Toelichting bij COM(2024)625 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)625 - .
bron COM(2024)625
datum 19-06-2024
Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

inzake het economisch, sociaal, werkgelegenheids-, structuur- en begrotingsbeleid van Slowakije

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad1, en met name artikel 3, lid 3,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden2, en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

1.

Overwegende hetgeen volgt:


Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad3, waarbij de herstel- en veerkrachtfaciliteit werd ingesteld, is op 19 februari 2021 in werking getreden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit biedt de lidstaten financiële ondersteuning voor de uitvoering van hervormingen en investeringen, die worden gerealiseerd met budgettaire stimulansen door de EU. In overeenstemming met de prioriteiten van het Europees Semester draagt zij bij tot het economisch en sociaal herstel en de uitvoering van duurzame hervormingen en investeringen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen en de economieën van de lidstaten veerkrachtiger te maken. Zij helpt ook de overheidsfinanciën te versterken en de groei en werkgelegenheid op middellange en lange termijn te stimuleren, de territoriale cohesie binnen de EU te verbeteren en de verdere uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten te ondersteunen.

De REPowerEU-verordening4, die op 27 februari 2023 is vastgesteld, heeft tot doel de EU geleidelijk onafhankelijker te maken van de invoer van Russische fossiele brandstoffen. Dit zou moeten bijdragen tot energiezekerheid en de diversificatie van de energievoorziening van de EU en tegelijkertijd het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de opslagcapaciteit voor energie en de energie-efficiëntie vergroten. Slowakije heeft een nieuw REPowerEU-hoofdstuk toegevoegd aan zijn nationale herstel- en veerkrachtplan om belangrijke hervormingen en investeringen te financieren die de REPowerEU-doelstellingen helpen verwezenlijken.

Op 16 maart 2023 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd met de titel “Concurrentievermogen van de EU op lange termijn: blik op de periode na 2030”5, als basis voor beleidsbeslissingen en met als doel te werken aan een groeibevorderend regelgevingskader. De mededeling schetst het concurrentievermogen rond negen elkaar versterkende aanjagers. Deze aanjagers zijn onder meer de toegang tot particulier kapitaal, onderzoek en innovatie, onderwijs en vaardigheden, en de eengemaakte markt als de belangrijkste beleidsprioriteiten voor hervormingen en investeringen om de huidige productiviteitsuitdagingen aan te pakken en het concurrentievermogen van de EU en haar lidstaten op lange termijn op te bouwen. Op 14 februari 2024 liet de Commissie op deze mededeling het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen volgen6. Het verslag beschrijft de sterke punten en uitdagingen van de Europese eengemaakte markt op het gebied van concurrentievermogen, waarbij de ontwikkelingen jaarlijks worden gevolgd aan de hand van de negen aanjagers.

Op 21 november 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse duurzamegroeianalyse 20247 en daarmee de aanzet gegeven tot de cyclus 2024 van het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid. De Europese Raad heeft op 22 maart 2024 zijn goedkeuring gehecht aan de prioriteiten van de analyse rond de vier dimensies van concurrerende duurzaamheid. Op 21 november 2023 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag 2024 aangenomen, waarin zij Slowakije heeft aangewezen als een van de lidstaten die door onevenwichtigheden geraakt kunnen zijn of het risico lopen daardoor geraakt te worden, en waarvoor een diepgaande evaluatie nodig zou zijn. De Commissie heeft ook een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone goedgekeurd, die de Raad op 12 april 2024 heeft aangenomen, alsook het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 waarin de uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten wordt geanalyseerd, dat de Raad op 11 maart 2024 heeft aangenomen. Op 16 januari 2024 heeft de Commissie een advies vastgesteld over het ontwerpbegrotingsplan 2024 van Slowakije.

Op 30 april 2024 is het nieuwe EU-kader voor economische governance in werking getreden. Het kader omvat de nieuwe Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad. Het bevat ook de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 over de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten en de gewijzigde Richtlijn 2011/85/EU over de begrotingskaders van de lidstaten8. Het nieuwe kader beoogt het houdbaarder maken van de overheidsschuld en duurzame en inclusieve groei door middel van geleidelijke begrotingsconsolidatie en hervormingen en investeringen. Het bevordert de nationale verantwoordelijkheid en heeft een grotere focus op de middellange termijn, in combinatie met een doeltreffendere en coherentere handhaving. Elke lidstaat moet bij de Raad en de Commissie een nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn indienen. De nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn bevatten de budgettaire, hervormings- en investeringsverbintenissen van een lidstaat, die een planningsperiode van vier of vijf jaar bestrijken, afhankelijk van de normale duur van de nationale zittingsperiode. Het netto-uitgavenpad9 in de nationale budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn moet voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2024/1263, inclusief de vereisten om de overheidsschuld uiterlijk aan het einde van de aanpassingsperiode op een plausibel neerwaarts pad te brengen of te houden, of om op een prudent niveau onder 60 % van het bbp te blijven, en om het overheidstekort op middellange termijn onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp te brengen en/of te handhaven. Wanneer een lidstaat zich overeenkomstig de criteria van Verordening (EU) 2024/1263 verbindt tot een relevante reeks hervormingen en investeringen, kan de aanpassingsperiode met ten hoogste drie jaar worden verlengd. Om de opstelling van die plannen te ondersteunen, zal de Commissie de lidstaten op [21 juni] 2024 richtsnoeren verstrekken over de inhoud van de plannen en de daaropvolgende jaarlijkse voortgangsverslagen die zij moeten indienen, en zal zij hun overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2024/1263 technische richtsnoeren over de begrotingsaanpassingen toezenden (referentiepaden en technische informatie indien van toepassing). Lidstaten moeten hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn uiterlijk op 20 september 2024 indienen, tenzij de lidstaat en de Commissie een redelijke verlenging van de termijn overeenkomen. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale parlementen hierbij worden betrokken en dat onafhankelijke begrotingsinstellingen, sociale partners en andere nationale belanghebbenden worden geraadpleegd, naargelang het geval.

