Toelichting bij COM(2023)362 - Instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan valt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) is de regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) die verantwoordelijk is voor het beheer van visbestanden die onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het NEAFC-Verdrag)1 vallen. Het NEAFC-Verdrag werd goedgekeurd bij Besluit 81/608/EEG van de Raad2 en trad in werking op 17 maart 19823.

De NEAFC-commissie neemt instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen aan om de instandhouding op lange termijn en het optimale gebruik van de onder haar bevoegdheid vallende visbestanden te waarborgen. Deze maatregelen worden aangenomen als aanbevelingen die voor de verdragsluitende partijen onmiddellijk na de inwerkingtreding ervan bindend zijn, tenzij bezwaar wordt gemaakt op grond van artikel 12, lid 2, van het NEAFC-Verdrag. Elke verdragsluitende partij kan tegen een maatregel van de NEAFC-commissie bezwaar maken binnen vijftig dagen na de datum waarop het NEAFC-secretariaat kennis heeft gegeven van de maatregel. Indien drie of meer verdragsluitende partijen bezwaar hebben gemaakt tegen een aanbeveling, wordt die maatregel niet bindend voor enige verdragsluitende partij bij de NEAFC.

Alle verdragsluitende partijen bij de NEAFC zijn leden van de NEAFC-commissie. De NEAFC-commissie neemt overeenkomstig het NEAFC-Verdrag maatregelen aan op basis van consensus of bij stemming met gekwalificeerde meerderheid. Voorafgaand aan elke vergadering van de NEAFC-commissie stelt de Commissie namens de Unie onderhandelingsrichtsnoeren op die op een bij een besluit van de Raad aangenomen meerjarenstandpunt voor vijf jaar en op wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) berusten en in overeenstemming zijn met het gemeenschappelijk visserijbeleid. Deze onderhandelingsrichtsnoeren worden in een werkgroep van de Raad gepresenteerd, besproken en bekrachtigd en worden op basis van realtime-ontwikkelingen verder aangepast in coördinatievergaderingen die met de lidstaten worden gehouden tijdens de jaarvergaderingen van de NEAFC.

Op haar jaarvergaderingen neemt de NEAFC-commissie nieuwe maatregelen aan die door het NEAFC-secretariaat na de vergadering aan de verdragsluitende partijen worden gemeld, als besluiten van de NEAFC-commissie. Na ontvangst van een kennisgeving brengt de Commissie de Raad op de hoogte van de aanneming van nieuwe maatregelen, samen met de geplande datum voor de inwerkingtreding ervan. Het is de taak van de Unie te waarborgen dat deze maatregelen, die internationale verplichtingen zijn, worden nageleefd zodra ze in werking treden.

In 2022 had de Unie 301 vissersvaartuigen die gemachtigd waren om in het gereglementeerde gebied van de NEAFC te opereren.

Instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen van de NEAFC-commissie werden voor het laatst geïmplementeerd bij Verordening (EU) nr. 1236/20104, waarna nog enkele aanpassingen volgden. Sindsdien heeft de NEAFC-commissie een aantal al in werking getreden maatregelen gewijzigd en nieuwe maatregelen aangenomen die nog niet in het Unierecht zijn geïmplementeerd. Daarbij gaat het om maatregelen in het kader van de controle- en handhavingsregeling van de NEAFC en om maatregelen van de NEAFC-commissie in het kader van:

- Aanbeveling 19:2014 betreffende gebiedsbeheersmaatregelen ter bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen in het gereglementeerde gebied van de NEAFC 5, zoals gewijzigd bij Aanbeveling 06:20236;

- de Aanbevelingen 08:20237 en 09:20238 tot wijziging van de lijst van door de NEAFC gereguleerde bestanden die onder de controle- en handhavingsregeling van de NEAFC vallen;

- Aanbeveling 10:2023 met een verbod op teruggooi in het gereglementeerde gebied van de NEAFC9;

- Aanbeveling 11:2023 betreffende de controle op overladingen op zee10; en

- Aanbeveling 12:2023 betreffende controlemaatregelen voor commerciële onderzoeksvaartuigen11.

