Toelichting bij COM(2017)805 - Machtiging tot onderhandelingen met Libanon over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Libanese autoriteiten inzake zware criminaliteit en terrorisme

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme in toenemende mate transnationaal zijn en steeds meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen kunnen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van hun burgers te garanderen. Met het oog daarop moet Europol persoonsgegevens kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is om zijn taken uit te voeren.

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 1 en op grond van het Verdrag is het de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover dat noodzakelijk is om zijn taken te kunnen uitvoeren, kan Europol samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden op basis van werkafspraken en administratieve afspraken die op zich niet kunnen fungeren als rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

Gezien de politieke strategie als uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda 2 , de conclusies van de Raad 3 en de mondiale strategie 4 , de operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU en de potentiële baten van nauwere samenwerking op dit gebied, acht de Commissie het noodzakelijk om op de korte termijn onderhandelingen te openen met acht landen, zoals aangegeven in het elfde verslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie 5 .

De Commissie heeft bij het bepalen van de prioritaire landen rekening gehouden met de operationele behoeften van Europol. Volgens de Europol-strategie 2016-2020 komt het Middellandse Zeegebied prioritair in aanmerking voor versterkte partnerschappen 6 . In de externe strategie van Europol voor 2017-2020 wordt bovendien de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen Europol en het Midden-Oosten/Noord-Afrika als gevolg van de bestaande terroristische dreiging en migratiegerelateerde uitdagingen 7 .

Europol heeft momenteel geen afspraken met landen in deze regio.

Deze aanbeveling betreft met name de onderhandelingen met Libanon, hoewel de samenwerking met elk land van het Midden-Oosten/Noord-Afrika moet worden bezien in de context van de hele regio. De huidige instabiliteit in de regio, meer bepaald de situatie in Syrië en Irak, vormt een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van de EU op de lange termijn, waaraan dringend het hoofd moet worden geboden. Dat is niet alleen van belang voor een doeltreffende bestrijding van het terrorisme en de daarmee samenhangende georganiseerde misdaad 8 , maar ook voor het aanpakken van migratiegerelateerde uitdagingen zoals het faciliteren van irreguliere migratie en mensenhandel. Samenwerking met plaatselijke rechtshandhavingsinstanties is van essentieel belang om deze uitdagingen aan te gaan.

Op basis van de technische dialoog voor het vaststellen van gemeenschappelijke maatregelen voor betere informatie-uitwisseling en gezamenlijke operationele rechtshandhavingsacties tegen de illegale handel in vuurwapens heeft de EU met Libanon al een akkoord bereikt over een lijst van maatregelen om de samenwerking tussen de betrokken rechtshandhavingsinstanties van de EU en het Midden-Oosten/Noord-Afrika te verbeteren, de ondersteuning van capaciteitsopbouw in het kader van desbetreffende regionale en/of bilaterale programma’s te waarborgen en operationele acties te ontwikkelen binnen een gezamenlijk overeengekomen kader 9 . Ook Libanon heeft blijk gegeven van belangstelling om met de EU-rechtshandhavingsautoriteiten samen te werken op het gebied van terrorismebestrijding, met name door middel van door Cepol verzorgde opleidingen. De overdracht van persoonsgegevens valt hier echter niet onder.

1.

Politiek kader


De EU en Libanon zijn belangrijke partners. Zij staan voor gemeenschappelijke uitdagingen als gevolg van langdurige crises en instabiliteit in de buurlanden. Het partnerschap van de EU met Libanon is sterk en bestrijkt een groot aantal sectoren, die sinds 2006 in de associatieovereenkomst zijn vastgelegd. Libanon heeft te kampen met een complexe problematiek op economisch, sociaal en veiligheidsgebied. Naast de reeds eerder bestaande zwakke punten zet het conflict in Syrië de instellingen, de infrastructuur en het milieu nog meer onder druk, waardoor ook de sociaal-economische stabiliteit in gevaar komt. Libanon vangt meer dan een miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen op, naast de circa 300 000 Palestijnse vluchtelingen die al in het land verbleven.

Op 11 november 2016 hebben de EU en Libanon partnerschapsprioriteiten voor de periode 2016-2020 vastgesteld, waarbij een ambitieuze strategische agenda voor het aanhalen van de banden en het verwezenlijken van de stabilisering van het land en de ruimere regio tot stand komt, zoals uiteengezet in het herziene Europees nabuurschapsbeleid en de integrale EU-strategie. De vastgestelde prioriteiten zijn: veiligheid en terrorismebestrijding, bestuur en rechtsstaat, stimuleren van groei en scheppen van banen, en migratie en mobiliteit.

De EU en Libanon hebben ook overeenstemming bereikt over een pact met wederzijdse verbintenissen en prioritaire acties, overeenkomstig de intentieverklaring die vorig jaar is opgesteld op de conferentie van Londen (februari 2016). Met de ter gelegenheid van de conferentie van Brussel van 5 april 2017 hernieuwde verbintenissen tot ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio is deze gedeelde verantwoordelijkheid om de gevolgen van de Syrische crisis aan te pakken, nog versterkt.

Libanon heeft al herhaaldelijk belangstelling getoond voor onderhandelingen over een overeenkomst met Europol, onder andere op 26 januari 2016 in de context van de dialoog over terrorismebestrijding en het overeengekomen stappenplan.

Met Libanon wordt een dialoog gevoerd over terrorismebestrijding en veiligheid. Er is een actieplan vastgesteld dat betrekking heeft op de ontwikkeling van een nationale strategie inzake terrorismebestrijding, samenwerking op het gebied van rechtshandhaving en justitie, bestrijding van de financiering van terrorisme, grensbeheer, luchthaven- en luchtvaartbeveiliging, en bestrijding van gewelddadig extremisme.

