Toelichting bij COM(2022)561 - Standpunt EU in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, opgericht krachtens de associatieovereenkomst met Georgië over de wijziging van bijlage XI-B hierbij - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)561 - Standpunt EU in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, opgericht krachtens de associatieovereenkomst met ... |
---|---|
bron | COM(2022)561 |
datum | 28-10-2022 |
·
Motivering en doel van het voorstel
Het voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen (“het SPS-subcomité”), opgericht krachtens de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds 1 (“de overeenkomst”), wat de wijziging van bijlage XI-B bij de overeenkomst betreft.
De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden. In artikel 55, lid 1, is bepaald dat Georgië zijn sanitaire en fytosanitaire wetgeving alsmede die op het gebied van dierenwelzijn en andere wetgevende maatregelen geleidelijk moet aanpassen aan die van de Unie. Bijlage XI-B bij de overeenkomst bevat de lijst van de desbetreffende wetgeving van de Unie waaraan Georgië zijn wetgeving moet aanpassen. De momenteel geldende bijlage XI-B is op 7 maart 2017 vastgesteld bij Besluit nr. 1/2017 van het SPS-subcomité 2 .
Sindsdien is een aantal in de lijst vermelde handelingen door de Unie ingetrokken en vervangen door nieuwe handelingen, terwijl andere handelingen geen rechtsgevolgen meer hebben. Bovendien zijn de partijen bij de overeenkomst van mening dat een beperkt aantal handelingen niet van toepassing is op Georgië en niet in de lijst had mogen worden opgenomen. De voorgestelde wijziging van bijlage XI-B heeft tot doel een aantal handelingen toe te voegen die in de plaats zijn gekomen van de in de lijst vermelde handelingen die zijn ingetrokken, en een aantal handelingen te schrappen die geen rechtsgevolgen meer hebben of die niet langer relevant worden geacht voor Georgië.
·Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Dit voorstel geeft uitvoering aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie ten aanzien van Georgië, een partnerland van het oostelijk nabuurschap, op basis van de bepalingen van de overeenkomst en met name de doelstelling om een vrijhandelsruimte tot stand te brengen. Dit voorstel geeft uitvoering aan de bepalingen van de overeenkomst die tot doel hebben de handel in landbouwproducten te stimuleren en met name de uitvoercapaciteit van Georgië voor landbouwproducten te verbeteren, op basis van het acquis van de Unie.
·Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Dit voorstel sluit aan op en draagt bij tot de uitvoering van andere externe beleidslijnen van de Unie, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot Georgië.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
2.1.Procedurele rechtsgrondslag
2.1.1.Beginselen
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling door de Raad, op voorstel van de Commissie, van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken lichaam dan wel partij is bij de betrokken overeenkomst 3 .
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 4 .
2.1.2.Toepassing op het onderhavige geval
Het SPS-subcomité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de overeenkomst, die op 16 juni 2014 is ondertekend en op 1 juli 2016 in werking is getreden.
De Unie, samen met haar lidstaten, en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn partijen bij de overeenkomst.
De beoogde handeling, die door het SPS-subcomité moet worden vastgesteld, is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig de artikelen 408 en 409 van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn voor de partijen.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
2.2.Materiële rechtsgrondslag
2.2.1.Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
Wanneer een beoogde handeling tegelijkertijd meerdere onlosmakelijk met elkaar verbonden doelstellingen of componenten heeft, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, moet een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit bij wijze van uitzondering de verschillende desbetreffende rechtsgrondslagen als materiële rechtsgrondslag hebben.
2.2.2.Toepassing op het onderhavige geval
De beoogde handeling heeft tot doel een aantal handelingen toe te voegen die in de plaats zijn gekomen van de in de lijst in bijlage XI-B vermelde handelingen die zijn ingetrokken, en een aantal handelingen te schrappen die geen rechtsgevolgen meer hebben of die niet langer relevant worden geacht voor Georgië. Zij omvat componenten die binnen de gebieden van de gemeenschappelijke handelspolitiek vallen.