Dit voorstel is dus met name bedoeld om die door de NEAFC-commissie aangenomen instandhoudings-, beheers- en controlemaatregelen in het Unierecht te implementeren. Het voorstel volgt de structuur en bewoordingen van de recentste versie van de maatregelen van de NEAFC nauwgezet om te voorkomen dat wordt afgeweken van de internationale verplichtingen van de Unie als verdragsluitende partij en om de tekst handzamer te maken voor controlerend personeel en voor exploitanten.

Tegelijk brengt het voorstel alle maatregelen van de NEAFC in één verordening samen. Op dit moment zijn controlemaatregelen van de NEAFC geïmplementeerd bij Verordening (EU) nr. 1236/2010 en ten dele bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad12 , terwijl instandhoudings- en beheersmaatregelen van de NEAFC die voor het gereglementeerde gebied van de NEAFC gelden, zijn geïmplementeerd bij Verordening (EEG) nr. 1899/85 van de Raad13 en Verordening (EU) 2019/1241. Het is derhalve passend om de desbetreffende bepalingen uit die verordeningen te vervangen door één wetgevingshandeling.

Het voorstel strekt ook tot implementatie van bepaalde maatregelen die voortvloeien uit internationale verbintenissen van de Unie die betrekking hebben op de controle van vier pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan: makreel, horsmakreel, blauwe wijting en haring. De maatregelen die in het kader van visserijregelingen tussen de Unie, de Faeröer en Noorwegen voor 2014-2020 zijn overeengekomen over het beheer van deze pelagische visserijen in de wateren van het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan werden in het Unierecht geïmplementeerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1962 van de Commissie14. Met die verordening werden de artikelen 78 tot en met 91 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie15 gewijzigd. Daarnaast bevatten de artikelen 54 ter en 54 quater van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad bepalingen over beperkingen op het behandelen en lozen van vangsten voor pelagische vaartuigen en over beperkingen op het gebruik van automatische sorteermachines.

In 2022 hielden de Unie, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk raadplegingen over controlemaatregelen voor die pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Deze visserijraadplegingen werden in november 2022 afgerond en de uitkomsten ervan werden vastgelegd in goedgekeurde notulen16. Uit de conclusies van deze raadplegingen blijkt dat er overeenstemming bestond over een herziening van de tussen 2014 en 2022 overeengekomen controlemaatregelen voor deze pelagische visserijen en dat is afgesproken om uiterlijk op 1 januari 2026 aanvullende maatregelen uit te voeren. De herziene maatregelen hebben betrekking op de monitoring van teruggooi, op inspectieprocedures voor de aanlanding en op voorschriften voor het wegen en weegsystemen.

Het is de taak van de Unie om de tijdige implementatie van deze maatregelen in het recht van de Unie te waarborgen. Hoewel een aantal van deze maatregelen kan worden geïmplementeerd door herziening van de artikelen 78 tot en met 91 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011, herziet het voorstel de thans in de artikelen 54 ter en 54 quater van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad vervatte maatregelen om beperkingen op te leggen aan het gebruik van automatische sorteermachines aan boord en aan het lozen van vangsten. Het bevat de nodige aanpassingen: monitoringinstrumenten mogen als alternatief voor de verzegeling van de lozingspunten van een vaartuig en voor het gebruik van automatische sorteermachines aan boord van een vissersvaartuig worden gebruikt indien het vissersvaartuig is uitgerust met elektronische systemen voor monitoring op afstand. Geïmplementeerd in het Unierecht is ook de eis om wegingen bij aanlandings- en verwerkingsinstallaties te volgen met camera- en sensortechnologie indien per jaar meer dan 3 000 ton van deze pelagische vissoorten wordt gewogen.

In het voorstel worden aan de Commissie op grond van artikel 290 VWEU gedelegeerde bevoegdheden verleend om maatregelen van de NEAFC van meer technische aard te wijzigen, alsmede maatregelen die berusten op raadplegingen van de visserijsector over maatregelen voor bepaalde pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Deze moeten op korte termijn in het Unierecht worden geïmplementeerd zodat de Unie aan haar internationale verplichtingen voldoet. Toekomstige wijzigingen van het voorstel moeten bij gedelegeerde verordeningen van de Commissie plaatsvinden indien de wijzigingen van technische aard zijn, of bij wijzigingen van de verordening zelf in de overige gevallen.

