Toelichting bij COM(2011)12 - Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2011)12 - Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport.
bron COM(2011)12 NLEN
datum 18-01-2011
52011DC0012


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

2.

Brussel, 18.1.2011


COM(2011) 12 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

SEC(2011) 68 definitiefSEC(2011) 67 definitiefSEC(2011) 66 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Inhoudsopgave

1.

Inleiding



Op EU-niveau zijn de samenwerking en de dialoog op het gebied van de sport sterk verbeterd dankzij het Witboek over sport van 2007 i. Bijna alle acties in het begeleidende actieplan 'Pierre de Coubertin' zijn voltooid of worden thans uitgevoerd. Het Witboek omvat een beschrijving van het specifieke karakter van de sport en de toepassing van het EU-recht op gebieden zoals interne markt en concurrentie op de sportsector. Door de uitvoering van het Witboek over sport heeft de Commissie nuttig materiaal verzameld over in de toekomst aan te snijden thema's. Deze mededeling vervangt het Witboek niet maar bouwt voort op de verwezenlijkingen daarvan.

Op een aantal gebieden blijft het Witboek een passende basis voor de activiteiten op EU-niveau op het gebied van de sport. Deze gebieden omvatten bijvoorbeeld de bevordering van vrijwilligerswerk in de sport, de bescherming van minderjarigen en de milieubescherming. Het Witboek heeft ook een gestructureerde dialoog tot stand gebracht met belanghebbenden in de sport, waaronder een jaarlijks EU-sportforum, en heeft gediend als basis voor de mainstreaming van sportgerelateerde activiteiten in relevante fondsen, programma's en initiatieven van de EU. Het feit dat sommige onderwerpen in deze mededeling niet verder worden uitgewerkt, betekent niet dat zij niet langer prioriteiten voor de Commissie zijn, maar dat het Witboek een toereikende basis blijft om deze in de komende jaren te behandelen.

Verschillende aspecten van de sport vallen onder verschillende bepalingen van het Verdrag, als uiteengezet in het Witboek. Bovendien kent het Verdrag van Lissabon de EU een ondersteunende, coördinerende en aanvullende bevoegdheid voor sport toe en roept het op tot actie voor de ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport (artikel 165 VWEU).

Aangezien de structuur van het Witboek, gebaseerd op drie brede thematische hoofdstukken (de maatschappelijke rol van sport, de economische dimensie van sport en de organisatie van de sport) de bepalingen van het Verdrag over sport weerspiegelt, door belanghebbenden in de sport nuttig is bevonden en een algemeen aanvaard instrument voor het begeleiden van de activiteiten en discussies op EU-niveau is geworden, is deze structuur in deze mededeling gehandhaafd. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een illustratieve, niet-volledige lijst van mogelijke kwesties die door de Commissie en de lidstaten binnen hun respectieve bevoegdheidssfeer moeten worden aangepakt.

3.

1.1. Publieke raadpleging in de gehele EU


Bij de opstelling van deze mededeling heeft de Commissie een groot aantal belanghebbenden geraadpleegd met het oog op de vaststelling van op EU-niveau aan te snijden sleutelthema's. Daarbij zijn de lidstaten, de belangrijkste belanghebbenden in de sportsector (EU-sportforum, bilaterale raadplegingen) en een groep van onafhankelijke deskundigen geraadpleegd en is ook een onlineraadpleging gehouden i. De Commissie heeft ook rekening gehouden met de resultaten van een studie over 'Het Verdrag van Lissabon en het sportbeleid van de EU' die in opdracht van het Europees Parlement is uitgevoerd i.

Uit de raadplegingen met de lidstaten is gebleken dat er grote consensus bestaat over het feit dat de volgende onderwerpen prioriteiten op de EU-agenda voor sport moeten zijn: lichaamsbeweging die bevorderlijk is voor de gezondheid; bestrijding van doping; onderwijs en opleiding; vrijwilligerswerk en non-profit-sportorganisaties; sociale inclusie in en door de sport, inclusief sport voor mensen met een handicap en gendergelijkheid in de sport; duurzame financiering van amateursport; en goed bestuur.

Naast deze kwesties heeft de niet-gouvernementele sportsector aandacht gevraagd voor de volgende onderwerpen: participatieniveaus in de sport; de beschikbaarheid van sport en lichaamsbeweging op alle onderwijsniveaus; erkenning van vrijwilligerswerk; bestrijding van geweld en discriminatie; stabiele financiering; en de noodzaak van de ondersteuning van de vorming van netwerken en de uitwisseling van goede praktijken op EU-niveau.

4.

1.2. De meerwaarde van de EU op sportgebied


De Commissie respecteert de autonomie van de bestuursstructuren in de sport als fundamenteel beginsel voor de organisatie van de sport. Zij respecteert ook de bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied in lijn met het subsidiariteitsbeginsel. Bij de uitvoering van het Witboek is echter gebleken dat actie op EU-niveau kan zorgen voor een significante meerwaarde op een aantal gebieden.

De EU-actie heeft tot doel de acties van de lidstaten te ondersteunen en zo nodig aan te vullen met het oog op de aanpak van uitdagingen zoals geweld en onverdraagzaamheid in verband met sportevenementen, of het gebrek aan vergelijkbare gegevens over de sportsector in de EU als basis voor besluitvorming; Tegelijkertijd kan de EU-actie helpen bij de aanpak van de transnationale uitdagingen waarmee de sport in Europa wordt geconfronteerd, zoals een gecoördineerde aanpak van doping, fraude en oneerlijke sportpraktijken of de activiteiten van sportmakelaars.