De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207, lid 4, VWEU.
2.3.Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207, lid 4, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
·Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.
·
Evenredigheid
Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst met Georgië neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.
·
Keuze van het instrument
Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, dat voorziet in de vaststelling door de Raad, op voorstel van de Commissie, van een besluit tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
·Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Niet van toepassing.
·
Raadpleging van belanghebbenden
Georgië heeft de lijst opgesteld van het acquis van de Unie waaraan het zijn nationale wetgeving moet aanpassen, in overeenstemming met de passende interne procedures. Voor dit voorstel hoeven geen EU-belanghebbenden te worden geraadpleegd.
·Bijeenbrengen en gebruik van expertise
De Unie heeft haar deskundigheid op het gebied van sanitaire, fytosanitaire en dierenwelzijnsaangelegenheden ter beschikking van de autoriteiten van Georgië gesteld met het oog op de opstelling van de lijst van het acquis van de Unie waaraan dat partnerland zijn wetgeving moet aanpassen.
·
Effectbeoordeling
Niet van toepassing.
·Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Niet van toepassing.
·Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten in de Unie.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Niet van toepassing.
5. OVERIGE ELEMENTEN
·Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De uitvoering van de overeenkomst wordt regelmatig geëvalueerd door de Associatieraad van de EU en Georgië en de daaronder ressorterende organen die bij de overeenkomst zijn opgericht. Het SPS-subcomité houdt toezicht op de uitvoering van hoofdstuk 4 inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de overeenkomst en bijlage XI-B daarbij.
·Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
·
Artikelsgewijze toelichting
Het voorstel strekt ertoe een standpunt van de Unie vast te stellen met betrekking tot de wijziging van bijlage XI-B bij de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 55, lid 1, van de overeenkomst bevat bijlage XI-B de lijst van het acquis van de Unie waaraan Georgië zijn wetgeving op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen en maatregelen inzake dierenwelzijn moet aanpassen om voor een product of een groep producten de status van gelijkwaardigheid te verkrijgen, zoals bedoeld in artikel 57 van de overeenkomst.
Georgië heeft een dergelijke lijst van het acquis van de Unie opgesteld overeenkomstig zijn interne procedures, heeft het voorstel in februari 2015 bij de Commissie ingediend en heeft het in december 2015 in overleg met de Commissie afgerond. Het subcomité heeft bijlage XI-B gewijzigd bij Besluit nr. 1/2017 5 . Sindsdien is een aantal in bijlage XI-B vermelde handelingen door de Unie ingetrokken en vervangen door nieuwe handelingen, terwijl andere handelingen geen rechtsgevolgen meer hebben. Bovendien zijn de partijen van mening dat een beperkt aantal handelingen niet van toepassing is op Georgië.
Het voorstel strekt er derhalve toe bijlage XI-B bij te werken door een aantal handelingen toe te voegen die in de plaats zijn gekomen van de in de lijst vermelde maatregelen die zijn ingetrokken, en door een aantal handelingen te schrappen die geen rechtsgevolgen meer hebben of die sinds de vaststelling van bijlage XI-B bij Besluit nr. 1/2017 van het SPS-subcomité niet langer van toepassing zijn op Georgië.
Het SPS-subcomité is overeenkomstig artikel 65 van de overeenkomst bevoegd een besluit over de wijziging van bijlage XI-B te nemen. Overeenkomstig de bepalingen van dat artikel ziet het SPS-subcomité toe op de uitvoering van hoofdstuk 4 (sanitaire en fytosanitaire maatregelen) van titel IV (handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst en neemt het in voorkomend geval besluiten over de wijziging van de bijlagen IV tot en met XII bij de overeenkomst.
In de volgende punten worden de in bijlage XI-B aan te brengen wijzigingen beschreven.
