Toelichting bij COM(2012)340 - Gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2012, Afdeling III – Commissie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2012)340 - Gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2012, Afdeling III – Commissie. |
---|---|
bron | COM(2012)340 |
datum | 20-06-2012 |
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012 ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III – Commissie /* COM/2012/0340 final */
Inhoudsopgave
- ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 4 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2012
- WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
- INHOUDSOPGAVE
- 1. Inleiding.. 5
- 2. Eigen middelen.. 5
- 2.1. Inleiding.. 5
- 2.2. Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen.. 6
- 2.3. Britse correctie voor 2008, 2010 en 2011. 8
- 2.3.1 Inleiding.. 8
- 2.3.2 Berekening van de correcties. 9
- 2.4 Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2012. 13
- 3. Risicodelingsinstrumenten.. 14
- 3.1 Inleiding.. 14
- 3.2 Nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven.. 14
- 3.3 Nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten.. 15
- 4. Wijziging van het begrotingsonderdeel.. 15
- 2. Eigen middelen
- 2.1. Inleiding
- bedragen in miljoen euro
- 2.2. Herziening van de ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen
- Herziene ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2011 (in miljoen EUR)
- 2.3. Britse correctie voor 2008, 2010 en 2011
- 2.3.1 Inleiding
- 2.3.2 Berekening van de correcties
- 2.3.2.1 Britse correctie 2011
- 2.3.2.2 Britse correctie 2010
- 2.3.2.3 Britse correctie 2008
- 2.3.2.4 Maximum van 10,5 miljard EUR
- 2.3.3.1 Britse correctie voor 2011 (hoofdstuk 15)
- 2.3.3.2 Britse correctie voor 2010 (hoofdstuk 36)
- 2.3.3.3 Britse correctie voor 2008 (hoofdstuk 35)
- 2.4 Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2012
- Verminderingen 2012 bni-afdrachten Nederland en Zweden
- 3. Risicodelingsinstrumenten
- 3.1 Inleiding
- 3.2 Nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven
- 3.3 Nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten
- 4. Wijziging van het begrotingsonderdeel
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III – Commissie
Gezien:
– het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,
– de Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], en met name artikel 37,
– de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, die op 1 december 2011[2] is goedgekeurd,
– de gewijzigde begroting nr. 1/2012, die op 20 april 2012 is goedgekeurd,
– de gewijzigde begroting nr. 2/2012, die op 12 juni 2012 is goedgekeurd,
– het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2012, zoals gewijzigd op grond van gewijzigde begroting nr. 2/2012
dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting 2012 in.
De wijzigingen in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex (eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl). Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als budgettaire bijlage bijgevoegd.
2.3.3 Opname in OGB 4/2012 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 12
2.4 Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2012. 13
Inleiding
Dit ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 4 voor 2012 heeft betrekking op het volgende:
– de herziening van de raming van de traditionele eigen middelen (TEM, d.w.z. douanerechten en heffingen in de suikersector), de btw- en de bni-grondslagen, de opname in de begroting van de relevante Britse correcties en de financiering daarvan, en de herziening van de financiering van de vermindering van de bni-afdrachten ten voordele van Nederland en Zweden in 2012, die leiden tot een wijziging van de eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan de EU-begroting;
– de opname van vier nieuwe begrotingsonderdelen voor de instelling van uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten, elk met een vermelding pro memorie (p.m.);
– de wijziging van begrotingsonderdeel 16 03 05 01 – Voorbereidende actie – EuroGlobe, waarbij het 'liggende streepje' bij de betalingen voor dit onderdeel wordt vervangen door een vermelding pro memorie (p.m.) om saldobetalingen mogelijk te maken.
In onderstaande overzichtstabel zijn de totale eigenmiddelenbetalingen weergegeven per lidstaat, zoals opgenomen in:
– de begroting 2012,
– het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 3/2012, dat betrekking heeft op de opvoering als ontvangsten op de begroting 2012 van het overschot op de uitvoering van het begrotingsjaar 2011 van 1 496 968 014 EUR;
– dit OGB nr. 4/2012.
