Toelichting bij COM(2017)798 - Machtiging tot onderhandelingen met Jordanië over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Jordaanse autoriteiten inzake zware criminaliteit en terrorisme

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme steeds transnationaler worden en meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen kunnen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van hun burgers te garanderen. Met het oog daarop moet Europol persoonsgegevens kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is om zijn taken uit te voeren.

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 1 en op grond van het Verdrag is het de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover dat noodzakelijk is om zijn taken te kunnen uitvoeren, kan Europol samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden op basis van werkafspraken en administratieve afspraken die op zich niet kunnen fungeren als rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

Gezien de politieke strategie als uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda 2 , de conclusies van de Raad 3 en de mondiale strategie 4 , de operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU en de potentiële baten van nauwere samenwerking op dit gebied, acht de Commissie het noodzakelijk om op de korte termijn onderhandelingen te openen met acht landen, zoals aangegeven in het elfde verslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie 5 .

De Commissie heeft bij het bepalen van de prioritaire landen rekening gehouden met de operationele behoeften van Europol. Volgens de Europol-strategie 2016-2020 komt het Middellandse Zeegebied prioritair in aanmerking voor versterkte partnerschappen 6 . In de externe strategie van Europol voor 2017-2020 wordt bovendien de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen Europol en het Midden-Oosten/Noord-Afrika als gevolg van de bestaande terroristische dreiging en migratiegerelateerde uitdagingen 7 .

Europol heeft momenteel geen afspraken met landen in deze regio.

Deze aanbeveling betreft met name de onderhandelingen met Jordanië, hoewel de samenwerking met elk land van het Midden-Oosten/Noord-Afrika moet worden bezien in de context van de hele regio. De huidige instabiliteit in de regio, meer bepaald de situatie in Syrië en Irak, vormt een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van de EU op de lange termijn, waaraan dringend het hoofd moet worden geboden. Dat is niet alleen van belang voor een doeltreffende bestrijding van het terrorisme en de daarmee samenhangende georganiseerde misdaad 8 , maar ook voor het aanpakken van migratiegerelateerde uitdagingen zoals het faciliteren van irreguliere migratie en mensenhandel. Samenwerking met plaatselijke rechtshandhavingsinstanties is van essentieel belang om deze uitdagingen aan te gaan.

Op basis van de technische dialoog voor het vaststellen van gemeenschappelijke maatregelen voor betere informatie-uitwisseling en gezamenlijke operationele rechtshandhavingsacties tegen de illegale handel in vuurwapens heeft de EU met Jordanië al een akkoord bereikt over een lijst van maatregelen om de samenwerking tussen de betrokken rechtshandhavingsinstanties te verbeteren, de ondersteuning van capaciteitsopbouw in het kader van desbetreffende regionale en/of bilaterale programma's te waarborgen en operationele acties te ontwikkelen binnen een gezamenlijk overeengekomen kader 9 . Jordanië heeft blijk gegeven van belangstelling om met de EU-rechtshandhavingsautoriteiten samen te werken op het gebied van terrorismebestrijding, met name door middel van Cepol-opleidingen en werkzaamheden op het gebied van de financiering van terrorisme. Deze samenwerking omvat echter niet de overdracht van persoonsgegevens.

1.

Politiek kader


Jordanië is een belangrijke partner voor de EU, met name waar het gaat om zijn rol bij het bevorderen van stabiliteit, gematigdheid en interreligieuze tolerantie in het Midden-Oosten. De EU en Jordanië hebben een sterk partnerschap op velerlei gebied en zijn sinds 2002 met elkaar verbonden door een associatieovereenkomst (Jordanië heeft sinds 2010 de geavanceerde status).

Jordanië heeft te kampen met een complexe problematiek op economisch, sociaal en veiligheidsgebied. Met name herbergt Jordanië meer dan 650 000 geregistreerde Syrische vluchtelingen (rond 10 % van de Jordaanse bevolking vóór de crisis in Syrië). Daarnaast vangt het land ook andere groepen vluchtelingen op.