1. Handelingen die moeten worden vervangen
Intrekkingshandeling | Ingetrokken handeling(en) |
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) | Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG |
Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG | |
Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest | |
Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle | |
Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens | |
Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG | |
Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren | |
Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG | |
Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens | |
Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue | |
Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong | |
Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG | |
Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte | |
Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen | |
Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen | |
Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest | |
Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan | |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten | Besluit 2010/367/EU van de Commissie van 25 juni 2010 betreffende de uitvoering door de lidstaten van surveillanceprogramma’s voor aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels |
Beschikking 2002/106/EG van de Commissie van 1 februari 2002 houdende goedkeuring van een diagnosehandboek tot vaststelling van diagnostische procedures, bemonsteringsprocedures en criteria voor de evaluatie van de resultaten van laboratoriumtests voor de bevestiging van klassieke varkenspest | |
Beschikking 2003/422/EG van de Commissie van 26 mei 2003 tot goedkeuring van een handboek voor de diagnose van Afrikaanse varkenspest | |
Beschikking 2006/437/EG van de Commissie van 4 augustus 2006 tot goedkeuring van een diagnosehandboek voor aviaire influenza overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad | |
Beschikking 2001/183/EG van de Commissie van 22 februari 2001 tot vaststelling van de bemonsteringsschema’s en de diagnostische methoden voor de opsporing en bevestiging van bepaalde visziekten en tot intrekking van Beschikking 92/532/EEG | |
Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue | |
Beschikking 2000/428/EG van de Commissie van 4 juli 2000 tot vaststelling van diagnostische procedures, monsternemingsprocedures en criteria voor de evaluatie van de resultaten van laboratoriumtests voor de bevestiging en de differentiële diagnose van vesiculaire varkensziekte | |
Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad | Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. |
Richtlijn 2006/91/EG van de Raad van 7 november 2006 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis | |
Richtlijn 74/647/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende de bestrijding van de anjerbladroller | |
Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen | |
Richtlijn 2007/33/EG van de Raad van 11 juni 2007 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje en houdende intrekking van Richtlijn 69/465/EEG | |
Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot | |
Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij (“Fokkerijverordening”) | Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen |
Richtlijn 2009/157/EG van de Raad van 30 november 2009 betreffende raszuivere fokrunderen | |
Richtlijn 87/328/EEG van de Raad van 18 juni 1987 betreffende de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting | |
Richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo’s en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen | |
Richtlijn 88/661/EEG van de Raad van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens | |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft | Richtlijn 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond-en-klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG |
Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle | |
Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest | |
Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG | |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong | Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie van 7 januari 2013 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Unie en de desbetreffende quarantainevoorschriften |
Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk en zuivelproducten, bestemd voor menselijke consumptie | |
Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009 | |
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) | Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn |
Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong | |
Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG | |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (“de Imsoc-verordening”) | Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie van 10 januari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders |
Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen | |
Uitvoeringsverordening (EU) 2022/160 van de Commissie van 4 februari 2022 tot vaststelling van eenvormige minimumfrequenties van bepaalde officiële controles ter verifiëring van de naleving van diergezondheidsvoorschriften van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 en (EG) nr. 1505/2006 | Verordening (EG) nr. 1505/2006 van de Commissie van 11 oktober 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten |
Verordening (EG) nr. 1082/2003 van de Commissie van 23 juni 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad inzake de minimaal te verrichten controles overeenkomstig de identificatie- en registratieregeling voor runderen | |
Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG | Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik |
Richtlijn 2004/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik | |
Uitvoeringsrichtlijn 2014/98/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft specifieke voorschriften voor de in bijlage I bij die richtlijn bedoelde geslachten en soorten van fruitgewassen, specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en nadere voorschriften betreffende officiële inspecties | Richtlijn 93/48/EEG van de Commissie van 23 juni 1993 tot vaststelling van het schema met de voorwaarden waaraan fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt en teeltmateriaal daarvan overeenkomstig Richtlijn 92/34/EEG van de Raad moeten voldoen |
Richtlijn 93/64/EEG van de Commissie van 5 juli 1993 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers en bedrijven overeenkomstig Richtlijn 92/34/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt | |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1201 van de Commissie van 14 augustus 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen | Uitvoeringsbesluit 2014/87/EU van de Commissie van 13 februari 2014 betreffende maatregelen ter preventie van de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Well et Raju) |
Uitvoeringsbesluit 2014/497/EU van de Commissie van 23 juli 2014 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Well et Raju) te voorkomen | |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees | Verordening (EG) nr. 2075/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees |
Verordening (EU) 2019/4 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad | Richtlijn 90/167/EEG van de Raad van 26 maart 1990 tot vaststelling van de voorwaarden voor de bereiding, het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders met medicinale werking |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren | Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en bedrijfsregisters |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten | Verordening (EG) nr. 616/2009 van de Commissie van 13 juli 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/94/EG wat betreft de goedkeuring van compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere in gevangenschap levende vogels ten aanzien van aviaire influenza en aanvullende voorzorgsmaatregelen op het gebied van de bioveiligheid in dergelijke compartimenten |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van regels voor de toepassing van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1251/2008 | Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten |
Verordening (EU) 2020/354 van de Commissie van 4 maart 2020 tot vaststelling van een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel en tot intrekking van Richtlijn 2008/38/EG | Richtlijn 2008/38/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel |
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort) | Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/300 van de Commissie van 19 februari 2019 tot vaststelling van een algemeen plan voor crisismanagement op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders | Besluit 2004/478/EG van de Commissie van 29 april 2004 betreffende de goedkeuring van een algemeen plan voor crisismanagement op het gebied van levensmiddelen en diervoeders |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG | Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de certificeringsvoorschriften voor de invoer in de Unie van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad | Uitvoeringsbesluit 2012/137/EU van de Commissie van 1 maart 2012 betreffende de invoer van sperma van varkens in de Unie |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/808 van de Commissie van 22 maart 2021 betreffende de prestaties van analysemethoden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen die bij voedselproducerende dieren worden gebruikt, betreffende de interpretatie van de resultaten en betreffende de toe te passen methoden voor bemonstering, en tot intrekking van de Beschikkingen 2002/657/EG en 98/179/EG | Beschikking 2002/657/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 ter uitvoering van Richtlijn 96/23/EG van de Raad wat de prestaties van analysemethoden en de interpretatie van resultaten betreft |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 van de Commissie van 22 oktober 2019 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie | Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG |
Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie | Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten |
Verordening (EU) 2019/1871 van de Commissie van 7 november 2019 betreffende actiedrempels voor niet-toegelaten farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Beschikking 2005/34/EG | Beschikking 2005/34/EG van de Commissie van 11 januari 2005 tot vaststelling van geharmoniseerde normen voor analyses op bepaalde residuen in producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen worden ingevoerd |
Aanbeveling 2013/711/EU van de Commissie van 3 december 2013 inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en pcb’s in levensmiddelen en diervoeders | Aanbeveling 2011/516/EU van de Commissie van 23 augustus 2011 inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en pcb’s in diervoeders en levensmiddelen |
Verordening (EU) 2017/644 van de Commissie van 5 april 2017 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige en niet-dioxineachtige pcb’s in bepaalde levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 589/2014 | Verordening (EU) nr. 589/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 tot vaststelling van bemonsterings- en analysemethoden voor de controle op het gehalte aan dioxinen en dioxineachtige en niet-dioxineachtige PCB’s in bepaalde levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 252/2012 |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd | Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten | Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten |
Verordening (EU) nr. 283/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor werkzame stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen | Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor werkzame stoffen betreft |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1740 van de Commissie van 20 november 2020 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie | Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen |
Uitvoeringsrichtlijn 2014/97/EU van de Commissie van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en de gemeenschappelijke lijst van rassen | Richtlijn 93/79/EEG van de Commissie van 21 september 1993 tot vaststelling van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond van Richtlijn 92/34/EEG van de Raad bij te houden lijsten van fruitgewassen en teeltmateriaal daarvan |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/829 van de Commissie van 14 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend om in tijdelijke afwijkingen te voorzien ten behoeve van officiële tests, wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden, proefnemingen, selectiewerkzaamheden of veredeling | Richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/671 van de Commissie van 4 februari 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft specifieke regels inzake door de bevoegde autoriteiten verrichte officiële controles van dieren, producten van dierlijke oorsprong en levende producten, door de bevoegde autoriteit te ondernemen follow-upacties in geval van niet-naleving van de identificatie- en registratieregels voor runderen, schapen en geiten of van niet-naleving tijdens de doorvoer door de Unie van bepaalde runderen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie | Verordening (EG) nr. 494/98 van de Commissie van 27 februari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad wat de toepassing van de minimale administratieve sancties in het kader van de identificatie- en registratieregeling voor runderen betreft |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2285 van de Commissie van 14 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft de opneming in een lijst van plaagorganismen, verboden en voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen, en tot intrekking van de Beschikkingen 98/109/EG en 2002/757/EG en de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/885 en (EU) 2020/1292 | Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in ‘t Veld sp. nov. te voorkomen |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/384 van de Commissie van 3 maart 2021 betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2009 | Verordening (EG) nr. 637/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1770 van de Commissie van 26 november 2020 betreffende types en soorten van voor opplant bestemde planten die niet zijn vrijgesteld van de vereiste van een traceerbaarheidscode voor plantenpaspoorten krachtens Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie | Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan |
2. Handelingen die niet meer van kracht zijn en moeten worden geschrapt
–Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad
–Beschikking 2006/677/EG van de Commissie van 29 september 2006 houdende de richtsnoeren tot vaststelling van criteria voor het uitvoeren van audits op grond van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn
–Uitvoeringsverordening (EU) nr. 750/2014 van de Commissie van 10 juli 2014 betreffende beschermende maatregelen met betrekking tot porcine epidemische diarree wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van varkens
–Aanbeveling 2004/704/EG van de Commissie van 11 oktober 2004 inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in diervoeders
–Beschikking 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen
–Beschikking 94/360/EG van de Commissie van 20 mei 1994 betreffende de verlaagde frequentie van de materiële controles van partijen producten die uit derde landen worden ingevoerd ingevolge Richtlijn 90/675/EEG
–Beschikking 2007/363/EG van de Commissie van 21 mei 2007 betreffende richtsnoeren om de lidstaten te helpen bij het opstellen van het geïntegreerde meerjarige nationale controleplan als bedoeld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad
–Uitvoeringsbesluit 2012/756/EU van de Commissie van 5 december 2012 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto te voorkomen
–Beschikking 2007/365/EG van de Commissie van 25 mei 2007 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) te voorkomen
–Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU van de Commissie van 25 juni 2012 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment uit hoofde van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad ten aanzien van veldkeuringen onder officieel toezicht voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan
–Beschikking 2009/109/EG van de Commissie van 9 februari 2009 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment waarin bepaalde afwijkingen worden vastgesteld voor het in de handel brengen van zaadmengsels bestemd voor gebruik als groenvoedergewas overeenkomstig Richtlijn 66/401/EEG van de Raad om te bepalen of bepaalde soorten die niet in de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/55/EG of 2002/57/EG van de Raad zijn opgenomen, aan de vereisten voldoen om te worden opgenomen in artikel 2, lid 1, onder A, van Richtlijn 66/401/EEG