In 2024 blijft het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid evolueren in overeenstemming met de uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit. De volledige uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen blijft essentieel voor de verwezenlijking van de beleidsprioriteiten in het kader van het Europees Semester, aangezien de plannen daadwerkelijk helpen bij het aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de problemen die zijn aangehaald in de relevante landspecifieke aanbevelingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan. De landspecifieke aanbevelingen 2019, 2020, 2022 en 2023 blijven ook relevant voor herstel- en veerkrachtplannen die worden herzien, bijgewerkt of gewijzigd overeenkomstig de artikelen 14, 18 en 21 van Verordening (EU) 2021/241.

Op 29 april 2021 heeft Slowakije zijn nationale herstel- en veerkrachtplan bij de Commissie ingediend, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/241. Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2021/241 heeft de Commissie de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie en samenhang van het herstel- en veerkrachtplan beoordeeld overeenkomstig de beoordelingsrichtsnoeren van bijlage V bij die verordening. Op 13 juli 2021 heeft de Raad zijn besluit betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slowakije10 aangenomen, dat werd gewijzigd op 14 juli 2023 overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 om de maximale financiële bijdrage voor niet-terugbetaalbare financiële steun bij te werken en het REPowerEU-hoofdstuk11 op te nemen. De tranches worden vrijgegeven mits de Commissie overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2021/241 besluit dat Slowakije de desbetreffende mijlpalen en streefdoelen die in het uitvoeringsbesluit van de Raad zijn vastgelegd, op bevredigende wijze heeft verwezenlijkt. Onder bevredigende verwezenlijking wordt begrepen dat de verwezenlijking van eerdere mijlpalen en streefdoelen niet is teruggedraaid.

Op 24 april 2024 heeft Slowakije zijn nationaal hervormingsprogramma 2024 en zijn stabiliteitsprogramma 2024 ingediend, overeenkomstig artikel 4, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1466/97. Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/241 weerspiegelt het nationale hervormingsprogramma 2024 ook de halfjaarlijkse verslaglegging van Slowakije over de vorderingen bij de verwezenlijking van zijn herstel- en veerkrachtplan.

De Commissie heeft op 19 juni 2024 het landverslag 2024 voor Slowakije12 gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Slowakije heeft geboekt bij de uitvoering van de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen die de Raad tussen 2019 en 2023 heeft aangenomen en werd de balans opgemaakt van de uitvoering door Slowakije van het herstel- en veerkrachtplan. Op basis van deze analyse werden in het landverslag lacunes vastgesteld met betrekking tot de uitdagingen die niet of slechts gedeeltelijk worden aangepakt in het herstel- en veerkrachtplan, alsook nieuwe en opkomende uitdagingen. Ook werd de vooruitgang beoordeeld die Slowakije heeft geboekt bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en bij de verwezenlijking van de kerndoelen van de EU inzake werkgelegenheid, vaardigheden en armoedebestrijding, alsook bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

De Commissie heeft uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 een diepgaande evaluatie uitgevoerd voor Slowakije. De belangrijkste bevindingen van de beoordeling door de diensten van de Commissie van macro-economische kwetsbaarheden voor Slowakije voor de toepassing van die verordening zijn gepubliceerd in maart 202413. Op 19 juni 2024 heeft de Commissie geconcludeerd dat Slowakije wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden. Slowakije heeft met name kwetsbaarheden in verband met kostenconcurrentievermogen, het externe saldo, de woningmarkt en schulden van huishoudens die ondanks enkele recente verbeteringen aanhouden, en beleidsmaatregelen zijn uitgebleven. Slowakije werd in 2023 aan een diepgaande evaluatie onderworpen en zijn kwetsbaarheden werden niet als macro-economische onevenwichtigheden aangemerkt, aangezien ze naar verwachting op middellange termijn zouden afnemen. De kwetsbaarheden zijn wel afgenomen, maar niet zo snel als een jaar geleden werd verwacht. Bovendien lijkt sprake te zijn van cyclische verbeteringen en diepgewortelde structurele kwetsbaarheden, terwijl er geen beleidsmaatregelen zijn genomen. Het grote tekort op de lopende rekening is vorig jaar verbeterd, maar zal naar verwachting zichtbaar negatief blijven, waardoor de duidelijk negatieve netto internationale investeringspositie blijft bestaan. De kerninflatie is hardnekkiger gebleken dan verwacht en is hoger gebleven dan gemiddeld in de eurozone, terwijl de arbeidskosten per eenheid product meer blijven stijgen dan bij de meeste handelspartners. Deze prijs- en kostendruk zal dit jaar en volgend jaar waarschijnlijk niet aanzienlijk afnemen, wat verbeteringen op het gebied van concurrentievermogen en handelsbalans mogelijk in de weg staat. Huishoudens zijn in de loop der jaren aanzienlijk meer gaan lenen, maar in 2023 is deze trend vertraagd door een afname van de hypothecaire kredieten. De huizenprijzen zijn gedaald, maar zijn nog steeds enigszins overgewaardeerd en zullen naar verwachting weer stijgen aangezien het woningaanbod krap blijft. De vraag naar woningen wordt ondersteund door beleidsinterventies zoals de onlangs goedgekeurde hypotheeksubsidies, die de doorwerking van het monetaire beleid belemmeren en budgettair duur zijn. De begrotingsaanpassing heeft vertraging opgelopen, en verwacht wordt dat het hoge overheidstekort dit jaar zal verslechteren, terwijl de overheidsschuldquote in 2024 en 2025 zal stijgen, ondanks de ondersteunende bbp-groei, die de binnenlandse vraag opstuwt. Al met al zijn de beleidsmaatregelen ontoereikend geweest om de geconstateerde kwetsbaarheden aan te pakken, waardoor ze hardnekkiger zijn geworden. Begrotingsaanpassing zou bijdragen tot het terugdringen van de kerninflatie, het versterken van de externe positie en het beperken van de stijging van de overheidsschuld; de instelling van de buitensporigtekortprocedure moet een dergelijke aanpassing ondersteunen. Er moet ook actie worden ondernomen om het prijs- en het niet-prijsconcurrentievermogen te verbeteren en de risico’s in verband met de woningmarkt en de accumulatie van schulden van huishoudens te verminderen, onder meer door een functionerende huurmarkt te ontwikkelen.

