Toelichting bij COM(2018)211 - Veertiende voortgangsverslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

2.

Straatsburg, 17.4.2018


COM(2018) 211 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

Veertiende voortgangsverslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie


I.

1.

Inleiding



Dit is het veertiende voortgangsverslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie. Het bestrijkt de ontwikkelingen met betrekking tot twee belangrijke pijlers: de bestrijding van terrorisme en georganiseerde criminaliteit en de middelen ter ondersteuning daarvan, en de verbetering van onze weerbaarheid en veerkracht tegenover die dreigingen.

De brutale aanvallen die op 23 maart 2018 in Trèbes en Carcassonne in Frankrijk hebben plaatsgevonden, herinneren eraan dat de terreurdreiging in de EU hoog blijft. Als onderdeel van de voortdurende inspanningen die in het kader van de Veiligheidsunie worden geleverd om aan deze dreiging het hoofd te bieden, heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een nieuw veiligheidspakket gepresenteerd met maatregelen om de armslag van terroristen en andere criminelen te beperken en het hun aldus moeilijker te maken hun gruwelijke daden te plannen en ten uitvoer te brengen. Het pakket bevat wetgevingsvoorstellen om de grensoverschrijdende verzameling van elektronisch bewijsmateriaal te verbeteren en betere toegang te krijgen tot financiële gegevens ten behoeve van onderzoek en vervolging, met name in verband met ernstige misdrijven. Het versterkt tevens de samenwerking tussen financiële-inlichtingeneenheden en rechtshandhavingsautoriteiten. Het pakket omvat ook operationele maatregelen om te voorkomen dat terroristen en andere criminelen toegang hebben tot ingevoerde vuurwapens en precursoren voor explosieven waarvan misbruik kan worden gemaakt om zelfgemaakte explosieven te vervaardigen, zoals bij diverse recente aanslagen het geval is geweest. Tot slot zal een wetgevingsvoorstel ter verbetering van de beveiliging van nationale identiteitskaarten en verblijfsdocumenten het moeilijker maken voor terroristen en andere criminelen om dergelijke documenten te misbruiken of te vervalsen om de EU binnen te komen of zich binnen de EU te verplaatsen.

De aanslag van 4 maart 2018 in Salisbury was een schokkend voorbeeld van de reële bedreiging die chemische stoffen kunnen vormen voor de collectieve veiligheid. Op de Europese Raad van 22-23 maart 2018 is de aanslag in de krachtigste bewoordingen veroordeeld. De Europese Raad heeft benadrukt dat de EU, als onderdeel van haar reactie, haar weerbaarheid ten aanzien van chemische, biologische, radiologische en nucleaire risico's dient te vergroten. In dit voortgangsverslag worden de maatregelen beschreven die momenteel worden genomen om dat doel te verwezenlijken in uitvoering van het actieplan van oktober 2017 ter verbetering van de paraatheid bij veiligheidsrisico's op dat gebied. Dit voortgangsverslag bevat tevens een geactualiseerd overzicht van de tenuitvoerlegging van andere prioritaire dossiers die betrekking hebben op de Veiligheidsunie, zoals inspanningen om radicalisering via het internet tegen te gaan, informatiedeling te bevorderen, de bescherming van openbare ruimten te ondersteunen en cyberdreigingen te bestrijden.

3.

II. DE ARMSLAG VOOR TERRORISTEN EN CRIMINELEN BEPERKEN


4.

1.Nieuwe instrumenten voor de verzameling van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures


Elektronisch bewijsmateriaal is in de meeste strafrechtelijke onderzoeken relevant geworden en justitiële autoriteiten zien zich dan ook steeds vaker genoodzaakt in een ander rechtsgebied een verzoek in te dienen om noodzakelijke bewijsstukken van dienstverleners te verkrijgen. Voor het onderzoeken en vervolgen van criminaliteit, zoals terrorisme of cybercriminaliteit, is het derhalve van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat dit bewijsmateriaal gemakkelijker en sneller over de grenzen heen kan worden verkregen. Met dat doel voor ogen heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag twee wetgevingsvoorstellen ingediend om de grensoverschrijdende verzameling van elektronisch bewijsmateriaal in strafprocedures te verbeteren, namelijk een voorstel voor een verordening betreffende Europese verstrekkings- en bewaringsbevelen voor elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken 1 en een voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van geharmoniseerde regels voor de aanstelling van wettelijke vertegenwoordigers voor het verzamelen van bewijsmateriaal in strafprocedures 2 . De voorstellen voor een verordening en een richtlijn zullen bevoegde rechtshandhavings- en justitiële autoriteiten nieuwe instrumenten ter hand stellen om elektronisch bewijsmateriaal te verkrijgen voor het onderzoeken en vervolgen van criminaliteit, waaronder terrorisme en cybercriminaliteit. Met deze voorstellen geeft de Commissie gevolg aan verzoeken van het Europees Parlement en de Raad om een wetgevingskader op EU-niveau voor te stellen met maatregelen om elektronisch bewijsmateriaal over de grenzen heen te verkrijgen, samen met solide waarborgen ter bescherming van de rechten en vrijheden van natuurlijke personen 3 .

Het verordeningsvoorstel voorziet in een Europees verstrekkingsbevel en een Europees bewaringsbevel. Met deze bevelen zullen bevoegde autoriteiten uit een lidstaat in een andere lidstaat gevestigde of vertegenwoordigde dienstverleners (aanbieders van elektronische communicatiediensten en specifieke aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij) rechtstreeks kunnen opdragen bestaande elektronische gegevens op een voor elk individueel geval evenredige en noodzakelijke wijze te bewaren of te verstrekken met het oog op het onderzoeken en vervolgen van onder het toepassingsgebied van de verordening vallende misdrijven. Teneinde de naleving van die bevelen te waarborgen, verplicht het richtlijnvoorstel dienstverleners ertoe ten minste één wettelijke vertegenwoordiger in de Unie aan te wijzen. Gezien het grenzeloze karakter van het internet hebben de voorstellen betrekking op relevante dienstverleners die hun diensten in één of meer lidstaten aanbieden, ongeacht de locatie van hun hoofdkantoor, hun infrastructuur of de plaats waar de informatie is opgeslagen.