–Beschikking 2007/433/EG van de Commissie van 18 juni 2007 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Gibberella circinata Nirenberg & O’Donnell te voorkomen
–Beschikking 90/639/EEG van de Commissie van 12 november 1990 tot vaststelling van de te gebruiken namen voor de groenterassen die zijn afgeleid van die op de lijst in Beschikking 89/7/EEG
–Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen
–Beschikking 2006/464/EG van de Commissie van 27 juni 2006 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voorkomen
–Beschikking 2007/410/EG van de Commissie van 12 juni 2007 tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van potato spindle tuber viroid (aardappelspoelknolviroïde) te voorkomen
3. Handelingen die niet van toepassing zijn op Georgië en moeten worden geschrapt
Niet van toepassing zijnde handeling | Motivering |
Verordening (EG) nr. 1662/95 van de Commissie van 7 juli 1995 tot vaststelling van enige uitvoeringsbepalingen betreffende de communautaire besluitvormingsprocedures inzake vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik | Alleen relevant voor de EU-lidstaten. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/772 van de Commissie van 21 november 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake preventieve gezondheidsmaatregelen voor de bestrijding van infecties met Echinococcus multilocularis bij honden en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1152/2011 van de Commissie van 14 juli 2011 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake preventieve gezondheidsmaatregelen voor de bestrijding van infecties met Echinococcus multilocularis bij honden | Alleen relevant voor bepaalde EU-lidstaten, zoals gespecificeerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/772 van de Commissie. |
Beschikking 2007/843/EG van de Commissie van 11 december 2007 tot goedkeuring van programma’s ter bestrijding van salmonella bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus in bepaalde derde landen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Beschikking 2006/696/EG wat betreft bepaalde volksgezondheidsvoorschriften bij de invoer van pluimvee en broedeieren | Bij de beschikking worden programma’s ter bestrijding van salmonella bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus in bepaalde derde landen vastgesteld. Niet relevant voor Georgië. |
Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie van 4 maart 2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding | Deze verordening regelt kwesties in verband met het communautaire referentielaboratorium en is bijgevolg niet relevant voor Georgië. |
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/723 van de Commissie van 2 mei 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft het standaardformulier dat in de door de lidstaten ingediende jaarverslagen moet worden gebruikt, tot intrekking van Beschikking 2006/778/EG van de Commissie van 14 november 2006 betreffende de minimumeisen voor het verzamelen van informatie bij de inspecties van productieplaatsen waar bepaalde dieren voor landbouwdoeleinden worden gehouden | Alleen relevant voor de EU-lidstaten. |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 489/2012 van de Commissie van 8 juni 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften voor de toepassing van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen | Alleen relevant voor de EU-lidstaten. |
Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s | Georgië heeft zijn wetgeving in 2021 aan Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad aangepast en is niet voornemens om zelf levensmiddelenadditieven goed te keuren die niet in de lijsten zijn opgenomen. De Georgische regering achtte het niet nodig om een interne ad-hocgoedkeuringsprocedure in te voeren, omdat het de additieven die door de EU aan de lijsten worden toegevoegd, automatisch zal opnemen met het oog op een dynamische aanpassing van zijn wetgeving. |
Verordening (EU) nr. 234/2011 van de Commissie van 10 maart 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s | |
Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van een programma voor de herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven | |
Besluit 2005/463/EG van de Commissie van 21 juni 2005 tot oprichting van een netwerkgroep voor de uitwisseling en coördinatie van informatie betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde, conventionele en biologische gewassen | De Georgische wetgeving verbiedt het binnenbrengen op het Georgische grondgebied en het in de handel brengen van levende genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) voor verdere teelt; deze handelingen zijn dus niet relevant voor Georgië. |
Beschikking 2009/770/EG van de Commissie van 13 oktober 2009 tot vaststelling van standaardrapportageformulieren voor de presentatie van de resultaten van monitoring van de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu, als product of in producten en met het oog op het in de handel brengen, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad | |
Aanbeveling 2010/C 200/01 van de Commissie van 13 juli 2010 inzake richtsnoeren voor de ontwikkeling van nationale co-existentiemaatregelen om de onbedoelde aanwezigheid van ggo’s in conventionele en biologische gewassen te vermijden | |
Beschikking 2002/812/EG van de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad, van het model voor de samenvatting van het informatiedossier voor kennisgevingen inzake het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen als of in producten | |
Beschikking 2003/17/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad | De beschikking betreft de gelijkwaardigheid van in specifieke derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in specifieke derde landen voortgebracht zaaizaad. Niet relevant voor Georgië. |