Toelichting bij COM(2012)537 - Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52012DC0537

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU /* COM/2012/0537 final */


1.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S


Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve van groei en banen in de EU

2.

1. Een grotendeels onontgonnen hulpbron voor de Europa 2020-strategie


Cultuur vormt de kern van ons sociale weefsel. Zij vormt onze identiteit, onze ambities en onze relaties met anderen en de wereld. Cultuur geeft ook vorm aan de plaatsen en omgevingen waarin we wonen en de levensstijlen die we ontwikkelen. Erfgoed, beeldende kunst en voorstellingen met publiek, bioscoop, muziek, publicaties, mode of ontwerp zijn nadrukkelijk aanwezig in het dagelijkse leven, maar de bijdrage die de culturele en creatieve sectoren[1] kunnen leveren aan de sociale en economische ontwikkeling in de EU, wordt nog niet volledig erkend. Bovendien brengen de globalisering en de digitale omwenteling grote uitdagingen met zich mee, maar de nodige aanpassingen moeten nog in gang worden gezet zodat deze sectoren hun potentieel volledig kunnen realiseren en de erkende uitmuntendheid van Europa als voordeel op het wereldtoneel beter wordt gewaardeerd. Deze mededeling stelt een strategie voor om het potentieel van deze sectoren in de EU nog meer te benutten en zo bij te dragen tot groei en werkgelegenheid.

3.

Sterke groeisectoren


De economische prestaties van de culturele en creatieve sectoren zijn gekend: in de EU zijn deze sectoren goed voor 3,3 % van het bbp en stellen zij 6,7 miljoen mensen tewerk (3 % van de werkgelegenheid)[2].

De cijfers zijn ook significant wanneer de modesector[3] en de sector van de luxegoederen[4] in overweging worden genomen. Dat zijn sectoren die afhangen van een sterke culturele en creatieve input. Zij zijn goed voor 3 % van het Europese bbp en stellen respectievelijk 5 en 1 miljoen mensen tewerk. De werkgelegenheid in de luxegoederenindustrie zal tegen 2020 waarschijnlijk naar 2 miljoen mensen stijgen[5].

Tussen 2008 en 2011 is gebleken dat de werkgelegenheid in de culturele en creatieve sectoren beter dan gemiddeld overeind bleef in de Europese economie[6]. De groei schommelde echter wel tussen de subsectoren. Deze tendens is overigens nog interessanter aangezien sommige sectoren meer jongeren tewerkstellen dan de rest van de economie.

In sommige gevallen hebben strategische investeringen in deze sectoren op lokaal en regionaal niveau spectaculaire resultaten opgeleverd. In het bijzonder festivals en de Europese culturele hoofdsteden zorgen voor belangrijke economische voordelen, waarbij in sommige gevallen elke euro in tienvoud wordt terugverdiend.

4.

Katalysator voor innovatie


De culturele en creatieve sectoren bevinden zich op het kruispunt van kunst, het bedrijfsleven en technologie. Zij bevinden zich dan ook in een strategische positie om invloed uit te oefenen op andere industrieën. Zij dienen als voedingsbodem voor ICT-toepassingen en creëren vraag naar geavanceerde consumentenelektronica en telecommunicatieapparatuur. Cultuur en creativiteit hebben ook directe gevolgen voor sectoren zoals toerisme en zijn geïntegreerd in alle schakels van de waardeketen van andere sectoren zoals de mode- en de luxegoederenindustrie, waar hun belang als onderliggende stimulans groeit[7].

Deze sectoren beïnvloeden in het algemeen de innovatie in andere industrietakken. Zoals benadrukt in de Innovatie-Unie[8], wordt innovatie steeds vaker aangewakkerd door niet-technologische factoren als creativiteit, ontwerp en nieuwe organisatorische processen of bedrijfsmodellen. Er is een sterke afhankelijkheid van creatieve ecosystemen waarin de kwaliteit en de verscheidenheid aan partnerschappen tussen verschillende sectoren en het soort spelers bepalend zijn. Het meest voor de hand liggende voorbeeld is het algemene gebruik van ontwerp in de verwerkende industrieën om waarde toe te voegen aan producten, diensten, processen en marktstructuren. Bedrijven die dubbel zo veel als gemiddeld uitgeven aan creatieve input, brengen 25 % meer productinnovaties op de markt[9].

Dit potentieel als katalysator kan ook een fundamentele bron voor sociale innovatie vormen en als antwoord dienen op grote maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaatverandering, duurzame ontwikkeling, demografische veranderingen of culturele diversiteit[10]. Zo kunnen de culturele en creatieve sectoren in samenwerking met scholen en beroepsopleidingen een bijdrage leveren tot het ontwikkelen van de verschillende vaardigheden die nodig zijn rond creativiteit en ondernemerschap, kritisch denken en het nemen van risico's en acties. Die vaardigheden zijn namelijk nodig voor het concurrentievermogen van de EU in de kennismaatschappij.

Een belangrijk element in de wereldwijde concurrentie en 'soft power'

De internationale partners van Europa investeren al heel wat in de culturele en creatieve sectoren. De VS investeert al tientallen jaren in deze strategische economische sectoren om hun wereldwijde aanwezigheid te bevestigen. Andere landen zoals China, Zuid-Korea of India investeren ook op grote schaal om hun economisch potentieel en 'soft power' te vergroten. Om dat te doen gaan zij internationaal de strijd aan om creatieve talenten binnen te halen. De overheidsinvesteringen in China op het vlak van cultuur zijn sinds 2007 elk jaar met 23 % gestegen en er zijn plannen om het aandeel van de sector in het bbp tegen 2015 te verhogen van 2,5 % tot 5‑6 %[11].

