Toelichting bij COM(2014)246 - Intrekking Richtlijn 93/5/EEG van de Raad over bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken ivm levensmiddelen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2014)246 - Intrekking Richtlijn 93/5/EEG van de Raad over bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij ... |
---|---|
bron | COM(2014)246 |
datum | 05-05-2014 |
Inhoudsopgave
In december 2012 heeft de Commissie het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Regulatory Fitness and Performance Programme - REFIT)[1] gestart om een eenvoudig, duidelijk, stabiel en voorspelbaar regelgevend kader voor ondernemingen, werknemers en burgers te garanderen.
In dit kader heeft de Commissie zich ertoe verbonden om overbodig geworden of achterhaalde regelgeving in te trekken.
Het doel van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad was de soepele werking van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding te waarborgen door wetenschappelijke steun van de lidstaten te bevorderen en door de samenwerking met de relevante nationale instanties inzake wetenschappelijke kwesties in verband met de veiligheid van levensmiddelen te organiseren. Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding was oorspronkelijk opgericht bij Besluit 74/234/EEG van de Commissie[2], dat daarna werd vervangen door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat werd opgericht bij Besluit 95/273/EG van de Commissie[3] en tot slot door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat werd opgericht bij Besluit 97/579/EG van de Commissie[4].
Naar aanleiding van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[5] zijn de wetenschappelijke taken die aan het Wetenschappelijk Comité voor menselijke voeding zijn toevertrouwd, overgenomen door het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. Besluit 97/579/EG van de Commissie, waarbij het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding is opgericht, is vervolgens ingetrokken bij Besluit 2004/210/EG[6].
Op grond van Verordening (EG) nr. 178/2002 is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ook de bevoegde autoriteit geworden om de wetenschappelijke samenwerking met de lidstaten en de relevante nationale instanties die actief zijn op de gebieden die tot de taakstelling van de Autoriteit behoren, te bevorderen.
Daarom is Richtlijn 93/5/EG achterhaald en dient zij te worden ingetrokken.
De aard van de richtlijn van de Raad vereist niet de toelichtende stukken als bepaald in de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie[7].
De Commissie wordt opgeroepen dit voorstel goed te keuren en het onverwijld naar het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de nationale parlementen door te sturen.
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.