Toelichting bij COM(2024)444 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)444 - . |
---|---|
bron | COM(2024)444 |
datum | 09-10-2024 |
Dit voorstel betreft het door de Unie in de OACPS-EU-Raad van Ministers in te nemen standpunt met betrekking tot de vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren voor de uitvoering van de partnerschapsdialoog als bedoeld in artikel 3 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS), anderzijds (hierna “de Overeenkomst van Samoa” genoemd).
2. Achtergrond van het voorstel
2.1. De Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan
De Overeenkomst van Samoa heeft tot doel een versterkt politiek partnerschap tussen de partijen tot stand te brengen om voor de partijen gunstige resultaten te bereiken met betrekking tot gemeenschappelijke en onderling samenhangende belangen en in overeenstemming met hun gedeelde waarden. De overeenkomst is op 15 november 2023 in Samoa ondertekend en wordt sinds 1 januari 2024 voorlopig toegepast, overeenkomstig artikel 98, lid 4, van de Overeenkomst. De Overeenkomst zal in werking treden na de voltooiing van de respectieve interne procedures van de partijen, overeenkomstig artikel 98, lid 2.
De Europese Unie en al haar lidstaten zijn partij bij de Overeenkomst1.
2.2. De OACPS-EU-Raad van Ministers
De OACPS-EU-Raad van Ministers is een orgaan op ministerieel niveau dat is opgericht bij artikel 88 van de Overeenkomst van Samoa. De Raad bestaat uit een vertegenwoordiger van elk OACPS-lid op ministerieel niveau, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Europese Unie en van haar lidstaten op ministerieel niveau, anderzijds. Hij wordt gezamenlijk voorgezeten door de voorzitter die door de OACPS-leden is benoemd, enerzijds, en de voorzitter die door de EU is benoemd, anderzijds.
De OACPS-EU-Raad van Ministers heeft onder meer als taak beleidsrichtsnoeren vast te stellen en besluiten te nemen om uitvoering te geven aan specifieke aspecten die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van de Overeenkomst.
De OACPS-EU-Raad van Ministers stelt besluiten vast die bindend zijn voor alle Partijen, tenzij anders is bepaald, of doet aanbevelingen met betrekking tot zijn in artikel 88, lid 4, van de Overeenkomst genoemde functies. Zijn werkzaamheden zijn slechts geldig indien de vertegenwoordigers van de Europese Unie, ten minste de helft van de lidstaten van de Europese Unie en ten minste twee derde van de leden die de regeringen van de OACPS-leden vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Ieder lid van de OACPS-EU-Raad van Ministers kan zich bij verhindering laten vertegenwoordigen. Het plaatsvervangend lid oefent alle rechten van het verhinderde lid uit.
De OACPS-EU-Raad van Ministers kan ook besluiten nemen of aanbevelingen doen via een schriftelijke procedure, zoals vastgesteld in artikel 88, lid 6.
2.3. De beoogde handeling van de OACPS-EU-Raad van Ministers
In artikel 3 van de Overeenkomst van Samoa worden de Partijen opgeroepen een regelmatige, evenwichtige, brede en inhoudelijke partnerschapsdialoog te voeren over alle terreinen waarop de Overeenkomst betrekking heeft, met de bedoeling aan beide zijden tot verbintenissen en, in voorkomend geval, maatregelen te komen met het oog op de doeltreffende uitvoering van de Overeenkomst. Deze dialoog heeft tot doel informatie uit te wisselen, wederzijds begrip te bevorderen en de bepaling van overeengekomen prioriteiten en de opstelling van gezamenlijke agenda’s op nationaal, regionaal en internationaal niveau te vergemakkelijken, en aldus bij te dragen tot meer samenwerking en coördinatie op het gebied van onderwerpen van gemeenschappelijk belang en nieuwe vraagstukken in internationale contexten. De partnerschapsdialoog moet op het meest passende binnenlandse, regionale of meerlandenniveau worden gevoerd en alle mogelijke kanalen ten volle benutten, ook in regionale en internationale contexten.
De OACPS-EU-Raad van Ministers stelt richtsnoeren vast voor de uitvoering van de partnerschapsdialoog als bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst van Samoa (hierna “de beoogde handeling” genoemd), met als doel algemene operationele richtsnoeren te verstrekken, met dien verstande dat de nodige flexibiliteit wordt behouden om een aanpak op maat van de verschillende contexten en dialoogniveaus mogelijk te maken.
In de beoogde handeling wordt rekening gehouden met de lessen die zijn getrokken uit de politieke dialoog uit hoofde van artikel 8 van de vorige OACPS-EU-partnerschapsovereenkomst2, en waaruit blijkt dat het nodig is: i) evenwichtige en gezamenlijk overeengekomen agenda’s voor de partnerschapsdialoog vast te stellen; ii) te zorgen voor een flexibele en op maat gesneden aanpak van de regelmatigheid van de dialoog en agendapunten; iii) de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector waar mogelijk te versterken; iv) synergieën tussen de beleids- en politieke dialogen en tussen de dialogen op nationaal, regionaal en mondiaal niveau te verbeteren; v) de gezamenlijke follow-up te versterken.
Nadat zij is vastgesteld zal de beoogde handeling voor de partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 88, lid 5, van de Overeenkomst, waarin het volgende is bepaald: “De OACPS-EU-Raad van Ministers stelt in onderlinge overeenstemming besluiten vast die bindend zijn voor alle Partijen, tenzij anders is bepaald, of doet aanbevelingen met betrekking tot een van zijn in lid 4 genoemde functies”.
3. Namens de Unie in te nemen standpunt
De Commissie stelt voor dat de Unie instemt met de vaststelling van de voorgestelde handeling. De ontwerphandeling van de OACPS-EU-Raad van Ministers is opgenomen in de bijlage bij dit voorstel.
4. Rechtsgrondslag
4.1. Procedurele rechtsgrondslag
4.1.1. Beginselen
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die niet bindend zijn uit hoofde van het internationale recht, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”3.
4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval
De OACPS-EU-Raad van Ministers is een orgaan dat is opgericht bij artikel 88 van de Overeenkomst van Samoa.
De OACPS-EU-Raad van Ministers dient een handeling met rechtsgevolgen vast te stellen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 88, lid 5, van de Overeenkomst van Samoa volkenrechtelijk bindend zijn. De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de Overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
4.2. Materiële rechtsgrondslag
4.2.1. Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval
Het hoofddoel en de inhoud van de beoogde handeling hebben betrekking op de associatie met derde landen, met name om de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst van Samoa te bevorderen. De voorgenomen maatregelen hebben betrekking op alle gebieden die onder de Overeenkomst van Samoa vallen en zijn gericht op de verdere uitvoering en verdieping van de associatie tussen de partijen. Hieruit volgt dat het gebied waarop dit besluit betrekking heeft, moet worden bepaald in het licht van het horizontale karakter van de associatieovereenkomst in haar geheel en van een overeenkomstige materiële rechtsgrondslag die alle aspecten van de uitvoering van de Overeenkomst van Samoa bestrijkt.
De materiële rechtsgrondslag is derhalve dezelfde als die van de Overeenkomst van Samoa zelf, namelijk artikel 217 VWEU.
4.3. Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 217 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.