Terwijl in Europa de mode- en luxegoederenindustrieën een steeds grotere bijdrage leveren aan de Europese uitvoer[12] en de promotie van Europese uitmuntendheid in de wereld, wordt het potentieel van andere sectoren zoals film of muziek in het buitenland nog steeds niet strategisch benut. De uitdaging is zowel het verhogen van de uitvoer ten voordele van de EU-economie als het tot stand brengen van een dynamisch beeld van een aantrekkelijk en creatief Europa dat openstaat voor culturen en talenten uit de hele wereld.

5.

2. Uitdagingen omvormen in nieuwe groei en werkgelegenheid


De culturele en creatieve sectoren worden geconfronteerd met een snel veranderende omgeving aangedreven door de digitale omwenteling en de globalisering. Dat leidt tot de opkomst van nieuwe spelers, het naast elkaar bestaan van zeer grote structuren en micro-entiteiten, een progressieve transformatie van de waardeketens en evoluerende attitudes en verwachtingen bij de consument. Hoewel deze uitdagingen ook grote kansen bieden op het vlak van lagere productiekosten of nieuwe distributiekanalen, moet er eerst op verschillende niveaus actie worden ondernomen.

In deze wijzigende context blijft toegang tot financiering een groot probleem: de bankensector beschikt niet over de nodige deskundigheid om bedrijfsmodellen in deze sectoren te analyseren en waardeert onvoldoende hun immateriële activa. De financiële en economische crisis maakt deze situatie alleen maar prangender op een moment waarop deze sectoren investeringen nodig hebben om zich te kunnen aanpassen.

Deze sectoren worden ook gekenmerkt door een hoge versnippering langs nationale en taalkundige grenzen. Hoewel de resulterende culturele diversiteit een duidelijke troef is voor Europa, leidt dit tot een beperkt en suboptimaal grensoverschrijdend verkeer van culturele en creatieve werken en ondernemers binnen en buiten de EU, maar ook tot een geografische onbalans en bijgevolg een beperkte keuze voor de consument.

Er vindt een krachtige dynamiek plaats op de grenzen tussen de verschillende sectoren (bijvoorbeeld via de groeiende verwevenheid tussen games, film en muziek) en met andere industrieën (zoals mode, luxegoederen of toerisme). Toch worden deze sectoren en het bijbehorende beleid vaak in hokjes ingedeeld waardoor de mogelijkheden tot synergieën en het ontstaan van nieuwe oplossingen en nieuwe ondernemingen worden beperkt.

Al deze uitdagingen hebben specifieke gevolgen voor de verschillende sectoren, maar vergen een uitgebreid strategisch antwoord waarbij alle spelers worden betrokken, van het lokale niveau tot het EU-niveau.

3. De behoefte aan een meerlagige strategie – de rol van de lidstaten

6.

Een holistische aanpak voor geïntegreerde strategieën


Ondanks de grote verscheidenheid aan nationale en regionale situaties, volgt de ontwikkeling van succesvolle strategieën om uitdagingen om te vormen in nieuwe groei en werkgelegenheid in de EU meestal hetzelfde patroon[13].

In de regel zijn succesvolle strategieën voor de culturele en creatieve sectoren gebaseerd op het volledig in kaart brengen en mobiliseren van de culturele en creatieve middelen in een bepaald gebied. Zij zijn holistisch, roepen op tot samenwerking tussen verschillende afdelingen (cultuur, industrie, economie, onderwijs, toerisme, territoriale planning enz.) en alle relevante openbare en particuliere belanghebbenden worden erbij betrokken, zodat zij meer verantwoordelijkheid nemen. Strategieën moeten ook onderbouwd zijn door onderzoek zodat zij doeltreffend, efficiënt en duurzaam zijn. Voor elk belangrijk thema – van het ontwikkelen van vaardigheden tot het toegang krijgen tot financiering en de wereldmarkten enz. – identificeren deze strategieën welke problemen door een algemeen beleid en algemene instrumenten kunnen worden aangepakt en voor welke problemen een aanpak op maat nodig is. Dit geldt voor alle overheidsniveaus: het lokale, regionale, nationale en het EU-niveau.

De voorbije jaren zijn enkele lidstaten, regio's en steden zoals het Verenigd Koninkrijk, Estland, Wallonië, Puglia, Barcelona, Amsterdam erin geslaagd om het buitengewone potentieel aan te spreken in hun culturele en creatieve sectoren om sociaaleconomische ontwikkeling te stimuleren en steeds meer ad-hocstrategieën te ontwikkelen, maar op andere plaatsen zit men nog maar in het beginstadium. Daar waar strategieën werden ontwikkeld, wordt vaak de nadruk gelegd op het versterken van deze sectoren en nog niet op het stimuleren van samenwerking en overloopeffecten.

7.

Belangrijkste beleidsfactoren


Om een antwoord te bieden op de grote uitdagingen is een gezamenlijke actie nodig, vooral op de volgende vlakken.

8.

