hiermee gedeeltelijk wordt voldaan aan de eisen van de onderhavige richtlijn ten aanzien van de beoordeling van projecten voor de uitbreiding van lucht-haveninfrastructuur. Uit een dergelijke beoordeling kan blijken dat de doelstel-lingen alleen kunnen worden gehaald door een beperking op nieuwe diensten en de geleidelijke uitdienstneming van vliegtuigen die slechts met een kleine marge aan de ge-luidscertificeringsnorm van hoofdstuk 3 voldoen. Aan de specifieke geluidsproblemen van luchthavens die in het centrum van grote stedelijke agglomeraties zijn gevestigd („grootstedelijke luchthavens”) dient tegemoet te worden gekomen door de mogelijkheid te creeren strin-gentere regels vast te stellen. De indicatieve lijst van grootstedelijke luchthavens moet aan de hand van door de lidstaten te verstrekken informa-tie worden voltooid. De uitbreiding van luchthaveninfrastructuur dient te worden vergemakkelijkt met het doel de duurzame ontwikke-ling van luchtvervoersactiviteiten veilig te stellen. Bestaande voor specifieke luchthavens geldende maatrege-len voor geluidsbeheer moeten verder kunnen worden toegepast en tevens dienen bepaalde technische wijzigin-gen te kunnen worden aangebracht in partiele exploitatie-beperkingen. Om te vermijden dat exploitanten uit ontwikkelingslanden onder een te zware economische druk komen te staan, dient de mogelijkheid te worden geboden deze waar nodig vrijstellingen te verlenen, zij het met de nodige waarbor-gen om misbruik te voorkomen. Met betrekking tot voorstellen voor maatregelen inzake geluidsbeheer, inclusief de invoering van nieuwe exploita-tiebeperkingen, dient de nodige transparantie te worden gegarandeerd en dient overleg te worden gepleegd met alle betrokken partijen. Exploitanten moeten voldoende lang van tevoren in ken-nis worden gesteld van de invoering van nieuwe exploi-tatiebeperkingen. De nodige bepalingen dienen te worden vastgesteld om het recht van beroep tegen de invoering van exploitatie-beperkingen te waarborgen. De richtlijn is in overeenstemming met het subsidiariteits-en het proportionaliteitsbeginsel zoals vermeld in artikel 5 van het Verdrag. De invoering van exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap kan bijdragen tot de verwezenlijking van het doel een verslechtering van de geluidssituatie rond luchthavens te voorkomen, maar bergt de mogelijkheid in zich dat concurrentievervalsing op-treedt. Deze doelstelling kan bijgevolg op efficientere wijze door de Gemeenschap worden gerealiseerd door middel van geharmoniseerde voorschriften met betrekking tot de invoering van exploitatiebeperkingen als onderdeel van het geluidsbeheer. De richtlijn beperkt zich tot het minimum dat vereist is om deze doelstelling te bereiken en gaat niet verder dan hetgeen daartoe nodig is. | (23) Overeenkomstig artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van 28 juni 1999 (2) tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden moeten bepaalde maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn worden vastgesteld vol-gens de in artikel 3 van dat besluit omschreven raadple-gingsprocedure. Aangezien voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn bepaalde maatregelen van algemene strekking in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoe-ringsbevoegdheden vereist zijn, dienen deze te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit. De in deze richtlijn vervatte maatregelen gaan boven die waarin is voorzien in Verordening (EG) 925/1999 van 29 april 1999 (3) betreffende de inschrijving en het gebruik in de Gemeenschap van bepaalde typen civiele subsonische straalvliegtuigen die werden aangepast en gerecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de normen van boek-deel I, deel II, hoofdstuk 3, van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, derde uitgave (juli 1993). Deze Verordening dient derhalve te worden ingetrokken, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Doelstellingen De doelstellingen van deze richtlijn zijn: a) voorschriften voor de Gemeenschap vast te stellen om het op samenhangende wijze invoeren van exploitatiebeperkin-gen voor individuele luchthavens te vergemakkelijken, ten-einde een verslechtering van de geluidssituatie te helpen voorkomen en het aantal mensen dat ernstige hinder onder-vindt van de schadelijke gevolgen van vliegtuiglawaai te beperken of terug te dringen; b) een kader te bieden dat de naleving van eisen van de interne markt garandeert door ervoor te zorgen dat bij vergelijkbare geluidsproblemen op luchthavens vergelijkbare oplossingen worden toegepast; |
