Toelichting bij SEC(2010)797 - Samenvatting van de effectbeoordeling - Begeleidend document bij het Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

3.

EUROPESE COMMISSIE


Brussel, 30.6.2010

SEC(2010) 797 definitief


WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

1.

Samenvatting


VAN DE EFFECTBEOORDELING


Begeleidend document bij het

4.

Voorstel voor een


VERORDENING VAN DE RAAD

inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

{COM(2010) 350 definitief}
{SEC(2010) 796}

2.

Samenvatting


VAN DE EFFECTBEOORDELING


Deze effectbeoordeling hoort bij het voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi.

1. Omschrijving van het probleem

In de Europese Unie kunnen uitvindingen worden beschermd door middel van nationale octrooien die door het Europees Octrooibureau (EOB) of door nationale octrooibureaus worden verleend. Er is geen unitair octrooi dat in de hele EU bescherming biedt, hetgeen leidt tot een gefragmenteerd octrooistelsel.

De fragmentatie wordt veroorzaakt door de ingewikkeldheid en de hoge kosten van geldigverklaring van Europese octrooien in de individuele lidstaten, die kunnen oplopen tot 40% van de totale kosten van octrooien in Europa. Zo is een Europees octrooi dat in 13 landen geldig is verklaard meer dan tien keer duurder dan een octrooi in de Verenigde Staten of Japan. Gewoonlijk beperken octrooihouders de bescherming dan ook tot enkele EU‑lidstaten.

De hoge kosten van geldigverklaring vloeien voort uit nationale vereisten inzake het indienen van vertalingen in de officiële talen van de landen waarin bescherming wordt gezocht:

- kosten die aan gespecialiseerde octrooivertalers dienen te worden betaald. Gemiddeld wordt 85 EUR per vertaalde bladzijde aangerekend, waarbij een octrooi een gebruikelijke lengte van 20 bladzijden heeft;

- vergoedingen die door octrooigemachtigden voor met vertaling samenhangende diensten worden aangerekend, zoals het bemiddelen tussen de octrooihouder en de nationale octrooibureaus, het beheren en nakijken van vertalingen, en het waarborgen van de naleving van nationale wetten. Deze vergoedingen variëren van ongeveer 150 tot 600 EUR per geldigverklaring;

- sommige nationale octrooibureaus rekenen officiële heffingen aan voor het publiceren van vertalingen, gaande van 25 tot 400 EUR.

Hier volgen enkele voorbeelden van gebruikelijke kosten van geldigverklaring voor een Europees octrooi van 20 bladzijden dat in het Duits werd verleend:

- geen kosten voor Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk aangezien er geen geldigverklaringvereisten gelden;

- meer dan 4 500 EUR voor 6 EU-lidstaten;

- bijna 12 000 EUR voor 13 EU-lidstaten.

De hoge kosten van geldigverklaring en de ingewikkeldheid zijn een gevolg van het feit dat een Europees octrooi in gemiddeld 5 EU-lidstaten geldig wordt verklaard. Het gemiddelde aantal geldigverklaringen nam gedurende de afgelopen 15 jaar af, terwijl het aantal bij het Europees Octrooiverdrag (EOV) aangesloten staten is toegenomen van 17 tot 37. In de grootste drie EU‑lidstaten ligt het percentage van de geldigverklaringen erg hoog. In 2003 werd van alle door het EOB verleende octrooien 95% in Duitsland geldig verklaard, 80% in Frankrijk, en 75% in het Verenigd Koninkrijk. Daarentegen werd slechts 40% van de Europese octrooien in andere lidstaten geldig verklaard.

Een laag aantal geldigverklaringen brengt een gefragmenteerd stelsel van octrooibescherming in de EU met zich mee, hetgeen een negatieve weerslag heeft op de werking van de interne markt. Rond individuele lidstaten worden octrooirecht"-grenzen" opgetrokken, wat de commerciële waarde van geoctrooieerde uitvindingen vermindert, grensoverschrijdende activiteiten belemmert, en zakelijke kansen onbenut laat. Een EU-octrooi daarentegen zou bescherming bieden die de hele EU zou bestrijken.