Het voorstel voor een verordening voorziet in solide waarborgen om de volledige inachtneming van de grondrechten te garanderen, zoals de betrokkenheid vooraf van justitiële autoriteiten en aanvullende vereisten voor het verkrijgen van bepaalde gegevenscategorieën. Aangezien de bevelen daarenboven enkel in het kader van strafprocedures kunnen worden uitgevaardigd en op voorwaarde dat daarin in vergelijkbare nationale situaties is voorzien, gelden ook alle strafrechtelijke procedurele waarborgen. Bovendien bevat de verordening specifieke regels voor doeltreffende voorzieningen in rechte voor de betrokkenen. Bij de verordening wordt de dienstverlener ook het recht toegekend in de uitvaardigende lidstaat of, indien het bevel voor tenuitvoerlegging is toegezonden, in de lidstaat van ontvangst, om herziening te verzoeken op basis van welomschreven gronden. Deze omvatten gevallen waarin duidelijk is dat het bevel niet door een bevoegde autoriteit is uitgevaardigd of gevalideerd, onvolledig is, kennelijk het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schendt of kennelijk misbruik oplevert. Voorts voorziet de verordening in mechanismen voor het vermijden en beperken van potentiële conflicten met verplichtingen die uit hoofde van het recht van derde landen op dienstverleners kunnen rusten.

De wetgevingsvoorstellen zijn gebaseerd op een grondige effectbeoordeling en op een raadplegingsproces dat twee jaar heeft geduurd en waarbij praktijkmensen, burgers, dienstverleners, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en academici betrokken zijn geweest 4 . De Commissie heeft ook aan besprekingen over dat onderwerp binnen de Raad van Europa deelgenomen en heeft de ontwikkelingen in niet-EU-landen op de voet gevolgd, zoals onder meer de recente aanneming door het Congres van de Verenigde Staten van de Clarifying Lawful Overseas Use of Data Act (CLOUD Act). De samen met dit voortgangsverslag goedgekeurde voorstellen bieden een grondslag voor een gecoördineerde en coherente aanpak, zowel binnen de EU als door de EU op internationaal niveau, met volledige inachtneming van de EU-regels, waaronder die betreffende non-discriminatie tussen EU-lidstaten en hun onderdanen. De Commissie blijft tevens actief deelnemen aan de besprekingen in het kader van het Verdrag inzake cybercriminaliteit van de Raad van Europa.

De Commissie roept de medewetgevers op deze wetgevingsvoorstellen, die in de gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019 zijn opgenomen, onverwijld in behandeling te nemen teneinde zo spoedig mogelijk overeenstemming daarover te bereiken.

Parallel met de wetgevingsvoorstellen blijft de Commissie verder werk maken van praktische maatregelen ter verbetering van de justitiële samenwerking op basis van zowel wederzijdse rechtsbijstand en de richtlijn betreffende het Europees onderzoeksbevel 5 , als de samenwerking tussen autoriteiten en dienstverleners binnen het bestaande rechtskader. Deze maatregelen omvatten onder meer de opleiding van autoriteiten, de bevordering van het gebruik van centrale aanspreekpunten op nationaal niveau en de totstandbrenging van een onlineplatform voor de veilige uitwisseling van in het kader van Europese onderzoeksbevelen gedane verzoeken en gegeven antwoorden op basis van een elektronische versie van formulieren van het Europees onderzoeksbevel. De Commissie werkt nauw samen met relevante EU-agentschappen 6 en belanghebbenden om een snelle implementatie van deze maatregelen te bewerkstelligen.

5.

2.Vergemakkelijking van het gebruik van financiële informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten


Criminelen en terroristen zijn in meerdere lidstaten actief en hebben maar een paar uur nodig om fondsen tussen verschillende bankrekeningen over te maken om hun daden voor te bereiden of om opbrengsten van misdrijven te versluizen en wit te wassen. Onderzoeken naar ernstige strafbare feiten en terrorisme kunnen doodlopen omdat geen tijdige, accurate en volledige toegang wordt verkregen tot de relevante financiële gegevens 7 . Gezien het belang van financiële informatie voor het voeren van onderzoeken, is het uitermate belangrijk om de samenwerking tussen de voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme verantwoordelijke autoriteiten te intensiveren en hun toegang tot en gebruik van financiële informatie te verbeteren, met volledige inachtneming van de grondrechten en de geldende procedurele waarborgen. Met dat doel voor ogen heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een voorstel voor een richtlijn aangenomen om het gebruik van financiële en andere informatie te vergemakkelijken met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten 8 .

Krachtens het voorstel, dat op een grondige effectbeoordeling is gebaseerd, krijgen aangewezen rechtshandhavingsautoriteiten en bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen rechtstreeks toegang tot bankrekeninginformatie die is opgenomen in centrale nationale registers van bankrekeningen en systemen voor gegevensontsluiting opgezet op grond van de antiwitwasrichtlijn 9 . Deze toegang wordt per geval verleend voor de bestrijding van zware criminaliteit. Dit zal ook resulteren in een aanzienlijke verlichting van de administratieve lasten voor financiële instellingen, die niet meer op algemene verzoeken om informatie van rechtshandhavingsautoriteiten zullen moeten reageren.