|| Begroting OGB 3/| OGB 4/|| OGB 4/2012 t.o.v. OGB 3/2012
|| (1)| (2)| (3)| in %| (4) = (3) – (2)
BE| 5 232,| 5 188,| 5 215,| 4,14%| + 27,0
BG| 411,| 407,| 410,| 0,33%| + 3,4
CZ| 1 599,| 1 581,| 1 529,| 1,21%| - 52,0
DK| 2 595,| 2 566,| 2 631,| 2,09%| + 64,9
DE| 25 438,| 25 130,| 25 219,| 20,01%| + 88,6
EE| 164,| 162,| 171,| 0,14%| + 8,7
IE| 1 381,| 1 366,| 1 377,| 1,09%| + 11,0
EL| 2 205,| 2 180,| 1 965,| 1,56%| - 215,5
ES| 11 316,| 11 192,| 10 730,| 8,52%| - 461,7
FR| 20 880,| 20 639,| 20 924,| 16,60%| + 284,4
IT| 16 443,| 16 258,| 16 091,| 12,77%| - 166,9
CY| 200,| 198,| 181,| 0,14%| - 17,2
LV| 191,| 188,| 210,| 0,17%| + 21,1
LT| 323,| 320,| 329,| 0,26%| + 9,1
LU| 324,| 320,| 303,| 0,24%| - 16,7
HU| 1 101,| 1 088,| 896,| 0,71%| - 192,1
MT| 70,| 70,| 65,| 0,05%| - 4,2
NL| 6 359,| 6 286,| 6 101,| 4,84%| - 184,9
AT| 2 706,| 2 671,| 2 816,| 2,23%| + 144,5
PL| 4 060,| 4 015,| 3 643,| 2,89%| - 371,9
PT| 1 648,| 1 629,| 1 625,| 1,29%| - 3,7
RO| 1 359,| 1 343,| 1 349,| 1,07%| + 5,4
SI| 422,| 418,| 401,| 0,32%| - 16,7
SK| 755,| 747,| 752,| 0,60%| + 5,3
FI| 1 985,| 1 962,| 2 003,| 1,59%| + 40,4
SE| 3 534,| 3 487,| 3 537,| 2,81%| + 49,9
UK| 14 797,| 14 590,| 15 530,| 12,32%| + 939,8
EU| 127 512,| 126 015,| 126 015,| 100,00%| + 0
Volgens vaste praktijk stelt de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM).
De herziening heeft betrekking op de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) die in 2012 moeten worden afgedragen aan de begroting, en op de geraamde btw- en bni-grondslagen voor 2012. De in de begroting 2012 (en in GB 1/2012 tot OGB 3/2012) opgenomen raming werd vastgesteld tijdens de 151e vergadering van het RCEM van 17 mei 2011. De herziene raming waarvan dit OGB 4/2012 uitgaat, is aangenomen tijdens de 154e vergadering van het RCEM van 21 mei 2012. Door gebruik te maken van een bijgestelde eigenmiddelenraming kan nauwkeuriger worden bepaald welke bijdragen tijdens het begrotingsjaar van de lidstaten worden gevraagd en wordt het effect van de onvermijdelijke ramingsfouten van het jaar voordien beperkt.
Ten opzichte van de in mei 2011 goedgekeurde raming is de in mei 2012 goedgekeurde raming op de volgende punten herzien:
– Het geraamde totaalbedrag van de nettosuikerheffingen 2012 is niet gewijzigd en bedraagt 123,4 miljoen EUR (na aftrek van 25 % inningskosten).
– De totale nettodouanerechten 2012 (inclusief douanerechten op landbouwproducten) worden nu geraamd op 17 650,8 miljoen EUR (na aftrek van 25 % inningskosten), hetgeen neerkomt op een daling met 7,9 % ten opzichte van de in mei 2011 geraamde 19 171,2 miljoen EUR. De belangrijkste reden voor deze daling is een lager geraamd gemiddeld tarief (1,32 % ten opzichte van 1,45 %). Bij de ramingen per lidstaat is gebruikgemaakt van de voorspelde groeipercentages van de invoer uit derde landen, die op 11 mei 2012 in de voorjaarsprognoses 2012 werden bekendgemaakt.
– De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2012 wordt thans geraamd op 5 779 304,1 miljoen EUR, wat neerkomt op een stijging met 0,4 % in vergelijking met de in mei 2011 geraamde 5 756 405,2 miljoen EUR. De totale afgetopte btw-grondslag voor de EU in 2012[3] wordt nu geraamd op 5 763 295,6 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op een stijging met 0,4 % in vergelijking met de in mei 2011 geraamde 5 740 777,2 miljoen EUR.
