Toelichting bij COM(2017)799 - Machtiging tot onderhandelingen met Turkije over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Turkse autoriteiten inzake zware criminaliteit en terrorisme

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN DE AANBEVELING

In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme in toenemende mate transnationaal zijn en steeds meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen kunnen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van hun burgers te garanderen. Met het oog daarop moet Europol persoonsgegevens kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is om zijn taken uit te voeren.

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 1 is het op grond van het Verdrag de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover dat noodzakelijk is om zijn taken te kunnen uitvoeren, kan Europol samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden op basis van werkafspraken en administratieve afspraken die op zich niet kunnen fungeren als rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

Gezien de politieke strategie als uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda 2 , de conclusies van de Raad 3 en de mondiale strategie 4 , de operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU en de potentiële baten van nauwere samenwerking op dit gebied, acht de Commissie het noodzakelijk om op de korte termijn onderhandelingen te openen met acht landen, zoals aangegeven in het elfde verslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie 5 .

De Commissie heeft bij het bepalen van de prioritaire landen rekening gehouden met de operationele behoeften van Europol. Volgens de Europol-strategie 2016-2020 komt het Middellandse Zeegebied prioritair in aanmerking voor versterkte partnerschappen 6 . In de externe strategie van Europol voor 2017-2020 wordt bovendien de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen Europol en het Midden-Oosten/Noord-Afrika als gevolg van de bestaande terroristische dreiging en migratiegerelateerde uitdagingen 7 .

Deze aanbeveling betreft met name de onderhandelingen met Turkije, hoewel de samenwerking met elk land moet worden bezien in de context van de hele regio. De huidige instabiliteit in de regio, meer bepaald de situatie in Syrië en Irak, vormt een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van de EU op de lange termijn, waaraan dringend het hoofd moet worden geboden. Dat is niet alleen van belang voor een doeltreffende bestrijding van het terrorisme en de daarmee samenhangende georganiseerde misdaad 8 , maar ook voor het aanpakken van migratiegerelateerde uitdagingen zoals het faciliteren van irreguliere migratie en mensenhandel. Ook Turkije heeft blijk gegeven van belangstelling om met de EU-rechtshandhavingsautoriteiten samen te werken op het gebied van terrorismebestrijding, met name door middel van door Cepol georganiseerde opleidingen. Samenwerking met plaatselijke rechtshandhavingsinstanties is van essentieel belang om deze uitdagingen aan te gaan.

De huidige samenwerking tussen Europol en Turkije is gebaseerd op een in 2004 gesloten overeenkomst inzake strategische samenwerking 9 . Die overeenkomst bevordert de samenwerking op het gebied van de uitwisseling van strategische en technische informatie in beider belang 10 , ervaringen inzake rechtshandhaving, wetgeving, handleidingen, technische documenten en ander rechtshandhavingsmateriaal, en opleiding. In het gezamenlijk actieplan EU-Turkije van november 2015 is overeengekomen de samenwerking met Europol verder te intensiveren door het inzetten van een Turkse verbindingsfunctionaris. Op 21 maart 2016 hebben Europol en Turkije een verbindingsovereenkomst ondertekend, die nauwere samenwerking mogelijk maakt. Als gevolg daarvan werd in mei 2016 een verbindingsfunctionaris van de Turkse nationale politie bij Europol gedetacheerd, wat tot een aantal positieve ontwikkelingen en contacten heeft geleid. Uitwisseling van gegevens over een geïdentificeerd natuurlijk persoon of identificeerbare natuurlijke personen is echter niet mogelijk op grond van deze overeenkomsten 11 .

1.

Politiek kader


Turkije is een belangrijke partner voor de Europese Unie. Sinds 1964, toen het een associatieovereenkomst met de EU sloot, is de samenwerking met Turkije toegenomen. In december 1999 verleende de Europese Raad Turkije de status van kandidaat-lidstaat en in oktober 2005 werden toetredingsonderhandelingen geopend. Een intensievere samenwerking met Europol is van belang om te voldoen aan de resterende ijkpunten in het kader van het stappenplan voor visumliberalisering 12 . Op de topontmoeting EU-Turkije van 29 november 2015 werd overeengekomen om de politieke dialoog te intensiveren en uit te breiden naar alle gebieden, met inbegrip van het buitenlands en veiligheidsbeleid, migratie en bestrijding van terrorisme.

Turkije en de EU hebben herhaald dat zij vastbesloten zijn om de dreiging van Da'esh en buitenlandse terroristische strijders aan te pakken, alsmede de dreiging die uitgaat en blijft uitgaan van de PKK, die door de EU als een terroristische organisatie is bestempeld. Tijdens de dialoog tussen de EU en Turkije over terrorismebestrijding in juni 2016 zijn beide partijen overeengekomen om na te gaan op welke manieren de samenwerking op het gebied van informatie-uitwisseling, rechtshandhaving en justitiële samenwerking kan worden bevorderd, onder meer op het gebied van terrorismegerelateerde deportaties en de financiering van terrorisme. Het belang van intensievere samenwerking op het gebied van informatie-uitwisseling werd herhaald in de dialoog tussen de EU en Turkije over terrorismebestrijding in november 2017; er wordt overwogen om bij Europol een seminar op hoog niveau te houden over samenwerking bij de bestrijding van terrorisme en wapenhandel.