De veranderende behoefte aan vaardigheden aanpakken


Er is behoefte aan een sterkere samenwerking tussen de culturele en creatieve sectoren, sociale partners, en opleidings- en onderwijsinstellingen, zowel via initiële opleiding als via voortgezette professionele ontwikkeling. Dit kan de sectoren de mix van vaardigheden bezorgen die nodig is voor een creatief ondernemerschap in een snel veranderende omgeving. Bovendien worden sommige sectoren geconfronteerd met een tekort aan werknemers met technische en traditionele vaardigheden en vakmanschap, omdat vooral jonge mensen minder geïnteresseerd zijn om zulke vaardigheden te leren.

Creatieve vaardigheden moeten vanaf een jonge leeftijd worden aangeleerd om de basis te leggen voor een voortdurende vernieuwing van creatief talent en om de vraag naar meer diverse en geavanceerde creatieve inhoud en producten te stimuleren. Vanuit het oogpunt van een leven lang leren kunnen creatieve vaardigheden en competenties helpen in te spelen op de veranderende eisen van de arbeidsmarkt.

Samenwerkingsverbanden met het onderwijs kunnen ook bijdragen aan een stimulerende leeromgeving om leerlingen, vooral wanneer zij het moeilijk hebben, te helpen bij het verwerven van basisvaardigheden en het ontwikkelen van competenties die nodig zijn voor hun professionele loopbaan zodat hun inzetbaarheid wordt verbeterd. Creatieve en culturele initiatieven op lokaal niveau kunnen bijdragen aan de integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen en kansen bieden aan mensen die in achterstandswijken wonen.

9.

Toegang tot financiering verbeteren


De geringe omvang van culturele en creatieve ondernemingen, de onzekerheid over de vraag naar hun producten, het complexe karakter van hun bedrijfsplannen en het gebrek aan materiële activa vormen obstakels om externe financiering te vinden. Hoewel financiering in de vorm van aandelenkapitaal, 'angel'-financiering, durfkapitaal en waarborgen alternatieve financieringsmogelijkheden vormen, worden zij nog te weinig gebruikt. Er is ook anekdotisch bewijs van een lacune in de markt wat betreft de financiering van uitvoertransacties.

Financiële instellingen moeten zich daarom beter bewust worden van het economische potentieel van deze sectoren en zij moeten beter worden in het beoordelen van ondernemingen die zijn gebaseerd op immateriële activa. Op hetzelfde moment moeten de ondernemers in deze sectoren hulp krijgen om beter te begrijpen wat in een bedrijfsplan moet worden opgenomen en hoe fondsen toegewezen worden, zodat zij hun activiteiten kunnen financieren en kunnen groeien.

10.

De markt vergroten: nieuwe partnerschappen en bedrijfsmodellen


Instellingen en diensten op het gebied van kunst en cultuur moeten een groter publiek aanspreken, nieuwe kansen grijpen (vooral over de grenzen) en reageren op wijzigingen in het gedrag en de verwachtingen van het publiek. Er ontstaan nieuwe diensten die gebruikmaken van de mogelijkheden van ICT en internet om beter in te spelen op de vraag van consumenten om toegang te krijgen tot een brede waaier aan inhoud en producten en een sterkere deelname aan het creatieve proces. Deze nieuwe werkwijzen en diensten moeten zich ook vertalen in nieuwe bronnen van inkomsten.

Om door te gaan met het creëren, produceren en distribueren van digitale inhoud op alle platformen, moeten de culturele en creatieve sectoren strategische en eerlijke partnerschappen aangaan met andere sectoren die kunnen leiden tot innovatieve bedrijfsmodellen waarmee inhoud op verschillende manieren toegankelijk wordt. Zo kan een evenwicht worden gevonden tussen de inkomsten van de eigenaars en de toegang van het grote publiek tot inhoud en kennis om zo culturele geletterdheid en mediageletterdheid te bevorderen. In die context moet het volledige potentieel van Europeana[14], het centrale toegangspunt voor de digitale collecties van de bibliotheken, musea en archieven in Europa, beter worden benut als basis voor het nieuwe ecosysteem van applicaties en digitale producties die gericht zijn op toerisme, onderwijs, creatie en cultuur.

11.

Internationaal onderzoek uitbreiden


Een slim beleid op het vlak van internationalisering en het stimuleren van de uitvoer is nodig om een grote meerderheid van kleine organisaties en bedrijven actief te laten zijn in een mondiale omgeving zodat zij een nieuw publiek en nieuwe markten kunnen bereiken. Het is noodzakelijk om de meest doeltreffende ondersteunende diensten te identificeren, de toegang tot buitenlandse markten te vergemakkelijken, gesprekken over regelgeving te intensifiëren en mogelijke faciliteiten te beoordelen om risico's te delen. Het bundelen van middelen en een betere samenwerking tussen de verschillende spelers in de EU zijn twee factoren die verder kunnen worden uitgediept om een sterkere culturele en creatieve aanwezigheid van Europa in de wereld te bevorderen en een aantrekkelijker beeld te scheppen van Europa waarbij ons uitmuntende erfgoed wordt gekoppeld aan baanbrekende creativiteit.

12.