De EU-actie draagt ook bij aan de algemene doelstellingen van de Europa 2020-strategie door het verbeteren van de inzetbaarheid en de mobiliteit, met name door acties ter bevordering van de sociale inclusie in en door sport, onderwijs en opleiding (onder meer door het Europees kwalificatiekader) en Europese richtsnoeren voor lichaamsbeweging.

Op alle in deze mededeling behandelde gebieden kan de EU-actie dienen als platform voor uitwisseling van informatie en dialoog tussen belanghebbenden in de sport, verspreiding van goede praktijken en bevordering van de ontwikkeling van Europese netwerken op sportgebied. Daarnaast draagt de EU-actie bij tot de verspreiding van kennis over het EU-recht in de sportsector, waardoor voor een grotere rechtszekerheid in de Europese sport wordt gezorgd.

Thans verleent de Commissie steun aan projecten en netwerken op sportgebied via sportspecifieke stimuleringsmaatregelen, met name de voorbereidende acties op sportgebied, of via bestaande programma’s op verschillende relevante gebieden. Deze omvatten een leven lang leren, volksgezondheid, jongerenzaken, burgerschap, onderzoek en technologische ontwikkeling, sociale inclusie, bestrijding van racisme, milieubescherming en andere.

Terwijl de voortzetting van de stimuleringsmaatregelen ter ondersteuning van de in deze mededeling aangegeven acties deel zal uitmaken van de discussies naar aanleiding van de voorbereiding van het volgende meerjarig financieel kader, zullen de voorstellen in dit document op de korte termijn worden ondersteund door de huidige en toekomstige voorbereidende acties en speciale evenementen op sportgebied.

5.

2. DE MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN SPORT


Sport kan in hoge mate bijdragen aan de slimme, duurzame en inclusieve groei en de schepping van nieuwe banen door de positieve effecten daarvan op sociale inclusie, onderwijs en opleiding, en volksgezondheid. Sport helpt om de stijging van de socialezekerheids- en gezondheidsuitgaven af te remmen door de gezondheid en de productiviteit van de bevolking te verbeteren en te zorgen voor een hogere levenskwaliteit voor ouderen. Sport draagt bij tot de sociale samenhang door het slechten van sociale barrières en verbetert de inzetbaarheid van de bevolking door het effect daarvan op onderwijs en opleiding. Vrijwilligerswerk in de sport kan bijdragen tot inzetbaarheid, sociale inclusie en een grotere participatie van de burgers aan de samenleving, met name onder jongeren. De sport wordt echter geconfronteerd met een aantal bedreigingen waartegen de atleten, met name jonge atleten, en de burgers moeten worden beschermd, zoals doping, geweld en onverdraagzaamheid.

6.

2.1. Bestrijding van doping


Doping blijft een belangrijke bedreiging voor de sport. Het gebruik van dopingmiddelen door amateursporters levert ernstige risico's voor de volksgezondheid op en vereist preventieve actie, ook in fitnesscentra. Dopingpreventie en dopingstraffen blijven onder de bevoegdheid van de sportorganisaties en de lidstaten vallen. De Commissie ondersteunt de strijd tegen doping en de belangrijke rol van het Wereldantidopingagentschap (WADA), de nationale antidopingorganisaties (NADO's), de erkende laboratoria, de Raad van Europa en de Unesco. De Commissie juicht het feit toe dat de NADO's in toenemende mate als onafhankelijke organen worden georganiseerd. Zij moedigt de lidstaten ook aan nationale antidopingactieplannen goed te keuren en uit te wisselen om te zorgen voor de nodige coördinatie tussen alle relevante actoren.

Veel belanghebbenden vragen om een meer actieve aanpak van de EU ter bestrijding van doping, bijvoorbeeld door de ondertekening van de antidopingconventie van de Raad van Europa, voor zover de bevoegdheden op dit gebied de Unie daartoe machtigen. Het is nodig dat de gevolgen van de toekenning in artikel 165 VWEU van de bevoegdheid aan de Unie om de EU in de bestuursstructuren van de WADA te vertegenwoordigen, worden beoordeeld.

De Commissie benadrukt dat de antidopingregels en -praktijken aan het EU-recht moeten voldoen en dat zij grondrechten en beginselen zoals het respect voor het privé- en het gezinsleven, de bescherming van persoonsgegevens, het recht op een eerlijk proces en het vermoeden van onschuld moeten eerbiedigen. Elke beperking op de uitoefening van deze rechten en vrijheden moet wettelijk worden vastgelegd en de essentie van die rechten en het evenredigheidsbeginsel eerbiedigen.

De Commissie moedigt de huidige trend in de lidstaten van de EU aan om strafrechtelijke bepalingen tegen de handel in dopingmiddelen door georganiseerde netwerken in te voeren of om bestaande bepalingen te versterken.

7.

