Toelichting bij COM(2017)227 - Standpunt van de Commissie over de resolutie van het Parlement inzake de verplichtingen van de Commissie inzake visumwederkerigheid, en verslaglegging over de voortgang

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 2.5.2017


COM(2017) 227 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van het standpunt van de Commissie naar aanleiding van de resolutie van het Europees Parlement van 2 maart 2017 inzake de verplichtingen van de Commissie op het gebied van visumwederkerigheid, en tot verslaglegging over de voortgang


I.Inleiding

Op 12 april 2016 heeft de Commissie een mededeling gepresenteerd over de stand van zaken en mogelijke verdere stappen met betrekking tot de situatie van niet-wederkerigheid met een aantal derde landen op het gebied van visa 1 . In die mededeling werd opgemerkt dat met de actieve steun van de Commissie een oplossing was gevonden voor de meeste gemelde gevallen van niet-wederkerigheid met acht derde landen. Indien het betrokken derde land de visumplicht op 12 april 2016 echter niet heeft opgeheven, moet de Commissie op grond van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1289/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 2 een gedelegeerde handeling vaststellen om de visumvrijstelling voor onderdanen van het betrokken derde land voor een periode van twaalf maanden op te schorten. De verordening verplicht de Commissie rekening te houden met de consequenties van de opschorting van de visumvrijstelling voor de externe betrekkingen van de EU en haar lidstaten. De Commissie heeft in de mededeling beoordeeld welke de gevolgen en effecten zijn van de opschorting van de visumvrijstelling voor EU-burgers en -bedrijven en voor onderdanen van de betrokken derde landen. In de mededeling heeft de Commissie tevens het Europees Parlement en de Raad verzocht zich te beraden over de meest geschikte verdere stappen.

Bij wijze van follow-up heeft de Commissie in juli 3 en december 4 2016 twee mededelingen voorgelegd. In de mededeling van december toonde de Commissie zich tevreden dat Canada een duidelijke tijdsplanning had verstrekt voor het totstandbrengen van volledige visumwederkerigheid voor alle EU-burgers. Wat de Verenigde Staten betreft, heeft de Commissie toegezegd om, in overleg met de vijf lidstaten in kwestie, onverwijld weer alles in het werk te stellen om bij de nieuwe regering aan te dringen op volledige visumwederkerigheid, teneinde in de eerste helft van 2017 overeenstemming te bereiken over verdere stappen om deze doelstelling te bereiken. Bovendien heeft de Commissie toegezegd om zowel met het Europees Parlement als met de Raad nauw te blijven samenwerken om ervoor te zorgen dat de Europese Unie over deze belangrijke kwestie met één stem spreekt, en heeft zij toegezegd vóór eind juni 2017 verslag uit te brengen over de verdere vorderingen.

Deze mededeling dient beschouwd te worden als het standpunt dat de Commissie in de zin van artikel 265 VWEU inneemt naar aanleiding van de resolutie van het Europees Parlement van 2 maart over 'de verplichtingen van de Commissie op het gebied van visumwederkerigheid overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 539/2001' 5 . Daarnaast geeft de mededeling, bij wijze van follow-up van de vorige mededelingen, een stand van zaken sinds december 2016.


2.

II. Standpunten die zijn ingenomen naar aanleiding van de mededelingen


Op 2 maart 2017 heeft het Europees Parlement een niet-wetgevingsresolutie aangenomen over 'de verplichtingen van de Commissie op het gebied van visumwederkerigheid overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 539/2001'. In de resolutie stelt het Europees Parlement dat de Commissie wettelijk verplicht is om binnen een periode die op 12 april 2016 is verstreken, een gedelegeerde handeling vast te stellen om de visumvrijstelling tijdelijk op te schorten voor de onderdanen van derde landen die de visumplicht niet hebben opgeheven voor burgers van bepaalde lidstaten. Voorts verzoekt het Europees Parlement de Commissie uit hoofde van artikel 265 VWEU om uiterlijk binnen twee maanden na de datum van aanneming van de resolutie de vereiste gedelegeerde handeling vast te stellen.

Evenmin als in de vorige vier maanden heeft de Raad deze zaak besproken.


III. Ontwikkelingen en verdere stappen

3.

Canada (gemeld door Bulgarije en Roemenië)


Wat Canada betreft, werd in de follow-upmededeling van december melding gemaakt van aanzienlijke vooruitgang. In de aanloop naar de 16e topontmoeting van de EU en Canada op 30 oktober 2016 in Brussel verstrekte Canada een duidelijke tijdsplanning voor de totstandbrenging van volledige wederkerigheid inzake visumvrijstelling. De Canadese regering kondigde aan met ingang van 1 mei 2017 de visumplicht op te heffen voor Bulgaarse en Roemeense burgers die de laatste tien jaar over een Canadees tijdelijk verblijfsvisum beschikten of momenteel over een geldig VS-visum voor niet-immigranten beschikken. Canada zegde bovendien toe om als tweede stap met ingang van 1 december 2017 aan alle Bulgaarse en Roemeense burgers visumvrije toegang te verlenen.