Sectoroverschrijdende kruisbestuiving stimuleren


De culturele en creatieve sectoren hebben een multidisciplinaire omgeving nodig waarin zij in contact kunnen komen met ondernemingen uit andere industrieën. Elke publieke actie die dit verder probeert te ontwikkelen, heeft een sectoroverschrijdende kruisbestuiving nodig. Hiervoor moeten betere bedrijfsondersteunende instrumenten worden ontwikkeld en getoetst, samen met een beleid dat gericht is op het vergemakkelijken van sectoroverschrijdende verbanden en overloopeffecten. Het impliceert dat verandering moet worden gestimuleerd in de sectoren zelf, terwijl nieuwe vaardigheden en competenties worden toegevoegd in andere industrieën en vice versa.

Het vereist ook een betere samenhang tussen verschillende beleidsvormen, waarbij met name rekening wordt gehouden met economie, industrie, onderwijs, toerisme, innovatie, stedelijke en regionale ontwikkeling en territoriale planning.

Gelet op het voorgaande worden alle lidstaten op alle territoriale niveaus, met inbegrip van alle relevante openbare en particuliere betrokken partijen , uitgenodigd om:

- een volledige analyse te maken van het potentieel van de CCS[15] voor een intelligente, alomvattende en duurzame groei en om zij verder te integreren in hun ontwikkelingsstrategieën op alle niveaus, vooral in de context van intelligente specialisatiestrategieën[16];

- de samenwerking te versterken binnen de CCS en met andere sectoren zoals ICT, toerisme enz. onder meer door gezamenlijke initiatieven om het sectoroverschrijdende begrip te verbeteren en bij te dragen tot de ontwikkeling van een meer open, innovatieve en ondernemingsgerichte houding in de economie;

- de oprichting van platformen, netwerken en clusters tussen alle openbare en particuliere betrokkenen die relevant zijn voor de CCS aan te moedigen en te vergemakkelijken.

- gestructureerde partnerschappen aan te moedigen tussen de CCS, sociale partners en alle soorten verstrekkers van onderwijs en opleiding, inclusief stageplaatsen;

- de erkenning van kwalificaties in informeel en niet-formeel onderwijs te erkennen in domeinen die relevant zijn voor de CCS;

- de bereidheid van financiële instellingen om te investeren en de investeerbaarheid van de CCS te verbeteren, en specifieke financiële instrumenten te ontwikkelen, vooral garantiesystemen, onder meer via he;t toekomstige programma Creatief Europa en het Cohesiefonds

- de CCS te ondersteunen bij het verkennen en toetsen van strategieën om nieuwe doelgroepen te bereiken en bedrijfsmodellen die relevant zijn in de digitale omwenteling;

- ondersteuning te bieden voor het digitaliseren van culturele inhoud en het ontwikkelen van onlineplatforms in overeenstemming met de toepasselijke EU-regels inzake overheidssteun;

- de CCS aan te moedigen om hun aanwezigheid op interne markten te verkennen en te verbeteren, met inbegrip van de ontwikkeling van internationale partnerschappen en samenwerking met derde landen.

13.

4. Toegevoegde waarde voor actie op EU-niveau


De EU heeft duidelijk een rol te spelen bij het creëren van de juiste omgeving en het ondersteunen van deze aanpassingen.

14.

Het juiste regelgevingskader bevorderen


In het kader van de Small Business Act voor Europa, voert de EU een beleidskader voor kleine en middelgrote ondernemingen in op Europees en nationaal niveau. Dat kader is bedoeld om de algemene aanpak van het ondernemerschap te verbeteren[17]. Dit is met name relevant voor de culturele en creatieve sectoren waar kleine ondernemingen en microbedrijven heel sterk vertegenwoordigd zijn.

De Mededeling 'Een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten'[18] benadrukt de behoefte aan een volledig geïntegreerde digitale Europese eengemaakte markt. Zij geeft ook een blauwdruk voor initiatieven om een Europees kader voor intellectuele-eigendomsrechten (IPR) te scheppen waarin creatieve inspanningen worden beloond en grensoverschrijdende activiteiten op de interne markt worden vergemakkelijkt. De Commissie heeft daarop wetgevingsvoorstellen goedgekeurd over verweesde werken[19] en het collectieve beheer van auteursrechten[20]. Er wordt werk gemaakt van de beoordeling van de audiovisuele sector na het groenboek betreffende de onlinedistributie van audiovisuele werken in de EU[21]. De Commissie moedigt een bemiddelingsproces aan over thuiskopieheffingen met alle betrokkenen. Er wordt ook werk gemaakt van een verbetering van de waardering van immateriële activa, een essentieel onderdeel voor de toegang tot privéfinanciering.

Voor die culturele en creatieve sectoren die sterk afhankelijk zijn van merken en klantenbinding, is de modernisering en aanpassing van het handelsmerksysteem cruciaal. In het kader van de EU-waarnemingspost over IPR-inbreuken is er behoefte aan een betere analyse van betrouwbare gegevens over de waarde van en inbreuken op IPR en het delen van beste praktijken en bewustmakingsacties om op een doeltreffende en efficiënte manier de strijd tegen vervalsing en piraterij aan te binden. Tegen deze achtergrond vergemakkelijkt de Commissie de samenwerking tussen eigenaars van IPR en internetplatforms via het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen, dat het aanbod aan culturele nepgoederen op het internet op pan-Europees niveau wil verminderen.[22]

Volgens de digitale agenda voor Europa[23], die ook acties bevat tegen de hindernissen die de ontwikkeling van de Europese onlinemarkten in de weg staan, kunnen bepaalde aspecten in de initiatieven voor het hergebruik van overheidsdocumenten bijdragen tot een betere benutting van en toegang tot culturele activa.

