Toelichting bij COM(2017)469 - Machtiging tot het openen van onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

·

Motivering en doel van het voorstel



De Europese Unie (EU) heeft uitstekende politieke betrekkingen en volwassen handels- en investeringsbetrekkingen met Nieuw-Zeeland, gebaseerd op gedeelde waarden van democratie en mensenrechten. Nieuw-Zeeland heeft tal van vrijhandelsovereenkomsten (VHO's) gesloten met andere landen. De EU heeft geen bilaterale VHO met Nieuw-Zeeland, waardoor de ondernemingen in de EU relatief minder gunstige voorwaarden voor toegang tot de Nieuw-Zeelandse markt hebben.

In hun gezamenlijke verklaring van 29 oktober 2015 1 hebben de leiders van de EU en Nieuw-Zeeland toegezegd het onderhandelingsproces te zullen starten om snel een diepe, brede en hoogwaardige VHO te sluiten.

Met het voorstel wordt in de eerste plaats beoogd gunstigere omstandigheden te creëren voor een verdere toename van de handel en investeringen tussen de EU en Nieuw-Zeeland. De algemene doelstellingen van dit voorstel omvatten:

·het stimuleren van een slimme, duurzame en inclusieve groei door uitbreiding van de handel;

·het scheppen van nieuwe banen en arbeidskansen en verhoging van de welvaart;

·het vergroten van de voordelen voor de consumenten;

·het verbeteren van het concurrentievermogen van Europa op de wereldmarkt, en

·het versterken van de samenwerking op het gebied van handel met een gelijkgezinde partner.

Dit sluit aan bij de mededeling van de Commissie "Handel voor iedereen – Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid" 2 . Daarin wordt benadrukt dat we onze bilaterale betrekkingen moeten bevorderen om banen en groei te scheppen, door de belemmeringen voor handel en investeringen op een brede manier aan te pakken. Tegelijkertijd moeten we het hoge niveau van sociale en milieubescherming in de EU veiligstellen en bijdragen tot andere handelsgerelateerde beleidsdoelstellingen, inclusief duurzame ontwikkeling en de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's).

In de richtlijn 'Handel voor iedereen' werd met name het volgende benadrukt: 'Australië en Nieuw-Zeeland zijn de naaste partners van Europa, delen de Europese waarden en standpunten over veel onderwerpen en spelen een belangrijke rol in de regio Azië-Stille Oceaan en op multilateraal niveau. Sterkere economische banden met deze landen zullen ook een stevige basis bieden voor verdere integratie met de ruimere waardeketens in de regio Azië-Stille Oceaan. De versterking van deze betrekkingen moet een prioriteit zijn.'

De doelstellingen zijn ook in overeenstemming met de conclusies van de Raad over handel van 21 november 2014 3 , waarin werd benadrukt dat "de handel in goederen en diensten alsmede investeringen [...] een aanzienlijke bijdrage [kunnen] leveren aan het verwezenlijken van de centrale doelstellingen van de 'Strategische agenda van de Unie in tijden van verandering'." In de conclusies werd ook aangegeven dat "voortbouwend op de tastbare vooruitgang die met de bilaterale handelsagenda van de EU is geboekt, [...] werk [moet] worden gemaakt van de sluiting van overeenkomsten met belangrijke partners". Daarnaast is deze doelstelling in overeenstemming met de conclusies van de Raad over het handels- en investeringsbeleid van de EU van 27 november 2015 4 , waarin de Raad "het sluiten van ambitieuze, brede en wederzijds voordelige bilaterale handels-en investeringsovereenkomsten [steunt], en [...] bij de Commissie [aandringt] [...] om vooruitgang te boeken inzake de onderhandelingen met [...] de regio Azië-Stille Oceaan."

·Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op dit beleidsgebied

De hierboven vermelde doelstellingen zijn volledig in overeenstemming met het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), dat bepaalt dat de EU 'de integratie van alle landen in de wereldeconomie, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen voor de internationale handel' 5 moet stimuleren.

Deze doelstellingen zijn ook in overeenstemming met de mededeling "Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" 6 , waarin wordt uiteengezet dat de Europese handelsstrategie 'voorstellen voor strategisch topoverleg met de belangrijkste partners, voor het bespreken van strategische kwesties als markttoegang, regelgeving, mondiale onevenwichtigheden, energiebeheer en klimaatverandering, toegang tot grondstoffen, de armoede in de wereld, onderwijs en ontwikkeling' zal omvatten.