2.2. Onderwijs, opleiding en kwalificaties in de sport


De tijd die in het onderwijs aan sport en lichaamsbeweging wordt besteed, kan met weinig kosten zowel binnen als buiten het leerprogramma op school worden verbeterd. De kwaliteit van de programma's voor lichamelijke opvoeding en de kwalificaties van de betrokken leraren blijven een punt van zorg in een aantal lidstaten. De samenwerking tussen sportorganisaties en onderwijsinstellingen komt beide sectoren ten goede en kan door universiteiten worden ondersteund.

Ingevolge de oproep van de Europese Raad in 2008 om aandacht te besteden aan de kwestie van de 'dubbele loopbaan' i, benadrukt de Commissie dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat aan jonge atleten van hoog niveau parallel met hun sportopleiding hoogwaardig onderwijs wordt geboden. Jonge atleten, met name die welke uit derde landen komen om in Europa te trainen en aan wedstrijden deel te nemen, worden geconfronteerd met vele, aan hun kwetsbaarheid verbonden risico's De kwaliteit van de sportopleidingscentra en het personeel daarvan moet voldoende hoog zijn om de morele en educatieve ontwikkeling en de professionele belangen van de atleten te vrijwaren.

De lidstaten en de sportbeweging erkennen de noodzaak van beter geschoold personeel in de sportsector. Het hoge niveau van het professionalisme en de verscheidenheid van de beroepen in de sport, gecombineerd met een toenemende mobiliteit in de EU, onderstrepen de relevantie van de opname van sportgerelateerde kwalificaties in de nationale kwalificatiesystemen, zodat deze kunnen profiteren van de verwijzing naar het Europees kwalificatiekader (EQF). Er is meer transparantie nodig wat betreft de validatie en de erkenning van door vrijwilligers verworven kwalificaties en de voor gereguleerde sportgerelateerde beroepen vereiste kwalificaties.

8.

2.3. Preventie en bestrijding van geweld en onverdraagzaamheid


Geweld en wangedrag door toeschouwers blijft een Europawijd verschijnsel en er is een Europese aanpak nodig die maatregelen omvat ter beperking van de bijbehorende risico's. In samenwerking met de Raad van Europa is de EU-actie tot dusver gericht op de totstandbrenging van een hoog niveau van veiligheid voor de burgers door de inzet van politie bij internationale voetbalwedstrijden. Een bredere aanpak die ook betrekking heeft op andere sportdisciplines en op preventie en rechtshandhaving is gericht, zal een sterkere samenwerking tussen de relevante belanghebbenden, zoals politiediensten, gerechtelijke instanties, sportorganisaties, supportersorganisaties en overheidsinstanties, vereisen.

Zoals blijkt uit een recent verslag van het EU-Bureau voor de grondrechten i blijven racisme, vreemdelingenhaat en andere vormen van onverdraagzaamheid problemen opwerpen in de Europese sport, ook op het niveau van de amateursport. De lidstaten worden aangemoedigd om te zorgen voor de volledige en doeltreffende omzetting van kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad inzake de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht en om activiteiten te ondersteunen die zijn gericht op de bestrijding van deze verschijnselen.

9.

2.4. Verbetering van de gezondheid door sport


Lichaamsbeweging is een van de belangrijkste gezondheidsdeterminanten in de moderne samenleving en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vermindering van overgewicht en obesitas en de preventie van een aantal ernstige ziekten. Sport vormt een fundamenteel onderdeel van elke publieke beleidsbenadering die is gericht op de verbetering van de lichaamsbeweging. In 2008 hebben de ministers van Sport van de EU de EU-richtsnoeren voor lichaamsbeweging goedgekeurd waarin wordt aanbevolen hoe beleidsmaatregelen en praktijken op EU-, nationaal en lokaal niveau kunnen worden gebruikt om lichaamsbeweging in het dagelijkse leven van de burgers gemakkelijker te maken. Een aantal lidstaten heeft deze gebruikt als basis voor nationale beleidsinitiatieven.

Gezondheid en lichaamsbeweging zijn zo nauw met elkaar verweven dat de vergroting van de lichaamsbeweging een sleutelonderdeel is van het Witboek van 2007 'Een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties' i. Voor de uitvoering van deze strategie hebben verscheidene lidstaten zich bereid getoond om te investeren in lichaamsbeweging als middel om de gezondheid te verbeteren en verschillende organisaties hebben zich ertoe verbonden projecten uit te voeren ter bevordering van meer beweging voor een betere gezondheid.

Er bestaan grote verschillen wat het niveau van de lichaamsbeweging en de publieke aanpak daarvan tussen de lidstaten betreft en het concept van lichaamsbeweging die bevorderlijk is voor de gezondheid, dat zo uiteenlopende sectoren bestrijkt als sport, gezondheid, onderwijs, transport, stedenbouw, openbare veiligheid en werkomgeving, roept aanzienlijke uitdagingen op. Lichaamsbeweging kan verder vanaf jonge leeftijd in de nationale onderwijsstelsels worden aangemoedigd. De transnationale uitwisseling van goede praktijken ter ondersteuning van de opstelling en de uitvoering van nationale richtsnoeren voor lichaamsbeweging heeft een hoge EU-meerwaarde en moet verder worden ontwikkeld.

10.

2.5. Sociale inclusie in en door sport


Personen met een handicap hebben het recht om op voet van gelijkheid met anderen aan sportactiviteiten deel te nemen. De EU en haar lidstaten hebben het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap ondertekend, dat de verplichting omvat om passende maatregelen te nemen om deze rechten te laten gelden. Het is belangrijk dat voor de volledige uitvoering van de bepalingen van dit verdrag wordt gezorgd.

Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd op bepaalde gebieden van de sport. Overeenkomstig de strategie inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen 2010-2015 zal de Commissie de mainstreaming van genderkwesties in sportgerelateerde activiteiten aanmoedigen.

Sport maakt een positieve wisselwerking tussen immigranten en de gastmaatschappij mogelijk, waardoor de integratie en de interculturele dialoog worden bevorderd. Sport wordt steeds meer opgenomen in specifieke programma's voor immigranten, maar de nationale benaderingen vertonen aanzienlijke verschillen. Sport kan ook een middel zijn voor de bevordering van de sociale inclusie van minderheden en andere kwetsbare of kansarme groepen en bijdragen tot een beter begrip tussen gemeenschappen, ook in regio's waar conflicten hebben gewoed.

11.

DE MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN SPORT


Bestrijding van doping

Commissie: voorstellen van een ontwerpmandaat voor onderhandelingen over de toetreding van de EU tot de antidopingconventie van de Raad van Europa. Commissie: onderzoeken hoe maatregelen tegen de handel in dopingmiddelen door georganiseerde netwerken het best kunnen worden versterkt, zo mogelijk via het strafrecht. Commissie: ondersteunen van transnationale antidopingnetwerken, waaronder netwerken die zich bezig houden met preventiemaatregelen die zijn gericht op amateursport, sport voor allen en fitness.

12.

Onderwijs, opleiding en kwalificaties in de sport


Commissie: ondersteunen van innovatieve initiatieven in het kader van het programma 'Een leven lang leren' met betrekking tot lichaamsbeweging op school. Commissie en lidstaten: ontwikkelen van Europese richtsnoeren inzake gecombineerde sportopleiding en algemeen onderwijs ("dubbele loopbaan"). Commissie en lidstaten: ondersteunen van de opname van sportgerelateerde kwalificaties bij de toepassing van het Europees kwalificatiekader. In deze context bevorderen van de validatie van de kwalificaties van niet-formeel en informeel leren, verworven via activiteiten zoals vrijwilligerswerk in de sport.

13.

Preventie en bestrijding van geweld en onverdraagzaamheid


Commissie en lidstaten: ontwikkelen en uitvoeren van veiligheidsregelingen en veiligheidsvoorschriften voor internationale sportevenementen, waaronder pan-Europese opleidings- en intercollegiale toetsingsprojecten voor politiebeambten in verband met geweld door toeschouwers. Commissie: ondersteunen van activiteiten die zijn gericht op de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, homofobie en bijbehorende onverdraagzaamheid in de sport.

14.

Verbetering van de gezondheid door sport


Commissie en lidstaten: op basis van de EU-richtsnoeren inzake lichaamsbeweging voortwerken aan de vaststelling van nationale richtsnoeren, waaronder een evaluatie- en coördinatieproces, en overwegen van het voorstellen van een aanbeveling van de Raad op dit gebied. Commissie: ondersteunen van transnationale projecten en netwerken op het gebied van de lichaamsbeweging die bevorderlijk is voor de gezondheid.

15.

Sociale inclusie in en door sport


Commissie en lidstaten: ontwikkelen en verspreiden van normen voor de toegankelijkheid van sport-, vrijetijds- en recreatieorganisaties, activiteiten, evenementen en bijeenkomsten via de Europese strategie inzake mensen met een handicap. Commissie en lidstaten: bevorderen van de participatie van mensen met een handicap aan Europese sportevementen alsook van de organisatie van specifiek op mensen met een handicap gerichte evenementen, met name door de ondersteuning van transnationale projecten en netwerken. In deze context ondersteunen van onderzoek in verband met gespecialiseerde sporttoestellen voor personen met een handicap. Commissie: ondersteunen van transnationale projecten ter bevordering van de toegang van vrouwen tot leidinggevende functies in de sport en de toegang tot de sport voor kansarme vrouwen. In deze context opnemen van sport in de gegevensbank en het netwerk van vrouwen met leidinggevende functies. Commissie: ondersteunen van transnationale projecten ter bevordering van de sociale integratie van kwetsbare en kansarme groepen door sport en de bijbehorende uitwisseling van goede praktijken.

16.

3. DE ECONOMISCHE DIMENSIE VAN SPORT


De sport vormt een grote en snel groeiende sector van de economie en levert een belangrijke bijdrage aan de totstandbrenging van groei en banen, met een toegevoegde waarde en werkgelegenheidseffecten die de gemiddelde groeipercentages overschrijden. Circa 2% van het mondiale bbp wordt gegenereerd door de sportsector i. Belangrijke sportevenementen en wedstrijden bieden grote mogelijkheden voor de verdere ontwikkeling van het toerisme in Europa. De sport draagt aldus bij aan de strategie 'Europa 2020'. Er zijn vergelijkbare gegevens nodig als basis voor een op feiten gebaseerde besluitvorming. Niettegenstaande het algemene economische belang van de sport vindt de grote meerderheid van de sportactiviteiten plaats in non-profitstructuren op grond van vrijwilligerswerk. De duurzaamheid van de financiering van dergelijke structuren kan een punt van zorg zijn en de financiële solidariteit tussen de professionele en de amateursport moet worden versterkt.