Het voorstel versterkt tevens de samenwerking, zowel tussen nationale financiële inlichtingeneenheden en rechtshandhavingsautoriteiten als tussen de financiële inlichtingeneenheden in de verschillende lidstaten. Daarnaast zullen de lidstaten ervoor moeten zorgen dat hun nationale Europol-eenheid antwoordt op verzoeken van Europol om in centrale registers van bankrekeningen aanwezige informatie en om financiële informatie en financiële analyses. De verzoeken van Europol moeten naar behoren zijn gemotiveerd en per geval worden ingediend. Voorts moeten zij binnen de grenzen van de verantwoordelijkheden van Europol vallen en bestemd zijn voor de uitvoering van zijn taken. Doordat rechtshandhavingsautoriteiten vlottere toegang tot financiële gegevens krijgen en beter met financiële inlichtingeneenheden samenwerken, zullen onderzoeken sneller verlopen en zullen de autoriteiten grensoverschrijdende criminaliteit doeltreffender kunnen bestrijden. Ook zal Europol lidstaten beter kunnen bijstaan bij het bestrijden van strafbare feiten die onder zijn bevoegdheid vallen. Met het oog op de inachtneming van de grondrechten, en met name van het recht op de bescherming van persoonsgegevens en het recht op persoonlijke levenssfeer, voorziet het richtlijnvoorstel in strikte waarborgen voor de verwerking van persoonsgegevens.

De Commissie roept de medewetgevers op het voorstel, dat in de gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019 is opgenomen, onverwijld in behandeling te nemen teneinde zo spoedig mogelijk overeenstemming daarover te bereiken. Tevens wijst de Commissie nogmaals op het belang van de volledige tenuitvoerlegging en toepassing van de vierde antiwitwasrichtlijn en van de instrumenten waarin deze richtlijn voorziet om het witwassen van geld en terrorismefinanciering tegen te gaan. Dit houdt ook in dat ervoor moet worden gezorgd dat financiële inlichtingeneenheden over voldoende middelen beschikken om hun taken te kunnen vervullen. Bovendien moet de Commissie op grond van de wijziging van de vierde antiwitwasrichtlijn – waarover de medewetgevers in december 2017 een politiek akkoord hebben bereikt – uiterlijk in juni 2020 een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad waarin zij de mogelijke toekomstige interconnectie van centrale registers van bankrekeningen evalueert. De Commissie voert momenteel een studie in dat verband uit en zal medio 2019 haar bevindingen ter zake presenteren.

6.

3.Aangescherpte regels tegen precursoren voor explosieven die voor het vervaardigen van zelfgemaakte explosieven worden gebruikt


Bij tal van aanslagen in de EU, zoals die in Madrid (2004), Londen (2005), Parijs (2015), Brussel (2016), Manchester (2017) en Parsons Green (2017), hebben terroristen en criminelen zelfgemaakte explosieven gebruikt. Bij een nog groter aantal mislukte of verijdelde aanslagen is ook geprobeerd zelfgemaakte explosieven te gebruiken. Deze aanslagen onderstrepen dat het erop aankomt zoveel mogelijk te beletten dat terroristen toegang krijgen tot en gebruikmaken van precursoren voor explosieven waarvan misbruik kan worden gemaakt om zelfgemaakte explosieven te vervaardigen. Met dat doel voor ogen heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een voorstel 10 tot herziening en versterking van de bestaande beperkingen van Verordening (EU) nr. 98/2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven 11 aangenomen. Dit voorstel vormt de follow-up van de aanbeveling van de Commissie 12 van oktober 2017, waarin werd aangegeven welke onmiddellijke acties ter voorkoming van misbruik van precursoren voor explosieven konden worden ondernomen op basis van bestaande voorschriften. Het voorstel berust op een aantal raadplegingen van verschillende groepen belanghebbenden en op een grondige effectbeoordeling. Op grond van de verordening van 2013 is het aanbieden, het binnenbrengen, het voorhanden hebben en het gebruik van bepaalde precursoren voor explosieven aan beperkingen onderhevig en moeten verdachte transacties worden gemeld. Hoewel die beperkingen en controles de hoeveelheid voor het grote publiek beschikbare precursoren voor explosieven hebben helpen verminderen en tot een toename van het aantal meldingen van verdachte transacties hebben geleid, hebben zij niet kunnen voorkomen terroristen en criminelen deze stoffen hebben gebruikt om explosieven te vervaardigen.

Het Commissievoorstel zal bijdragen tot het verhelpen van deze veiligheidslacunes en tot het versterken en verduidelijken van het rechtskader. Het voorstel voor een verordening (ter vervanging van de eerdere verordening van 2013) is erop gericht om via een aantal maatregelen gevaarlijke precursoren voor explosieven nog minder toegankelijk te maken voor het grote publiek. Er zullen twee stoffen 13 worden toegevoegd aan de lijst van precursoren voor explosieven waarvoor een beperking geldt, er zal voor minder stoffen een vergunning kunnen worden aangevraagd, en de verplichte controles van het strafregister van de aanvrager zullen worden aangescherpt. Het registratiesysteem van de verordening van 2013 zal worden stopgezet omdat het minder veiligheid biedt. Voorts verduidelijkt het voorstel dat de op marktdeelnemers toepasselijke voorschriften ook onverkort zullen gelden voor onlineverkopen. Het voorstel voor een verordening zal in een betere handhaving door de bevoegde autoriteiten en in een betere doorstroming van informatie langs de toeleveringsketen resulteren. Op die manier zal de voorgestelde verordening het veel moeilijker maken voor terroristen om zelfgemaakte explosieven te vervaardigen. De Commissie verzoekt de medewetgevers het wetgevingsvoorstel onverwijld in behandeling te nemen teneinde zo spoedig mogelijk overeenstemming daarover te bereiken.

7.