In december 2016 keurden de EU en Jordanië de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië en het pact EU-Jordanië 2016-2018 (“EU-Jordan Compact”) goed. Via de partnerschapsprioriteiten laten de EU en Jordanië opnieuw zien dat zij nog sterker bij elkaar betrokken willen zijn. Zij hebben een strategische agenda vastgesteld, waarvan een van de pijlers de versterking van samenwerking op het gebied van regionale stabiliteit en veiligheid is, met inbegrip van terrorismebestrijding. Met name hebben de EU en Jordanië zich ertoe verbonden de praktische samenwerking te intensiveren en meer informatie te delen, teneinde het probleem van terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering in het kader van de rechtsstaat aan te pakken.

Het pact EU-Jordanië omvat wederzijdse toezeggingen waarmee beide partijen de beloften nakomen die zij hebben gedaan in februari 2016 tijdens de conferentie van Londen over steun aan Syrië en de regio. Deze beloften werden bevestigd op de conferentie in Brussel op 5 april 2017 over steun voor de toekomst van Syrië en de regio, onder meer ter versterking van de veerkracht van Jordanië in het licht van de gevolgen van de Syrische crisis.

De EU en Jordanië zijn het tijdens de EU-Jordaanse workshop van 15 maart 2016 over terrorismebestrijding en versterking van de veiligheid, waarnaar wordt verwezen in het pact EU-Jordanië, eens geworden om de werkzaamheden op drie gebieden voort te zetten: de bestrijding van gewelddadig extremisme, de bestrijding van de financiering van terrorisme en de veiligheid van het luchtverkeer en van de grenzen, onder meer door de gespecialiseerde EU-agentschappen in te schakelen. De EU en Jordanië hebben ook afgesproken de samenwerking te intensiveren om het probleem van de mensenhandel, het probleem van buitenlandse terroristische strijders en het probleem van de smokkel van vuurwapens aan te pakken.

De EU en Jordanië zijn ook elkaar partners binnen het Mondiaal Forum Terrorismebestrijding 10 en de wereldwijde coalitie tegen Da'esh. Een van de door de EU gefinancierde regionale CBRN-kenniscentra is gevestigd in Amman.

2.

Operationele behoeften


Volgens de gegevens in SOCTA 2017 11 en TE-SAT 2017 12 , de bovengenoemde besprekingen en de interne expertise van Europol is samenwerking met Jordanië noodzakelijk, met name om het hoofd te bieden aan de volgende vormen van criminaliteit.

Terrorisme: de destabilisering van Syrië en Irak en de groei van Da’esh en andere terroristische groeperingen vormen een rechtstreekse bedreiging voor de veiligheid van Jordanië en de EU, die beide het doelwit zijn geweest van aanslagen door terroristische groeperingen. Europese en Jordaanse terroristen zijn naar onder meer Syrië, Irak en andere conflictgebieden gereisd om te worden opgeleid en te vechten. Nauwere samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, met inbegrip van de uitwisseling van persoonsgegevens, zal bijdragen tot het opsporen en vervolgen van verdachten van terrorisme en het voorkomen van reizen met terroristisch oogmerk (met inbegrip van het risico van infiltratie in migratiestromen of verplaatsing naar andere conflictgebieden) en de financiering van terrorisme (inclusief de connectie met de georganiseerde misdaad).

Wapenhandel: de EU en Jordanië hebben afgesproken te zullen samenwerken op het gebied van vuurwapens en overeenstemming bereikt over een werkprogramma, onder meer voor het uitwisselen van beste praktijken, opleiding en capaciteitsopbouw. Hoe intensiever de samenwerking, des te urgenter is de behoefte aan betere informatie-uitwisseling en onderzoeken naar aanleiding daarvan. Doordat Jordanië grenst aan Syrië, kan het een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van de binnenkomst van vuurwapens in gebieden waar gewapende conflicten heersen, en ervoor zorgen dat illegale zendingen worden onderschept, met name als zij op weg zijn naar de EU.