Volgens door Eurostat gevalideerde gegevens14 is het overheidstekort van Slowakije gestegen van 1,7 % van het bbp in 2022 tot 4,9 % in 2023, terwijl de overheidsschuld is gedaald van 57,7 % van het bbp eind 2022 tot 56,0 % eind 2023. Zoals aangekondigd in de richtsnoeren voor het begrotingsbeleid voor 202415 zal de Commissie de eerste stap nemen om in het voorjaar van 2024 op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023, in overeenstemming met bestaande wettelijke bepalingen. Op 19 juni 2024 heeft de Commissie een verslag op grond van artikel 126, lid 3, VWEU aangenomen16. In dat verslag wordt de begrotingssituatie van Slowakije beoordeeld, aangezien het overheidstekort in 2023 de referentiewaarde van 3 % van het bbp overschreed. In het verslag wordt geconcludeerd dat de Commissie in het licht van deze beoordeling en na bestudering van het advies van het bij artikel 126, lid 4, VWEU ingestelde Economisch en Financieel Comité voornemens is in juli voor te stellen een buitensporigtekortprocedure in te stellen, door de Raad aan te bevelen een besluit overeenkomstig artikel 126, lid 6, vast te stellen betreffende het bestaan van een buitensporig tekort voor Slowakije.

Op 12 juli 2022 heeft de Raad aanbevolen17 dat Slowakije in 2023 een prudent begrotingsbeleid voert, met name door de groei van nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven te beperken tot onder de potentiële outputgroei op middellange termijn18, rekening houdend met de aanhoudende tijdelijke en gerichte steun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen, en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. Tegelijkertijd moet Slowakije klaarstaan om de lopende uitgaven aan te passen aan de veranderende situatie. Slowakije is ook aanbevolen te voorzien in meer overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, met inachtneming van het REPowerEU-initiatief, onder meer door gebruik te maken van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere Uniefondsen. In 2023 was de begrotingskoers19 volgens de ramingen van de Commissie expansief, met 6,1 % van het bbp, in een context van hoge inflatie. De groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) leverde in 2023 een expansieve bijdrage aan de begrotingskoers van 3,8 % van het bbp. Hierbij is rekening gehouden met de lagere kosten van de gerichte noodsteunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen (ten belope van 0,2 % van het bbp). Hierbij is ook rekening gehouden met lagere kosten voor het bieden van tijdelijke bescherming aan ontheemden uit Oekraïne (ten belope van 0,1 % van het bbp). De expansieve bijdrage van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven boven de potentiële outputgroei op middellange termijn was dus niet het gevolg van de gerichte noodsteun aan huishoudens en bedrijven die het kwetsbaarst zijn voor stijgingen van de energieprijzen, en aan mensen die Oekraïne ontvluchten. De expansieve groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven (ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde) was het gevolg van niet-gerichte noodmaatregelen op energiegebied, permanente verhogingen van de lonen in de overheidssector en de sociale uitkeringen, hogere uitgaven voor gezondheidszorg en verlaging van de btw-tarieven voor bepaalde goederen. Al met al was de groei van de nationaal gefinancierde primaire lopende uitgaven in 2023 niet in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. De door subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen gefinancierde uitgaven bedroegen 3,2 % van het bbp in 2023. De nationaal gefinancierde investeringen bedroegen in 2023 3,2 % van het bbp, een jaarlijkse daling van 0,8 procentpunt ten opzichte van 2022. Slowakije financierde aanvullende investeringen via de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen. Slowakije financierde overheidsinvesteringen voor de groene en de digitale transitie en voor energiezekerheid, zoals investeringen in energie-infrastructuur, emissievrij vervoer en energie-efficiëntie van gebouwen, die gedeeltelijk worden gefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen.

De belangrijkste prognoses in het stabiliteitsprogramma 2024 kunnen als volgt worden samengevat. Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses ten grondslag ligt, gaat uit van een reële bbp-groei van 2,0 % in 2024 en 3,1 % in 2025, terwijl wordt uitgegaan van een GICP-inflatie van 3,2 % in 2024 en 4,4 % in 2025. Het overheidstekort zal naar verwachting stijgen tot 5,9 % van het bbp in 2024 en dalen tot 5,4 % van het bbp in 2025, terwijl de overheidsschuldquote zal stijgen tot 58,6 % eind 2024 en tot 59,8 % eind 2025. Na 2025 zal het overheidstekort naar verwachting geleidelijk dalen tot 5,2 % van het bbp in 2026 en stijgen tot 5,5 % in 2027. Het overheidssaldo zal voor het aflopen van het programma naar verwachting niet meer dalen tot onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp. Na 2025 zal de overheidsschuldquote stijgen tot 63,6 % in 2026 en tot 67,8 % in 2027.

Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zal het reële bbp groeien met 2,2 % in 2024 en 2,9 % in 2025, en zal de GICP-inflatie uitkomen op 3,1 % in 2024 en 3,6 % in 2025.

In de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt uitgegaan van een overheidstekort van 5,9 % van het bbp in 2024, terwijl de overheidsschuldquote zal stijgen tot 58,5 % eind 2024. De stijging van het tekort in 2024 is voornamelijk het gevolg van een voortzetting van de bestaande energieprijsmaatregelen en nieuwe uitgavenverhogende maatregelen, zoals een permanente verhoging van de 13e pensioenbetaling, hogere uitgaven voor gezondheidszorg, de oprichting van een nieuw ministerie van Toerisme en Sport, een wijziging van de onderwijswet waarbij een wettelijk recht op toelating tot het kleuteronderwijs voor kinderen ouder dan 3 jaar wordt ingevoerd en de rechten van kinderen met bijzondere onderwijsbehoeften worden verbeterd, en de invoering van op prestaties gebaseerde contracten aan openbare universiteiten. Op basis van de ramingen van de Commissie zal de begrotingskoers in 2024 naar verwachting contractief zijn met 1,4 % van het bbp.

Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen in 2024 naar verwachting uitgaven ten belope van 1,2 % van het bbp worden gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, tegenover 0,5 % van het bbp in 2023. Met subsidies van de herstel- en veerkrachtfaciliteit gefinancierde uitgaven zullen hoogwaardige investeringen en productiviteitsverhogende hervormingen mogelijk worden gemaakt zonder rechtstreekse gevolgen voor het overheidssaldo en de overheidsschuld van Slowakije.

Op 14 juli 2023 heeft de Raad Slowakije aanbevolen20 een voorzichtig begrotingsbeleid te voeren, met name door de nominale stijging van de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven21 in 2024 te beperken tot maximaal 5,7 %. De lidstaten is verzocht om er bij het uitvoeren van hun begrotingen voor 2023 en het opstellen van hun ontwerpbegrotingsplannen voor 2024 rekening mee te houden dat de Commissie aan de Raad zou voorstellen op een tekort gebaseerde buitensporigtekortprocedures in te stellen op basis van de begrotingsresultaten voor 2023. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie nemen de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven van Slowakije in 2024 toe met 6,2 %, hetgeen meer dan de aanbevolen maximale groei is. Deze overschrijding van de aanbevolen maximale groei van de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven komt overeen met 0,2 % van het bbp in 2024. Dit dreigt niet volledig in overeenstemming te zijn met wat de Raad heeft aanbevolen.

(18) Bovendien heeft de Raad Slowakije aanbevolen om de van kracht zijnde noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk af te bouwen in 2023 en 2024 en de daarmee gepaard gaande besparingen te gebruiken om het overheidstekort terug te dringen. De Raad heeft verder aangegeven dat indien nieuwe energieprijsstijgingen nieuwe of voortgezette steunmaatregelen vereisen, Slowakije ervoor moet zorgen dat deze gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, budgettair haalbaar zijn en stimulansen voor energiebesparing blijven bieden. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de netto begrotingskosten22 van de noodsteunmaatregelen voor energie naar raming 2,1 % van het bbp bedragen in 2023, 0,4 % in 2024 en 0,0 % in 2025. Met name wordt aangenomen dat in 2024 een plafond voor gasprijzen voor huishoudens van kracht blijft. Indien de daarmee gepaard gaande besparingen worden gebruikt om het overheidstekort terug te dringen, zoals aanbevolen door de Raad, zouden deze prognoses een begrotingsaanpassing van 1,7 % van het bbp in 2024 impliceren, terwijl de netto nationaal gefinancierde primaire uitgaven23 een contractieve bijdrage aan de begrotingskoers van 0,2 % van het bbp in dat jaar leveren. Er wordt niet verwacht dat de noodsteunmaatregelen voor energie zo snel mogelijk worden afgebouwd in 2023 en 2024. Dit dreigt niet in overeenstemming te zijn met wat de Raad heeft aanbevolen. De daarmee gepaard gaande besparingen zullen naar verwachting niet volledig worden gebruikt om het overheidstekort terug te dringen. Ook dit dreigt niet in overeenstemming te zijn met de aanbeveling van de Raad. De begrotingskosten van de noodsteunmaatregelen voor energie die gericht zijn op de bescherming van kwetsbare huishoudens en bedrijven, worden geraamd op 0,0 % van het bbp in 2024 (0,0 % in 2023).

(19) Daarnaast heeft de Raad Slowakije ook aanbevolen nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen in stand te houden en te zorgen voor een doeltreffende absorptie van subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, met name om de groene en de digitale transitie te bevorderen. Volgens de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie zullen de nationaal gefinancierde overheidsinvesteringen afnemen tot 3,0 % van het bbp in 2024 (tegenover 3,2 % van het bbp in 2023). Deze daling is het gevolg van het einde van de programmeringsperiode 2014-2020 van de EU-structuurfondsen, waarvoor tot 2023 middelen beschikbaar waren. Voorts is deze daling te wijten aan het uitstel van de levering van militair materieel tot 2025. In het licht van deze bijkomende factoren worden de overheidsinvesteringen in 2024 geacht in overeenstemming te zijn met de aanbeveling van de Raad. De overheidsuitgaven die worden gefinancierd met inkomsten uit EU-fondsen, inclusief subsidies uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit, zullen naar verwachting afnemen tot 2,0 % van het bbp in 2024 (tegenover 3,2 % van het bbp in 2023). Deze daling is het gevolg van het einde van de programmeringsperiode 2014-2020 van de EU-structuurfondsen, waarvoor tot 2023 middelen beschikbaar waren.

Op basis van de op de afsluitdatum van de prognoses bekende beleidsmaatregelen en de aanname van ongewijzigd beleid wordt in de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie uitgegaan van een overheidstekort van 5,4 % van het bbp in 2025. De daling van het tekort in 2025 is voornamelijk toe te schrijven aan hogere inkomsten als gevolg van een hoger nominaal bbp en een hogere inflatie. De overheidsschuldquote zal naar verwachting toenemen tot 59,9 % eind 2025. Een prudent begrotingsbeleid zou moeten bijdragen tot een vermindering van de kerninflatie, die ver boven het gemiddelde van de eurozone ligt en die, indien zij aanhoudt, een verlies aan concurrentievermogen kan meebrengen, en ook tot een versterking van de externe positie.