4.Betere beveiliging van identiteitskaarten en van verblijfsdocumenten ter voorkoming van documentfraude en het gebruik van valse identiteiten


Zoals uit de statistieken van het Europees Grens- en kustwachtagentschap over vervalste documenten blijkt, zijn nationale identiteitskaarten met zwakke beveiligingskenmerken de reisdocumenten die binnen de EU het vaakst frauduleus worden gebruikt. Als onderdeel van de in het actieplan van december 2016 14 beschreven Europese reactie op reisdocumentfraude heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een voorstel voor een verordening ter versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden 15 aangenomen. In overeenstemming met het EU-recht inzake het vrije verkeer van personen kunnen EU-burgers nationale identiteitskaarten als reisdocumenten gebruiken, zowel wanneer zij binnen de EU reizen als wanneer zij de EU-buitengrenzen overschrijden om naar de EU terug te keren. In sommige gevallen kunnen EU-burgers nationale identiteitskaarten gebruiken om naar derde landen te reizen. Samen met een paspoort gebruikte verblijfskaarten van familieleden van buiten de EU verlenen de houders het recht om de EU zonder een visum binnen te komen wanneer zij een EU-burger vergezellen. Het EU-recht voorziet reeds in normen voor de beveiligingskenmerken van en biometrische gegevens (gezichtsopname en vingerafdrukken) in door lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten 16 .

De verbetering van de beveiligingskenmerken van identiteitskaarten en verblijfsdocumenten zal het moeilijker maken voor criminelen om dergelijke documenten te misbruiken of te vervalsen om zich binnen de EU te verplaatsen of de buitengrenzen van de EU te overschrijden. Beter beveiligde identiteitsdocumenten zullen bijdragen tot een versterking van het beheer van de EU-buitengrenzen (ook wat het aanpakken van het probleem van terugkerende buitenlandse terroristische strijders en hun familieleden betreft). Tegelijkertijd zullen beter beveiligde en betrouwbaardere documenten het gemakkelijker maken voor EU-burgers om hun recht van vrij verkeer uit te oefenen.

Bij het Commissievoorstel, dat op een grondige effectbeoordeling en openbare raadpleging berust, worden bijgevolg voor nationale identiteitskaarten geldende minimumnormen inzake documentbeveiliging vastgesteld. Zo moeten met name een biometrische foto en vingerafdrukken worden opgeslagen op een chip in de identiteitskaart. Het voorstel voorziet tevens in de verstrekking van minimuminformatie op de verblijfsdocumenten die aan mobiele EU-burgers worden afgegeven, alsmede in een volledige harmonisatie van de verblijfskaarten van familieleden van buiten de EU.

De Commissie roept de medewetgevers op het wetgevingsvoorstel onverwijld in behandeling te nemen teneinde zo spoedig mogelijk overeenstemming daarover te bereiken.

8.

5.Verbetering van de controles op de in- en uitvoer van vuurwapens ter voorkoming van illegale handel in vuurwapens


De Commissie heeft een reeks maatregelen genomen om de hoeveelheid voor criminelen en terroristen beschikbare vuurwapens te beperken. Ter aanvulling van de actie tegen de illegale handel in vuurwapens 17 en de herziening van mei 2017 van de richtlijn inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een aanbeveling 18 aangenomen voor onmiddellijke stappen ter verbetering van de veiligheid van de maatregelen inzake invoer, uitvoer en doorvoer van vuurwapens voor civiel gebruik, hun onderdelen en essentiële componenten en munitie. De aanbeveling roept de EU-lidstaten op actie te ondernemen om de traceerbaarheid en de procedures voor de controle op de veiligheid van de in- en uitvoer van vuurwapens te verbeteren en de samenwerking tussen autoriteiten bij de bestrijding van de illegale handel in vuurwapens te versterken. Deze aanbeveling vormt de follow-up van het verslag van de Commissie van december 2017 over de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 258/2012 19 betreffende de in- en uitvoer van vuurwapens. In het verslag werd geconcludeerd dat het systeem van invoer- en uitvoervergunningen voor vuurwapens moet worden versterkt teneinde een kader te verschaffen voor de voorwaarden van de legale handel en op die manier de illegale handel in vuurwapens beter te bestrijden. De Commissie zal het resultaat van deze aanbeveling monitoren en dit zal worden meegenomen in de algemene monitoring van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 258/2012.

9.

III. STAND VAN DE UITVOERING VAN ANDERE PRIORITAIRE DOSSIERS OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID


10.

1.Terroristische online-inhoud bestrijden


Zoals in het werkprogramma van de Commissie voor 2018 en in eerdere voortgangsverslagen over de Veiligheidsunie is vermeld, bevordert en intensiveert de Commissie de samenwerking met internetplatforms om terroristische en andere illegale online-inhoud op te sporen en te verwijderen. Op 1 maart 2018 heeft de Commissie een andere belangrijke stap gezet bij het aanpakken van het dringende en ernstige probleem van terroristische online-inhoud, met de goedkeuring van een aanbeveling over maatregelen die aanbieders van onlinediensten en lidstaten dienen te nemen ter versterking van de inspanningen in verband met illegale online-inhoud, waaronder met name terroristische inhoud 20 .

Voortbouwend op de mededeling van september 2017 over de bestrijding van illegale online-inhoud 21 wordt er in de aanbeveling bij de aanbieders van onlinediensten op aangedrongen om illegale online-inhoud sneller op te sporen en te verwijderen, de samenwerking tussen aanbieders van onlinediensten, betrouwbare 'flaggers' en EU-rechtshandhavingsautoriteiten te versterken, de transparantie van de rapportage aan overheidsinstanties te vergroten en de grondrechten van de burgers te waarborgen. De aanbeveling verschaft aanbieders van onlinediensten operationele richtsnoeren om terroristische inhoud sneller te verwijderen en beter met rechtshandhavingsautoriteiten samen te werken. In de aanbeveling wordt benadrukt dat aangezien terroristische inhoud doorgaans in het eerste uur na het verschijnen ervan op het internet de meeste schade aanricht, en gezien de specifieke deskundigheid en verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten en van Europol, aanbieders van onlinediensten de inhoud in doorverwijzingen in het algemeen binnen een uur moeten toetsten en, indien nodig, moeten verwijderen of ontoegankelijk maken. Tevens wordt platforms aanbevolen proactief op te treden en geautomatiseerde middelen te gebruiken voor het opsporen en identificeren van terroristische inhoud. Daarnaast worden platforms opgeroepen beschikbare technologische instrumenten aan te wenden om hernieuwde aanbieding van dergelijke inhoud op andere platforms te voorkomen.