– De totale bni-grondslag voor de EU in 2012 wordt thans geraamd op 12 878 244,7 miljoen EUR, wat neerkomt op een daling met 1,9 % in vergelijking met de in mei 2010 geraamde 13 130 916,3 miljoen EUR.
Voor de omrekening van de in nationale valuta luidende btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de tien lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 30 december 2011 gebruikt. Distorsies worden voorkomen doordat dezelfde koers wordt gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad).
De herziene ramingen van TEM, niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2012 zoals vastgesteld tijdens de 154e vergadering van het RCEM van 21 mei 2012 zijn weergegeven in onderstaande tabel (afgeronde cijfers):
|| Suiker- heffingen (75 %)| Douane-rechten (75 %)| Niet-afgetopte btw-grondslagen| Bni-grondslagen| Afgetopte btw-grondslagen[4]
BE| 6,| 1 709,| 164 200,| 384 015,| 164 200,60
BG| 0,| 54,| 17 944,| 38 430,| 17 944,90
CZ| 3,| 229,| 64 537,| 140 367,| 64 537,50
DK| 3,| 347,| 99 128,| 253 673,| 99 128,20
DE| 26,| 3 600,| 1 165 502,| 2 672 592,| 1 165 502,00
EE| 0,| 23,| 7 880,| 15 872,| 7 880,50
IE| 0,| 209,| 61 788,| 125 496,| 61 788,70
EL| 1,| 140,| 89 493,| 199 825,| 89 493,60
ES| 4,| 1 178,| 479 157,| 1 036 829,| 479 157,00
FR| 30,| 1 764,| 954 295,| 2 079 550,| 954 295,30
IT| 4,| 1 763,| 652 675,| 1 578 251,| 652 675,90
CY| 0,| 21,| 14 218,| 17 237,| 8 618,75
LV| 0,| 24,| 6 894,| 20 989,| 6 894,40
LT| 0,| 49,| 11 421,| 31 245,| 11 421,90
LU| 0,| 15,| 23 664,| 31 069,| 15 534,90
HU| 2,| 105,| 34 764,| 87 872,| 34 764,00
MT| 0,| 10,| 4 701,| 5 952,| 2 976,15
NL| 7,| 1 986,| 268 334,| 608 481,| 268 334,10
AT| 3,| 208,| 138 765,| 308 548,| 138 765,20
PL| 12,| 373,| 171 886,| 351 257,| 171 886,50
PT| 0,| 128,| 78 381,| 160 867,| 78 381,50
RO| 1,| 115,| 48 853,| 137 935,| 48 853,10
SI| 0,| 77,| 17 956,| 34 804,| 17 402,00
SK| 1,| 127,| 25 074,| 70 157,| 25 074,50
FI| 0,| 157,| 90 991,| 200 276,| 90 991,50
SE| 2,| 511,| 177 296,| 405 983,| 177 296,70
UK| 9,| 2 719,| 909 496,| 1 880 661,| 909 496,20
EU| 123,| 17 650,| 5 779 304,| 12 878 244,| 5 763 295,60
De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de 'Britse correctie') die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft betrekking op drie jaren: 2008, 2010 en 2011.
Op de Britse correcties voor 2008, 2010 en 2011 zijn de bepalingen van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad en het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2007[5], van toepassing. Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit worden de netto 'buitengewone voordelen', of 'meevallers' als gevolg van de verhoging van het percentage dat de lidstaten sinds 2001 als inningskosten mogen inhouden, geneutraliseerd bij de berekening van de Britse correctie en worden de toegewezen uitgaven verminderd met:
– – de pretoetredingsuitgaven (PTU) betaald uit kredieten voor betalingen van het begrotingsjaar vóór dat van de uitbreiding. Dit correctiemechanisme voor de PTU zal bij elke volgende uitbreiding worden toegepast, maar zal niet meer gelden vanaf de correctie die voor het eerst in 2014 in de begroting wordt opgenomen;
– voor de correctie voor 2008 20 % en voor de correcties voor 2010 en 2011 100 % van de totale toegewezen uitgaven in de lidstaten die na 30 april 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, met uitzondering van de rechtstreekse landbouwbetalingen en marktgerelateerde uitgaven, alsmede het gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat afkomstig is uit het EOGFL, afdeling Garantie. Deze vermindering wordt geleidelijk doorgevoerd (20 % voor de correctie 2008 die in de begroting 2009 wordt opgenomen, 70 % voor de correctie 2009 die in de begroting 2010 wordt opgenomen en 100 % voor de correctie 2010 die in de begroting 2011 wordt opgenomen).