Het Slowaakse belastingstelsel zou kunnen profiteren van een groeivriendelijkere belastingmix om de arbeidsmarktparticipatie te stimuleren en tegelijkertijd milieubescherming en budgettaire houdbaarheid te bevorderen en de billijkheid te verbeteren. Momenteel is de belasting op inkomen uit arbeid als percentage van de totale belastingen met 52,4 % de op vier na hoogste in de EU. Slowakije heeft een relatief hoge belastingwig voor mensen met een lager inkomen, waardoor de arbeidsmarktparticipatie wordt ontmoedigd, terwijl de belasting op inkomen uit arbeid minder progressief is dan het EU-gemiddelde. De overheidsinkomsten en arbeidsomstandigheden worden negatief beïnvloed door een grote kloof tussen werknemers en zelfstandigen qua belastingen, sociale premies en niet-fiscale verplichte afdrachten, wat heeft geleid tot het hoogste percentage zelfstandigen met kenmerken van afhankelijkheid in de EU. In Slowakije liggen de inkomsten uit de periodieke onroerendgoedbelasting, die slechts 0,4 % van het bbp bedragen, onder het EU-gemiddelde van 2,1 %. Deze discrepantie vloeit voort uit het belastingstelsel van Slowakije, waarbij belastingen worden berekend op basis van de oppervlakte van het onroerend goed in plaats van de marktwaarde, wat leidt tot stagnerende belastinginkomsten, terwijl de huizenprijzen de afgelopen jaren zijn gestegen. Op het gebied van milieubelastingen presteerde Slowakije in 2022 opmerkelijk goed, namelijk boven het EU-gemiddelde, zowel in verhouding tot het bbp als in procenten van de totale belasting. Dit was echter grotendeels toe te schrijven aan robuuste inkomsten uit energiebelasting die voortvloeiden uit een aanzienlijke belastinggrondslag. Omgekeerd lagen de inkomsten uit belastingen op vervoer, vervuiling en hulpbronnen onder het EU-gemiddelde, wat erop wijst dat het beginsel “de vervuiler betaalt” in sterkere mate kan worden toegepast. Ondanks duidelijke verbeteringen in de afgelopen jaren blijft de btw-kloof boven het EU-gemiddelde. Slowakije is er in de periode 2010-2021 echter in geslaagd deze kloof aanzienlijk te reduceren door de sinds 2014 ingevoerde verplichte rapportage van alle binnenlandse en intra-EU-transacties, in combinatie met een bredere toepassing van de verleggingsregeling. Maatregelen om de stelsels voor belastingen, sociale bijdragen en niet-fiscale verplichte afdrachten te stroomlijnen, samen met maatregelen om de administratieve en nalevingskosten te verminderen, kunnen de overheidsinkomsten verhogen en de houdbaarheid van de begroting ondersteunen. De afgelopen jaren heeft Slowakije verschillende niet-gerichte maatregelen genomen met mogelijke negatieve gevolgen voor bijvoorbeeld de onroerendgoedprijzen en het prijsconcurrentievermogen, wat ook leidt tot een oneerlijke verdeling van middelen. Bovendien verhindert de ontoereikende uitvoering van bestaande uitgaventoetsingen in het begrotingsproces dat vastgestelde besparingen worden gerealiseerd die de overheidsfinanciën ten goede zouden kunnen komen. Bovendien kunnen verdere verbeteringen in de digitalisering van de belastingdienst, met name op het gebied van elektronische facturering en vooraf ingevulde belastingaangiften, helpen om de lekken in het belastingstelsel verder te dichten, de naleving van de belastingwetgeving te vergemakkelijken en de kosten ervan te verlagen.

Overeenkomstig artikel 19, lid 3, punt b), van en criterium 2.2 van bijlage V bij Verordening (EU) 2021/241 bevat het herstel- en veerkrachtplan een uitgebreide reeks elkaar versterkende hervormingen en investeringen die uiterlijk in 2026 moeten zijn uitgevoerd. Daarvan wordt verwacht dat zij helpen bij het doeltreffend aanpakken van alle of een aanzienlijk deel van de uitdagingen die in de desbetreffende landspecifieke aanbevelingen (LSA’s) zijn vastgesteld. Om het concurrentievermogen van Slowakije op lange termijn te stimuleren door middel van de groene en de digitale transitie, en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid te waarborgen, is het van essentieel belang om binnen deze krappe termijn snel werk te maken van de doeltreffende uitvoering van het plan, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk. Om de verbintenissen van het plan uiterlijk in augustus 2026 na te komen, is het voor Slowakije van essentieel belang de hervormingen voort te zetten en de investeringen te versnellen door nieuwe vertragingen aan te pakken en tegelijkertijd te zorgen voor doeltreffende governance en een sterke bestuurlijke capaciteit. Slowakije wordt geconfronteerd met verschillende obstakels die de succesvolle uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan in de weg staan, waardoor het risico bestaat dat verschillende grote investeringsprojecten niet worden uitgevoerd. De uitvoering van investeringen vertraagt met name op het gebied van gezondheidszorg, renovatie van gebouwen, decarbonisatie van de industrie, natuurbescherming en waterbeheer. Sommige lopende hervormingen vorderen ook niet zoals gepland, bijvoorbeeld op het gebied van landschapsplanning, wat verdere hindernissen kan meebrengen. De Slowaakse overheid heeft op verschillende bestuursniveaus te kampen met een structureel lage doeltreffendheid en een gebrek aan bestuurlijke capaciteit voor de uitvoering van complexe hervormingen en investeringen. Andere hindernissen die uit de weg moeten worden geruimd, houden bijvoorbeeld verband met overheidsopdrachten en langdurige vergunningsprocedures, die aanzienlijke vertragingen veroorzaken. De systematische betrokkenheid van lokale en regionale autoriteiten, sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere relevante belanghebbenden blijft belangrijk om te zorgen voor een breed draagvlak voor de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan.

