Toelichting bij COM(2017)806 - Machtiging tot onderhandelingen met Israël over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Israëlische autoriteiten inzake zware criminaliteit en terrorisme

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme in toenemende mate transnationaal zijn en steeds meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen kunnen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van hun burgers te garanderen. Met het oog daarop moet Europol persoonsgegevens kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is om zijn taken uit te voeren.

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 1 en op grond van het Verdrag is het de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover dat noodzakelijk is om zijn taken te kunnen uitvoeren, kan Europol samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden op basis van werkafspraken en administratieve afspraken die op zich niet kunnen fungeren als rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

Gezien de politieke strategie als uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda 2 , de conclusies van de Raad 3 en de mondiale strategie 4 , de operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU en de potentiële baten van nauwere samenwerking op dit gebied, acht de Commissie het noodzakelijk om op de korte termijn onderhandelingen te openen met acht landen, zoals aangegeven in het elfde verslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie 5 .

De Commissie heeft bij het bepalen van de prioritaire landen rekening gehouden met de operationele behoeften van Europol. Volgens de Europol-strategie 2016-2020 komt het Middellandse Zeegebied prioritair in aanmerking voor versterkte partnerschappen 6 . In de externe strategie van Europol voor 2017-2020 wordt bovendien de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen Europol en het Midden-Oosten/Noord-Afrika als gevolg van de bestaande terroristische dreiging en migratiegerelateerde uitdagingen 7 .

Europol heeft momenteel geen afspraken met landen in deze regio.

Deze aanbeveling betreft met name de onderhandelingen met Marokko, hoewel de samenwerking met elk land van het Midden-Oosten/Noord-Afrika moet worden bezien in de context van de hele regio.

1.

Politiek kader


De EU en Israël hebben goede betrekkingen ontwikkeld op basis van de associatieovereenkomst van 1995 (van kracht sinds 2000). Zowel de EU als Israël zijn sterk gericht op de bestrijding van terroristische veiligheidsdreigingen. Israël is zeer geïnteresseerd in intensivering in nauwere samenwerking met de EU op het gebied van terrorismebestrijding. In maart 2015 vond in Brussel de eerste dialoog inzake terreurbestrijding en veiligheid tussen de EU en Israël plaats, gevolgd door een tweede in Israël in september 2016. Beide partijen besloten samen te werken op gebieden als de bestrijding van gewelddadig extremisme, terrorismefinanciering, non-conventioneel terrorisme en cybercriminaliteit, alsmede de beveiliging van luchtvaart en vervoer. Er is belangstelling getoond voor nauwere samenwerking met EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, waaronder met name Europol.

Eerder heeft de Raad al toestemming gegeven voor onderhandelingen tussen Europol en Israël over een overeenkomst voor operationele samenwerking 8 . De onderhandelingen zijn begonnen in 2010, maar konden niet worden afgerond binnen het oude rechtskader van Europol. In dit verband heeft al een aantal technische vergaderingen plaatsgevonden tussen Europol en de Israëlische autoriteiten.

2.

Operationele behoeften


Volgens de gegevens in SOCTA 2017 9 en TE-SAT 2017 10 , de bovengenoemde besprekingen en de interne expertise van Europol is samenwerking met Israël noodzakelijk, met name om het hoofd te bieden aan de volgende vormen van criminaliteit.

Terrorisme: Zowel de EU als Israël heeft te maken met ernstige dreiging die uitgaat van terroristische groepen die in de regio en elders in de wereld actief zijn. Nauwere samenwerking, onder meer in de vorm van uitwisseling van persoonsgegevens, moet de dreiging van terroristen (met inbegrip van buitenlandse terroristische strijders) aan te pakken om reizen met terroristisch oogmerk, terrorismefinanciering en misbruik van het internet door terroristen op te sporen, te voorkomen en te vervolgen.

Cybercriminaliteit: De samenwerking moet met name van de grond komen vanwege de Israëlische deskundigheid op het gebied van het onderzoeken van en aanpakken van geavanceerde cybercriminaliteit. Het intensiever delen van inlichtingen zou ten goede komen aan tal van transnationale vormen van cybercriminaliteit of gedigitaliseerde criminaliteit, waaronder DDoS-aanvallen (Distributed Denial of Service), het wassen van cryptovaluta, fraude op het gebied van e-commerce, misbruik van zakelijke e-mail en seksuele uitbuiting van kinderen op internet.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voorziet in een rechtskader voor Europol, met name wat betreft doelstellingen, taken, bevoegdheden, waarborgen voor gegevensbescherming en samenwerking met externe partners.

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van de Europol-verordening.

Het doel van deze aanbeveling van de Raad is dat de Commissie wordt gemachtigd om namens de EU over de toekomstige overeenkomst te onderhandelen. Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent tot het openen van onderhandelingen.

Overeenkomstig artikel 218 VWEU wordt de Commissie aangewezen als de onderhandelaar van de Unie voor de overeenkomst tussen de Europese Unie en Israël over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Israëlische autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

3.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Israëlische autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,


Overwegende hetgeen volgt:


Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 11 is op 11 mei 2016 vastgesteld en is sinds 1 mei 2017 van toepassing.

Bij die verordening, met name in artikel 25, zijn de regels vastgesteld voor de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties. Europol mag persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op basis van een op grond van artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een dergelijke overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël.

Deze overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

4.

Artikel 1


De Commissie wordt hierbij gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Israëlische autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

5.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

6.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

7.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

8.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Verordening (EU) 2016/794 van 11 mei 2016 (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
(2) COM(2015) 185 final.
(3) Document 10384/17 van de Raad van 19 juni 2017.
(4) "Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa – Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid", europa.eu/globalstrategy/en .
(5) COM(2017) 608 final.
(6) Europol-strategie 2016-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 1 december 2015, www.europol.europa.eu/publications-documents">https://www.europol.europa.eu/publications-documents .
(7) Externe strategie van Europol voor 2017-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 13 december 2016, EDOC#865852v3.
(8) Besluit 2009/371/JBZ van de Raad.
(9) www.europol.europa.eu/socta/2017">https://www.europol.europa.eu/socta/2017
(10) www.europol.europa.eu/sites/default/files">https://www.europol.europa.eu/sites/default/files .
(11) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).