(1) PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van de Raad (PB L 73 van 14.3.1997, blz. 5). | (2) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. PB L 120 van 8.5.1999, blz. 47. |
c) een duurzame ontwikkeling van de luchthavencapaciteit te vergemakkelijken; d) het bereiken van specifieke doelstellingen inzake geluids-bestrijding op individuele luchthavens te vergemakkelijken; e) de mogelijkheid te bieden de ter beschikking staande maat-regelen te kiezen die tegen zo laag mogelijke kosten maximale milieubaten opleveren. Artikel 2 Definities In deze richtlijn wordt verstaan onder a) „luchthaven”: een civiele luchthaven waarop jaarlijks meer dan 50 000 vliegbewegingen (opstijgen of landen) plaats-vinden, met uitzondering van die welke uitsluitend voor opleidingsdoeleinden met lichte vliegtuigen worden uit-gevoerd; b) „grootstedelijke luchthaven”: een hoofdzakelijk intra-Euro-pese point-to-point diensten leverende luchthaven in het centrum van een grote stedelijke agglomeratie waar een aanzienlijk aantal mensen aantoonbaar hinder ondervindt van vliegtuiglawaai en waar extra vliegbewegingen bijzonder storend zijn gezien de reeds extreme geluidssituatie. Een luchthaven kan alleen als grootstedelijke luchthaven worden aangemerkt als er ook een andere luchthaven is waarvan de betrokken agglomeratie gebruik kan maken. Deze lucht-havens zijn vermeld in bijlage 1; c) „civiele subsonische vliegtuigen ”: civiele subsonische straal-vliegtuigen met een gecertificeerde maximum-startmassa van 34 000 kg of meer of met een gecertificeerde maxi-mumcapaciteit voor het betrokken vliegtuigtype van meer dan 19 stoelen, de uitsluitend voor de bemanning bestemde stoelen niet meegerekend; d) „marginaal conforme vliegtuigen”: civiele subsonische straal-vliegtuigen die voldoen aan de certificeringsgrenswaarden van hoofdstuk 3, zoals vastgesteld in boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart, met een cumulatieve marge van niet meer dan 5EPNdB (Effective Perceived Noise in decibels — effectief waargenomen geluid in decibel), waarbij de cu-mulatieve marge de in EPNdB uitgedrukte waarde is die wordt verkregen door het bij elkaar optellen van de indivi-duele marges (d.i. de verschillen tussen het gecertificeerde geluidsniveau en het maximaal toegestane geluidsniveau) op elk van de drie referentiegeluidsmeetpunten zoals omschre-ven in boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 3 van bijlage 16 bij het verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart; e) „exploitatiebeperkingen”: met de geluidssituatie samenhan-gende maatregelen waarbij de toegang van civiele subso-nische vliegtuigen tot een luchthaven wordt beperkt of te-ruggebracht. Daaronder vallen exploitatiebeperkingen die gericht zijn op de uitdienstneming van marginaal conforme vliegtuigen op specifieke luchthavens, alsook partiele exploi-tatiebeperkingen, die de exploitatie van civiele subsonische vliegtuigen afhankelijk van de periode inperken; | f) „belanghebbende partijen”: natuurlijke of rechtspersonen die de gevolgen ondervinden of waarschijnlijk zullen ondervin-den van of belang hebben bij de invoering van geluidbeper-kende maatregelen, inclusief exploitatiebeperkingen. Artikel 3 Bevoegde instantie De lidstaten wijzen de onafhankelijke bevoegde instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de tot het toepassingsgebied van de richtlijn behorende aangelegenheden. Artikel 4 Algemene regels voor geluidsbeheer van vliegtuigen 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde instanties een