In het kader van de tussentijdse evaluatie van de cohesiebeleidsfondsen moet Slowakije overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1060 zijn programma uiterlijk in maart 2025 evalueren, en daarbij onder meer rekening houden met de uitdagingen die in de landspecifieke aanbevelingen voor 2024 zijn vermeld, alsook met zijn nationale energie- en klimaatplan. Deze evaluatie vormt de basis voor de definitieve toewijzing van de EU-financiering die in elk programma is opgenomen. Slowakije heeft vooruitgang geboekt bij de uitvoering van het cohesiebeleid en de Europese pijler van sociale rechten, maar er blijft sprake van aanzienlijke verschillen in economische en sociale ontwikkeling tussen de hoofdstedelijke regio en de overige regio’s. Het is van cruciaal belang de uitvoering van het cohesiebeleidsprogramma te versnellen en door te gaan met de uitvoering van de in het programma overeengekomen prioriteiten, die relevant blijven. Het is met name van belang de bestuurlijke capaciteit van lokale, regionale en nationale autoriteiten te versterken en het partnerschap en het draagvlak te verbeteren, onder meer door een grotere betrokkenheid van belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld. Er zal nog steeds moeten worden gewerkt aan het versterken van de sociale en economische inclusie van gemarginaliseerde Roma-gemeenschappen. Hun levensomstandigheden moeten worden verbeterd, zij moeten toegang hebben tot goed niet-gesegregeerd onderwijs en opleiding en hun integratie op de arbeidsmarkt moet worden ondersteund. Tegelijkertijd moeten de geplande investeringen in drinkwater- en afvalwaterinfrastructuur worden voltooid. Daarnaast zijn geplande investeringen in de circulaire economie, afvalbeheer en grotere energie-efficiëntie in openbare gebouwen en woningen van cruciaal belang voor de groene transitie. Net zo belangrijk is het verdere vooruitgang te boeken bij de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en het koolstofvrij maken van de economie. Het actieve arbeidsmarktbeleid moet worden versterkt om de langdurige werkloosheid te bestrijden. In dit verband is doeltreffende omscholing en volwasseneneducatie cruciaal. Tot slot is goede en betaalbare voor- en vroegschoolse educatie en opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar van essentieel belang om gendergelijkheid op de arbeidsmarkt en in de samenleving te bevorderen.

In het kader van de tussentijdse evaluatie van het cohesiebeleidsprogramma is het de moeite waard om meer aandacht te besteden aan het potentieel om investeringen in het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren, met name gezien de achterstand bij de investeringen op dit gebied van de vorige programmeringsperiode. Om de transformatie van de industrie te ondersteunen zou Slowakije het platform voor strategische technologieën voor Europa ook kunnen gebruiken op het gebied van digitale technologieën en deeptech-innovatie, schone en hulpbronnenefficiënte technologieën en biotechnologie.

Naast de economische en sociale uitdagingen die in het herstel- en veerkrachtplan en andere EU-fondsen aan bod komen, wordt Slowakije geconfronteerd met verschillende uitdagingen in verband met het justitiële en corruptiebestrijdingskader, het gebrek aan transparantie en concurrentie in aanbestedingsprocedures, de arbeidsmarkt, het ontoereikende niveau van basisvaardigheden, het gebrek aan inclusie en lage inschrijvingspercentages in voor- en vroegschoolse educatie en opvang, aanpassing aan de klimaatverandering, behoud van natuurlijke hulpbronnen en het kader voor de circulaire economie.

Door recente wetswijzigingen, met name de wijzigingen van het wetboek van strafrecht en de ontbinding van het speciaal openbaar ministerie, is ernstige bezorgdheid ontstaan over de onafhankelijkheid en integriteit van het justitiële en rechtshandhavingsstelsel in Slowakije. Zonder passende waarborgen dreigen deze ontwikkelingen de capaciteit van het strafrechtstelsel en de doeltreffendheid van de corruptiebestrijding aan te tasten, ook wat betreft het ontmoedigen, onderzoeken en vervolgen van gevallen van corruptie en fraude op hoog niveau. De situatie dreigt te worden verergerd door de geplande reorganisatie van de corruptiebestrijdingsdienst (NAKA). Voorts geven ook het recente ontslag van verschillende leden van de raad voor de rechterlijke macht vóór het einde van hun ambtstermijn en het gebrek aan waarborgen om de onafhankelijkheid van de raad voor de rechterlijke macht te waarborgen, aanleiding tot bezorgdheid. Deze ontwikkelingen dreigen het ondernemings- en regelgevingsklimaat van Slowakije en daarmee ook zijn concurrentievermogen aan te tasten.

Het gefragmenteerde bestuurssysteem in Slowakije en de zwakke coördinatie tussen verschillende lagen van het openbaar bestuur belemmeren het ondernemingsklimaat en, met name, het vermogen van het land om beleidsmaatregelen en investeringsprojecten doeltreffend uit te voeren. Bovendien scoren lokale en regionale overheden over het algemeen zwak qua verlening van hoogwaardige openbare diensten en financiële onafhankelijkheid. Samen met het voortgezette gebruik van versnelde wetgevingsprocedures leidt dit tot een gebrek aan voorspelbaarheid in het regelgevingskader. Tegelijkertijd wordt met het herstel- en veerkrachtplan beoogd de aanbestedingsprocedures in Slowakije te vereenvoudigen, maar zijn er nog steeds uitdagingen in verband met het gebrek aan transparantie en concurrentie op het gebied van overheidsopdrachten. Zo was in 2023 bij 33 % van de overheidsopdrachten sprake van gunning aan de enige inschrijver. Overheidsopdrachten worden dus niet in voldoende mate en op strategische wijze ingezet om belangrijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, waardoor de vooruitgang in de richting van de groene en de digitale transitie wordt afgeremd en het vermogen van Slowakije om zijn economisch potentieel te verbeteren wordt belemmerd. Onlangs voorgestelde wijzigingen van het kader voor overheidsopdrachten en nieuwe wetgeving inzake strategische investeringen kunnen verder afbreuk doen aan de transparantie en concurrentie bij overheidsopdrachten en passende waarborgen, met name voor grootschalige investeringen.