Momenteel is een rapportage-exercitie aan de gang om te kunnen nagaan welk gevolg aan de aanbeveling is gegeven. De informatie die naar verwachting uiterlijk begin mei 2018 van de aanbieders van onlinediensten zal worden ontvangen, zal de Commissie helpen uitmaken of de thans gevolgde aanpak volstaat, dan wel of additionele maatregelen nodig zijn voor een snelle en proactieve opsporing en verwijdering van illegale online-inhoud, eventueel in de vorm van wetgevingsmaatregelen ter aanvulling van het bestaande regelgevingskader.

11.

2.Naar interoperabiliteit van informatiesystemen en betere informatie-uitwisseling


In het kader van haar streven naar krachtigere en slimmere informatiesystemen voor veiligheids-, grens- en migratiebeheer bestaat de topprioriteit van de EU er momenteel in om met spoed de tekortkomingen in het informatiebeheer en de informatiedeling in de EU aan te pakken. Alle wetgevingsvoorstellen in dat verband zijn opgenomen in de gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019. De besprekingen tussen de medewetgevers over de wetgevingsvoorstellen inzake de interoperabiliteit van EU-informatiesystemen vorderen gestaag. Na de zitting van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 8 maart 2018, waarop de lidstaten brede steun hebben betuigd voor de interoperabiliteitscomponenten zoals die door de Commissie zijn voorgesteld, streeft de Raad ernaar tegen juni 2018 een algemene oriëntatie daarover te bereiken. Ook bij de technische besprekingen in het Europees Parlement wordt snel vooruitgang geboekt. Het is de bedoeling uiterlijk in juli 2018 een trialoog met de medewetgevers op te starten en vóór het einde van het jaar tot een akkoord te komen. Zoals in december 2017 is aangekondigd 22 , is het daartoe noodzakelijk overeenkomstige wijzigingen aan te brengen in de interoperabiliteitsvoorstellen in verband met deze rechtsinstrumenten 23 , waarover de medewetgevers momenteel aan het onderhandelen zijn. Gezien de gedeelde doelstelling om vóór eind 2018 overeenstemming te bereiken over de interoperabiliteitsvoorstellen zoals deze in de gezamenlijke verklaring over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2018-2019 zijn opgenomen, vereist zulks op zijn beurt dat spoedig overeenstemming wordt bereikt over de dossiers waarover momenteel nog wordt onderhandeld. De Commissie zal hoe dan ook tegen medio juni 2018 alle noodzakelijke wijzigingen in haar interoperabiliteitsvoorstellen presenteren, zodat de trialogen uiterlijk in juli 2018 kunnen aanvangen.

De interinstitutionele onderhandelingen over de instelling van een Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) bevinden zich in de eindfase en de verordening ter zake zal wellicht in de komende weken worden aangenomen.

Er wordt intensief gewerkt om vooruitgang te boeken bij de trialoogonderhandelingen tussen de medewetgevers over de drie wetgevingsvoorstellen ter versterking van het Schengeninformatiesysteem (SIS) met het oog op het bereiken van een politiek akkoord. De Commissie roept de medewetgevers op om uiterlijk eind mei 2018 overeenstemming over de voorstellen te bereiken. Parallel met deze wetgevingswerkzaamheden is op 5 maart 2018 de geautomatiseerde functie voor het doorzoeken van vingerafdrukken (AFIS) operationeel geworden met de bedoeling het Schengeninformatiesysteem in zijn huidige vorm te versterken. Deze technische verbetering heeft een onmiddellijke en aanzienlijke meerwaarde voor de werkzaamheden van grenswachters en rechtshandhavingsfunctionarissen aangezien zij hen in staat stelt het systeem met behulp van vingerafdrukken te doorzoeken om personen te identificeren die het Schengengebied binnenkomen of zich daarbinnen verplaatsen. Dit is een belangrijke mijlpaal voor de veiligheid in het Schengengebied omdat criminelen die van meervoudige of valse identiteiten gebruikmaken, gemakkelijker zullen kunnen worden geïdentificeerd. Sinds 5 maart 2018 wordt elk nieuw dactyloscopisch signalement immers getoetst aan alle bestaande SIS-bestanden om meervoudige identiteiten op te sporen. Bovendien voeren de elf Schengenstaten die aan de eerste fase van dit project deelnemen 24 , thans zoekopdrachten op basis van vingerafdrukken uit. Het door de Commissie voorgestelde nieuwe rechtskader voor het SIS berust op de AFIS-functie: het voorziet in verplichte vingerafdrukcontroles als de identiteit van de persoon niet op andere wijze kan worden vastgesteld. De Commissie dringt er bij alle overige lidstaten op aan de nodige stappen te ondernemen om van de nieuwe functie gebruik te maken voor het verrichten van zowel primaire controles aan grensovergangen als politiecontroles op het grondgebied. Als verdere stap ter versterking van het gebruik van het Schengeninformatiesysteem heeft de Commissie samen met dit voortgangsverslag een nieuwe versie goedgekeurd van de bestaande catalogus van aanbevelingen en beste praktijken die uit de Schengenevaluaties in 2016 en 2017 naar voren zijn gekomen.

Ook over de voorstellen om de uitwisseling van strafregisters van onderdanen van derde landen in de EU via het Europees Strafregisterinformatiesysteem te vergemakkelijken en om het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) te versterken, worden de trialoogonderhandelingen tussen de medewetgevers voortgezet.

Als onderdeel van de werkzaamheden om bestaande informatiesystemen en hun interoperabiliteit te versterken, zal de Commissie later in het voorjaar van 2018 op basis van technische studies en een effectbeoordeling komen met een voorstel voor de herziening van het Visuminformatiesysteem (VIS) teneinde bij te dragen aan een betere veiligheid aan de buitengrenzen en binnen het Schengengebied. De komende herziening van het rechtskader van het VIS zal onder meer specifieke interoperabiliteitsmaatregelen omvatten om visumaanvragen efficiënter te behandelen. Tevens is het de bedoeling dat ook andere problemen worden aangepakt die tijdens de evaluatie van het VIS in 2016 zijn geconstateerd 25 .

De volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn over persoonsgegevens van passagiers (PNR) 26 is een essentieel onderdeel van de parallelle inspanningen om bestaande informatiesystemen optimaal te benutten, daar het instrument een sleutelrol vervult in de gemeenschappelijke reactie van de EU op de dreiging van terrorisme en zware grensoverschrijdende criminaliteit. Het is absoluut noodzakelijk dat alle lidstaten de richtlijn op de uiterste datum van 25 mei 2018 volledig ten uitvoer hebben gelegd om de volledige werking ervan op EU-niveau mogelijk te maken. Tijdens de zitting van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 8 maart 2018 hebben de lidstaten die de richtlijn nog niet hadden omgezet, benadrukt dat zij hun uiterste best doen om bovengenoemde datum te halen. Per 17 april 2018 bevond het implementatieproces in vijf lidstaten 27 zich nog steeds in een vrij vroeg stadium. De Commissie dringt er nogmaals bij deze lidstaten op aan vaart te zetten achter het omzettingsproces en alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat hun passagiersinformatie-eenheid en technische oplossing voor de verwerking van PNR-gegevens in de loop van de resterende vijf weken operationeel worden om de uiterste datum van 25 mei 2018 te halen.

De Commissie blijft alle lidstaten aanmoedigen en ondersteunen bij hun inspanningen om de richtlijn ten uitvoer te leggen, onder meer via doelgerichte contacten op politiek en technisch niveau met de betrokken vijf lidstaten. De achtste vergadering over de implementatie van de PNR-richtlijn heeft op 12 april 2018 plaatsgevonden en bood de lidstaten en de Commissie opnieuw de kans om zowel resterende tenuitvoerleggingskwesties aan te pakken als zich over aangelegenheden in verband met de toepassing van de PNR-richtlijn te buigen.

12.

3.Bescherming tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire risico's en de bescherming van openbare ruimten


De chemische aanval in Salisbury heeft op schokkende wijze herinnerd aan de dreiging die chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen (CBRN) met zich mee kunnen brengen voor de veiligheid. Zoals de Europese Raad van 22-23 maart 2018 heeft gevraagd, moet de EU haar weerbaarheid ten aanzien van CBRN-risico's vergroten conform het in oktober 2017 gepresenteerde actieplan 28 . Het actieplan bevat een aantal maatregelen om de toegankelijkheid van CBRN-materiaal te beperken, lacunes in het opsporen van dergelijk materiaal te verhelpen en een betere paraatheid bij en respons op CBRN-incidenten te garanderen. De maatregelen moeten ook zorgen voor betere samenwerking binnen de EU en met belangrijke partners zoals de NAVO bij het aanpakken van die dreigingen. Dit behelst onder meer informatie-uitwisseling, gezamenlijke capaciteitsopbouw, opleiding en oefeningen, onder meer via samenwerking met het door de NAVO geaccrediteerde gezamenlijke CBRN-kenniscentrum in Tsjechië. Momenteel wordt een CBRN-beveiligingsnetwerk op EU-niveau opgezet om alle CBRN-actoren op zowel strategisch als operationeel niveau bijeen te brengen. Het netwerk zal bestaan uit lidstaten, EU-instellingen, relevante agentschappen en, indien zulks passend is, belangrijke internationale partners en de particuliere sector. Vijf lidstaten moeten nog nationale coördinatoren voor CBRN-beveiliging aanstellen en dienen daar onverwijld werk van te maken. Zoals de Europese Raad heeft gevraagd, zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger met het oog op de bijeenkomst van de Europese Raad in juni 2018 verslag uitbrengen over de vorderingen die zijn gemaakt bij de uitvoering van het CBRN-actieplan en bij het opvoeren van het vermogen om hybride dreigingen aan te pakken.

In het kader van de uitvoering aan het actieplan ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten 29 , in het bijzonder tegen terreuraanslagen, organiseerden de Commissie en het Europees Comité van de Regio's op 8 maart 2018 samen de EU-conferentie van burgemeesters over het 'Opbouwen van stedelijke verdediging tegen terrorisme: lessen die zijn getrokken uit recente aanslagen'. De conferentie is bijgewoond door bijna 200 deelnemers, onder wie ook deelnemers afkomstig van steden waar onlangs terroristische aanslagen hebben plaatsgevonden. De conferentie spitste zich toe op het trekken van lering uit recente terreuraanslagen en op het uitwisselen van ervaringen en beste praktijken. Zij heeft oplossingen aangereikt om de fysieke bescherming van openbare ruimten te verbeteren en tegelijkertijd de openheid en aantrekkelijkheid van steden en openbare ruimten te behouden, onder meer door het hanteren van concepten die op het beginsel van beveiliging door ontwerp zijn gebaseerd. In het kader van het Fonds voor interne veiligheid is EU-financiering beschikbaar om de uitvoering van deze oplossingen te ondersteunen. De Commissie is momenteel bezig met het beoordelen van 35 projectvoorstellen die zij in het kader van een desbetreffende oproep tot het indienen van voorstellen heeft ontvangen. Later in 2018 zal beveiliging eveneens één van de prioriteiten zijn van een door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling geplande oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het initiatief 'stedelijke innovatieve acties' met een totaalbudget van 100 miljoen EUR. Ook het onderzoek op het gebied van beveiliging levert een bijdrage aan de algemene inspanningen om de bescherming van openbare ruimten te verbeteren. In 2019 zal worden gestart met een specifiek onderzoeksthema 'Beveiliging voor slimme en veilige steden, inclusief voor openbare ruimten' met een budget van 16 miljoen EUR.

13.