Turkije en de EU hebben ook herhaald dat zij vastbesloten zijn om samen te werken ter bevordering van internationale inspanningen, zoals het mondiaal forum terrorismebestrijding (GCTF), de wereldwijde coalitie tegen ISIS/Daʼesh en de Financiële-actiegroep (FATF) 13 .

De samenwerking op het gebied van migratie werd geïntensiveerd op basis van een gezamenlijk actieplan dat op de topontmoeting EU-Turkije van 29 november 2015 werd geactiveerd en van de Verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016, met het doel een einde te maken aan de irreguliere migratie van Turkije naar de EU, geheel conform de normen van de EU en de internationale normen. De Verklaring EU-Turkije heeft tastbare resultaten opgeleverd, ondanks de moeilijke omstandigheden. Het aantal irreguliere grensoverschrijdingen sinds de verklaring blijft aanzienlijk lager en het verlies van mensenlevens is ingeperkt.

2.

Operationele behoeften


Volgens de gegevens in SOCTA 2017 14 en TE-SAT 2017 15 , de bovengenoemde besprekingen en de interne expertise van Europol is samenwerking met Turkije noodzakelijk, met name om het hoofd te bieden aan de volgende vormen van criminaliteit.

Terrorisme: recente terroristische aanslagen illustreren de terroristische dreiging waarmee zowel Turkije als de EU wordt geconfronteerd. Islamitisch terrorisme, met name van Da’esh, maar ook van Al Qaida, vormt een gemeenschappelijke bedreiging. Wat betreft Europese buitenlandse terroristische strijders, is Turkije het belangrijkste doorreisland voor reizen naar en terugkeer uit Syrië en Irak. Turkije en de EU hebben herhaald dat zij vastbesloten zijn om deze stroom een halt toe te roepen. De Turkse autoriteiten hebben aanzienlijke inspanningen geleverd op dit gebied, maar ook benadrukt dat het belangrijk is voorafgaande informatie over verdachte reizigers te ontvangen. Recente gebeurtenissen hebben ook aangetoond dat onvoldoende, vertraagde of ongecoördineerde informatie-uitwisseling ertoe kan leiden dat staande gehouden reizigers ongemerkt naar Europa kunnen terugkeren.

Daarnaast wordt de PKK weliswaar als een geringe bedreiging voor Europa beschouwd, maar heeft de EU wel erkend dat het voor Turkije een ernstige bedreiging vormt. De PKK is door de EU als een terroristische organisatie bestempeld.

De uitwisseling van operationele informatie zal de gezamenlijke werkzaamheden in de strijd tegen deze terroristische dreiging ondersteunen, onder meer door de activiteiten inzake fondsenwerving, propaganda en rekrutering in de EU aan te pakken.

Migrantensmokkel: migrantensmokkelaars maken gebruik van Turkije om migranten uit Azië, Afrika en het Midden-Oosten naar Europa te smokkelen. Irreguliere migranten komen Turkije binnen aan de oostelijke landgrenzen met Iran, Irak en Syrië, en ook via de luchtgrenzen, met name door via de luchthaven van Istanbul door te reizen. Istanbul zelf fungeert als draaischijf voor illegale migranten voordat zij verder reizen, hetzij naar de landgrenzen met Bulgarije en Griekenland, hetzij naar de Egeïsche kust.

Sinds de Verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016 is het aantal irreguliere grensoverschrijdingen van Turkije naar Griekenland aanzienlijk lager gebleven. Ondanks het patrouilleren van de Turkse autoriteiten in kustgebieden, in het binnenland en op luchthavens en het systematisch onderscheppen van irreguliere migranten, blijven georganiseerde netwerken van mensensmokkelaars actief. De werkwijzen en de routes veranderen voortdurend.

De Turkse overheidsdiensten hebben aanzienlijke inspanningen geleverd om criminele groepen te ontmantelen en met gebruikmaking van door de EU-lidstaten verstrekte informatie doeltreffende maatregelen genomen tegen smokkelvaartuigen. Er bestaat evenwel een duidelijke behoefte aan verdere verbetering van de capaciteit voor onderzoek en vervolging alsook van de operationele samenwerking met de lidstaten van de EU.

Ondanks verbeteringen in het opzetten van een kader voor de aanpak van mensenhandel heeft de migratiedruk de uitdagingen op dit gebied vergroot.

Drugshandel: Turkije is al lang en nog steeds een belangrijk doorvoerland voor illegale drugshandel. Heroïne, opium en cocaïne worden doorgaans via Turkije naar Europese markten gebracht, en methamfetamine en amfetamineachtige stimulerende middelen worden verhandeld naar markten in het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië. In Turkije worden nog steeds grote hoeveelheden opiaten en hasj in beslag genomen.