17.

3.1. Op feiten gebaseerde besluitvorming in de sport


De besluitvorming ter uitvoering van de sportbepalingen in het Verdrag van Lissabon maakt een goede feitenbasis noodzakelijk, waaronder vergelijkbare gegevens voor de gehele EU over de sociale en economische aspecten van de sport. De Commissie vergemakkelijkt de samenwerking op EU-niveau voor het meten van het economische belang van de sport via een sportsatellietrekening i. Bij de totstandbrenging van een grotere samenwerking voor een betere kennis van de sport in de EU moeten academici, de sportindustrie, de sportbeweging en nationale en Europese overheidsinstanties worden betrokken.

18.

3.2. Duurzame financiering van de sport


De exploitatie van intellectuele-eigendomsrechten op sportgebied, zoals uitzendvergunningen voor sportevenementen of merchandising, vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de professionele sport. De inkomsten uit deze bronnen worden vaak gedeeltelijk herverdeeld naar lagere niveaus van de sportketen.

De Commissie is van mening dat, wanneer het mededingingsrecht van de EU en de regels van de interne markt volledig worden nageleefd, de doeltreffende bescherming van deze inkomstenbronnen belangrijk is om de onafhankelijke financiering van de sportactiviteiten in Europa te waarborgen. De toekenning van sportmediarechten moet beantwoorden aan de vraag op de markt en de culturele voorkeuren, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat het internemarkt- en mededingingsrecht wordt nageleefd.

De collectieve verkoop van mediarechten is een goed voorbeeld van de mechanismen van financiële solidariteit en herverdeling in de sport. De collectieve verkoop van mediarechten beperkt inherent de mededinging in de zin van artikel 101, lid 1, VWEU. De collectieve verkoop kan echter voordelen opleveren die opwegen tegen de negatieve effecten. Gezamenlijke verkoop kan daarom onder bepaalde voorwaarden voldoen aan de criteria voor een vrijstelling uit hoofde van artikel 101, lid 3, VWEU. De Commissie beveelt de sportverenigingen aan mechanismen voor de collectieve verkoop van mediarechten vast te stellen om te zorgen voor een passende herverdeling van de inkomsten, waarbij het mededingingsrecht van de EU volledig wordt nageleefd en het recht van het publiek op informatie wordt gehandhaafd.

Door particuliere actoren of door de staat georganiseerde gokactiviteiten (waaronder sportweddenschappen en loterijen) dragen direct of indirect bij tot de financiering van de sport in alle lidstaten van de EU. De bijdragen kunnen financiële banden tussen door de staat georganiseerde loterijen en de sportbeweging, fiscale bijdragen die zorgen voor de financiering van de sport, de exploitatie van specifieke rechten en sponsoringovereenkomsten omvatten.

De continue inkomensstromen uit gokactiviteiten naar de sport worden door de belanghebbenden in de sportsector als bijzondere uitdagingen ervaren. Er moet rekening worden gehouden met de oproepen om te zorgen voor een duurzame financiering van de sport uit particuliere en publieke bronnen en de financiële stabiliteit van de sportsector bij de verdere aanpak van de verlening van gokdiensten in de interne markt. De regelgeving verschilt tussen de lidstaten op gebieden die verband houden met de intellectuele-eigendomsrechten en de gokactiviteiten, met name wat betreft de omvang van de eigendomsrechten van de organisatoren van sportcompetities voor de evenementen die zij organiseren, alsook met de kwestie van de beeldrechten in de sport.

Om een beter inzicht te verkrijgen in deze kwesties heeft de Commissie een EU-studie laten uitvoeren naar de financiering van de amateursport. De studie moet het daadwerkelijke belang van de verschillende financieringsbronnen voor de amateursport laten zien, zoals overheidssubsidies (staat, regionale en lokale autoriteiten), bijdragen door de gezinnen, bijdragen door vrijwilligerswerk, sponsoring, media-inkomsten en inkomsten uit de organisatie van gokdiensten. De uitkomst van de studie zal dienen als basis voor besluiten over de vraag of actie op dit gebied nodig is en, zo ja, welke.

19.

3.3. Toepassing van de staatssteunregels van de EU op de sport


De sport wordt in alle EU-lidstaten door de overheid op verschillende wijze gefinancierd. Sommige maatregelen, zoals zeer kleine steunbedragen die onder de de minimis-verordening vallen, kunnen buiten de werkingssfeer van artikel 107, lid 1, VWEU blijven. Wanneer aan de voorwaarden van dit artikel wordt voldaan, is staatssteun in beginsel onverenigbaar met het EU-recht, tenzij een van de afwijkingen in artikel 107 VWEU van toepassing is. Hoewel de groepsvrijstellingsverordening geen betrekking heeft op staatssteun voor de sport op zich, kan deze steun onder sommige bepalingen van deze verordening vallen, in welk geval hij als verenigbaar kan worden beschouwd zonder dat een voorafgaande kennisgeving van de Commissie nodig is. Anders moet de Commissie overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU van tevoren op de hoogte worden gebracht van een nieuwe steun en kan deze pas worden verleend als de Commissie een gunstig besluit heeft genomen. Er zijn nog maar enkele besluiten betreffende staatsteun aan de sport genomen en, zoals in andere sectoren in een soortgelijke situatie, hebben belanghebbenden herhaaldelijk gevraagd om verdere verduidelijking van de financiering van infrastructuur en sportorganisaties.