Tijdens haar jaarvergadering in 2018 nam de NEAFC Aanbeveling 19:2019 aan om een elektronisch meldingssysteem (ERS) bij de NEAFC in te voeren op basis van de nieuwe FLUX UN/Cefact-standaard voor duurzaam visserijbeheer. De aanbeveling bevat een procedure waarbij de Unie de eerste verdragsluitende partij bij de NEAFC wordt die het systeem invoert, waarna de overige verdragsluitende partijen bij de NEAFC binnen een overgangsperiode van twee jaar zullen volgen. De invoering van de nieuwe norm is gekoppeld aan de inwerkingtreding van een nieuwe controle- en handhavingsregeling van de NEAFC. Met het voorstel wordt deze nieuwe regeling in het Unierecht geïmplementeerd.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel vormt een aanvulling op en is in overeenstemming met andere bepalingen van het Unierecht op dit gebied. Het is in overeenstemming met deel VI (extern beleid) van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid17, uit hoofde waarvan de Unie haar externe betrekkingen op visserijgebied moet onderhouden in overeenstemming met haar internationale verplichtingen en haar visserijactiviteiten op regionale visserijsamenwerking moet baseren.

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de toepassing van Verordening (EU) 2017/2403 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten18, waarin wordt bepaald dat vissersvaartuigen uit de EU met inachtneming van de voorwaarden en de voorschriften van de desbetreffende ROVB moeten voldoen aan de lijst van vismachtigingen. Het voorstel heeft evenmin gevolgen voor Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Behoudens de maatregelen voor bepaalde pelagische visserijen die momenteel gelden in het kader van de artikelen 54 ter en 54 quater van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, vormt het voorstel evenmin een wijziging van en heeft het geen gevolgen voor de toepassing van die verordening. Het voorstel bevat geen bepalingen tot implementatie van maatregelen die al deel uitmaken van deze of andere toepasselijke verordeningen in het Unierecht.

Het voorstel heeft geen betrekking op de vangstmogelijkheden voor de Unie, zoals bepaald door de vergadering van de partijen. Ingevolge artikel 43, lid 3, VWEU neemt de Raad maatregelen aan voor de vaststelling en verdeling van vangstmogelijkheden, alsmede de aan die mogelijkheden verbonden voorwaarden.

De instandhoudings- en beheersmaatregelen van de NEAFC die van toepassing zijn op het gereglementeerde gebied van de NEAFC, werden voor het laatst in het recht van de Unie geïmplementeerd in bijlage XII bij Verordening (EU) 2019/1241. In het voorstel worden deze maatregelen gewijzigd in overeenstemming met de huidige aanbevelingen van de NEAFC.

De controlemaatregelen van de NEAFC werden voor het laatst in het Unierecht geïmplementeerd bij Verordening (EG) nr. 1236/2010 van de Raad. Het voorstel strekt tot intrekking en vervanging van die verordening, en tot implementatie in het recht van de Unie van de laatste herziening van de controlemaatregelen van de NEAFC, in overeenstemming met de nieuwe controle- en handhavingsregeling19. Indien het voorstel door de medewetgevers wordt aangenomen, zullen Uitvoeringsverordening (EU) nr. 433/2012 van de Commissie en Gedelegeerde verordening (EU) nr. 32/2012 van de Commissie in hun geheel zijn verouderd en moeten zij worden ingetrokken door een rechtshandeling die door de Commissie wordt vastgesteld op het moment van inwerkingtreding van dit voorstel.

Het voorstel implementeert maatregelen voor bepaalde pelagische visserijen zoals door de Unie, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk is overeengekomen tijdens raadplegingen van de visserijsector die in november 2022 werden afgesloten.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is verenigbaar met andere beleidsterreinen van de EU, met name op het gebied van het milieu.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, VWEU aangezien het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing aangezien het voorstel ingevolge artikel 3, punt d), VWEU onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt.