Illegale handel in vuurwapens: de misdaadcijfers en de smokkel van wapens uit Syrië vormen een potentieel gevaar voor de EU. Zowel op de korte als op de lange termijn wordt de veiligheid hierdoor bedreigd. Daarom is de samenwerking met Turkije een strategische prioriteit, zowel om de stroom illegale vuurwapens naar de buurlanden te vertragen, als om het verhandelen ervan in de EU te voorkomen.

Bestrijding van terrorismefinanciering/witwassen: de FATF heeft in 2014 gewezen op de potentiële voordelen van samenwerking bij de bestrijding van de financiering van terrorisme, waarbij wordt voortgebouwd op de specifieke instrumenten van Europol en op de aanzienlijke vooruitgang die Turkije op dit gebied heeft geboekt.

Turkije is een belangrijk regionaal financieel centrum, met name voor Centraal-Azië en de Kaukasus, het Midden-Oosten en Oost-Europa. De snelle economische groei van Turkije de voorbije 15 jaar, in combinatie met zijn handelsbetrekkingen en de geografische nabijheid van onstabiele, door conflicten geteisterde gebieden, zoals Irak, Syrië en de Krim, maakt dat Turkije kwetsbaar is voor de risico’s van witwassen.

Namaakgoederen: Turkije is een belangrijke bron van en een belangrijk overlaadpunt voor namaakgoederen, die vooral voor de EU zijn bestemd.

Andere belangrijke financieringsbronnen voor de georganiseerde misdaad omvatten accijnsfraude en intracommunautaire carrouselfraude en milieucriminaliteit.

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voorziet in een rechtskader voor Europol, met name wat betreft doelstellingen, taken, bevoegdheden, waarborgen voor gegevensbescherming en samenwerking met externe partners.

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van de Europol-verordening.

Het doel van deze aanbeveling is dat de Commissie door de Raad wordt gemachtigd om namens de EU over de toekomstige overeenkomst te onderhandelen. Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent tot het openen van onderhandelingen.

Overeenkomstig artikel 218 VWEU wordt de Commissie aangewezen als de onderhandelaar van de Unie voor de overeenkomst tussen de Europese Unie en Turkije over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Turkse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

3.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Turkse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,


Overwegende hetgeen volgt:


Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 16 is op 11 mei 2016 vastgesteld en is sinds 1 mei 2017 van toepassing.

Bij die verordening, met name in artikel 25, zijn de regels vastgesteld voor de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties. Europol mag persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op basis van een op grond van artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een dergelijke overeenkomst tussen de Europese Unie en Turkije.

Deze overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen,


HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

4.

Artikel 1


De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Turkse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

5.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

6.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

7.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

8.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Verordening (EU) 2016/794 van 11 mei 2016, PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53.
(2) COM(2015) 185 final.
(3) Document 10384/17 van de Raad van 19 juni 2017.
(4) Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa. Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid — europa.eu/globalstrategy/en .
(5) COM(2017) 608 final.
(6) Strategie van Europol voor 2016-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 1 december 2015, www.europol.europa.eu/publications-documents">https://www.europol.europa.eu/publications-documents .
(7) Externe strategie van Europol voor 2017-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 13 december 2016, EDOC#865852v3.
(8) Europol noemt in dit verband de illegale handel in vuurwapens, drugshandel, financiële criminaliteit zoals witwassen, en cybercriminaliteit in de regio.
(9) Samenwerkingsovereenkomst tussen Europol en de Republiek Turkije, 28.7.04, www.europol.europa.eu/sites/default/files">https://www.europol.europa.eu/sites/default/files .
(10) Turkije draagt regelmatig bij aan het verslag van Europol over de stand van zaken en de tendensen in verband met het terrorisme in de EU (TE-SAT-verslag).
(11)

Turkije kan gegevens verzenden, maar niet ontvangen. Indirecte overdracht via Interpol is een nuttig kanaal, maar niet de meest doeltreffende of snelste oplossing voor gevallen waarin onmiddellijke reactie is vereist.

(12) De Europese Unie is op 16 december 2013 de dialoog over visumliberalisering met Turkije aangegaan. De dialoog over visumliberalisering is gebaseerd op een stappenplan dat de vereisten bevat waaraan Turkije moet voldoen om op de lijst van visumvrije landen te worden opgenomen. Volgens het zevende verslag over de vooruitgang bij de uitvoering van de verklaring EU-Turkije, dat de Commissie in september 2017 heeft gepresenteerd, voldoet Turkije nog niet aan zeven van de 72 ijkpunten.
(13) Persbericht van de dialoog tussen de EU en Turkije over terrorismebestrijding van 8 juni 2016, https://eeas.europa.eu/headquarters/headquarters-homepage_en/5018/Turkey- EU%20Counter%20Terrorism%20Dialogue.
(14) www.europol.europa.eu/socta/2017/">https://www.europol.europa.eu/socta/2017/
(15) www.europol.europa.eu/sites/default/files">https://www.europol.europa.eu/sites/default/files
(16) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).