Een van de prioriteiten van de mededeling over de toekomst van de btw[24] is een herziening van de huidige btw-structuur. Volgens een van de beginselen die aan de basis liggen van die herziening, zullen soortgelijke goederen en diensten onderworpen worden aan hetzelfde btw-tarief en moet technologische vooruitgang in rekening worden genomen zodat de online-omgeving en de fysieke omgeving dichter bij elkaar worden gebracht.

Voor een efficiënte digitale markt die ook nieuwe kansen biedt aan de culturele en creatieve sectoren, zal de Commissie doorgaan met de initiatieven die zijn beschreven in het actieplan over de digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten[25], waaronder een initiatief over meldings- en actieprocedures en een initiatief op het gebied van netneutraliteit.

Op het vlak van de modernisering van de staatssteun[26] zal een vrijstelling van kennisgeving in overweging worden genomen voor de culturele sector. Bovendien zal ondersteuning voor innovatie, inclusief niet-technologische innovatie, in overweging worden genomen bij de volgende herziening van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

15.

De uitwisseling van goede praktijken en intercollegiaal leren vergemakkelijken


Initiatieven op EU-niveau kunnen de aanpassingssnelheid vergroten, de verspreiding van goede praktijken bevorderen en de netwerken binnen de culturele en creatieve sectoren verbeteren. Sinds de goedkeuring van de Europese agenda voor cultuur[27] in 2007 werken de nationale autoriteiten samen op dit vlak. Een groep van deskundigen bespreekt en valideert nationale of regionale beste praktijken en dient voorstellen in voor samenwerkingsinitiatieven. De groep heeft een handboek gepubliceerd over het strategische gebruik van het Europese Cohesiefonds om het potentieel van cultuur voor lokale, regionale en nationale ontwikkeling te stimuleren, met name door bijdragen te leveren aan intelligente specialisatiestrategieën[28]. De groep zal zich nu toeleggen op internationalisering en uitvoerstrategieën. Een ander voorbeeld is het 'Policy Learning Platform' ingesteld onder de Europese Alliantie voor creatieve industrieën[29] om uitwisselingen en samenwerking te stimuleren voor een betere ondersteuning van ondernemingen, toegang tot financiering en het bundelen van uitmuntendheid en samenwerking.

De Commissie is ook van plan om intercollegiaal leren tussen stadsbesturen te ondersteunen, zodat lokale beleidsmakers ervaringen over de impact van cultuur op de sociale en economische opwaardering van steden kunnen delen en vergelijken.

16.

Naar 2020: mobilisatie van een brede waaier aan specifieke en algemene financiële hulpmiddelen


De voorstellen van de Commissie voor programma's en instrumenten voor het nieuwe meerjarige financieel kader 2014-2020, met name Creatief Europa[30], Erasmus voor iedereen[31], het Cohesiefonds[32], Horizon 2020[33], COSME[34] en de Connecting Europe Facility[35], kunnen belangrijke bijdragen leveren aan de verdere ontwikkeling van de culturele en creatieve sectoren en hun bijdrage versterken aan de Europa 2020‑strategie voor groei en werkgelegenheid.

Creatief Europa is erop gericht de culturele en linguïstische diversiteit in Europa te stimuleren en het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sectoren te versterken. Het zal:

- activiteiten op het vlak van grensoverschrijdende netwerken, partnerschappen en intercollegiaal leren ondersteunen om de sectoren beter in staat te stellen om over de nationale grenzen heen actief te zijn en een antwoord te bieden op uitdagingen zoals de digitale omwenteling, globalisering en de versnipperde Europese markten;

- een toegewezen financiële faciliteit oprichten die bankleningen eenvoudiger moet maken voor kleine ondernemingen en organisaties. Deze faciliteit wordt voorzien in het toekomstige instrument voor financiële schulden voor het mkb samen met de Horizon 2020- en COSME-faciliteiten. Zij zal proberen een systematische invloed uit te oefenen op de financiële sector door ervoor te zorgen dat de financiële instellingen beter in staat zijn om culturele en creatieve projecten te beoordelen, door de huidige beperkte expertise over de nationale grenzen heen te bundelen en initiatieven te ondersteunen die gericht zijn op het versterken van de bereidheid om in deze sectoren te investeren;

- acties ondersteunen om een ruimer publiek te bereiken en bedrijfsmodellen te toetsen;

- maatregelen ondersteunen zodat de sectoren internationaal actief kunnen zijn.

Erasmus voor iedereen zal investeringen in onderwijs en opleiding ondersteunen in de vorm van leermobiliteit, partnerschappen voor innovatie en beleidsondersteuning. Als onderdeel van haar streven om samenwerking voor innovatie te stimuleren, zal het programma grootschalige partnerschappen (kennisallianties) ondersteunen tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven en partnerschappen tussen beroepsopleidingen en bedrijven (allianties voor sectorvaardigheden). Dit biedt belangrijke kansen voor samenwerking tussen culturele en creatieve sectoren en de onderwijs- en opleidingssector.