De Commissie juicht toe dat Canada zijn belofte om per 1 mei 2017 de visumplicht voor de hierboven genoemde categorieën Bulgaarse en Roemeense onderdanen in te trekken, gestand heeft gedaan. Deze reizigers mogen nu naar of via Canada reizen met een elektronische reisautorisatie (eTA) in plaats van een visum. Aan de opheffing van de visumplicht gingen uitvoerige politieke en technische contacten tussen de Commissie, Canada en de Bulgaarse en de Roemeense regering vooraf. Daarnaast werd een campagne opgezet om de burgers van beide landen te informeren en vond er overleg plaats met de belangrijkste reisagentschappen en luchtvaartmaatschappijen.

Op 28 april 2017 gaf Canada in Brussel een laatste stand van zaken betreffende de opheffing van de visumplicht tijdens het gezamenlijk overleg over immigratie- en asielkwesties tussen vertegenwoordigers van de Commissie en van het Canadese ministerie van Immigratie, Vluchtelingen en Staatsburgerschap.

De Commissie zal zowel op technisch als op politiek niveau nauw contact blijven onderhouden met Bulgarije, Roemenië en Canada, om ervoor te zorgen dat met ingang van 1 december 2017 volledige visumwederkerigheid tot stand wordt gebracht.

4.

Verenigde Staten (gemeld door Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Polen en Roemenië)


In de follow-upmededeling van december werd opgemerkt dat de Verenigde Staten geen stappen hadden genomen in de richting van een opheffing van de visumplicht voor Bulgaarse, Kroatische, Cypriotische, Poolse en Roemeense staatsburgers. Daarom heeft de Commissie beloofd om, in nauw overleg met de vijf lidstaten in kwestie, weer alles in het werk te stellen om aan te dringen op volledige visumwederkerigheid, teneinde in de eerste helft van 2017 overeenstemming te bereiken over verdere stappen om deze doelstelling te bereiken.

De afgelopen maanden werden de politieke en technische contacten opgevoerd. Commissaris Avramopoulos herhaalde de oproep van de EU tot volledige visumwederkerigheid tijdens zijn ontmoeting met minister voor Binnenlandse Veiligheid Kelly, op 8 februari 2017 in Washington. De commissaris had bovendien een constructief follow-uponderhoud met gesprekspartners van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze gesprekpartners stemden ermee in een resultaatgericht proces op gang te brengen om de vijf betrokken EU-lidstaten op te nemen in het visumvrijstellingsprogramma.

Commissaris Avramopoulos belegde tevens een vergadering met ministers van de vijf betrokken lidstaten over verdere stappen om volledige visumwederkerigheid met de Verenigde Staten tot stand te brengen. Bij die gelegenheid beloofden de ministers om in een constructieve en positieve sfeer nauw met de Commissie en de Verenigde Staten samen te werken om zo spoedig mogelijk tot volledige visumwederkerigheid te komen, onder meer door op zoek te gaan naar voor alle partijen aanvaardbare tussenstappen. De commissaris en de ministers bespraken welke stappen aan EU-zijde kunnen worden genomen voor de totstandbrenging van volledige visumwederkerigheid, zowel ten voordele van de burgers van de EU en van de VS als ten bate van nauwe strategische betrekkingen in het algemeen.

Op technisch niveau is de visumwederkerigheid besproken tijdens de op 1 en 2 maart 2017 in Malta gehouden Europees-Amerikaanse bijeenkomst van hoge ambtenaren van Justitie en Binnenlandse Zaken, waar de Verenigde Staten hun verbintenis om de vijf lidstaten op te nemen in het visumvrijstellingsprogramma, bekrachtigden. Bij die gelegenheid werd door de Verenigde Staten echter ook onderstreept dat deze lidstaten nog niet voldoen aan alle eisen die in de wetgeving van de Verenigde Staten zijn vastgesteld. De Verenigde Staten wezen erop dat wanneer de Commissie een gedelegeerde handeling tot opschorting van de visumvrijstelling voor burgers van de Verenigde Staten zou vaststellen, dit feit alleen al voor de Verenigde Staten zou volstaan om tegenmaatregelen te nemen door de visumplicht weer in te voeren voor alle EU-burgers. Tevens werd gememoreerd dat het op grond van het visumvrijstellingsprogramma, zoals dat in het kader van de huidige wetgeving wordt toegepast, niet is toegestaan nieuwe landen op te nemen tenzij deze aan alle eisen voldoen.

Om een overzicht op te stellen van de eisen waaraan de vijf lidstaten nog moeten voldoen, is de Commissie gestart met het verzamelen van informatie bij de lidstaten en de Verenigde Staten.