Migratie: er zijn een aantal migratiegerelateerde problemen in verband met het aanhoudende conflict in Syrië. In gebieden rond de vluchtelingenkampen en dicht bij de Syrische grens met Syrië kunnen wapen-, mensen- en sexhandel gemakkelijk plaatsvinden. De vrees bestaat dat aanzienlijke aantallen Syrische kinderen gevaar lopen en dus het slachtoffer kunnen worden van exploitatie door de georganiseerde misdaad, omdat deze kinderen nauwelijks toegang hebben tot basisvoorzieningen zoals scholen.

Drugshandel: de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika is een belangrijke bron, doorvoerroute en verbruiker als het gaat om illegale drugs. Met een vaste klantenbasis in het noorden en de heroïneroute van oost naar west beïnvloedt de regio het drugsgebruik en de drugsproductie – en ondervindt zij er de negatieve invloed van. In 2016 is in Jordanië een gezamenlijke luchthaventaskforce opgezet in het kader van het door de EU gefinancierde cocaïnerouteprogramma (onderdeel AIRCOP).

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voorziet in een rechtskader voor Europol, met name wat betreft doelstellingen, taken, bevoegdheden, waarborgen voor gegevensbescherming en samenwerking met externe partners.

Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van de Europol-verordening.

Het doel van deze aanbeveling is dat de Commissie door de Raad wordt gemachtigd om namens de EU over de toekomstige overeenkomst te onderhandelen. Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent tot het openen van onderhandelingen.

Overeenkomstig artikel 218 VWEU wordt de Commissie aangewezen als de onderhandelaar van de Unie voor de overeenkomst tussen de Europese Unie en Jordanië over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

3.

Aanbeveling voor een


BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,


Overwegende hetgeen volgt:


(1)Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 13 is op 11 mei 2016 vastgesteld en is sinds 1 mei 2017 van toepassing.

(2)Bij die verordening, met name in artikel 25, zijn de regels vastgesteld voor de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties. Europol mag persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op basis van een op grond van artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

(3)Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een dergelijke overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië.

(4)Deze overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen,

(5)

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

4.

Artikel 1


De Commissie wordt hierbij gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

5.

Artikel 2


De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

6.

Artikel 3


De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

7.

Artikel 4


Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

8.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) Verordening (EU) 2016/794 van 11 mei 2016 (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
(2) COM(2015) 185 final.
(3) Document 10384/17 van de Raad van 19 juni 2017.
(4) "Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa – Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid", europa.eu/globalstrategy/en .
(5) COM(2017) 608 final.
(6) Europol-strategie 2016-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 1 december 2015, www.europol.europa.eu/publications-documents">https://www.europol.europa.eu/publications-documents .
(7) Externe Europol-strategie 2017-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 13 december 2016, EDOC#865852v3.
(8) Europol noemt in dit verband de illegale handel in vuurwapens, drugshandel, financiële criminaliteit zoals witwassen, en cybercriminaliteit in de regio.
(9) Verschillende initiatieven in dit verband zijn opgenomen in de prioriteit 'Vuurwapens' als onderdeel van de EU-beleidscyclus inzake zware en georganiseerde criminaliteit, alsook in de mededeling van de Commissie “De Europese veiligheidsagenda uitvoeren: actieplan van de EU ter bestrijding van de illegale handel in en het gebruik van vuurwapens en explosieven” (COM(2015) 624 final) van 2.12.2015.
(10) Jordanië is medevoorzitter van de werkgroep buitenlandse terroristische strijders daarvan.
(11) www.europol.europa.eu/socta/2017">https://www.europol.europa.eu/socta/2017
(12) www.europol.europa.eu/sites/default/files">https://www.europol.europa.eu/sites/default/files
(13) Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).