Voortbouwend op de vele kansen die reeds werden voorzien[36], zal het Cohesiefonds ook in de toekomst investeringen in de culturele en creatieve sectoren ondersteunen om de bijdrage van cultuur te maximaliseren als middel voor lokale en regionale ontwikkeling, stadsvernieuwing, plattelandsontwikkeling, inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en sociale inclusie. Voorbeelden van investeringen zijn onderzoek, innovatie, concurrentievermogen van het mkb en ondernemerschap in culturele en creatieve industrieën, of de bescherming en verbetering van het culturele erfgoed en landschap[37]. Daarnaast zal het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling ondersteuning blijven bieden om het culturele erfgoed op het platteland te verbeteren en de toegangsdrempel tot culturele diensten in landelijke gebieden te verlagen via investeringen en opleidingen in culturele en creatieve bedrijven om zo ook hun netwerken en clustervorming te stimuleren, met name via LEADER[38].

In deze context zal het gebruik van financiële instrumenten verder worden aangemoedigd, ook door de culturele en creatieve sectoren. In haar visie op de toekomst van het Cohesiefonds wijst de Commissie deze sectoren aan in het kader van de ontwikkeling van intelligente specialisatiestrategieën voor lokale en regionale ontwikkeling[39]. Er wordt opgeroepen om de strategieën op lokaal/regionaal niveau beter te integreren met die op nationaal niveau. Het potentieel van deze sectoren in de regionale ontwikkelingsstrategieën moet worden beoordeeld bij de toekomstige vaststelling van partnerschapsovereenkomsten en operationele of plattelandsontwikkelingsprogramma's. Daarbij moet rekening worden gehouden met het dynamische verband tussen culturele troeven, de ontwikkeling van creatieve ondernemingen en de reactie op de sociale en milieugerelateerde uitdagingen, en het stimuleren van een betere mix van investeringen in infrastructuur en menselijk kapitaal.[40]

COSME versterkt het concurrentievermogen en de duurzaamheid van EU-ondernemingen en het mkb en moedigt een ondernemingscultuur aan. De Commissie stelt acties voor om clusters van wereldklasse en bedrijfsnetwerken te ontwikkelen en om de opkomst van concurrerende industrieën op basis van sectoroverschrijdende activiteiten te versnellen. Dat is erg belangrijk voor de culturele en creatieve sectoren. Er worden concrete acties voorgesteld om de goedkeuring van nieuwe bedrijfsmodellen en het commercieel gebruik van creatieve ideeën aan te moedigen. Dat moet leiden tot op maat gemaakte goederen en diensten die voldoen aan de vraag van de klant. De Commissie stelt ook acties voor om vaardigheden en competenties op het vlak van ontwerp, creativiteit en productie met elkaar te verbinden en te verbeteren.

Horizon 2020 beheert de steun van de EU aan onderzoek en innovatie en stimuleert een beter gebruik van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling. Het doel is om het concurrentievermogen te versterken in een groot aantal opkomende industrieën en sectoren. Dat is vooral van belang voor de culturele en creatieve sectoren. Technologische ontwikkelingen in die sectoren worden ondersteund, zoals innovatieve technologieën voor het creëren en gebruiken van creatieve inhoud en innovatieve materialen voor creatieve industrieën. Horizon 2020 verkent ook nieuwe vormen van innovatie, zoals sociale innovatie en creativiteit om de interculturele dynamiek binnen Europa en met internationale partners te verbeteren.

De Connecting Europe Facility versterkt de transport-, energie- en digitale netwerken in Europa. Het levert duurzame fondsen aan Europeana en zal diensten ondersteunen zoals mechanismen voor de uitwisseling van informatie over rechten en licenties of competentiecentra voor het digitaliseren en behouden van digitaal cultureel erfgoed.

Op internationaal niveau kan de beleidsdialoog tussen de EU en derde landen, zowel op bilateraal als op regionaal niveau, worden gebruikt om het vertrouwen op te bouwen en kansen te creëren om samenwerkingsverbanden te sluiten die gunstig zijn voor alle partijen, inclusief voor de culturele en creatieve sectoren[41]. Door middel van samenwerking zal cultuur een essentiële katalysator zijn voor sociaaleconomische ontwikkeling en voor versterking van de mensenrechten, democratie, het maatschappelijk middenveld en andere belangrijke elementen van goed bestuur[42].

De Commissie zal:

- het Europees regelgevend kader voor de CCS blijven verbeteren;

- onderhandelen met het Europees Parlement en de Raad over de voorstellen voor EU‑financieringsinstrumenten voor 2014-2020 en de uitvoering ervan voorbereiden;

- de uitwisseling van goede praktijken binnen de EU ondersteunen.

17.

Acties op korte termijn op EU-niveau om de belangrijkste beleidsfactoren te ondersteunen


Op kortere termijn zullen de middelen die worden ingezet op alle territoriale niveaus worden aangevuld door EU-initiatieven. Die zullen de opkomst van sectoroverschrijdende creatieve ecosystemen ondersteunen in verschillende stadia van de waardeketen:

- de veranderende behoefte aan vaardigheden aanpakken

Kennisallianties worden uitgetest tussen het hoger onderwijs en de bedrijfswereld om innovatie te stimuleren. Een kennis- en opleidingsalliantie voor de film en de industrie[43] zal in 2013 verslag uitbrengen.

De EU financiert de eerste fase van een Europese raad voor sectorale vaardigheden in de audiovisuele sector en de sector optredens[44]. Zij financiert ook een Europese raad voor sectorale vaardigheden in de textiel-, kleding- en ledersector[45] om te analyseren welke vaardigheden worden gevraagd.