evenwichtige aanpak vaststellen die inhoudt dat zij de maat-regelen bestuderen die ter beschikking staan om de geluids-problematiek op een luchthaven op hun grondgebied aan te pakken, en daarbij nagaan welk effect te verwachten is van een beperking van het vliegtuiglawaai bij de bron, maatregelen in de sfeer van ruimtelijke ordening, operationele procedures voor lawaaibestrijding en andere mogelijke maatregelen voor geluids-beheer, zoals economische stimulansen en exploitatiebeperkin-gen. 2. Bij het overwegen van exploitatiebeperkingen houden de bevoegde instanties rekening met de te verwachten kosten en baten van de diverse ter beschikking staande maatregelen, als-ook met de specifieke kenmerken van de betrokken luchthaven. 3. De krachtens deze richtlijn genomen maatregelen of com-binaties van maatregelen mogen niet restrictiever zijn dan noodzakelijk is om de voor een specifieke luchthaven vast-gestelde milieudoelstelling te halen. Zij mogen evenmin discri-minerend zijn voor luchtvaartmaatschappijen van bepaalde na-tionaliteiten of voor individuele luchtvaartmaatschappijen. Artikel 5 Evaluatieregels 1. De lidstaten zorgen ervoor dat een besluit inzake exploi-tatiebeperkingen dat door de beheersinstantie van een lucht-haven of een overheidsinstantie van de bevoegde instantie wordt gevraagd, is gebaseerd op de in bijlage 2 gespecificeerde informatie die in een passende vorm door de beheersinstantie van de luchthaven wordt verstrekt. 2. Wanneer luchthavenprojecten worden onderworpen aan een milieueffectbeoordeling zoals bedoeld in Richtlijn 85/337/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG, wordt de overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad uitgevoerde beoordeling als gelijkwaardig en in overeen-stemming met het bepaalde in lid 1 beschouwd, mits de beoor-deling de in bijlage 2 bij deze richtlijn vermelde elementen omvat. |
Artikel 6 Regels voor de invoering van op de uitdienstneming van marginaal conforme vliegtuigen gerichte exploitatiebeper-kingen 1. Indien uit de evaluatie van alle overeenkomstig de voor-schriften van artikel 5 uitgevoerde ter beschikking staande maatregelen blijkt, nadat eerst partiele exploitatiebeperkingen in overweging zijn genomen, dat voor de realisering van de doelstellingen van deze richtlijn op de uitdienstneming van marginaal conforme vliegtuigen gerichte exploitatiebeperkingen moeten worden ingevoerd, gelden in plaats van de procedure van artikel 9 van Verordening 2408/92/EG de volgende regels ten aanzien van de betrokken luchthaven: a) zes maanden na de afronding van de evaluatie en het besluit van een bevoegde instantie een exploitatiebeperking in te voeren, mogen op de betrokken luchthaven geen door mar-ginaal conforme vliegtuigen te verrichten nieuwe diensten worden toegestaan; b) minimaal een jaar daarna kan door de bevoegde instantie van elke exploitant worden verlangd dat hij marginaal con-forme vliegtuigen uit zijn vloot afstoot in een jaarlijks tempo van maximaal 20 % van de op de betrokken lucht-haven opererende vloot van marginaal conforme vliegtuigen van die exploitant. Bij het bepalen van het afstotingstempo moet rekening worden gehouden met de leeftijd van de vliegtuigen en de samenstelling van de totale vloot. 2. Met inachtneming van de in artikel 5 opgenomen evalu-atieregels kunnen de in bijlage 1 vermelde grootstedelijke lucht-havens maatregelen treffen die stringenter zijn wat betreft de definitie van marginaal conforme vliegtuigen, mits deze maat-regelen niet van invloed zijn op civiele subsonische straalvlieg-tuigen die, hetzij op grond van de oorspronkelijke certificering, hetzij na hercertificering voldoen aan de geluidsnormen van boekdeel 1, deel II, hoofdstuk 4, van bijlage 16 bij het verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart. 3. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onder-zoekt de Commissie de toepassing van lid 1 en lid 2 en, binnen drie maanden na ontvangst van een verzoek daartoe en na raadpleging van het in artikel 12, lid 1, bedoelde comite, over-eenkomstig de procedure van artikel 12, lid 3, besluit zij of de betrokken lidstaat door kan gaan met de invoering van de exploitatiebeperking. De Commissie deelt haar besluit mee aan de Raad en de lidstaten. Elke lidstaat kan het besluit van de Commissie binnen een maand voorleggen aan de Raad. De Raad kan met gekwalifi-ceerde meerderheid van stemmen binnen een maand een an-dersluidend besluit nemen. Dit artikel laat artikel 8 van Verordening 2408/92/EG onverlet. Artikel 7 Bestaande exploitatiebeperkingen Artikel 5 is niet van toepassing op: a) exploitatiebeperkingen die reeds van kracht waren op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn; | b) technische wijzigingen in partiele exploitatiebeperkingen die geen significant kosteneffect hebben voor de luchtvaart-ondernemingen op een willekeurige luchthaven in de Ge-meenschap en die na de inwerkingtreding van deze richtlijn zijn aangebracht. Artikel 8 Ontwikkelingslanden 1. Niet-conforme vliegtuigen die zijn ingeschreven in ont-wikkelingslanden en zijn vermeld in bijlage 3 worden vrij-gesteld van de toepassing van het bepaalde in artikel 6, lid 1 en lid 2, mits: a) dergelijke vliegtuigen, waaraan een geluidscertificering is verleend op grond van de normen van hoofdstuk 3, boek-deel 1, van bijlage 16 bij het verdrag inzake de Internationale burgerluchtvaart, op bestemmingen in de Gemeenschap vlogen tussen 1 januari 1996 en 31 december 2001 („de referentieperiode”); b) deze vliegtuigen gedurende de referentieperiode voorkwa-men in het register van het betrokken ontwikkelingsland en verder door een in dat land gevestigde natuurlijke of rechtspersoon worden geexploiteerd. 2. Een lidstaat die een vrijstelling verleent stelt de bevoegde instanties van de overige lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de door hem verleende vrijstellingen, onder ver-melding van de in bijlage 3 gespecificeerde gegevens. Artikel 9 Raadpleging en transparantie De lidstaten zorgen ervoor dat een raadplegingsprocedure met betrekking tot de toepassing van de artikelen 5 en 6 wordt vastgesteld waarbij alle belanghebbende partijen worden be-trokken. De bevoegde instanties dienen openheid en trans-parantie ten aanzien van gegevens en berekeningsmethodiek te betrachten met inachtneming van het handelsgeheim. Artikel 10 Openbaarmaking 1. De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer de bevoegde instanties besluiten tot de invoering van een nieuwe exploita-tiebeperking, dit ten behoeve van alle belanghebbende partijen openbaar wordt gemaakt ten minste a) zes maanden voor de inwerkingtreding van de in artikel 6, lid 1, onder a), bedoelde maatregelen; b) een jaar voor de inwerkingtreding van de in artikel 6, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 2, bedoelde maatregelen. 2. Elke lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van elke nieuwe exploitatiebeperking die hij voornemens is in te voeren op een luchthaven op zijn grondgebied. |
Artikel 11 Recht van beroep De lidstaten zorgen ervoor dat elke belanghebbende partij ge-rechtigd is tegen de krachtens de artikelen 6 en 7 getroffen maatregelen beroep aan te tekenen bij een nationaal gerecht of een onafhankelijke overheidsinstantie, anders dan die welke de betwiste maatregel heeft vastgesteld. Artikel 12 Comite 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 11 van Verordening 2408/92/EG ingestelde comite. 2. Het Comite kan door de Commissie worden geraadpleegd over elke aangelegenheid met betrekking tot de toepassing van deze richtlijn. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de raadplegings-procedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en artikel 8 van dat besluit. 4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevings-procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 7, lid 3, en artikel 8 van dat besluit. Artikel 13 Informatie en herziening De lidstaten verstrekken de Commissie desgevraagd informatie over de toepassing van deze richtlijn. Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn brengt de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing daarvan. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen voor de herziening van de richtlijn. | Het bevat een evaluatie van de doeltreffendheid van deze richtlijn, en met name van de noodzaak de in artikel 2, onder d), vermelde definitie van marginaal conforme vliegtuigen te her-zien. Artikel 14 Intrekking Verordening (EG) nr. 925/1999 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. Artikel 15 Tenuitvoerlegging De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om voor 1 januari 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen vaststellen, wordt in deze bepalingen of bij de officiele bekendmaking van deze bepalingen een verwijzing naar de onderhavige richtlijn opgenomen. De vorm van deze verwijzing wordt bepaald door de lidstaten. Artikel 16 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 17 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. |
BIJLAGE 1
LIJST VAN GROOTSTEDELIJKE LUCHTHAVENS
Inhoudsopgave
- Berlin-Tempelhof Stockholm Bromma London City Belfast City
- 1. Huidige inventaris
- 2. Prognose wanneer geen nieuwe maatregelen worden getroffen
- 3. Evaluatie van bijkomende maatregelen
- 4. Relatie tot de (voorgestelde) richtlijn inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (COM(2000) 468)
- Registratie
- EGYPTE
- CUBA
- CHINA
BIJLAGE 2
IN ARTIKEL 5 LID 1, BEDOELDE INFORMATIE
1.1. Een beschrijving van de luchthaven, inclusief informatie over de omvang, locatie en omgeving daarvan, alsook over het volume en de samenstelling van het luchtverkeer.
1.2. Een beschrijving van de milieudoelstellingen voor de luchthaven en de nationale context.
1.3. Details over de geluidscontouren voor het lopende en de vorige jaren, inclusief een evaluatie van het aantal mensen dat last heeft van vliegtuiglawaai. Beschrijving van de voor de ontwikkeling van de contouren gebruikte computer-methode.
1.4. Een beschrijving van de reeds betroffen maatregelen ter vermindering van vliegtuiglawaai: onder andere informatie over ruimtelijke ordening en grondbeheer; programma's voor geluidsisolatie; operationele procedures zoals PANS-OPS; exploitatiebeperkingen zoals geluidsgrenswaarden, beperking/verbod op nachtvluchten; geluidsheffingen; aan-bevolen start- en landingsbanen, uit geluidsoogpunt aanbevolen routes/ follow-up van vluchttraject; geluidsbewa-king.
2.1. Beschrijving van (eventuele) ontwikkelingen op de luchthaven die reeds zijn goedgekeurd en in het programma zijn opgenomen, bijvoorbeeld capaciteitsverhoging, uitbreiding van start- en landingsbanen en/of de terminal, alsook de verwachte toekomstige verkeerssamenstelling en geraamde groei.
2.2. In geval van uitbreiding van de luchthavencapaciteit, de aan die extra capaciteit verbonden voordelen.
2.3. Een beschrijving van het effect op de geluidssituatie wanneer geen verdere maatregelen worden genomen, alsook van het effect van de reeds geplande maatregelen ter verbetering van de geluidssituatie over dezelfde periode.
2.4. Prognose geluidscontouren, inclusief een evaluatie van het aantal mensen dat waarschijnlijk last zal hebben van vliegtuiglawaai, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen bestaande en nieuw gebouwde woonwijken.
2.5. Evaluatie van de consequenties en mogelijke kosten van het uitblijven van maatregelen ter beperking van het effect van een eventueel verwachte geluidstoename.
3.1. Hoofdlijnen van de ter beschikking staande bijkomende maatregelen en opgave van de belangrijkste redenen voor de keuze daarvan. Beschrijving van de voor verdere analyse geselecteerde maatregelen en informatie over de aan de invoering daarvan verbonden kosten; het aantal mensen dat er naar verwachting baat bij zal hebben en het tijdschema; een rangschikking van specifieke maatregelen naar algemene effectiviteit.
3.2. Evaluatie van de kosteneffectiviteit of de kosten/batenverhouding van de invoering van specifieke maatregelen, rekening houdend met de sociaal-economische effecten van die maatregelen op de gebruikers van de luchthaven: exploitanten (passagiers- en goederenvervoer); reizigers en plaatselijke bevolking.