4.Cyberbeveiliging


Tegengaan van cybercriminaliteit en zorgen voor een betere cyberbeveiliging blijven prioritaire EU-actieterreinen. Om synergieën tot stand te brengen, bestaande competenties en bestaand onderzoek op te schalen en te komen tot commercieel interessante oplossingen die de cyberbeveiliging van de digitale eengemaakte markt kunnen versterken, heeft de Commissie op 1 februari 2018 een oproep tot het indienen van voorstellen gepubliceerd voor een proefproject van 50 miljoen EUR ter ondersteuning van het opzetten van een EU-breed netwerk van kenniscentra voor cyberbeveiliging. Het netwerk zal onderzoeksexpertise op het gebied van cyberbeveiliging uit de gehele Europese Unie bijeenbrengen (bv. universiteitslaboratoria/publieke of private onderzoekscentra zonder winstoogmerk). Dit proefproject is aangekondigd in de in september 2017 aangenomen gezamenlijke mededeling over cyberbeveiliging 30 en de fondsen zullen afkomstig zijn van het kaderprogramma Horizon 2020 uit hoofde van het gewijzigde werkprogramma 2018-2020. De uiterste datum om op de oproep tot het indienen van voorstellen te reageren is 29 mei 2018 31 .

Het recente gebruik van cybermiddelen om gedrag te manipuleren, de maatschappelijke verdeeldheid te vergroten en democratische stelsels en instellingen te ondergraven, heeft alleen maar onderstreept dat het noodzakelijk is instrumenten te behouden die ook online de aflegging van verantwoording garanderen. Dit was een ander aspect dat in de gezamenlijke mededeling van 2017 is belicht en dat met name moet worden verwezenlijkt door te zorgen voor een grotere beschikbaarheid en juistheid van de gegevens in de 'WHOIS'-databank voor de registratie van domeinnamen, die een belangrijk hulpmiddel vormt voor onderzoeken naar cybercriminaliteit en cyberbeveiliging. Aangezien momenteel binnen de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) wordt gewerkt aan het conformeren van deze databank aan de regels inzake gegevensbescherming, en met name aan de algemene verordening gegevensbescherming, heeft de Commissie de ICANN een brief 32 gezonden over de tweeledige doelstelling om snelle toegang tot haar directory's voor doeleinden van openbaar belang te verzekeren en tegelijkertijd de EU-regels inzake gegevensbescherming volledig in acht te nemen. Het Gouvernementeel Adviescomité van de ICANN, waarin nationale overheden en de Commissie zijn vertegenwoordigd, heeft zijn bezorgdheid geuit en de ICANN opgeroepen om gebruikers met een legitiem doel toegang tot de WHOIS, met inbegrip van niet-publieke gegevens, te blijven verlenen.

In januari 2018 heeft de Europese Commissie een onafhankelijke deskundigengroep op hoog niveau opgericht die advies moet verlenen over beleidsopties om nepnieuws en online verspreide desinformatie tegen te gaan en die een alomvattende EU-strategie ter zake moet helpen uitstippelen. Op 12 maart 2018 heeft de deskundigengroep zijn verslag over een multidimensionale aanpak van desinformatie uitgebracht. Dit verslag zal worden meegenomen in de Commissiemededeling over dit onderwerp, die voor dit voorjaar is gepland.

Op 16 april 2018 heeft de Raad Buitenlandse Zaken zijn goedkeuring gehecht aan conclusies van de Raad over kwaadwillige cyberactiviteiten. Met deze conclusies wordt praktische uitvoering gegeven aan de gezamenlijke diplomatieke EU-respons op kwaadwillige cyberactiviteiten (het 'instrumentarium voor cyberdiplomatie') 33 in reactie op specifieke kwaadwillige cyberactiviteiten, zoals de Wannacry- en NotPetya-cyberaanvallen. In de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken wordt het belang van een open, vrije, vreedzame en veilige cyberruimte onderstreept en wordt tevens benadrukt dat de toepassing van het bestaande internationale recht en de naleving van vrijwillige niet-bindende normen voor verantwoordelijk gedrag van staten van essentieel belang zijn voor het handhaven van vrede en stabiliteit.

14.

5.Externe dimensie


Met het oog op het opvoeren van het verzamelen en delen van informatie om migrantensmokkel, mensenhandel, illegale handel in vuurwapens en illegale handel van olie vanuit Libië te bestrijden, heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 8-9 maart 2018 het algemene beginsel onderschreven dat Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap kunnen deelnemen aan een proefproject voor een 'criminaliteitsinformatiecel', die zal worden opgezet als onderdeel van de Europese maritieme operatie Sophia (EUNAVFOR MED) in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. De criminaliteitsinformatiecel zal tijdige en wederzijdse informatie-uitwisseling voor analytische en operationele doeleinden faciliteren tussen operatie Sophia en de betrokken agentschappen voor justitie en binnenlandse zaken. Het betreft het eerste initiatief van die aard tussen agentschappen voor justitie en binnenlandse zaken en missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. De praktische regelingen worden momenteel besproken in de Raad en het is de bedoeling dat het proefproject zo spoedig mogelijk kan aanvangen. Als het project eenmaal van start is gegaan, zal het continu worden geëvalueerd. Na zes maanden zal aan de lidstaten een volledig verslag met een evaluatie van zowel de meerwaarde en prestaties van de criminaliteitsinformatiecel als de juridische en operationele aspecten worden uitgebracht voordat een besluit wordt genomen over de voorzetting ervan of de herhaling ervan bij andere missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.