De meest recente tripartiete bijeenkomst met de Verenigde Staten vond plaats op 25 april 2017 en had tot doel de stand van zaken op het gebied van de in het visumvrijstellingsprogramma gestelde eisen te evalueren en de werkzaamheden in verband met de nog te vervullen eisen te versnellen. Voor vier lidstaten bleef het grootste obstakel het visumweigeringspercentage 6 van ten hoogste 3 % dat is vastgesteld in de Amerikaanse Immigration and Nationality Act. Daarnaast voldeden sommige van hen nog niet aan een aantal andere eisen, zoals de dagelijkse rapportage aan de Interpol-databank voor gestolen of verloren reisdocumenten en de ondertekening en volledige tenuitvoerlegging van de overeenkomst ter preventie en bestrijding van zware criminaliteit 7 . Tijdens de vergadering werd met de Verenigde Staten afgesproken de werkzaamheden aan de nog te vervullen eisen van het visumvrijstellingsprogramma te versnellen gedurende de komende weken.

De komende weken zal de Commissie, in nauwe samenwerking met de vijf betrokken lidstaten, met de Verenigde Staten een traject consolideren dat moet worden goedgekeurd in een gemeenschappelijke verklaring van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU en de VS, die in juni 2017 samenkomen. Contacten en vergaderingen op hoog niveau – zoals de NAVO-top en de G7-top in mei, de bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de EU en de VS in juni, de G20-top in juli en de bijeenkomst van hoge ambtenaren van Justitie en Binnenlandse Zaken in september – zullen gelegenheden en kansen bieden om vooruitgang te waarborgen.


IV. Conclusie

De totstandbrenging van volledige visumwederkerigheid is nog steeds een prioriteit voor de Commissie, waarvoor zij zich zal blijven inzetten.

De Commissie is verheugd dat Canada zijn verbintenis is nagekomen door met ingang van 1 mei 2017 de visumplicht op te heffen voor Bulgaarse en Roemeense burgers die de laatste tien jaar over een Canadees tijdelijk verblijfsvisum beschikten of momenteel over een geldig VS-visum voor niet-immigranten beschikken. De Commissie zal overleg met Bulgarije, Roemenië en Canada blijven plegen om ervoor te zorgen dat de termijn voor de totstandbrenging van volledige visumwederkerigheid (1 december 2017) eveneens wordt gehaald.

Wat de Verenigde Staten betreft, merkt de Commissie op dat een resultaatgericht proces op gang is gebracht. De Commissie beschouwt dit proces, dat zij in nauwe samenwerking met de vijf betrokken lidstaten doorloopt, in de huidige omstandigheden als de meest geschikte stap vooruit. De voortgang zal hierdoor worden versneld mits alle partijen zich voor dit proces inzetten en constructief samenwerken. In dit verband is het essentieel ervoor te zorgen dat de Europese Unie over deze belangrijke kwestie met één stem spreekt.

Daarom is de Commissie van mening dat, met name gezien de vooruitgang die het afgelopen jaar is geboekt en gezien de lopende werkzaamheden, de vaststelling van een gedelegeerde handeling tot tijdelijke opschorting van de visumvrijstelling voor onderdanen van Canada en de Verenigde Staten momenteel contraproductief zou zijn en niet zou bijdragen tot het beoogde visumvrij reizen voor alle EU-burgers.

De Commissie zal de nauwe samenwerking met het Europees Parlement en de Raad voor de totstandbrenging van volledige visumwederkerigheid voortzetten en zal voor eind december 2017 verslag uitbrengen over de stand van zaken.

_________

(1)

COM(2016) 221 final van 12 april 2016.

(2)

Verordening (EU) nr. 1289/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 347 van 11.12.2013, blz. 74).

(3)

COM(2016) 481 final van 12 juli 2016.

(4)

COM(2016) 816 final van 21 december 2016.

(5)

www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-/+TA+P8-TA-2017-0060+0+DOC+XML+V0//EN&language=NL">www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-/+TA+P8-TA-2017-0060+0+DOC+XML+V0//EN&language=NL .

(6)

Tijdens de tripartiete bijeenkomst presenteerde de Amerikaanse delegatie de statistieken inzake visumweigering voor 2016: Bulgarije: 16,86 % (2015: 17,26 %); Kroatië: 6,78 % (2015: 5,29 %); Cyprus: 2,03 % (2015: 3,53 %); Polen: 5,37 % (2015: 6,37 %); Roemenië: 11,43 % (2015: 11,16 %). De Verenigde Staten wezen erop dat Cyprus weliswaar aan de 3 %-drempel voor visumweigeringen voldoet, maar dat zij alle ter zake relevante omstandigheden in ogenschouw nemen en de verdeling van het eiland een bijzonder probleem blijft.

(7)

Overeenkomst inzake de versterking van de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving met het oog op de preventie en bestrijding van zware criminaliteit ("PCSC-overeenkomst").