Toelichting bij COM(2023)739 - Wijziging van bijlage II bij Verordening 396/2005 wat de maximumgehalten aan residuen van thiacloprid in of op bepaalde producten betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)739 - Wijziging van bijlage II bij Verordening 396/2005 wat de maximumgehalten aan residuen van thiacloprid in of op bepaalde ... |
---|---|
bron | COM(2023)739 |
datum | 24-11-2023 |
•
Motivering en doel van het voorstel
Overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde algemene beginselen, en met name de noodzaak een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, zijn bij Verordening (EG) nr. 396/2005 geharmoniseerde bepalingen van de Unie vastgesteld betreffende de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen (MRL’s) in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en van dierlijke oorsprong. Daarbij wordt erkend dat voor buiten de Unie geproduceerde levensmiddelen en diervoeders afwijkende landbouwpraktijken met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig de wet kunnen zijn toegepast, wat soms resulteert in bestrijdingsmiddelenresiduen die afwijken van die welke het gevolg zijn van legale toepassingen in de Unie. Daarom voorziet de verordening in de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen voor de vaststelling van MRL’s voor ingevoerde producten (d.w.z. invoertoleranties) door een volledig wetenschappelijk dossier te verstrekken waarin rekening wordt gehouden met deze toepassingen en de daaruit voortvloeiende residuen, dat vervolgens door een lidstaat en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) wordt geëvalueerd. Ook worden MRL’s die op internationaal niveau door de Commissie van de Codex Alimentarius zijn vastgesteld, in aanmerking genomen wanneer MRL’s worden vastgesteld, rekening houdend met de desbetreffende goede landbouwpraktijken.
In de EFSA-conclusies over collegiale toetsing 1 zijn voor de werkzame stof thiacloprid gebieden aangewezen die aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid in verband met de verontreiniging van grondwater door metabolieten van thiacloprid met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden die aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldoen. Bijgevolg is de goedkeuring van de stof bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/23 2 van de Commissie niet verlengd. Daarnaast is thiacloprid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad ingedeeld als giftig voor de voortplanting, categorie 1B.
De lidstaten moesten alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof thiacloprid bevatten, uiterlijk op 3 augustus 2020 intrekken. De maximale respijtperiode die een lidstaat overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 mocht toekennen, is op 3 februari 2021 verstreken.
Overeenkomstig artikel 14, lid 1, punt a), en in samenhang met artikel 17 van Verordening (EG) nr. 396/2005, heeft de Commissie na de niet-verlenging van thiacloprid een verordening opgesteld om de MRL’s ervan te verlagen tot de bepaalbaarheidsgrens. Desondanks zijn er enkele uitzonderingen mogelijk voor bepaalde invoertoleranties en Codex-MRL’s (CXL’s), met name wanneer deze onlangs zijn geëvalueerd en door de EFSA3 veilig zijn bevonden. Die MRL’s zijn gehandhaafd overeenkomstig artikel 3, lid 2, punt g), en artikel 14, lid 2, punten a), c) en e), van Verordening (EG) nr. 396/2005.
De Commissie heeft de lidstaten een ontwerpverordening voorgelegd, die grondig is besproken in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders tijdens zijn vergaderingen van 13-14 februari 2023, 10-11 mei 2023 en 18-19 september 2023.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De gevolgde aanpak is in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 396/2005.