Inmiddels hebben enkele hervormingen plaatsgevonden om de vertaalkosten te verlagen. Op 1 mei 2008 is de Overeenkomst van Londen in werking getreden voor 14 bij het EOV aangesloten staten die zich ertoe verbonden hebben hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk, af te zien van vertaalvereisten. In vier EU-lidstaten (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk) werden de kosten van geldigverklaring volledig afgeschaft. In zes andere lidstaten (Denemarken, Letland, Litouwen, Nederland, Zweden en Slovenië), moeten vertalingen van de conclusies worden verstrekt. Zeventien lidstaten zijn echter geen partij bij de Overeenkomst van Londen en eisen een vertaling van het volledige octrooi in hun officiële talen. De Overeenkomst van Londen heeft weliswaar tot een kostenvermindering geleid, maar de verschillende geldigverklaringpraktijken zouden selectief gedrag bij octrooihouders kunnen uitlokken. Dit heeft ongewenste effecten op de werking van de interne markt:

- Door de concentratie van de octrooibescherming in enkele lidstaten dreigt ook een concentratie van O&O-investeringen en technologieoverdracht. Lage octrooiactiviteit in andere lidstaten heeft waarschijnlijk een secundair effect op O&O‑activiteiten en innovatie, hetgeen het mkb in het bijzonder treft. Hierdoor worden de structurele verschillen binnen de EU nog versterkt, waardoor de algemene concurrentiekracht wordt aangetast.

- Wat de afdwingbaarheid van octrooien betreft, kan de octrooihouder, indien goederen de EU binnenkomen via een lidstaat waarin een octrooi niet geldt, zich niet beroepen op het EU-douanewetboek om goederen tegen te houden waarvan wordt vermoed dat zij een inbreuk op het octrooi vormen. Deze goederen kunnen dan vrij circuleren binnen de interne markt.

2. Subsidiariteit

De invoering van Europese intellectuele eigendomsrechten om een eenvormige bescherming in de hele EU te bewerkstellingen en van de hiermee samenhangende talenregelingen is geregeld bij artikel 118 VWEU. Alleen de EU is gemachtigd om op te treden en een eenvormig EU-octrooi en de bijbehorende vertaalregeling in te voeren.

3. Doelstellingen

Op 3 maart 2010 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de Europa 2020-strategie, die in het teken staat van drie elkaar versterkende prioriteiten: slimme, duurzame en inclusieve groei. De eerste prioriteit vereist het versterken van kennis en innovatie als drijvende krachten achter toekomstige groei. Een sleutelelement hierbij is het verbeteren van de randvoorwaarden voor bedrijven die willen innoveren, met inbegrip van het invoeren van één EU-octrooi en een gespecialiseerd octrooigerecht. Door het verschaffen van eenvormige bescherming van octrooirechten op de interne markt zal het EU-octrooi de voorwaarden voor O&O‑investeringen verbeteren, vooral in regio's met een innovatieactiviteit die beneden het gemiddelde ligt. Hierdoor zou het bereiken van de doelstelling om 3% van het bbp in O&O te investeren, zoals bevestigd in de Europa 2020‑strategie, moeten worden vergemakkelijkt.

Raadpleging van de belanghebbende partijen, in het bijzonder de brede raadpleging over het toekomstige octrooibeleid in Europa die in 2006 werd gehouden, heeft aangetoond dat de invoering van een EU-octrooi een toegevoegde waarde zou betekenen naast de reeds bestaande nationale en Europese octrooistelsels. Octrooibescherming zou toegankelijker worden voor het hele Europese bedrijfsleven en dus ook voor het mkb. Vertaalregelingen dienen daarom de volgende kenmerken te hebben:

i) zij moeten kosteneffectief zijn (waardoor kan worden geconcurreerd met octrooisystemen in andere belangrijke wereldeconomieën),

ii) zij moeten vereenvoudigd zijn (waarbij een passend evenwicht wordt bewerkstelligd tussen de behoeften van innoverende bedrijven aan technologische informatie enerzijds en kosten anderzijds),

iii) zij moeten rechtszeker zijn (waarbij onzekerheid wegens de rechtsgevolgen van vertalingen wordt vermeden).