Verder zijn de doelstellingen volledig in overeenstemming met de doelstellingen van de mededelingen van de Commissie 'Een 'Small Business Act" voor Europa" 7 (2008) en 'Kleine ondernemingen in een grote wereld' 8 (2011). Het ondersteunen van kmo's bij hun economische activiteiten buiten de EU maakt ook deel uit van de algemene strategie van de Unie voor het concurrentievermogen, zoals uiteengezet in de mededeling 'Voor een heropleving van de Europese industrie' 9 (2014).

De doelstellingen voldoen ook aan de beginselen van het VEU, waarin is vastgesteld dat het beleid en het optreden van de EU moeten zijn gericht op de 'consolidering en ondersteuning van de mensenrechten' 10 en 'het leveren van een bijdrage tot het uitwerken van internationale maatregelen ter bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu en het duurzaam beheer van de mondiale natuurlijke rijkdommen' 11 .

De doelstellingen zijn in overeenstemming met het EU-beleid op andere gebieden en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Ten slotte sluiten de doelstellingen aan bij de prioriteit van de Commissie-Juncker om Europa weer op het groeispoor te krijgen en meer banen te creëren zonder nieuwe schulden te maken, bij het investeringsplan (of Europees Fonds voor strategische investeringen) 12 en bij de specifieke prioriteiten van het werkprogramma van de Commissie 2017 13 .

Deze aanbeveling betreft een overeenkomst die betrekking heeft op de liberalisering van de handel in goederen en diensten, overheidsopdrachten en directe buitenlandse investeringen, aangevuld met begeleidende maatregelen inzake bijvoorbeeld intellectuele-eigendomsrechten.

·Verenigbaarheid met andere beleidsgebieden van de Unie

Op de verenigbaarheid met bestaande bepalingen op andere beleidsgebieden wordt ingegaan in het bovenstaande punt 'Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op dit beleidsgebied'.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

·

Rechtsgrondslag



Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

·Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, VEU is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing op gebieden die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. De gemeenschappelijke handelspolitiek is opgenomen in de lijst van gebieden waarop de Unie exclusief bevoegd is in artikel 3 VWEU. Overeenkomstig onder meer artikel 207 VWEU valt het onderhandelen over handelsovereenkomsten onder de gemeenschappelijke handelspolitiek.

·

Evenredigheid



Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel zijn alle redelijke beleidsopties in overweging genomen met het oog op de beoordeling van de waarschijnlijke doeltreffendheid van dergelijke beleidsmaatregelen, zoals in detail beschreven in de effectbeoordeling.

·

Keuze van het instrument



Besluit van de Raad van de Europese Unie.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

·Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

·

Raadpleging van belanghebbenden



De Commissie heeft actief overlegd met geïnteresseerde partners en via het internet een brede openbare raadpleging uitgevoerd 14 om gedetailleerde visies over de toekomstige economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland te verzamelen 15 .

De openbare raadpleging via het internet heeft van 11 maart tot en met 3 juni 2016 plaatsgevonden. De raadpleging werd aangekondigd op de website van het directoraat-generaal Handel en kon worden ingevuld op EU Survey, het portaal van de Commissie voor openbare raadplegingen via het internet. Belanghebbenden van binnen en buiten de EU werd verzocht te antwoorden op vragen over een brede waaier van onderwerpen met betrekking tot handel en investeringen tussen de EU en Nieuw-Zeeland.

De Commissie heeft 108 antwoorden ontvangen van respondenten met een uiteenlopende achtergrond. Een samenvatting van de reacties is opgenomen in de effectbeoordeling en de individuele antwoorden zijn gepubliceerd, tenzij de respondent daarvoor geen toestemming heeft gegeven.

·

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Een externe consultant werd opgedragen om een voorafgaande analyse uit te voeren van de potentiële effecten van de beoogde scenario's voor de VHO.

De Commissie heeft ook overlegd met diverse belanghebbenden, die hun standpunten kenbaar hebben gemaakt over specifieke belemmeringen voor de markttoegang en andere handelsbelemmeringen waarmee zij in het kader van hun handels- en investeringsbetrekkingen met Nieuw-Zeeland te kampen hebben.

·

Effectbeoordelingen



Hoewel het toepassingsgebied van de effectbeoordeling – die handel, investeringen en andere kwesties bestreek – breder was dan dat van de huidige aanbeveling, blijven de conclusies ervan wat deze aanbeveling betreft geldig.

De effectbeoordeling, de samenvatting daarvan en het positieve advies met voorbehoud van de Raad voor regelgevingstoetsing zullen openbaar worden gemaakt.