20.

3.4. Regionale ontwikkeling en inzetbaarheid


De EU-middelen zouden kunnen worden gebruikt voor projecten en acties ter ondersteuning van duurzame sportstructuren. Om volledig te profiteren van de waarde van de sport als instrument voor lokale en regionale ontwikkeling, stadsvernieuwing, plattelandsontwikkeling, inzetbaarheid, creëren van banen en integratie op de arbeidsmarkt kunnen de structuurfondsen bijvoorbeeld investeringen ondersteunen in lijn met de prioriteiten van de operationele programma's. Regionale belanghebbenden (gemeenten en regio's) spelen een cruciale rol wat de financiering van en de toegang tot sport betreft, en moeten meer worden betrokken bij de desbetreffende discussies op EU-niveau.

21.

DE ECONOMISCHE DIMENSIE VAN SPORT


Op feiten gebaseerde besluitvorming in de sport

Commissie en lidstaten: produceren van satellietrekeningen voor sport die verenigbaar zijn met de overeengekomen Europese definitie. Commissie: ondersteunen van een netwerk van universiteiten ter bevordering van een innovatief en op feiten gebaseerd sportbeleid. Commissie: bestuderen van de haalbaarheid van de oprichting van een sportmonitoringfunctie in de EU voor de analyse van trends, de verzameling van gegevens, de interpretatie van statistieken, de vergemakkelijking van onderzoek, de uitvoering van onderzoeken en studies en de bevordering van de uitwisseling van informatie.

22.

Duurzame financiering van de sport


Commissie: ervoor zorgen dat bij de uitvoering van het 'Digitale agenda'-initiatief rekening wordt gehouden met de intellectuele-eigendomsrechten die bij de verslaggeving over sportevenementen kunnen ontstaan. Commissie: laten uitvoeren van een studie naar de rechten van sportorganisatoren en de beeldrechten in de sport uit het oogpunt van het rechtskader van de EU. Commissie en lidstaten: in samenwerking met de sportbeweging verkennen van wegen om de financiële-solidariteitsmechanismen in de sport te versterken onder volledige naleving van de mededingingsregels van de EU. Commissie en lidstaten: op basis van de resultaten van de EU-studie naar de financiering van de amateursport bestuderen van de beste praktijk onder de bestaande financieringsmechanismen voor een transparante en duurzame financiering van de sport.

23.

Toepassing van de staatssteunregels van de EU op de sport


Commissie: monitoren van de toepassing van het staatssteunrecht in de sport en nagaan of richtsnoeren nodig zijn als het aantal sportgerelateerde staatssteunzaken toeneemt.

24.

Regionale ontwikkeling en inzetbaarheid


Commissie en lidstaten: volledig benutten van de mogelijkheden van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor de ondersteuning van sportinfrastructuur en duurzame sport- en openluchtactiviteiten als instrument voor regionale en plattelandsontwikkeling, en van het Europees Sociaal Fonds voor de verbetering van de vaardigheden en de inzetbaarheid van de werknemers in de sportsector.

25.

4. DE ORGANISATIE VAN DE SPORT


26.

4.1. Bevordering van goed bestuur in de sport


Goed bestuur in de sport is een voorwaarde voor de autonomie en de zelfregulering van de sportorganisaties. Aangezien het niet mogelijk is één bestuursmodel in de Europese sport voor de verschillende disciplines en rekening houdend met de nationale verschillen vast te stellen, is de Commissie van mening dat er gemeenschappelijke beginselen bestaan die ten grondslag liggen aan het bestuur van de sport op Europees niveau, zoals autonomie binnen de grenzen van de wet, democratie, transparantie en verantwoording bij de besluitvorming en vertegenwoordiging van alle geïnteresseerde belanghebbenden. Goed bestuur in de sport is een voorwaarde voor de aanpak van de uitdagingen in verband met sport en het rechtskader van de EU.

27.

4.2. De specifieke kenmerken van sport


De specifieke kenmerken van sport, een rechtsbegrip dat door het Hof van Justitie van de Europese Unie is gedefinieerd, waarmee reeds onder verschillende omstandigheden door de EU-instellingen rekening is gehouden en dat uitvoerig is behandeld in het Witboek over sport en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie, worden nu bij artikel 165 VWEU erkend. Het omvat alle kenmerken die sport speciaal maken, zoals bijvoorbeeld de onderlinge afhankelijkheid tussen tegenstanders in een wedstrijd of de pyramidestructuur van open competities. Met het begrip 'specifieke kenmerken van sport' wordt rekening gehouden bij de beoordeling van het feit of de sportregels aan de voorschriften van het EU-recht voldoen (grondrechten, vrij verkeer, discriminatieverbod, mededinging, enz.).

De sportregels betreffen normaliter de organisatie en de behoorlijke uitoefening van wedstrijdsport. Zij vallen onder de verantwoordelijkheid van de sportorganisaties en moeten verenigbaar zijn met het EU-recht. Om de verenigbaarheid van de sportregels met het EU-recht te beoordelen onderzoekt de Commissie de rechtmatigheid van de door de regels nagestreefde doelstellingen en gaat zij na of de restrictieve effecten van die regels inherent zijn aan het nastreven van de doelstellingen en of zij evenredig zijn. De door sportorganisaties nagestreefde rechtmatige doelstellingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de eerlijkheid van sportcompetities, de onzekerheid van de resultaten, de bescherming van de gezondheid van de atleten, de bevordering van de werving en opleiding van jonge atleten, de financiële stabiliteit van sportclubs/teams of een uniforme en consistente uitoefening van een bepaalde sport (de 'spelregels').