4. Beleidsopties en analyse van de effecten

4.1. Inleiding

Alle geanalyseerde opties zijn op de volgende beginselen gebaseerd:

1) Centraal bijhouden van vertalingen en elektronische publicatie. Bij het verlenen van het octrooi dienen alle vereiste vertalingen centraal door het EOB te worden bijgehouden, dat verantwoordelijk zal zijn voor de elektronische publicatie van het EU-octrooi en eventuele vertalingen van de conclusies. Deze maatregel alleen al zal leiden tot aanzienlijke kostenverminderingen en een belangrijke vereenvoudiging ten opzichte van de huidige situatie.

2) Automatische machinevertalingen. Automatische machinevertaalprogramma's voor octrooischriften zullen een aanvulling vormen op manuele vertalingen die bij de verlening van octrooien worden verstrekt. Dit zal de verspreiding van technologische informatie naar onderzoekers toe bevorderen en het EU-octrooi een meertalig karakter verschaffen. Automatische machinevertalingen zullen gebruikers toegang tot octrooiaanvragen verschaffen wanneer zij door het EOB worden gepubliceerd. Automatische machinevertalingen zouden kosteloos zijn, uitsluitend informatiedoeleinden dienen en geen rechtsgevolgen hebben.

3) Volledige vertaling in geval van een geschil. Bij een geschil betreffende een EU-octrooi verstrekt de octrooihouder op zijn kosten en op verzoek van een vermeende inbreukmaker een volledige vertaling van het octrooi in een officiële taal van de lidstaat waarin de vermeende inbreuk heeft plaatsgevonden of waarin de vermeende inbreukmaker gevestigd is. Naar schatting vormen minder dan 1% van alle octrooien het voorwerp van een geschil.

4) Vergoeding van kosten. Een aanvraag voor een EU-octrooi mag in gelijk welke taal worden ingediend. Indien deze taal geen officiële EOB-taal is, moet binnen de voorgeschreven tijdslimiet een vertaling worden verstrekt opdat de aanvraag kan worden behandeld. Voor aanvragers wier woonplaats of voornaamste activiteit zich bevindt in een lidstaat die geen officiële taal gemeen heeft met het EOB, komen de vertaalkosten ten laste van het stelsel.

De volgende opties werden tijdens de effectbeoordeling onderzocht:

Uitgangsscenario – geen voorstel inzake vertaalregelingen voor het EU-octrooi.

Optie 1 – EU-octrooien worden behandeld, verleend en gepubliceerd in het Engels.

Optie 2 – EU-octrooien worden behandeld, verleend en gepubliceerd in één van de drie EOB‑werktalen; conclusies worden in de twee andere werktalen vertaald.

Optie 3 – EU-octrooien worden behandeld, verleend en gepubliceerd in één van de drie EOB‑werktalen; conclusies worden in de andere vier meest gesproken EU-talen vertaald.

Optie 4 – EU-octrooien worden behandeld, verleend en gepubliceerd in één van de drie EOB‑werktalen; conclusies worden in alle officiële EU-talen vertaald.

De analyse van de beleidsopties is vooral gericht op de belangrijkste economische effecten van vertaalregelingen voor het EU-octrooi. Dit omvat de gebruikers van het octrooistelsel (in hun totaliteit en het mkb in het bijzonder), innovatoren in het algemeen, gebruikers van octrooiinformatie en professionele diensten die met vertalingen verband houden.

4.2. Uitgangsscenario

Indien de Commissie geen voorstel voor een verordening inzake vertaalregelingen voor het EU-octrooi indient, kan het ook nooit werkelijkheid worden. Dit zou de tegenovergestelde benadering zijn van de conclusies van de Raad van 4 december 2009 en de Europa 2020‑strategie. Bij deze optie zouden de hoge kosten van het huidige Europese octrooistelsel die door de vertaling- en geldigverklaringvereisten worden veroorzaakt, niet worden aangepakt. Ook de fragmentering van het stelsel zou niet worden verholpen, waardoor de werking van de interne markt wordt belemmerd.

Indien meer lidstaten zich bij de Overeenkomst van Londen zouden aansluiten, kan dit eventueel tot lagere vertaalkosten leiden. Maar zelfs indien alle lidstaten tot de Overeenkomst van Londen zouden toetreden, zouden dure vertaalregelingen voor het Europees octrooi blijven bestaan aangezien vertaling van octrooiconclusies nog steeds door een aantal nationale wetten wordt vereist.