Bovendien wordt het respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk.
Het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 en het bedrag dat eerder in de begroting werd opgenomen (tweede bijstelling in GB 4/2010), en het verschil tussen de tweede bijstelling van de correctie voor 2010 en het eerder in de begroting opgenomen bedrag (eerste bijstelling in GB 5/2011) zijn in hoofdstukken 35 en 36 van OGB 4/2012 opgevoerd.
Het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011 is in hoofdstuk 15 van OGB 4/2012 opgevoerd, in de plaats van het in hoofdstuk 15 van de begroting 2012 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2011.
In dit OGB worden de berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011, de tweede bijstelling van de correctie voor 2010 alsmede het definitieve bedrag van de correctie voor 2008 opgenomen.
Wat de Britse correctie voor 2009 betreft, zal de Commissie (overeenkomstig de berekeningsmethode 2007) voorstellen om een bijstelling in de begroting op te nemen als deze wezenlijk van de eerder in de begroting opgenomen berekening verschilt. Volgens de huidige berekeningen van de Commissie verschilt het bedrag van de Britse correctie voor 2009 niet wezenlijk van de eerste bijstelling van de in GB 4/2010 opgenomen Britse correctie voor 2009. Bijgevolg wordt niet voorgesteld om de bijstelling in dit OGB 4/2012 op te nemen.
In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2012 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2011 en de in OGB 4/2012 op te nemen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011.
|| Britse correctie Britse correctie 2011 VOORLOPIG Begroting Britse correctie 2011 BIJSTELLING OGB 4/| Verschil
Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag| 15,0054%| 14,9462%| - 0,0592%
Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven| 7,6164%| 7,3204%| - 0,2960%
= (1) - (2)| 7,3890%| 7,6259%| + 0,2369%
Totale toegerekende uitgaven| 114 982 094 116 689 113 + 1 707 019 031
Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b)| 29 243 025 26 918 339 - 2 324 685 560
(5a) Pretoetredingsuitgaven| 3 047 748 3 037 294 - 10 454 167
(5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)| 26 195 276 23 881 045 - 2 314 231 393
Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5)| 85 739 069 89 770 774 + 4 031 704 591
Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,| 4 181 273 4 518 220 + 336 947 325
Voordeel voor het VK| 319 474 534 381 + 214 907 339
Kernkorting voor het VK = (7) - (8)| 3 861 799 3 983 839 + 122 039 986
Meevallers TEM| 61 357 8 838 - 52 519 710
Britse correctie = (9) - (10)| 3 800 441 3 975 000 + 174 559 696
De eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011 valt 175 miljoen EUR hoger uit dan het voorlopige bedrag van de in de begroting 2012 opgenomen Britse correctie voor 2011.
Voor de Britse correctie 2011 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 2 144,6 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 2 355,7 miljoen EUR in actuele prijzen.
In de onderstaande tabel worden de verschillen samengevat tussen de in GB 4/2011 opgenomen eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2010 en de in OGB 4/2012 op te nemen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010.
|| Britse correctie Britse correctie 2010 1e bijstelling GB 4/| Britse correctie 2010 2e bijstelling OGB 4/| Verschil
Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag| 15,0995%| 15,3613%| + 0,2617%
Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven| 7,7390%| 7,7118%| - 0,0272%
= (1) - (2)| 7,3605%| 7,6495%| + 0,2889%
Totale toegerekende uitgaven| 111 581 136 111 424 575 - 156 560 609
Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b)| 23 885 731 23 860 842 - 24 888 649
(5a) Pretoetredingsuitgaven| 2 978 639 2 970 335 - 8 303 272
(5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)| 20 907 092 20 890 506 - 16 585 377
Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5)| 87 695 404 87 563 732 - 131 671 960
Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,| 4 260 193 4 420 776 + 160 583 707
Voordeel voor het VK| 388 810 768 620 + 379 809 897
Kernkorting voor het VK = (7) - (8)| 3 871 382 3 652 156 - 219 226 190
Meevallers TEM| 29 810 21 614 - 8 196 616
Britse correctie = (9) - (10)| 3 841 571 3 630 542 - 211 029 573
De tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010 valt 211 miljoen EUR lager uit dan de eerste bijstelling van de in GB 4/2011 opgenomen Britse correctie voor 2010.