Tegen einde 2013 zal een deskundigengroep van de lidstaten in het kader van de Europese agenda voor cultuur verslag uitbrengen over het bevorderen van creatieve partnerschappen tussen scholen en culturele en creatieve bedrijven en organisaties.

- toegang tot financiering verbeteren

In het kader van de Europese Alliantie voor creatieve industrieën financiert de EU tot 2014 twee partnerschappen voor een betere toegang tot financiering (FAME en C-I Factor).

Het productiegarantiefonds van het MEDIA-programma[46] zorgt ervoor dat filmproducenten makkelijker toegang krijgen tot privéfinancieringsbronnen.

De Commissie zal de mogelijkheid onderzoeken om een soortgelijk garantiefonds in het leven te roepen voor de modesector.

In het kader van de strategie zal de Commissie beleidsvoorstellen formuleren om de economische benutting van IPR te verbeteren[47].

- de markt vergroten

In 2012 zal de Commissie:

- een voorbereidende actie financieren voor de verspreiding van Europese films in het digitale tijdperk[48];

- een proefproject financieren over innovatief gebruik van ICT in de CCS[49];

- een thematisch netwerk financieren voor nieuwe bedrijfsmodellen in het kader van publicaties in het digitale tijdperk[50];

- een Europese conferentie organiseren voor het uitwisselen van praktijken[51] om een nieuw publiek te bereiken;

- een aanbeveling goedkeuren over de Europese film in het digitale tijdperk.

Tegen einde 2012 zal een deskundigengroep van de lidstaten in het kader van de Europese agenda voor cultuur verslag uitbrengen over beleidsvormen en goede praktijken van openbare instellingen om een betere toegang tot en deelname aan cultuur te bevorderen.

In 2013 zal de Commissie:

- de productie van krachtige en interactieve hulpmiddelen ondersteunen voor creatieve industrieën en anticiperen op toekomstige trends op het vlak van onderzoek en innovatie via interactie in en tussen verschillende segmenten van deze industrieën[52];

- een WORTH-proefproject lanceren om marktgerichte ondersteuning en advies aan het mkb te stimuleren in de modesector of de sector van ontwerp-gebaseerde persoonlijke goederen om zo nieuwe creatieve producten en diensten te ontwikkelen via samenwerking met ontwerpers.

Het Europees erfgoedlabel[53] en de Europese culturele hoofdsteden[54] zullen ook in de toekomst worden gebruikt als laboratoria voor het bereiken van een nieuw publiek en de participatie van de burgers.

- internationaal onderzoek uitbreiden

In 2012-2013 zal de Commissie in derde landen specifieke bemiddelingsevenementen organiseren om de internationalisering van het mkb te ondersteunen via clusters, ook voor de CCS.

De samenwerking op het vlak van de CCS via het handelsproject tussen de EU en China zal als testfase voor een intensievere samenwerking op dit vlak worden voortgezet.

In beleidsdialogen over cultuur met nieuwe partners zal de nadruk liggen op het samenwerkingkader en uitwisselingen in de CCS.

De Commissie zal ook:

- toetsen of het delen van de risico's van bestaande exportkredietverzekeringen in het mkb haalbaar is;

- in nauw overleg met EDEO manieren en middelen onderzoeken om het cultuuraspect in externe betrekkingen te versterken.

In 2013 zal een deskundigengroep van de lidstaten die is opgericht in het kader van de Europese agenda voor cultuur, een handboek publiceren over ondersteuningsstrategieën voor internationalisering in de CCS.

- sectoroverschrijdende kruisbestuiving stimuleren

Sinds 2012 heeft de Commissie:

- sectoroverschrijdende koppelingen gestimuleerd onder de Europese Alliantie voor creatieve industrieën;

- drie grootschalige demonstratieprojecten ondersteund in het kader van cultureel toerisme onder de Europese Alliantie voor de mobiele industrie en de mobiliteitsindustrie.

In 2012-2013 zal zij ook:

- een Europees centrum voor de innovatie van diensten oprichten om advies te verlenen aan regionale organisaties over het innoveren van diensten en creativiteit om industriële veranderingen te bevorderen;

- een Slimme Gids publiceren over het gebruik van Cohesiefondsen om innovatie van diensten ten volle te benutten, vooral relevant voor de CCS;

- starten met de financiering van een proefproject ter ondersteuning van traditionele industriële regio's bij hun overgang naar de 'Europese creatieve districten'[55];

- uitdagingen en opties bekijken voor maatregelen om het concurrentievermogen van de Europese mode- en luxegoederenindustrie versterken en grondig rekening houden met de bijbehorende werkdocumenten van de diensten van de Commissie;

- de aanbevelingen beoordelen die in 2012 worden voorgesteld door de Europese Leiderschapsraad voor ontwerp en een actieplan formuleren om ontwerp sneller in het innovatiebeleid op te nemen;

- opleidingsmodules ontwikkelen en toetsen onder de 'European Cluster Excellence Initiative' om de rol van creativiteit, creatieve vaardigheden en creatieve sectoren te belichten bij de transformatie van traditionele industriële activiteiten;

- een raadpleging organiseren met belanghebbenden over de relevantie van een 'European Experience Economy Alliance' om sectoroverschrijdende samenwerking tussen de CCS, ontspanning, sport en toerisme te bevorderen en de ontwikkeling te ondersteunen van nieuwe industriële waardeketens.