2.

Operationele behoeften


Op basis van de gegevens in SOCTA 2017 10 en TE-SAT 2017 11 , bovengenoemde besprekingen en de interne expertise van Europol is samenwerking met Libanon met name noodzakelijk om het hoofd te bieden aan de onderstaande vormen van criminaliteit.

Terrorisme: de destabilisering van Syrië (en de mogelijke overloopeffecten daarvan) en de groei van IS en andere terroristische groeperingen vormen een rechtstreekse bedreiging voor de veiligheid van Libanon en de EU, die beide het doelwit zijn geweest van aanslagen door terroristische groeperingen. Europese en Libanese terroristen zijn naar onder meer Syrië, Irak en andere conflictgebieden gereisd om te worden opgeleid en te vechten.

Nauwere samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, met inbegrip van de uitwisseling van persoonsgegevens, zal bijdragen tot het opsporen en vervolgen van verdachten van terrorisme en het voorkomen van reizen met terroristisch oogmerk (met inbegrip van het risico van infiltratie in migratiestromen of verplaatsing naar andere conflictgebieden) en de financiering van terrorisme (inclusief de connectie met de georganiseerde misdaad).

Wapensmokkel: de EU en Libanon hebben afgesproken te zullen samenwerken op het gebied van vuurwapens en overeenstemming bereikt over een werkprogramma, onder meer voor het uitwisselen van beste praktijken, opleiding en capaciteitsopbouw. Hoe intensiever de samenwerking, des te urgenter is de behoefte aan betere informatie-uitwisseling en onderzoeken naar aanleiding daarvan. Doordat Libanon grenst aan Syrië, kan het een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van de binnenkomst van vuurwapens in gebieden waar gewapende conflicten heersen, en ervoor zorgen dat illegale zendingen worden onderschept, met name als zij op weg zijn naar de EU.

Migratiegerelateerde problematiek: Libanon huisvest op zijn grondgebied een zeer aanzienlijk aantal irreguliere migranten en krijgt via een door de EU gefinancierd programma voor geïntegreerd grensbeheer ondersteuning bij de beveiliging van en het toezicht op zijn grenzen. Samenwerking met de Libanese autoriteiten zou ook van belang zijn voor het aanpakken van fraude met documenten, een vorm van criminaliteit die verband houdt met migrantensmokkel.

Drugshandel: de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika (MENA) is een belangrijke bron, doorvoerroute en verbruiker als het gaat om drugs. Met een vaste klantenbasis in het noorden en de heroïneroute van oost naar west beïnvloedt de regio het drugsgebruik en de drugsproductie – en ondervindt zij er de negatieve invloed van. Libanon is op één na de grootste producent van cannabis en cannabishars in de MENA-regio, terwijl de omvang van de productie van captagon in het land nog onduidelijk is. In 2016 is in Libanon een gezamenlijke luchthaventaskforce opgezet in het kader van het door de EU gefinancierde cocaïnerouteprogramma (onderdeel AIRCOP).

De georganiseerde misdaad kan forse winsten behalen op de Libanese zwarte markt voor sigaretten, auto’s, namaakgoederen en gepirateerde software, cd’s en dvd’s.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voorziet in een rechtskader voor Europol, met name wat betreft doelstellingen, taken, bevoegdheden, waarborgen voor gegevensbescherming en samenwerking met externe partners.

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van de Europol-verordening.

Het doel van deze aanbeveling is dat de Commissie door de Raad wordt gemachtigd om namens de EU te onderhandelen over de te sluiten overeenkomst. Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent tot het openen van onderhandelingen.

Overeenkomstig artikel 218 VWEU wordt de Commissie aangewezen als de onderhandelaar van de Unie voor de overeenkomst tussen de Europese Unie en Libanon over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Libanese autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

3.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Libanon op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Libanese autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 12 is op 11 mei 2016 vastgesteld en is sinds 1 mei 2017 van toepassing.

Bij die verordening, met name in artikel 25, zijn de regels vastgesteld voor de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties. Europol mag persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op basis van een op grond van artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een dergelijke overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Libanon.

Deze overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

4.

Artikel 1


De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Libanon op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Libanese autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

5.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

6.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

7.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

8.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Verordening (EU) 2016/794 van 11 mei 2016 (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
(2) COM(2015) 185 final.
(3) Document 10384/17 van de Raad van 19 juni 2017.
(4) Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa. Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid — europa.eu/globalstrategy/en .
(5) COM(2017) 608 final.
(6) Strategie van Europol voor 2016-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 1 december 2015, www.europol.europa.eu/publications-documents">https://www.europol.europa.eu/publications-documents .
(7) Externe strategie van Europol voor 2017-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 13 december 2016, EDOC#865852v3.
(8) Europol noemt in dit verband de illegale handel in vuurwapens, drugshandel, financiële criminaliteit zoals witwassen, en cybercriminaliteit in de regio.
(9) Verschillende initiatieven in dit verband vallen onder de prioriteit „Vuurwapens” in het kader van de EU-beleidscyclus inzake zware en georganiseerde criminaliteit en worden vermeld in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad „De Europese veiligheidsagenda uitvoeren: actieplan van de EU ter bestrijding van de illegale handel in en het gebruik van vuurwapens en explosieven” (COM(2015) 624 final van 2.12.2015).
(10) www.europol.europa.eu/socta/2017">https://www.europol.europa.eu/socta/2017
(11) www.europol.europa.eu/sites/default/files">https://www.europol.europa.eu/sites/default/files
(12) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).