Voor de Britse correctie 2010 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 1 957 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 2 118 miljoen EUR in actuele prijzen.
In de tabel hierna worden de verschillen weergegeven tussen de in GB 4/2010 opgenomen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 en het in OGB 4/2012 op te nemen definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008.
|| Britse correctie Britse correctie 2008 2e bijstelling GB 4/| Britse correctie 2008 Definitief bedrag OGB 4/| Verschil
Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag| 15,7045%| 15,7929%| + 0,0884%
Aandeel van het VK in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven| 7,3387%| 7,3458%| + 0,0071%
= (1) - (2)| 8,3658%| 8,4471%| + 0,0813%
Totale toegerekende uitgaven| 105 538 033 105 436 390 - 101 642 699
Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b)| 5 908 600 5 903 524 - 5 076 161
(5a) Pretoetredingsuitgaven| 3 014 323 3 009 247 - 5 076 161
(5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)| 2 894 276 2 894 276 + 0
Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5)| 99 629 433 99 532 866 - 96 566 537
Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,| 5 500 964 5 549 050 + 48 085 644
Voordeel voor het VK| 289 477 371 343 + 81 865 937
Kernkorting voor het VK = (7) - (8)| 5 211 487 5 177 706 - 33 780 294
Meevallers TEM| - 42 810 - 45 867 - 3 056 839
Britse correctie = (9) - (10)| 5 254 297 5 223 574 - 30 723 455
Het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 is 30,7 miljoen euro kleiner dan dat van de in GB 4/2010 opgenomen tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008.
Voor de Britse correctie 2008 bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 280,6 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 301,7 miljoen EUR in actuele prijzen.
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436, mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van het EMB 2007 bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. Het gecumuleerde effect van de correcties voor 2007-2012 bedraagt 5 657,5 miljoen EUR in prijzen van 2004 en 6 125,2 miljoen EUR in actuele prijzen.
Correctie voor het VK 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR| Verschil in lopende prijzen| Verschil in constante prijzen van 2004
(A) Britse correctie 0
(B) Britse correctie - 301 679 - 280 649 108
(C) Britse correctie - 1 349 840 - 1 275 338 491
(D) Britse correctie - 2 117 969 - 1 956 957 875
(E) Britse correctie - 2 355 745 - 2 144 599 880
(F) Britse correctie n.v.t.| n.v.t.
(G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)| - 6 125 235 5 657 545 355
2.3.3 Opname in OGB 4/2012 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011, de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010 en het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008
Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 15 van dit OGB 4/2012 moet worden opgenomen, is het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011 (d.w.z. 3 975 000 971 EUR in plaats van het in de begroting 2012 opgenomen bedrag van 3 800 441 275 EUR).
Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB 4/2012 herziene bni-grondslagen voor 2012. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 15 wordt opgenomen:
Britse correctie voor 2011 – hoofdstuk 15
BE| 198 203 LU| 16 036 164
BG| 19 835 HU| 45 353 733
CZ| 72 448 MT| 3 072 181
DK| 130 929 NL| 54 982 877
DE| 241 497 AT| 27 880 676
EE| 8 192 PL| 181 295 704
IE| 64 772 PT| 83 029 154
EL| 103 136 RO| 71 193 078
ES| 535 142 SI| 17 963 510
FR| 1 073 325 SK| 36 210 428
IT| 814 588 FI| 103 369 355
CY| 8 896 SE| 36 684 944
LV| 10 833 UK| 0
LT| 16 127 Totaal| 3 975 000 971
Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 36 van dit OGB 4/2012 moet worden opgenomen, is het verschil tussen de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010 (d.w.z. 3 630 542 087 EUR) en de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2010 (d.w.z. de in GB 4/2011 opgenomen 3 841 571 660 EUR), dat 211 029 573 EUR bedraagt.
Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2011, zoals bekend eind 2011. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 36 wordt opgenomen:
Britse correctie voor 2010 – hoofdstuk 36
BE| - 7 206 LU| - 1 321 483
BG| - 874 HU| - 4 025 268
CZ| - 1 231 MT| -289 108
DK| - 5 756 NL| - 3 588 342
DE| - 12 395 AT| - 764 191
EE| - 159 PL| - 15 230 602
IE| - 4 114 PT| - 4 186 172
EL| - 10 261 RO| 1 370 640
ES| - 31 026 SI| - 1 504 459
FR| - 53 804 SK| - 2 287 722
IT| - 44 693 FI| - 4 814 952
CY| - 988 SE| - 1 637 487
LV| 230 UK| 211 029 573
LT| - 468 Totaal| 0
Het bedrag van de Britse correctie dat in hoofdstuk 35 van dit OGB 4/2012 moet worden opgenomen, is het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2008 (d.w.z. 5 223 574 449 EUR) en de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2008 (d.w.z. de in GB 4/2010 opgenomen 5 254 297 904 EUR), dat 30 723 455 EUR bedraagt.