3.3. Een overzicht van de mogelijke milieu- en concurrentie-effecten van de voorgestelde maatregelen op andere lucht-havens, exploitanten en andere belanghebbende partijen.
3.4. Redenen voor de keuze van de optie waaraan de voorkeur is gegeven.
3.5. Niet-technische samenvatting.
4. Relatie tot de (voorgestelde) richtlijn inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (COM(2000) 468)
4.1. Wanneer geluidsbelastingkaarten en actieplannen als bedoeld in de richtlijn omgevingslawaai zijn opgesteld, zullen deze worden gebruikt voor het verstrekken van de in deze bijlage vermelde informatie.
4.2. De evaluatie van blootstelling aan geluid (namelijk. geluidscontouren en aantal mensen dat hinder ondervindt) zal worden uitgevoerd met gebruikmaking van ten minste de gemeenschappelijke geluidsbelastingsindicatoren Lden and Lnight zoals omschreven in de richtlijn omgevingslawaai, voor zover beschikbaar.
BIJLAGE 3
LIJST VAN MARGINAAL CONFORME VLIEGTUIGEN UIT ONTWIKKELINGSLANDEN (INGEDEELD NAAR
GEOGRAFISCHE REGIO)
Noot: Uitzonderingen voor in deze bijlage vermelde vliegtuigen worden verleend binnen het algemene kader van het beleid en de besluitvorming van de Verenigde Naties (bijvoorbeeld sancties, embargo, enz.)
Type
Cumulatieve marge (in EPNdB)
Exploitanten
ACAC en AFCAC
B707-300F Cargo | SU-AVZ | 2,5 | Air Memphis |
B747-3 00 | SU-GAL | 3,4 | Egyptair |
B747-3 00 | SU-GAM | 3,4 | Egyptair |
MAROKKO | |||
B747-200 | CN-RME | 0,6 | Royal Air Moroc |
ANGOLA | |||
B747-3 00 | D2-TEA | 3,4 | TAAG |
B747-3 00 | D2-TEB | 3,4 | TAAG |
IL62M | D2-TIF | 0,1 | TAAG |
GABON | |||
B747-200 | F-ODJG | 3,4 | Air Gabon |
DC8-62F Cargo | 9G-BAN | 1,1 | Continental |
B747-200F Cargo | 9G-MKI | 2,3 | MK Airlines |
B747-200F Cargo | 9G-MKJ | 2,6 | MK Airlines |
B747-200F Cargo | 9G-MKL | ? | MK Airlines |
DC8-62F Cargo | 9G-MKG | 1,4 | MK Airlines |
DC8-62F Cargo | 9G-MKH | 1,4 | MK Airlines |
DC8-62F Cargo | 9G-MKK | 1,2 | MK Airlines |
B747SP | ZS-SPA | 4,9 | SAA |
B747SP | ZS-SPC | 4,9 | SAA |
B747SP | ZS-SPE | 4,9 | SAA |
B747-3 00 | ZS-SAC | 3,4 | SAA |
B747-3 00 | ZS-SAJ | 3,4 | SAA |
B747-3 00 | ZS-SAT | 3,4 | SAA |
B747-3 00 | ZS-SAU | 3,4 | SAA |
B747-3 00 | ZS-SKA | 3,4 | SAA |
Type | Registratie | Cumulatieve marge (in EPNdB) | Exploitanten |
B747-300 | ZS-SKB | 3,4 | SAA |
B767-200 | ZS-SRB | 4,2 | SAA |
B767-200 | ZS-SRC | 4,2 | SAA |
LACAC
IL62M | CU-T-1217 | 0,1 | Cubana |
IL62M | CU-T-1225 | 0,1 | Cubana |
IL62M | CU-T-1280 | 0,1 | Cubana |
IL62M | CU-T-1282 | 0,1 | Cubana |
IL62M | CU-T-1283 | 0,1 | Cubana |
IL62M | CU-T-1284 | 0,1 | Cubana |