Een relatief groot deel van de Slowaakse scholieren beschikt niet over de minimale basisvaardigheden op het gebied van wiskunde, lezen en wetenschappen. Uit het PISA-onderzoek van 2022 (Programme for International Student Assessment) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling blijkt dat Slowakije een van de slechtst presterende landen is op het gebied van basisvaardigheden: meer dan 30 % van de scholieren presteert ondermaats op het gebied van wiskunde en lezen en het aandeel toppresteerders daalt, wat het innovatiepotentieel en het concurrentievermogen van het land op lange termijn belemmert. Uit de resultaten blijkt ook dat dit in nog grotere mate het geval is bij scholieren uit sociaal-economisch achtergestelde milieus, waaronder gemarginaliseerde Roma-gemeenschappen: van hen beschikt 62,6 % niet over basisvaardigheden op het gebied van wiskunde. Dit houdt verband met de grotere mate van ongelijkheid in het Slowaakse onderwijsstelsel. Het Slowaakse herstel- en veerkrachtplan bevat veel maatregelen op het gebied van onderwijs, maar is onvoldoende gericht om ervoor te zorgen dat een groter deel van de kinderen basisvaardigheden gaat beheersen. Onderwijs en opleiding voor leerkrachten zouden er baat bij hebben als meer aandacht wordt besteed aan ondersteuning van de ontwikkeling van basisvaardigheden bij leerlingen. Bovendien is het beroep van leraar niet aantrekkelijk genoeg om het tekort aan gekwalificeerd personeel aan te pakken, is de kwaliteit van onderwijs en opleiding van leerkrachten voor verbetering vatbaar en zou moeten worden gezorgd voor meer onderwijsassistenten en betere mogelijkheden voor intercollegiaal leren en mentoren. Bovendien kan ervoor worden gezorgd dat veel meer kinderen worden ingeschreven voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang door het aantal beschikbare plaatsen te vergroten en ouders te stimuleren er gebruik van te maken. Het Slowaakse herstel- en veerkrachtplan ondersteunt het verhogen van het inschrijvingspercentage van kinderen vanaf 3 jaar. Daarentegen nam in 2023 slechts 1 % van alle kinderen jonger dan 3 jaar deel aan voor- en vroegschoolse educatie en opvang, wat het laagste inschrijvingspercentage in de EU is. Een grotere deelname aan voor- en vroegschoolse educatie en opvang helpt kinderen beter voor te bereiden op het leren van vaardigheden in hun latere leven, vermindert schooluitval en bevordert de arbeidsmarktparticipatie van ouders, met name vrouwen.

De nettokoolstofverwijdering van Slowakije in de sectoren landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw zal naar verwachting aanzienlijk afnemen, wat erop wijst dat het land in 2030 zijn streefcijfer van -6 821 kt CO2-equivalent in het kader van de LULUCF-verordening niet zal halen. Dit gaat gepaard met de ontoereikende klimaatrisicobeoordeling van Slowakije en zijn uitdagingen bij het omzetten van informatie over klimaatrisico’s in praktische oplossingen. Om deze trend de komende jaren om te buigen, is het belangrijk vaart te zetten achter de klimaataanpassingsmaatregelen – inclusief op de natuur gebaseerde oplossingen – en deze in het desbetreffende nationale beleid te integreren, de zonering van beschermde natuurgebieden te voltooien en een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te bevorderen. Tegelijkertijd zijn verdere beleidsmaatregelen nodig om de overgang naar een circulaire economie te stimuleren. Slowakije loopt het risico zijn streefcijfer voor 2025 voor vast stedelijk afval niet te halen, want dit lag nog steeds 19,2 procentpunten lager dan het in 2020 vastgestelde streefcijfer van 55 % voor 2025. Dit geldt ook voor zijn streefcijfer voor verpakkingsafval, dat 5,3 procentpunten lager lag dan het in 2020 vastgestelde streefcijfer van 65 % voor 202524. Slowakije zou baat hebben bij minder hulpbronnenverspilling om het storten van afval te reduceren en te zorgen voor meer hergebruik van stedelijk en verpakkingsafval en meer gebruik van circulaire materialen in de industrie en de bouw.

Aangezien de economieën van de lidstaten van de eurozone in hoge mate met elkaar zijn verweven en zij collectief bijdragen tot de werking van de economische en monetaire unie, heeft de Raad in 2024 de lidstaten van de eurozone aanbevolen actie te ondernemen, onder meer via hun herstel- en veerkrachtplannen, teneinde uitvoering te geven aan de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone. Voor Slowakije dragen de aanbevelingen 1, 2 en 3 bij tot de uitvoering van de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde aanbeveling voor de eurozone.

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en haar conclusie betreffende het bestaan van onevenwichtigheden zijn de aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 in de onderstaande aanbevelingen 1 en 3 weergegeven. Het in aanbeveling 1 bedoelde beleid draagt bij tot het aanpakken van kwetsbaarheden in verband met de woningmarkt, de schuldenlast van huishoudens en de externe positie. Het in aanbeveling 3 bedoelde beleid helpt om kwetsbaarheden aan te pakken die verband houden met kostenconcurrentievermogen. De aanbevelingen 1 en 3 dragen bij tot zowel de aanpak van onevenwichtigheden als de uitvoering van de aanbeveling voor de eurozone, in overeenstemming met overweging 30,

2.

BEVEELT AAN dat Slowakije in 2024 en 2025 de volgende acties onderneemt:


1. het budgettair-structurele plan voor de middellange termijn tijdig in te dienen; in overeenstemming met de vereisten van het hervormde stabiliteits- en groeipact, de groei van de netto-uitgaven25 in 2025 te beperken tot een percentage dat strookt met het terugdringen van het overheidstekort in de richting van de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp en het op middellange termijn op een prudent niveau houden van de overheidsschuld; de belastingmix efficiënter te maken, onder meer door negatieve prikkels op de arbeidsmarkt te verminderen en meer gebruik te maken van milieubelastingen en periodieke onroerendgoedbelastingen; dure uitgavenmaatregelen te verminderen, ook door uitgaventoetsingen uit te voeren; de belastingnaleving te blijven verbeteren, onder andere door de belastingdienst verder te digitaliseren; de risico's in verband met de schulden van huishoudens te verminderen door het woningaanbod en de uitbreiding van de huurmarkt te ondersteunen;

2. te zorgen voor doeltreffende governance, de bestuurlijke capaciteit voor het beheer van EU-middelen te versterken, investeringen te versnellen en de vaart erin te houden bij de uitvoering van hervormingen; nieuwe vertragingen aan te pakken om te zorgen voor een verdere snelle en doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, inclusief het REPowerEU-hoofdstuk, zodat de hervormingen en investeringen uiterlijk in augustus 2026 zijn voltooid; de uitvoering van het cohesiebeleidsprogramma te versnellen; in het kader van de tussentijdse evaluatie te blijven focussen op de overeengekomen prioriteiten, maatregelen te nemen om beter in te spelen op de investeringsbehoeften in het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen, daarbij rekening houdend met de mogelijkheden die het platform voor strategische technologieën voor Europa biedt om het concurrentievermogen te verbeteren;