Voor de financiering van dit bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2009, zoals bekend eind 2011. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 35 wordt opgenomen:
Britse correctie voor 2008 – hoofdstuk 35
BE| -2 436 LU| -714 690
BG| 1 220 HU| -1 193 752
CZ| 1 690 MT| -66 212
DK| -3 876 NL| -305 503
DE| -4 774 AT| -238 031
EE| 47 PL| -2 645 902
IE| 492 PT| 2 383 572
EL| -4 953 RO| 1 233 079
ES| -5 638 SI| 39 130
FR| -19 594 SK| -868 292
IT| 8 439 FI| 2 996 972
CY| -497 SE| -1 526 708
LV| -254 UK| 30 723 455
LT| 318 Totaal| 0
2.4 Herziening van de financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en Nederland in 2012
De brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Nederland en Zweden voor 2012 werden in de begroting 2012 vastgesteld. De bedragen werden omgerekend in actuele prijzen door toepassing van de door de Commissie in het kader van de economische voorjaarsprognoses 2011 meegedeelde bbp-deflator voor de EU in euro, en die dus bij opstelling van het voorontwerp van de begroting 2012 beschikbaar was. Voor Nederland bedraagt het brutobedrag 678,8 miljoen EUR en voor Zweden 168,3 miljoen EUR. Deze bedragen zullen ongewijzigd blijven[6].
De verminderingen worden door alle lidstaten gefinancierd, overeenkomstig hun aandeel in het bni. Derhalve wordt de financiering gewijzigd overeenkomstig de bijstelling van de bni-grondslagen voor 2012, zoals tijdens de 154e ramingsvergadering van het RCEM op 21 mei 2012 is overeengekomen.
In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de brutoverminderingen voor 2012 en hun financiering:
BE| 25 260 463 | LU| 2 043 763
BG| 2 527 948 | HU| 5 780 203
CZ| 9 233 356 | MT| 391 541
DK| 16 686 549 | NL| - 638 798 259
DE| 175 802 420 | AT| 20 296 231
EE| 1 044 069 | PL| 23 105 618
IE| 8 255 106 | PT| 10 581 828
EL| 13 144 481 | RO| 9 073 354
ES| 68 202 334 | SI| 2 289 398
FR| 136 792 269 | SK| 4 614 915
IT| 103 816 968 | FI| 13 174 128
CY| 1 133 878 | SE| - 141 598 022
LV| 1 380 677 | UK| 123 709 437
LT| 2 055 347 | Totaal| 0
Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 wijzigt Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.
De nieuwe bepalingen moeten een uitkomst bieden voor liquiditeitsproblemen bij het particulier gefinancierde gedeelte van projecten van het cohesiebeleid. De nieuwe bepalingen maken het mogelijk om via samenwerkingsovereenkomsten tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) of vergelijkbare instellingen risicodelingsinstrumenten in te stellen. Door tot 10 % van de voor de periode 2007-2013 aan het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds toegewezen kredieten aan deze risicodelingsinstrumenten toe te wijzen, kunnen investeringen en groei gemakkelijker worden bevorderd.
Voor de uitvoering van de acties wordt voorgesteld drie nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven en één begrotingsonderdeel voor ontvangsten in te voeren. De invoering van deze begrotingsonderdelen werd al voorgesteld in de ontwerpbegroting 2013.
Voor de uitvoering van de acties wordt voorgesteld in de begroting 2012 drie nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven toe te voegen aan Hoofdstuk 13 – Regionaal beleid:
– 13 03 40: Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO.
– 13 03 41: Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO
– 13 04 03: Risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Cohesiefonds.
Aangezien de nieuwe acties worden gefinancierd zonder algemene verhoging van de kredieten, wordt voorgesteld om voor deze nieuwe begrotingsonderdelen voor uitgaven momenteel enkel een vermelding pro memorie (p.m.) op te nemen.
