Toelichting bij COM(2010)356 - Tussentijdse verslag over de ontwikkeling van roamingdiensten binnen de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0356

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende het tussentijdse verslag over de ontwikkeling van roamingdiensten binnen de Europese Unie (Voor de EER relevante tekst) /* COM/2010/0356 def. */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 29.6.2010

COM(2010)356 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

betreffende het tussentijdse verslag over de ontwikkeling van roamingdiensten binnen de Europese Unie(Voor de EER relevante tekst)

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

1.

Achtergrond

3

2.1. De huidige verordening 4

3. Voornaamste ontwikkelingen in roamingdiensten 5

3.1. Prijsontwikkeling 5

3.2. Ontwikkeling van het verkeer 6

3.3. Transparantie 6

4. Resultaten 6

5. Conclusie 6

2.

Inleiding



Een van de meer recente beleidsprioriteiten van de Commissie is de totstandbrenging van één markt voor roamingdiensten en het elimineren van de buitensporige kosten die aan roaming waren verbonden. In juni 2007 werd een eerste verordening goedgekeurd betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap i (hierna 'de roamingverordening' genoemd). Doel van deze verordening was een betere werking van de interne markt, een betere bescherming van de consument en een meer concurrerende en transparante markt.

De roamingverordening had ten doel problemen op te lossen die rechtstreeks nadelig waren voor grensoverschrijdende economische activiteiten (roaming) ten opzichte van binnenlandse economische activiteiten (binnenlands gebruik van mobiele telefoondiensten) i.

De Commissie heeft een eerste onderzoek ingesteld naar de effecten van de verordening, waarbij bleek dat er nog steeds geen behoorlijke concurrentie was. Daarom heeft de Commissie voorstellen tot wijziging van de roamingverordening ingediend. Deze wijzigingen werden in juni 2009 goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad i en hielden een uitbreiding in tijd en toepassingsgebied in en hadden ook betrekking op sms-berichten en datadiensten.

De gewijzigde roamingverordening is geldig tot en met 30 juni 2012. Ondertussen is het de taak van de Commissie toezicht te houden op de werking van de verordening en daarover verslag uit te brengen bij het Europees Parlement en de Raad. De Commissie moet vóór 30 juni 2011 de effecten van de verordening opnieuw onderzoeken.

Daarnaast moet de Commissie uiterlijk 30 juni 2010 een tussentijds verslag opstellen over haar toezicht. Deze mededeling is het tussentijdse verslag in de zin van de gewijzigde roamingverordening. Daar de gewijzigde verordening slechts sinds juni 2009 van kracht is, bevat dit tussentijdse verslag een algemeen overzicht van de laatste ontwikkelingen op het gebied van roaming en een eerste beoordeling van de behaalde resultaten.

3.

Achtergrond



Sinds de goedkeuring van de gewijzigde verordening is de Commissie toezicht blijven uitoefenen op de tenuitvoerlegging van de verordening en de ontwikkelingen op het gebied van roamingdiensten in nauwe samenwerking met de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten of ERG (European Regulators Group) en de opvolger van die groep, het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie of BEREC (Body of European Regulators for Electronic Communications). BEREC houdt zich bezig met het verzamelen van talrijke gegevens die de basis vormen voor de Benchmark Data Reports, waarvan het laatste in april 2010 werd gepubliceerd en veel stof voor deze mededeling heeft geleverd. In maart 2010 heeft BEREC ook een verslag doen verschijnen over alternatieve retailgesprekken, sms-berichten en dataroamingtarieven, alsmede een verslag over de naleving van de regelgeving inzake roaming. Bij het opstellen van dit document is van beide verslagen gebruik gemaakt i.

Op 24 maart 2010 heeft de Commissie een workshop over roamingdiensten georganiseerd waaraan vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, van consumentenverenigingen, nationale regelgevende instanties en ministeries hebben deelgenomen. Bij het opstellen van haar verslag heeft de Commissie ook rekening gehouden met de standpunten die tijdens de workshop naar voren werden gebracht i.