Naast de effectbeoordeling zullen de potentiële effecten van de VHO op het gebied van economie, sociale rechten, mensenrechten en milieu worden onderzocht door middel van een onafhankelijke duurzaamheidseffectbeoordeling door externe consultants. De duurzaamheidseffectbeoordeling zal parallel aan de onderhandelingen over een VHO worden uitgevoerd en gebaseerd zijn op een brede raadpleging van belanghebbenden, met name uit het maatschappelijk middenveld. De duurzaamheidseffectbeoordeling zal vóór de parafering van de VHO worden afgerond en de resultaten ervan zullen worden meegenomen in het onderhandelingsproces.

·Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Kmo's moeten kunnen profiteren van nieuwe zakelijke kansen en besparingen in het kader van de VHO dankzij liberalisering, een beter juridisch kader, betere douaneprocedures en transparantere regelgeving. De effectbeoordeling bevat gedetailleerde informatie over de potentiële effecten op betrokkenen en economische sectoren.

·Grondrechten

De grondrechten komen in de effectbeoordeling aan bod in de context van sociale rechten, mensenrechten en milieu.

De VHO moet een hoofdstuk bevatten over handel en duurzame ontwikkeling, in overeenstemming met het bestendige EU-beleid.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De VHO zal beperkte negatieve gevolgen hebben voor de begroting van de EU wat de douanetarieven betreft wegens tariefliberalisering. Indirecte positieve gevolgen worden verwacht in termen van een stijging van de middelen in verband met belasting over de toegevoegde waarde en bruto nationaal inkomen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

·Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende toezicht, evaluatie en rapportage

Wanneer de met Nieuw-Zeeland te sluiten VHO lang genoeg van kracht is geweest om zinvolle gegevens op te leveren, zal in overeenstemming met de in de mededeling 'Handel voor iedereen' uit 2015 aangegane verbintenis een grondige ex-postevaluatie worden uitgevoerd van de effecten van de overeenkomst. De effectbeoordeling bevat gedetailleerde informatie over de beoogde regelingen betreffende toezicht en evaluatie.

• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

·Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Niet van toepassing.

·Procedurele aspecten

De Commissie zal onderhandelen namens de EU.

Overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU wordt voorgesteld dat de Raad van de Europese Unie het Comité handelspolitiek aanwijst als het comité in overleg waarmee de onderhandelingen moeten worden gevoerd.

Overeenkomstig artikel 218, lid 10, VWEU wordt het Europees Parlement tijdens alle fasen van de procedure geïnformeerd.

De Commissie is verheugd dat de leden van de Raad van de Europese Unie de nationale parlementen steeds meer en in een vroeg stadium bij handelsbesprekingen betrekken, in overeenstemming met de desbetreffende institutionele praktijken. Zij moedigt de leden van de Raad van de Europese Unie aan om dit met betrekking tot deze aanbeveling voor een besluit van de Raad ook te doen, met inachtneming van Besluit 2013/488/EU van de Raad betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie 16 .

De Commissie informeert Nieuw-Zeeland over de interne regels van de EU inzake transparantie en de toegang van de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement tot onderhandelingsdocumenten.

De Commissie maakt deze aanbeveling en de bijlage daarbij onmiddellijk na de goedkeuring ervan openbaar.

De Commissie adviseert de onderhandelingsrichtsnoeren onmiddellijk na de goedkeuring ervan openbaar te maken.

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

OVERWEGENDE dat onderhandelingen moeten worden geopend met het oog op de sluiting van een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met het Comité handelspolitiek.

Artikel 4

Het besluit en de bijlage worden onmiddellijk na de goedkeuring ervan openbaar gemaakt.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1) europa.eu/rapid/press-release_STATEMENT-15-5947_en
(2) trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/january
(3) data.consilium.europa.eu/doc/document
(4) data.consilium.europa.eu/doc/document
(5) Artikel 21, lid 2, onder e), VEU.
(6) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52010DC2020  
(7) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52008DC0394
(8) eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:52011DC0702
(9) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52014DC0014
(10) Artikel 21, lid 2, onder b), VEU.
(11) Artikel 21, lid 2, onder f), VEU.
(12) https://ec.europa.eu/commission/priorities/jobs-growth-and-investment/investment-plan_nl
(13) https://ec.europa.eu/info/publications/work-programme-commission-key-documents-2017_nl
(14) trade.ec.europa.eu/consultations
(15) De openbare raadpleging via het internet had ook betrekking op de toekomstige economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Australië.
(16) eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32013D0488