Na de inwerkingtreding van de desbetreffende rechtshandeling op 23 mei 2012[7] zal de Commissie de aanvragen van de betrokken lidstaten evalueren. Terzelfder tijd zullen de betrokken operationele programma's moeten worden aangepast.
In aansluiting hierop zullen de naar de risicodelingsinstrumenten over te schrijven bedragen uit de programma's worden vrijgemaakt. De vastleggingskredieten die hierdoor bij de bestaande begrotingsonderdelen van het EFRO en het Cohesiefonds beschikbaar worden, zullen vervolgens worden overgeschreven naar de nieuwe ingevoegde begrotingsonderdelen. Hierdoor kan de Commissie juridische verbintenissen aangaan met de EIB of vergelijkbare instellingen (sluiten van samenwerkingsovereenkomsten).
Om mogelijke terugvloeiende middelen en resterende bedragen uit EU-steun voor de risicodelingsinstrumenten te kunnen registeren, wordt ook voorgesteld om in de begroting 2012 een nieuwe ontvangstenpost in te stellen bij artikel 6 1 4 – Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie en van uniale steun voor uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten:
– 6 1 4 4 — Terugbetaling van uniale steun voor uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten – Bestemmingsontvangsten
Aangezien mogelijke terugvloeiende middelen of resterende bedragen momenteel niet kwantificeerbaar zijn, wordt voorgesteld voor dit nieuwe begrotingsonderdeel voor ontvangsten een vermelding pro memorie (p.m.) op te nemen.
De voorbereidende actie EuroGlobe werd in 2009 in het leven geroepen. Overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement mogen de desbetreffende vastleggingskredieten voor voorbereidende acties ten hoogste drie achtereenvolgende begrotingsjaren in de begroting worden opgenomen. Saldobetalingen zijn echter ook na deze termijn nog mogelijk.
Op 28 december 2009 werd een overeenkomst gesloten voor de organisatie van een communicatiecampagne en publieke debatten over het beleid en de activiteiten van de EU die de burgers rechtstreeks aanbelangen. De uitvoering zou gebeuren via filmevenementen. Volgens het contract zouden acties worden uitgevoerd tijdens de Hongaarse en Poolse voorzitterschappen in 2011 en uiterlijk op 31 december 2011.
In 2010 en 2011 vonden de voorfinanciering en twee tussentijdse betalingen plaats. In november 2011 werd de Commissie op de hoogte gesteld dat het verzoek tot betaling van het saldo pas in 2012 samen met het eindverslag zou worden ingediend. De laatste betalingsaanvraag werd op 12 maart 2012 ontvangen.
De Commissie zal deze saldobetaling dekken met een interne overschrijving. Overeenkomstig artikel 25 van het Financieel Reglement kunnen kredieten slechts worden overgeschreven naar een begrotingsonderdeel waarvoor een krediet is toegestaan of die de vermelding pro memorie (p.m.) dragen. In de begroting 2012 is bij begrotingsonderdeel 16 03 05 01 – Voorbereidende actie – EuroGlobe slechts een 'liggend streepje' bij de betalingskredieten opgenomen. Om de kredietoverschrijving mogelijk te maken wordt daarom voorgesteld om dit streepje door een vermelding pro memorie (p.m.) te vervangen.
[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
[2] PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1.
[3] Krachtens Besluit nr. 2007/436 van de Raad wordt de btw-grondslag van de lidstaten afgetopt op 50 % van hun bni. In het kader van OGB 4/2012 wordt voor vier lidstaten de btw-grondslag afgetopt op 50 % van het bni: Cyprus, Luxemburg, Malta en Slovenië.
[4] De bedragen tegen een grijze achtergrond zijn het resultaat van de aftopping van de btw-grondslagen (zie voetnoot 3 hierboven).
[5] Besluit 2007/436 van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU (eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2007:163:0017:0021:NL:PDF) en het werkdocument van de Commissie van 23 mei 2007 over de berekening, financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie van begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Besluit [2007/436] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU, de zogeheten Berekeningsmethode 2007 (ec.europa.eu/budget/library/biblio/documents).
[6] Overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad worden de bedragen in actuele prijzen omgerekend door toepassing van de door de Commissie meegedeelde, meest recente bbp-deflator voor de Europese Unie in euro, die beschikbaar is bij de opstelling van het voorontwerp van begroting.
[7] PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1.