Toelichting bij COM(2002)357 - Wijziging van richtlijn 96/49/EG ten aanzien van de termijnen waarop drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor aan de richtlijn moeten voldoen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Kaderrichtlijn 96/49/EG, zoals gewijzigd

Het vervoer van gevaarlijke goederen in de EU per spoor wordt voornamelijk geregeld in Kaderrichtlijn 96/49/EG inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor.

In artikel 6, lid 4, van de richtlijn, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2000/62/EG van de Raad, wordt bepaald dat iedere lidstaat de op 31 december 1996 geldende nationale wetgeving inzake de constructie, het gebruik en de voorwaarden voor het vervoer van nieuwe houders voor gassen en nieuwe tanks die niet aan de bijlage van de richtlijn voldoen, kan handhaven totdat verwijzingen naar normen voor de constructie en het gebruik van tanks en houders met een even bindend karakter als de bepalingen van de richtlijn in de bijlage worden opgenomen, maar uiterlijk tot en met 30 juni 2001. Daarbij wordt gesteld dat deze datum wordt verschoven voor houders en tanks waarvoor geen gedetailleerde technische voorschriften bestaan of waarvoor in de bijlage niet voldoende verwijzingen naar de juiste Europese normen zijn opgenomen. De betrokken houders en tanks en de uiterste datum voor de toepassing van de richtlijn op die houders en tanks worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 9 (comitéprocedure met het regelgevend comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen).

Deze uitzondering geldt alleen voor het binnenlandse vervoer en wordt momenteel door twee lidstaten toegepast.

2. Parallelle voorschriften in Richtlijn 1999/36/EG van de Raad betreffende vervoerbare drukapparatuur

Deze houders en een deel van de tanks (tanks onder druk) vallen ook onder Richtlijn 1999/36/EG betreffende vervoerbare drukapparatuur. Deze richtlijn, die uitsluitend betrekking heeft op het vrije verkeer van goederen, heeft dezelfde criteria voor de begindatum van de toepassing ervan: de bijlage van de kaderrichtlijn moet voldoende gedetailleerde technische voorschriften of afdoende verwijzingen naar de desbetreffende Europese normen voor vervoerbare drukapparatuur bevatten. Voor deze richtlijn is de datum van toepassing voor bepaalde soorten houders (drukvaten en flessenbatterijen) en alle tanks onder druk volgens dezelfde comitéprocedure (deze specifieke richtlijn heeft hetzelfde regelgevende comité als de kaderrichtlijn) uitgesteld tot 1 juli 2003, aangezien men van mening was dat de bijlage niet voldoende gedetailleerde technische voorschriften of afdoende verwijzingen naar de desbetreffende Europese normen bevatte. Dit advies van het comité is op 19 juli 2000 uitgebracht en de desbetreffende beschikking van de Commissie betreffende uitstel van de ingangsdatum voor de toepassing van Richtlijn 1999/36/EG van de Raad voor bepaalde vervoerbare drukapparatuur is op 25 januari 2001 vastgesteld  i.

3. Vergelijking van de kaderrichtlijn met de richtlijn betreffende vervoerbare drukapparatuur ten aanzien van het uitstel van de data van toepassing

Er dient te worden opgemerkt dat het uitstel van de data van toepassing voor de kaderrichtlijn andere gevolgen heeft dan voor de richtlijn betreffende vervoerbare drukapparatuur. Het uitstel van de data in artikel 6, lid 4, van de kaderrichtlijn geeft de betrokken lidstaten namelijk meer tijd om bij hun binnenlandse vervoer apparatuur te gebruiken die niet in overeenstemming met de kaderrichtlijn is, maar het uitstel van de data in de richtlijn betreffende vervoerbare drukapparatuur zorgt ervoor dat apparatuur met een communautaire certificeringsmarkering (ð) waarvoor niet allen het vrije verkeer (dat al onder de kaderrichtlijn valt) maar ook, wat heel belangrijk is, het vrije in de handel brengen wordt gewaarborgd, aan de hand van geharmoniseerde eisen wordt gecertificeerd.

4. Het voorstel van de Commissie en het besluit van het regelgevend comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen

Rekening houdend met dezelfde achtergrondgegevens en de verplichting in de kaderrichtlijn om de procedure te starten, heeft de Commissie een ontwerp-beschikking opgesteld om de datum van toepassing overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de kaderrichtlijn tot 1 juli 2003 uit te stellen. Dit onderwerp is eerst besproken tijdens de vergadering van het comité op 27 november 2001 en slechts één lidstaat maakte bezwaar tegen deze aanpak. Daarom heeft de Commissie deze aangelegenheid tijdens de vergadering van het comité op 7 maart 2002 in stemming gebracht. Tijdens de discussie vóór de stemming werden de lidstaten zeer kritisch. Er werden slechts 13 stemmen vóór het voorstel van de Commissie uitgebracht en dit werd dus door het comité verworpen.

5. Het bij de Raad ingediende voorstel

Aangezien het comité geen positief advies over het voorstel van de Commissie heeft uitgebracht en aangezien de Commissie, gelet op het ontbreken van gedetailleerde technische specificaties of afdoende verwijzingen naar Europese normen in de bijlage van de kaderrichtlijn, wettelijk verplicht is een voorstel in te dienen om deze datum uit te stellen, dient de Commissie dit voorstel nu bij de Raad in.