2.1. De huidige verordening

Bij de roamingverordening worden de kosten van roaming voor gesprekken op wholesale- en retailniveau geregeld. Ook bevat deze verordening bepalingen om de transparantie te vergroten. Een maximumprijs, met jaarlijkse verlagingen, is van toepassing op wholesaleniveau; sinds juli 2009 was het prijsplafond op dit niveau € 0,26 en dit zal op 1 juli 2010 tot € 0,22 worden verlaagd. Op retailniveau werd een prijsplafond voor een Eurotarief vastgesteld dat alle exploitanten verplicht waren aan te bieden, ook weer met jaarlijkse verlagingen. Deze prijs gold voor alle klanten, tenzij deze in 2007 uitdrukkelijk een ander tariefplan hadden aangevraagd. Dit prijsplafond is momenteel € 0,43 per minuut voor uitgaande gesprekken en € 0,19 voor inkomende gesprekken. Vanaf 1 juli 2010 zullen deze plafonds verder worden verlaagd tot respectievelijk € 0,39 en € 0,15. Overeenkomstig de gewijzigde roamingverordening worden deze prijsplafonds per seconde in rekening gebracht, met de mogelijkheid een minimumaanrekeningsperiode van 30 seconden aan te houden op wholesaleniveau en ook voor uitgaande gesprekken op retailniveau. Exploitanten zijn verplicht een Eurotarief aan te bieden, maar het staat hun vrij om alternatieven voor gespreksroamingdiensten op retailniveau aan te bieden. Daarnaast zullen exploitanten vanaf 1 juli 2010 de consument geen kosten kunnen aanrekenen voor de ontvangst van voicemail terwijl zij aan het roamen zijn.

Voor sms-berichten werd een wholesaleplafond van € 0,04 vastgesteld en een Euro-sms-tarief op retailniveau dat exploitanten verplicht zijn aan te bieden tegen een maximumprijs van € 0,11 (net als voor gespreksdiensten kunnen exploitanten ook hier alternatieven aanbieden). Voor dataroaming werd een prijsplafond op wholesaleniveau vastgesteld dat momenteel € 1 per megabyte (MB) bedraagt; dit plafond zal ook jaarlijks worden verlaagd en zal vanaf juli 2010 € 0,80 bedragen. Ook werden ten behoeve van de consument bepalingen inzake transparantie vastgesteld. Exploitanten moeten informatie over roamingkosten toezenden zodra de klant een andere lidstaat binnenkomt en ook informatie over de mogelijkheid om in de bezochte lidstaat kosteloos het nummer 112 te bellen. Ten behoeve van de transparantie zijn er ook bepalingen om onverwacht hoge rekeningen voor dataroamingdiensten tegen te gaan (de 'limiet'). De limiet werd op verzoek van consumentenverenigingen op 1 maart 2010 ingevoerd en een limiet van € 50 is vanaf 1 juli 2010 van toepassing op alle consumenten die niet reeds voor een andere limiet hebben gekozen.

3. Voornaamste ontwikkelingen in roamingdiensten

3.1. Prijsontwikkeling

Gesprekken

Voornaamste punten

- Prijzen voor uitgaande en inkomende gesprekken zijn nu respectievelijk ongeveer 46% en 55% lager dan voor de inwerkingtreding van de eerste roamingverordening.

- De gemiddelde prijzen voor het door exploitanten aangeboden Eurotarief en van alternatieve tarieven liggen nu rond de niveaus van de gereguleerde plafonds.

- Er is slechts een klein verschil tussen het gereguleerde tarief (Eurotarief) en ongereguleerde (alternatieve) tarieven. Er zijn duidelijke verschillen tussen de lidstaten.

- De nieuwe factureringsbepalingen voor de aanrekening per seconde hebben tot een vermindering van 63% van de extra kosten geleid ten opzichte van eerdere factureringsmethoden voor uitgaande gesprekken en tot het verdwijnen ervan voor inkomende gesprekken.

In het algemeen zijn de bepalingen inzake de nieuwe prijsplafonds en de facturering goed nageleefd. De consumenten zijn van lagere roamingtarieven blijven profiteren en de huidige prijzen voor uitgaande en inkomende gesprekken zijn ongeveer respectievelijk 46% en 55% lager dan voor de inwerkingtreding van de eerste roamingverordening. De consument profiteert nu ook van de nieuwe bepalingen inzake facturering per seconde, als gevolg waarvan de extra kosten die te wijten waren aan vroegere factureringsmethoden voor uitgaande gesprekken met meer dan de helft zijn verminderd. Zowel op wholesale- als op retailniveau (zie grafiek 1 hieronder) blijven de prijzen echter ongeveer op het niveau van de plafonds.