18.

5. Voortgangsbewaking


Wanneer het volledige potentieel van de CCS wordt benut, kan dat een grote bijdrage leveren aan de groei en werkgelegenheid en de verschuiving naar een kennisgebaseerde innovatiemaatschappij versnellen. Om dit potentieel te verwezenlijken, is actie nodig op nationaal, regionaal en lokaal niveau, maar ook op EU-niveau om de uitvoering van de gelaagde strategie te ondersteunen die hierboven werd beschreven. Hierbij zal het accent op korte en langere termijn liggen op de vijf belangrijkste beleidsfactoren: de ontwikkeling van vaardigheden; verbetering van de toegang tot financiering; bevordering van nieuwe bedrijfsmodellen en het bereiken van een nieuw publiek; nauwere banden met andere sectoren en beleidsterreinen; en toegang tot internationale markten. Deze strategie stimuleert ook de samenwerking met de EU-partners en zal kunnen rekenen op de steun van andere Europese instellingen en belanghebbenden.

Om de voortgang van de invoering van de strategie te bewaken, stelt de Commissie voor om gebruik te maken van het bestaande kader voor samenwerking, namelijk de open coördinatiemethode voor cultuur.

[1] Het gaat daarbij vooral om architectuur, archieven en bibliotheken, artistieke ambachten, audiovisuele werken (zoals film, tv-producties, videogames en multimediale uitingen), cultureel erfgoed, ontwerp (zoals mode), festivals, muziek, uitvoerende en beeldende kunsten, uitgeverijen en radioproducties.

[2] Verslag over het Europese concurrentievermogen voor 2010. Andere bronnen schatten dit cijfer hoger, namelijk op 4,5 % van het bbp en 8,5 miljoen mensen (TERA Consultants, 2010).

[3] Met inbegrip van ontwerp, de vervaardiging van modematerialen en -goederen en de distributie ervan.

[4] Het gaat daarbij met name over luxe modeartikelen, juwelen en horloges, accessoires, lederwaren, parfums en cosmetica, meubelen en huishoudelijke apparaten, auto's, boten, maar ook gastronomie, hotels en vrijetijdsbesteding.

[5] Competitiveness of the EU fashion industries, Idea Consult, 2012; The value of the cultural and creative industries to the European economy, Frontier Economics, 2012.

[6] Bron: Eurostat (EU-LFS).

[7] Zoals te zien is bij 'fast fashion' waarbij elke jaar verschillende nieuwe collecties op de markt worden gebracht.

[8] COM(2010) 546.

[9] Creating Innovation: Do the creative industries support innovation in the wider economy?, NESTA 2008.

[10] Sostenuto – Culture as a factor of economic and social innovation, 2012. KEA European Affairs – Study on the impact of culture on creativity, 2009.

[11] Twaalfde vijfjarenplan van China (2011–2015).

[12] Zo wordt 62 % van alle goederen die worden vervaardigd door Europese luxemerken verkocht buiten Europa en de waarde van die uitvoer wordt geschat op € 260 miljard (m.a.w. ongeveer 10 % van alle Europese uitvoer).

[13] Zie ec.europa.eu/culture/our-policy-development

[14] www.europeana.eu

[15] CCS staat voor culturele en creatieve sectoren.

[16] Zie pagina 10.

[17] ec.europa.eu/enterprise/policies/sme

[18] COM(2011) 287.

[19] COM(2011) 289.

[20] COM(2012) 372.

[21] COM(2011) 427.

[22] ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement

[23] COM(2010) 245.

[24] COM(2011) 851.

[25] COM(2011) 942.

[26] COM(2012) 209.

[27] COM(2007) 242.

[28] ec.europa.eu/culture/news/cci_en

[29] https://www.howtogrow.eu/ecia/

[30] COM(2011) 785.

[31] COM(2011) 788.

[32] ec.europa.eu/regional_policy/what/future

[33] COM(2011) 809.

[34] COM(2011) 834.

[35] COM(2011) 665.

[36] Studie over de bijdrage van cultuur aan lokale en regionale ontwikkeling, 2010.

[37] SWD(2012) 61, deel II.

[38] enrd.ec.europa.eu/leader/en/leader_en.cfm

[39] s3platform.jrc.ec.europa.eu/c/document_library

[40] Ibid.

[41] Beleidsdialogen kunnen met name worden ondersteund uit hoofde van het partnerschapsinstrument (PI).

[42] Dergelijke doelstellingen zullen worden ondersteund uit hoofde van zowel geografische als thematische samenwerking via het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), het Europees nabuurschapsinstrument (ENI), het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en het Elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EDF).

[43] ec.europa.eu/education/higher-education/ka1_en

[44] www.pearle.ws/en/projects/detail/16

[45] europeanskillscouncil.t-c-l.eu/eng/

[46] ec.europa.eu/culture/media/programme/overview

[47] ec.europa.eu/enterprise/policies/innovation/files

[48] ec.europa.eu/culture/media/programme/overview

[49] ec.europa.eu/culture/news

[50] WP ICT PSP 2012, blz.19.

[51] ec.europa.eu/culture/news

[52] WP ICT PSP 2013, blz. 10, 81-85.

[53] ec.europa.eu/culture/our-programmes-and-actions

[54] ec.europa.eu/culture/our-programmes-and-actions

[55] ec.europa.eu/enterprise/newsroom/cf