B747-200 | LV-MLO | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-MLP | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-MLR | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-OEP | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-OEZ | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-OPA | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
B747-200 | LV-YPC | 2,4 | Aerolineas Argentinas |
Oost-Europa (behalve leden van | ECAC of de voorgestelde Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte) | ||
BOSNIE-HERZEGOVINA | |||
Yak42 | T9-ABD | 5,0 | Air Bosnia |
Yak42 | T9-ABF | 5,0 | Air Bosnia |
GEORGIE | |||
IL62M | UK 86577 | 0,1 | Airzena Georgian AL |
KAZACHSTAN | |||
TU154M | UN 85719 | 1,6 | Aero Eko |
TU154M | UN 85780 | 1,6 | Aero Eko |
TU154M | UN 85781 | 1,6 | Aero Eko |
Yak42 | UN 42338 | 5,0 | Irtysh Avia |
Yak42 | UN 42342 | 5,0 | Irtysh Avia |
Yak42 | UN 42407 | 5,0 | Irtysh Avia |
Yak42 | UN 42447 | 5,0 | Irtysh Avia |
Yak42 | UN 42448 | 5,0 | Irtysh Avia |
TyPe | Registratie | Cumulatieve marge (in EPNdB) | Exploitanten |
KIRGIZSTAN | |||
TU154M | EX 85718 | 1,6 | Kyrghystan AL |
TU154M | EX 85762 | 1,6 | Kyrghystan AL |
IL62M | EX 62100 | 0,1 | Quadrotour Aero |
DC9-32 | Z3-AAB | 0,2 | MAT Macedonian AL |
DC9-32 | Z3-ARE | 0,2 | MAT Macedonian AL |
TU154M | E 85651 | 1,6 | Tajik Air |
TU154M | E 85691 | 1,6 | Tajik Air |
Yak42 | EZ-J672 | 5,0 | Turkmenistan AL |
Yak42 | EZ-J673 | 5,0 | Turkmenistan AL |
Yak42 | EZ-J674 | 5,0 | Turkmenistan AL |
IL62M | UK 86573 | 0,1 | Uzbekistan AL |
IL62M | UK 86578 | 0,1 | Uzbekistan AL |
IL62M | UK 86579 | 0,1 | Uzbekistan AL |
IL62M | UK 86932 | 0,1 | Uzbekistan AL |
IL62M | UK 86933 | 0,1 | Uzbekistan AL |
DC10-30 | YU-AMB | 1,1 | JAT |
DC9-32 | YU-AJI | 0,2 | JAT |
DC9-32 | YU-AJL | 0,2 | JAT |
Rest van de wereld
B747-200 Cargo | B 2446 | 3,4 | Air China |
B747-200 Cargo | B 2448 | 3,4 | Air China |
B747-200 Cargo | B 2450 | 3,4 | Air China |
B747-200 Cargo | B 2462 | 3,4 | Air China |
B747-200 | EP-IAG | 0,6 | Iran Air |
B747-200 | EP-IAH | 0,6 | Iran Air |
Type | Registratie | Cumulatieve marge (in EPNdB) | Exploitanten |
INDIA | |||
B747-200 | VT-EDU | 0,8 | Air India |
B747-200 | VT-EFU | 0,8 | Air India |
B747-200 | VT-EGA | 0,8 | Air India |
B747-200 | VT-EGB | 0,8 | Air India |
B747-200 | VT-EGC | 0,8 | Air India |
KOEWEIT | |||
B747-200 | 9K-ADB | 0,7 | Kuwait Airways |
MALEISIE | |||
B747-300 Cargo | 9M-MHK | 4,4 | Malaysia AL |
PAKISTAN | |||
B747-200 | AP-AYV | ? | PIA |
B747-200 | AP-AYW | ? | PIA |
B747-200 | AP-BAK | 2,3 | PIA |
B747-200 | AP-BAT | 2,3 | PIA |
B747-200 | AP-BCL | ? | PIA |
B747-200 | AP-BCM | ? | PIA |
B747-200 | AP-BCN | ? | PIA |
B747-200 | AP-BCO | ? | PIA |
B747-300 | AP-BFU | ? | PIA |
B747-300 | AP-BFV | ? | PIA |
B747-300 | AP-BFW | ? | PIA |
B747-300 | AP-BFY | ? | PIA |