In het kader van haar dialoog met belanghebbenden in de sportsector zal de Commissie haar inspanningen voortzetten om voor elk afzonderlijk thema de verhouding tussen het EU-recht en de sportregels in de professionele en amateursport uit te leggen. Zoals gevraagd door de lidstaten en de sportbeweging tijdens de raadpleging, heeft de Commissie zich ertoe verbonden steun te verlenen aan de passende uitleg van het begrip 'specifieke kenmerken van sport' en zal zij advies hierover blijven verschaffen. Wat de toepassing van het mededingingsrecht van de EU betreft, zal de Commissie de procedure van Verordening (EG) nr. 1/2003 blijven toepassen.

28.

4.3. Vrij verkeer en nationaliteit van sporters


De organisatie van de sport op nationale basis maakt deel uit van de traditionele Europese aanpak van sport. Hoewel het Verdrag discriminatie op grond van nationaliteit verbiedt en het beginsel van vrij verkeer van werknemers vastlegt, heeft het Hof van Justitie rekening gehouden met de noodzaak om bepaalde specifieke kenmerken van sport te vrijwaren in eerdere arresten die betrekking hadden op de samenstelling van nationale ploegen of de termijnen voor de transferregels voor spelers in ploegsportcompetities.

In de professionele sport zijn regels die neerkomen op directe discriminatie (zoals quota's van spelers op grond van nationaliteit) niet verenigbaar met het EU-recht. Regels die indirect discrimineren (zoals quota's voor plaatselijk opgeleide spelers) of die het vrij verkeer van werknemers hinderen (vergoeding voor de werving en opleiding van jonge spelers) kunnen echter als verenigbaar worden beschouwd als zij een rechtmatig doel nastreven en voor zover zij nodig en evenredig zijn voor de verwezenlijking van dat doel.

Op grond van artikel 45 VWEU zijn de regels inzake het vrije verkeer alleen van toepassing op werknemers en professionele spelers in het kader van een economische activiteit. De regels voor het vrije verkeer gelden echter ook voor amateursporten, aangezien de Commissie van mening is dat ingevolge een gecombineerde lezing van de artikelen 18, 21 en 165 VWEU het algemene EU-beginsel dat elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit verbiedt, van toepassing is op de sport voor alle EU-burgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht op vrij verkeer, inclusief die welke een amateursportactiviteit uitoefenen.

De Commissie heeft een studie laten uitvoeren naar de gevolgen van de bepalingen van het Verdrag met betrekking tot discriminatie op grond van nationaliteit in afzonderlijke sporten. Richtsnoeren inzake het vrije verkeer worden verstrekt in een bij deze mededeling gevoegd werkdocument van de diensten van de Commissie. Nadere informatie is te vinden in de mededeling van de Commissie 'Het vrije verkeer van werknemers opnieuw garanderen: rechten en belangrijkste ontwikkelingen', die op 13 juli 2010 is goedgekeurd i.

29.

4.4. Transferregels en de activiteiten van spelersmakelaars


Na besprekingen met de Commissie in 2001 in de context van een antitrustzaak is een reeks regels opgenomen in de regelingen van de FIFA inzake de status en de transfer van spelers. Transfers van spelers komen regelmatig in de aandacht van het publiek omdat zij vragen doen rijzen over de wettelijkheid van de activiteiten en over de transparantie van de daarmee samenhangende financiële stromen. De Commissie is van mening dat het nu tijd is voor een algemene evaluatie van de transferregels in de professionele sport in Europa.

De onafhankelijke studie naar spelersmakelaars, die in 2009 namens de Commissie is uitgevoerd, geeft een overzicht van de activiteiten van de spelersmakelaars in de EU. De voornaamste geïdentificeerde problemen zijn van ethische aard, zoals financiële criminaliteit en exploitatie van jonge spelers, waardoor de eerlijkheid van de sportcompetities en de integriteit van de sporters worden bedreigd. De studie brengt ook verschillen aan het licht in de wijze waarop de activiteiten van spelersmakelaars door overheidsinstanties en particuliere organisaties in Europa worden geregeld.

30.

4.5. Integriteit van sportcompetities


In ploegsporten bieden de clublicentiesystemen een waardevol instrument om de integriteit van de competities te garanderen. Zij zijn ook een doeltreffend middel om goed bestuur en financiële stabiliteit te bevorderen. De Commissie juicht de goedkeuring van maatregelen toe die zijn bedoeld om de financiële fair play in het Europese voetbal te vergroten en wijst erop dat dergelijke maatregelen de internemarkt- en mededingingsvoorschriften moeten naleven.