4.3. Optie 1

Volgens deze optie zou Engels de proceduretaal voor het EU-octrooi worden en zouden er geen verdere vertalingen worden geëist. Een significant deel van de gebruikers van het octrooistelsel in Europa zou een positief effect ondervinden. Diegenen die Europese octrooiaanvragen in het Engels indienen, zouden bij verlening van het octrooi de conclusies niet langer in het Frans en het Duits hoeven te vertalen. Optie 1 zou echter wel een negatieve weerslag hebben op de vele gebruikers die momenteel Europese octrooiaanvragen in het Frans en het Duits indienen. Ongeveer 48% van alle aanvragen van Europese oorsprong worden bij het EOB in het Frans of Duits ingediend.

Optie 1 zou een wijziging van het bestaande EOB-drietalenstelsel voor EU-octrooiaanvragen inhouden. Alle schriftelijke en mondelinge communicatie voor verlening- en oppositieprocedures bij het EOB zou in het Engels plaatsvinden. Bedrijven die momenteel Europese octrooien in het Frans of Duits aanvragen, zouden met aanzienlijke veranderingen bij het indienen van EU-octrooiaanvragen worden geconfronteerd. Door het wegnemen van de flexibiliteit van het huidige stelsel waarbij vele EU-bedrijven voordeel hebben, zou optie 1 een effect kunnen hebben op het wereldwijd concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven en in het bijzonder van het mkb. Het EU-octrooi zou daarom misschien niet de verwachte voordelen opleveren gezien het mogelijk beperkte gebruik ervan door Europese bedrijven die momenteel geen Engels gebruiken in hun communicatie met het EOB.

Andere betrokken groepen, waaronder gebruikers van octrooiinformatie en verrichters van professionele diensten die met vertalingen verband houden, zouden op negatieve wijze worden beïnvloed. Alleen vertalers met Engels als moedertaal zouden bij deze optie baat hebben aangezien alle aanvragen en procedurele documenten voor EU-octrooien in het Engels zouden zijn.

4.4. Optie 2

Deze optie stemt overeen met het huidige EOB-stelsel, waarbij de procedures in één van de drie werktalen verlopen. Bij het verlenen van het EU-octrooi, zou de octrooihouder het EOB een vertaling van de conclusies in de twee andere werktalen verschaffen. De vertalingen van de conclusies zouden geen rechtsgevolgen hebben.

Het octrooistelsel zou een positief effect hebben op de gebruikers. Alle vertaal- en geldigverklaringvereisten na de verlening zouden wegvallen, met als resultaat drastische kostenverminderingen alsook een aanzienlijke vereenvoudiging. Vertaalkosten zouden ongeveer 680 EUR per octrooi bedragen. Dit bedrag stemt overeen met de minimumkosten van vertalingen van conclusies die bij het verlenen van een Europees octrooi moeten worden ingediend. In tegenstelling tot optie 1, zou optie 2 het taalstelsel van het EOB niet beïnvloeden.

Deze optie zou leiden tot voordelen voor de meeste groepen, waaronder alle gebruikers van het octrooistelsel alsook het mkb, innovatoren in het algemeen en de gebruikers van octrooiinformatie. Alleen verrichters van professionele diensten die met vertalen verband houden, zouden negatief worden beïnvloed door het schrappen van vertaalvereisten na octrooiverlening.

4.5. Optie 3

Vóór de EU-octrooiverlening volgt deze optie het huidige stelsel voor Europese octrooiaanvragen. Bij de verlening zouden de conclusies in de vier andere meest gesproken EU-talen moeten worden vertaald (d.w.z. de twee andere EOB-werktalen en de twee andere meest gesproken EU-talen, namelijk Italiaans en Spaans).

Optie 3 zou de gebruikers van het octrooistelsel in Europa positief beïnvloeden dankzij beduidende vereenvoudigingen en kostenverminderingen. De rechtstreekse vertaalkosten zouden ongeveer 1 360 EUR per octrooi bedragen.