Evenredigheid

Met het voorstel wordt het Unierecht in overeenstemming gebracht met internationale verplichtingen en met verbintenissen van de Unie zonder dat het verder gaat dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Een verordening wordt het meest passende instrument geacht omdat daarin voorschriften kunnen worden opgenomen die rechtstreeks van toepassing zijn voor de lidstaten en de betrokken exploitanten. Mede hierdoor kan worden gewaarborgd dat de voorschriften tijdig en eenvormig worden uitgevoerd, hetgeen een grotere rechtszekerheid tot gevolg heeft.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Met het voorstel worden bestaande maatregelen van de NEAFC, die bindend zijn voor de verdragsluitende partijen bij de NEAFC, in het recht van de Unie geïmplementeerd. Het voorstel is ook bedoeld om maatregelen uit te voeren die van toepassing zijn op bepaalde pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en waarover in november 2022 door de Unie, de Faeröer, Groenland, IJsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk overeenstemming is bereikt tijdens raadplegingen van de visserijsector. Nationale deskundigen en branchevertegenwoordigers uit de lidstaten werden geraadpleegd in de aanloop naar de vergaderingen van de NEAFC waarin deze aanbevelingen werden aangenomen, tijdens de raadplegingsprocedure, gedurende de onderhandelingen tijdens de jaarvergadering van de NEAFC en tijdens raadplegingen van de visserijsector. Derhalve werden nadere raadplegingen van belanghebbenden over het voorstel niet noodzakelijk geacht.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Niet van toepassing.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing. Dit betreft de implementatie van maatregelen die rechtstreeks van toepassing zijn in alle lidstaten van de EU. Het voorstel bevat geen nieuw beleid. Het heeft betrekking op bestaande internationale verplichtingen die al bindend zijn voor de Unie en moeten worden geïmplementeerd in het Unierecht.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Niet van toepassing. Het voorstel houdt geen verband met het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving.

Grondrechten

Niet van toepassing.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Titel I bevat het onderwerp van het voorstel, namelijk het vastleggen van de NEAFC-bepalingen en het instellen van maatregelen voor bepaalde pelagische visserijen in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan. Om doublures te voorkomen, zijn maatregelen die al zijn geïmplementeerd in visserijrecht van de Unie, niet in het voorstel opgenomen omdat ze van toepassing blijven, met name de bepalingen van Verordeningen (EG) nr. 1005/2008, (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en van Verordening (EU) nr. 2017/2403.

In titel II worden de maatregelen van de NEAFC geïmplementeerd, wordt het toepassingsgebied (hoofdstuk I) van die maatregelen bepaald en worden de definities gegeven die van toepassing zijn op titel II van het voorstel. Tot de te implementeren maatregelen behoren: i) instandhoudings- en beheersmaatregelen (hoofdstuk II) en ii) controle- en handhavingsmaatregelen (hoofdstuk III). De controlebepalingen hebben betrekking op: de verplichtingen voor de lidstaten van de EU om contactpunten aan te wijzen en inspectiemiddelen toe te wijzen aan de controleregeling van de NEAFC, de verplichtingen van EU-vissersvaartuigen die gemachtigd zijn om in het gereglementeerde gebied van de NEAFC te opereren, en de implementatie van de NEAFC-havenstaatcontrole die van toepassing is op vissersvaartuigen van een andere partij bij het NEAFC-Verdrag die visbestanden uit het verdragsgebied aan boord hebben en voornemens zijn om havens in de EU aan te doen, en op kapiteins van vissersvaartuigen uit de EU die een haven van een andere verdragsluitende partij aandoen. De NEAFC-regeling bevat ook een lijst van ernstige inbreuken en van maatregelen om de naleving van de regels door vissersvaartuigen van niet-verdragsluitende partijen te waarborgen.

Titel III vermeldt de maatregelen die van toepassing zijn op bepaalde pelagische visserijen. In hoofdstuk I is het toepassingsgebied bepaald van die maatregelen, die betrekking hebben op de visserij op haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel in het NEAFC-verdragsgebied en de EU-wateren van het gebied dat onder de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan valt. Hoofdstuk II bevat maatregelen voor de controle op teruggooi en highgrading aan boord van vaartuigen. Hoofdstuk III bevat voorschriften voor de monitoring van aanlandings- en verwerkingsinstallaties waar jaarlijks meer dan 3 000 ton van deze aangelande pelagische soorten wordt gewogen.

In titel IV zijn de slotbepalingen opgenomen, onder meer over gegevensbescherming, de delegatie van bevoegdheden en procedures voor de uitoefening van die bevoegdheidsdelegatie. Deze titel heeft ook betrekking op wijzigingen in andere verordeningen, intrekkingen en de inwerkingtreding van de verordening en de toepassingsdatum van een aantal bepalingen.