De veiligheid in de Westelijke Balkan heeft directe gevolgen voor de veiligheid van de EU en de EU-lidstaten. Op 6 februari 2018 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling over een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan 34 . In het bijgaande actieplan ter ondersteuning van het overgangsproces van de landen van de Westelijke Balkan worden zes tegen 2020 uit te voeren thematische vlaggenschipinitiatieven beschreven, waaronder een initiatief op het gebied van veiligheid en migratie. Er is een begin gemaakt met de uitvoering van een aantal acties om intensiever met de landen van de Westelijke Balkan samen te werken teneinde terrorisme tegen te gaan, gewelddadig extremisme te voorkomen en georganiseerde criminaliteit te bestrijden, zoals de stationering van Europol-verbindingsfunctionarissen in de regio 35 en de organisatie van specifieke deskundigenvergaderingen met deelname van de landen van de Westelijke Balkan, zoals de vergadering van de Europese vuurwapendeskundigen op 1213 april 2018 te Sofia en de EU-dialoog over drugs op 18 april 2018 te Brussel. De komende top op 17 mei 2018 te Sofia zal tevens de kans bieden een balans op te maken van de op dit gebied gemaakte vorderingen.

15.

IV. CONCLUSIE


Zes maanden na de goedkeuring van een reeks praktische maatregelen in oktober 2017 om EU-burgers beter tegen terreurdreigingen te beschermen, presenteert de Commissie samen met dit voortgangsverslag een nieuwe reeks maatregelen om de armslag voor terroristen en criminelen te beperken en misdrijven en terreuraanslagen gemakkelijker te kunnen onderzoeken en vervolgen. De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om deze wetgevingsmaatregelen met spoed te behandelen teneinde de veiligheid van de burgers verder te vergroten.

Zorgen voor een Europa dat ons beschermt, blijft een politieke prioriteit voor de Unie. De Commissie zal dan ook blijven toewerken naar een echte en doeltreffende Veiligheidsunie, mede in het licht van de in de Leidersagenda aangekondigde informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders over interne veiligheid in september 2018 te Wenen. In juni 2018 zal de Commissie haar volgende voortgangsverslag over de Veiligheidsunie presenteren.

(1)

COM(2018) 225 final van 17.4.2018.

(2)

COM(2018) 226 final van 17.4.2018.

(3)

Conclusies van de Raad over het verbeteren van de strafrechtpleging in de cyberruimte (ST 9579/46) en resolutie van het Europees Parlement van 3 oktober 2017 over de strijd tegen cybercriminaliteit (2017/2068 (INI)).

(4)

Het verslag over de raadpleging is beschikbaar op https://ec.europa.eu/info/consultations/public-consultation-improving-cross-border-access-electronic-evidence-criminal-matters_en ; meer informatie is te vinden op https://ec.europa.eu/home-affairs/what-we-do/policies/organized-crime-and-human-trafficking/e-evidence_en .

(5)

Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken, PB L 130 van 1.5.2014, blz. 1.

(6)

Europol, Eurojust en het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol).

(7)

In het in 2017 gepubliceerde Europol-verslag, getiteld 'From suspicion to action: converting financial intelligence into greater operational impact', worden deze problemen aan de orde gesteld en wordt ervoor gepleit om rechtshandhavingsautoriteiten betere toegang tot financiële informatie te bieden.

(8)

COM(2018) 213 final van 17.4.2018.

(9)

In december 2017 zijn de medewetgevers van de Unie overeengekomen dat dit één van de wijzigingen was die moeten worden aangebracht in Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(10)

COM(2018) 209 final van 17.4.2018.

(11)

Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1.

(12)

Aanbeveling van de Commissie van 18.10.2017 inzake onmiddellijke actie ter voorkoming van misbruik van precursoren voor explosieven (C(2017) 6950 final).

(13)

Zwavelzuur en ammoniumnitraat.

(14)

COM(2016) 790 final van 8.12.2016.

(15)

COM(2018) 212 final van 17.4.2018.

(16)

Verordening (EG) nr. 2252/2004 (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1).

(17)

Zie het actieplan van de EU ter bestrijding van de illegale handel in en het gebruik van vuurwapens en explosieven (COM(2015) 624 final van 2.12.2015). Het dwarsbomen van georganiseerde criminele groepen die betrokken zijn bij de illegale handel in en de illegale verspreiding en het illegale gebruik van vuurwapens is ook een prioriteit in het kader van de EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit voor de periode 2018-2021.

(18)

C(2018) 2197.

(19)

Verordening (EU) nr. 258/2012 tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan.

(20)

Aanbeveling van de Commissie van over maatregelen om illegale online-inhoud effectief te bestrijden (C(2018) 1177 final van 1.3.2018).

(21)

Mededeling over de bestrijding van illegale online-inhoud – Naar een grotere verantwoordelijkheid voor onlineplatforms, COM(2017) 555 final van 28.9.2017.

(22)

Zie het twaalfde voortgangsverslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie (COM(2017) 779 final van 12.12.2017).

(23)

De verordeningsvoorstellen betreffende een Europees Systeem voor reisinformatie en -autorisatie, het Europees Strafregisterinformatiesysteem voor onderdanen van derde landen, Eurodac, het Schengeninformatiesysteem en eu-LISA.

(24)

Oostenrijk, Duitsland, Letland, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Slovenië en Zwitserland.

(25)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Aanpassing van het visumbeleid aan nieuwe uitdagingen (COM(2018) 251 final van 14.3.2018).

(26)

Richtlijn (EU) 2016/681 van 27.4.2016.

(27)

Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Griekenland en Italië.

(28)

COM(2017) 610 final van 18.10.2017.

(29)

Actieplan ter ondersteuning van de bescherming van openbare ruimten (COM(2017) 612 final van 18.10.2017).

(30)

JOIN(2017) 450 final van 13.9.2017.

(31)

16.

Meer informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen is te vinden op:

ec.europa.eu/research/participants/portal/desktop .

(32)

www.icann.org/resources/correspondence">https://www.icann.org/resources/correspondence

(33)

Conclusies van de Raad over een kader voor een gezamenlijke diplomatieke EU-respons op kwaadwillige cyberactiviteiten ("Instrumentarium voor cyberdiplomatie") van 19 juni 2017.

(34)

Mededeling van de Commissie: Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan (COM(2018) 65 final van 6.2.2018).

(35)

Tegen de zomer van 2018 zullen drie Europol-verbindingsfunctionarissen worden gestationeerd in Albanië, Bosnië en Herzegovina, en Servië.