Optie 3 leidt tot hogere kosten per octrooi voor de aanvragers, maar blijft betaalbaar voor gebruikers van het octrooistelsel en innovatoren in het algemeen. Gebruikers van octrooiinformatie zouden positieve gevolgen ondervinden dankzij de beschikbaarheid van conclusies in de meest gesproken EU-talen. Verrichters van professionele diensten zouden dan weer een negatief effect ondervinden, maar minder dan bij optie 2.

4.6. Optie 4

Optie 4 stemt overeen met de gemeenschappelijke politieke benadering van 3 maart 2003. Het EU-octrooi zou in één van de drie EOB-werktalen worden behandeld, verleend en gepubliceerd. Bij de octrooiverlening zou de octrooihouder een vertaling van de conclusies in alle vereiste officiële EU-talen verschaffen.

Deze optie zou de invoering van een EU-octrooi met hoge vertaalkosten betekenen en de voordelen van één enkele EU-titel tenietdoen. De kosten van de vertaling van de conclusies in de 20 andere talen die momenteel in de EU-lidstaten worden gesproken, zouden ongeveer 6 800 EUR per octrooi bedragen.

Wegens de onbevredigende vertaalregelingen hebben de belanghebbende partijen de gemeenschappelijke politieke benadering op ondubbelzinnige wijze verworpen. Octrooigebruikers, en met name het mkb, zeggen luid en duidelijk dat deze optie voor het EU‑octrooi te duur zou zijn. In een beperkte tijdspanne zouden zij immers talrijke vertalingen moeten indienen en beheren. Voorts zouden beslissingen moeten worden genomen die het unitair karakter van het EU‑octrooi kunnen beïnvloeden, wanneer bijvoorbeeld een vertaling in een bepaalde taal niet werd ingediend.

Niettegenstaande deze nadelen is het zo dat octrooiinformatie in vele Europese talen een stuk toegankelijker zou zijn indien de vertalingen snel beschikbaar waren. Verrichters van professionele diensten die met vertalingen verband houden, zouden eveneens voordeel hebben indien van een dergelijk duur EU-octrooi zou worden gebruikgemaakt. Het is echter niet uitgesloten dat er voor bepaalde talen niet genoeg gespecialiseerde octrooivertalers beschikbaar zijn.

5. Vergelijking van de opties

Alhoewel optie 1 een eenvoudige en kosteneffectieve oplossing lijkt, zou zij uitmonden in een ingrijpende wijziging van het huidige EOB-stelsel, dat flexibiliteit qua proceduretalen biedt. Een overstap naar een eentalig Engels stelsel zou de meerderheid van Europese aanvragers (die Frans of Duits gebruiken) kunnen afhouden van het aanvragen van een EU-octrooi.

Optie 2 zou daarom een grotere voorkeur verdienen aangezien het succesvolle EOB-taalstelsel dat vóór de octrooiverlening van toepassing is, wordt behouden. Deze optie is tevens kosteneffectief, eenvoudig en rechtszeker.

Het vijftalenstelsel van optie 3 zou even eenvoudig en rechtszeker zijn als optie 2, maar hogere rechtstreekse vertaalkosten met zich meebrengen en aldus veel minder kosteneffectief zijn.

Door de vertaling van conclusies in alle officiële EU-talen te vereisen, zou optie 4 de gebruikers van het systeem voor hoge financiële kosten en risico's plaatsen. Deze optie zou niet kosteneffectief, eenvoudig of rechtszeker zijn.

6. Toezicht en evaluatie

Met het EU-octrooi wordt beoogd betere voorwaarden voor innovatie binnen Europa tot stand te brengen. De innovatie-activiteit wordt gemeten door INNO-Metrics, dat het Europese Innovatiescorebord (EIS) en de Eurobarometer omvat. In het kader van de Europa 2020‑strategie verbindt de Commissie zich er eveneens toe een nieuwe indicator te ontwikkelen om innovatie op te volgen.

Het EU-octrooi zou naast de bestaande Europese en nationale octrooisystemen bestaan. Ook het aantal octrooien dat door octrooibureaus wordt gepubliceerd, moet derhalve worden gemonitord om ervoor te zorgen dat de gekozen opties voldoen aan de behoeften van innovatoren, ook wat vertaalregelingen betreft.

NL NL