Oneerlijke sportpraktijken schenden de ethiek en de integriteit van de sport. Zij zijn een vorm van corruptie, of zij nu weddenschappen willen beïnvloeden of gericht zijn op het behalen van sportdoelstellingen, en worden als zodanig gestraft door het nationale strafrecht. Internationale criminele netwerken spelen een rol bij oneerlijke sportpraktijken die gepaard gaan met illegale weddenschappen. Door de wereldwijde populariteit van de sport en de grensoverschrijdende aard van de weddenschappen gaat het hierbij om een probleem dat soms de bevoegdheid van de nationale autoriteiten overstijgt. De belanghebbenden in de sport hebben samen met publieke en particuliere wedbedrijven gewerkt aan de ontwikkeling van vroegtijdige-waarschuwingssytemen en opvoedingsprogramma's, echter met gemengde resultaten. De Commissie zal met de Raad van Europa samenwerken bij de analyse van de factoren die kunnen bijdragen tot een meer doeltreffende aanpak van oneerlijke sportpraktijken op nationaal, Europees en internationaal niveau. De integriteit in de sport is ook een van de kwesties die zullen worden behandeld tijdens de komende raadpleging van de Commissie over de verlening van onlinegokdiensten in de EU.

31.

4.6. Europese sociale dialoog in de sportsector


De sociale dialoog is een hoeksteen van het Europese sociale model en biedt werkgevers, atleten en sportwerkers de gelegenheid om de arbeidsbetrekkingen in de sportsector vorm te geven via een autonome dialoog in het algemene wetgevende en institutionele kader van de EU. In 2008 is een Europees comité voor de sociale dialoog in de sector van het profvoetbal opgericht. De werkzaamheden van het comité zijn gevorderd in de richting van de vaststelling van minimale contractuele voorschriften voor voetballers.

Bovendien hebben verscheidene potentiële Europese socialepartnerorganisaties hun belangstelling getoond voor de oprichting van een comité voor de sociale dialoog voor de gehele sport- en vrijetijdssector. De Commissie moedigt deze ontwikkeling aan en verzoekt de sociale partners om hun representativiteit op EU-niveau verder te consolideren. Zij zal een testfase voorstellen om de invoering van een dergelijke dialoog te vergemakkelijken.

32.

DE ORGANISATIE VAN DE SPORT


Bevordering van goed bestuur in de sport

Commissie en lidstaten: bevorderen van normen voor goed bestuur via de uitwisseling van goede praktijken en doelgerichte steun voor specifieke initiatieven.

33.

De specifieke kenmerken van sport


Commissie: verlenen van bijstand en verstrekken van richtsnoeren voor elk afzonderlijk thema met het oog op de toepassing van het begrip 'specifieke kenmerken van sport'.

34.

Vrij verkeer en nationaliteit van sporters


Commissie: verstrekken van advies over hoe de bepalingen van het Verdrag inzake nationaliteit verzoend kunnen worden met de organisatie van competities in individuele sporten op nationale basis. Commissie: beoordelen van de gevolgen van de regels betreffende lokaal opgeleide spelers in ploegsporten in 2012.

35.

Transferregels en de activiteiten van spelersmakelaars


Commissie: laten uitvoeren van een studie naar de economische en juridische aspecten van de tranfers van spelers en het effect daarvan op sportcompetities. In deze context verstrekken van advies over transfers van spelers in ploegsporten. Commissie: organiseren van een conferentie om na te gaan hoe de EU-instellingen en de vertegenwoordigers van de sportbeweging (bonden, liga's, clubs, spelers en makelaars) de situatie ten aanzien van de activiteiten van spelersmakelaars kunnen verbeteren.

36.

Europese sociale dialoog in de sportsector


Commissie: ondersteunen van de sociale partners bij de totstandbrenging van een sociale dialoog op EU-niveau voor de gehele sport- en vrijetijdssector en de bespreking van nieuwe relevante onderwerpen zoals contractuele stabiliteit, onderwijs en opleiding, gezondheid en veiligheid, werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden voor minderjarigen, rol van makelaars of bestrijding van doping.

37.

5. SAMENWERKING MET DERDE LANDEN EN INTERNATIONALE ORGANISATIES


Het Verdrag van Lissabon roept de Unie en de lidstaten op om de samenwerking met derde landen en de bevoegde internationale organisaties op sportgebied te bevorderen. Met het oog op de continentale organisatie van de sport en de hernieuwde consensus over de uitbreiding moet de samenwerking met Europese derde landen, met name kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaten, en de Raad van Europa een prioriteit zijn.

38.

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN EN INTERNATIONALE ORGANISATIES


Commissie: vaststellen van de reikwijdte van de internationale samenwerking op sportgebied met bijzondere aandacht voor Europese derde landen, met name kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaten, en de Raad van Europa.

39.

6. CONCLUSIE


Volgens de Commissie vereist de complexiteit van de voorstellen op het gebied van sport de voortzetting van de informele samenwerkingsstructuren tussen de lidstaten om te zorgen voor de continue uitwisseling van goede praktijken en de verspreiding van resultaten. De Commissie zal steun blijven verlenen aan de informele werkgroepen op het gebied van sport, die de lidstaten willen handhaven of oprichten en die verslag zullen bijven uitbrengen aan de EU-directeurs inzake sport.

Het Europees Parlement en de Raad wordt verzocht de in deze mededeling over sport gedane voorstellen te steunen en hun prioriteiten voor toekomstige acties aan te geven.
href="http://www.europarl.europa.eu/activities/committees/studies/download.do?language=en&file=32471" target="_blank">www.europarl.europa.eu/activities/committees