3. de doeltreffendheid, onafhankelijkheid en integriteit van het justitiële en corruptiebestrijdingsstelsel te versterken, onder meer door te zorgen voor passende waarborgen voor doeltreffend onderzoek naar en doeltreffende vervolging van corruptiezaken op hoog niveau; het concurrentievermogen en de productiviteit te verbeteren, onder meer door te zorgen voor transparantie en concurrentie in aanbestedingsprocedures, om goed bestuur te bevorderen en de doeltreffendheid van de overheidsuitgaven te verbeteren; het onderwijzen van basisvaardigheden te versterken, ook voor kinderen uit kansarme milieus zoals gemarginaliseerde Roma-gemeenschappen, en de beschikbaarheid en het gebruik van betaalbare, hoogwaardige voor- en vroegschoolse educatie en opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar te vergroten; te zorgen voor minder verspilling van hulpbronnen en meer hergebruik van stedelijk en verpakkingsafval en beter behoud van natuurlijke hulpbronnen door op de natuur gebaseerde oplossingen te mainstreamen en de zonering van beschermde natuurgebieden af te ronden.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

1PB L, 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj.

2PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2011/1176/oj.

3Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17), ELI: data.europa.eu/eli/reg/2021/241/oj.

4Verordening (EU) 2023/435 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013, (EU) 2021/1060 en (EU) 2021/1755 en Richtlijn 2003/87/EG (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1), ELI: data.europa.eu/eli/reg/2023/435/oj.

5COM(2023) 168 final.

6COM(2024) 77 final.

7COM(2023) 901 final.

8Verordening (EU) 2024/1264 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L, 2024/1264, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1264/oj) en Richtlijn (EU) 2024/1265 van de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/85/EU tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L, 2024/1265, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/dir/2024/1265/oj).

9Netto-uitgaven zoals gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EU) 2024/1263 van de Raad van 29 april 2024 (PB L 2024/1263, 30.4.2024, ELI: data.europa.eu/eli/reg/2024/1263/oj). “Netto-uitgaven”: de overheidsuitgaven ongerekend i) rente-uitgaven, ii) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, iii) uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, iv) nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, v) cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en vi) eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

10Uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slowakije (ST 10156/2021; ST 10156/2021 ADD 1; ST 10156/2021 COR 1).

11Uitvoeringsbesluit van de Raad van 14 juli 2023 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit van de Raad van 13 juli 2021 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Slowakije (ST 11205/2023 INIT, ST 11205 2023 ADD 1.).

12SWD(2024) 625 final

13SWD(2024) 84 final

14Eurostat-Euro Indicators, 22.4.2024.

15COM(2023) 141 final.

16Verslag van de Commissie opgesteld overeenkomstig artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 19.6.2024, COM(2024)598 final.

17Aanbeveling van de Raad van 12 juli 2022 over het nationale hervormingsprogramma 2022 van Slowakije en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2022 van Slowakije (PB C 334 van 1.9.2022, blz. 205).

18Op basis van de voorjaarsprognoses 2024 van de Commissie wordt de potentiële outputgroei op middellange termijn van Slowakije in 2023 geraamd op 12,4 % in nominale termen, op basis van de gemiddelde reële potentiële groei over 10 jaar en de bbp-deflator van 2023.

19De begrotingskoers wordt gedefinieerd als maatstaf van de jaarlijkse verandering in de onderliggende begrotingssituatie van de overheid. Die koers heeft tot doel de economische impuls te beoordelen die voortvloeit uit het begrotingsbeleid, zowel dat wat nationaal wordt gefinancierd als dat wat uit de EU-begroting wordt gefinancierd. De begrotingskoers wordt gemeten als het verschil tussen i) het groeipotentieel op middellange termijn en ii) de verandering in de primaire uitgaven ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde (en exclusief de tijdelijke COVID-19-crisismaatregelen), maar inclusief de uitgaven gefinancierd door niet-terugbetaalbare steun (subsidies) van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen. Een negatief (positief) signaal van de indicator duidt op een expansief (contractief) begrotingsbeleid.

20Aanbeveling van de Raad van 14 juli 2023 over het nationale hervormingsprogramma 2023 van Slowakije en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2023 van Slowakije (PB C 312 van 1.9.2023, blz. 233).

21De netto primaire uitgaven worden gedefinieerd als nationaal gefinancierde uitgaven ongerekend i) discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, ii) rente-uitgaven, iii) conjuncturele werkloosheidsuitgaven en iv) en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

22Het cijfer geeft het niveau weer van de jaarlijkse begrotingskosten van die maatregelen, inclusief inkomsten en uitgaven en, in voorkomend geval, exclusief de inkomsten uit belastingen op uitzonderlijke winsten van energieleveranciers.

23Deze bijdrage wordt gemeten als de verandering in primaire overheidsuitgaven ongerekend i) incrementele begrotingsgevolgen van discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, ii) eenmalige uitgaven, iii) conjuncturele werkloosheidsuitgaven en iv) uitgaven gefinancierd met niet-terugbetaalbare steun (subsidies) uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en andere EU-fondsen, ten opzichte van de gemiddelde potentiële nominale bbp-groei op middellange termijn (tien jaar), uitgedrukt als een verhouding tot het nominale bbp.

24EER en ETC/CE (2022). Beoordeling inzake vroegtijdige waarschuwing in verband met de streefcijfers voor 2025 voor stedelijk en verpakkingsafval (https:// www.eea.europa.eu/publications)

25Artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2024/1263 “netto-uitgaven”: de overheidsuitgaven ongerekend rente-uitgaven, discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, uitgaven voor programma’s van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd, nationale uitgaven voor medefinanciering van door de Unie gefinancierde programma’s, cyclische elementen van de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

NL NL