De gemiddelde wholesaleprijs met minuut bedroeg eind 2009 € 0,23. Op retailniveau waren de gemiddelde prijzen per minuut voor het door exploitanten aangeboden Eurotarief eind 2009 € 0,38 voor uitgaande gesprekken en € 0,17 voor inkomende gesprekken. Deze gemiddelde prijzen zijn naar beneden gegaan in overeenstemming met de verlagingen van de gereguleerde plafonds.

[afbeelding - zie origineel document]

Grafiek 1 (Bron: BEREC)

Er zijn alternatieve tarieven, zowel voor uitgaande als voor inkomende gesprekken; deze zijn in sommige gevallen lager dan het door de exploitanten aangeboden Eurotarief, maar er zijn aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten. De gemiddelde prijs voor uitgaande gesprekken volgens alternatieve tarieven is in de tweede helft van 2009 toegenomen en is nu bijna op hetzelfde niveau als de gemiddelde prijs per minuut voor het Eurotarief (zie grafiek 1 hierboven). Voor inkomende gesprekken zijn de alternatieve tarieven gemiddeld lager dan het door exploitanten aangeboden Eurotarief, maar na de gereguleerde plafondverlagingen in juli 2009 zijn deze gemiddelde prijzen nu bijna op hetzelfde niveau.

De facturering per seconde voor gesprekken werd ingevoerd om de verborgen kosten van de facturering per minuut voor de consument te elimineren en om ervoor te zorgen dat de gebruikers betalen voor wat zij werkelijk gebruiken. Uit de verzamelde gegevens blijkt dat dit tot aanzienlijk minder extra kosten heeft geleid i. Nationale regelgevende instanties hebben erop gewezen dat sommige exploitanten deze bepalingen niet op tijd konden toepassen, maar dat zij voornemens waren dit zo spoedig mogelijk te doen en consumenten voor eventuele verliezen te compenseren.

Op retailniveau werden de extra kosten als gevolg van de vroegere factureringsmethode geschat op ongeveer 24% voor uitgaande gesprekken. Deze kosten zijn door de nieuwe factureringsmethode met meer dan de helft gedaald, namelijk tot 10%. De extra kosten die werden veroorzaakt door de eerder toegepaste facturering per minuut werden voor inkomende gesprekken geschat op ongeveer 19% voor consumenten. Daar voor deze gesprekken nu slechts facturering per seconde wordt toegepast, zouden deze extra kosten nu geheel moeten zijn verdwenen. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de correcte toepassing van deze bepalingen door de exploitanten.

Sms-berichten

Voornaamste punten

- Sms-prijzen zijn gemiddeld met ongeveer 60% gedaald.

- De prijzen op wholesaleniveau en voor de door exploitanten aangeboden Euro-sms bevinden zich ongeveer op het niveau van de gereguleerde plafonds.

- De gemiddelde prijs van alternatieve sms-tarieven is hoger dan het gereguleerde plafond (€ 0,14 voor niet-Euro-sms en € 0,10 voor Euro-sms); het door exploitanten aangeboden Euro-sms-tarief is in dit stadium in het algemeen de beste optie voor de consument.

De prijsplafonds voor sms op wholesale en retailniveau werden ook goed in acht genomen en de consument profiteert nu van aanzienlijk lagere prijzen voor sms-roaming dan voor de inwerkingtreding van de gewijzigde verordening. De prijzen bevinden zich echter ongeveer op de hoogte van de plafonds en concurrerende alternatieve tarieven zijn er nog niet.

[afbeelding - zie origineel document]

Figuur 2 (Bron: BEREC)

De gemiddelde sms-prijs op wholesaleniveau is sterk gedaald, namelijk van € 0,13 voor de inwerkingtreding van de gewijzigde verordening tot € 0,04 eind 2009. Deze verlaging heeft nog niet geleid tot meer concurrentie op retailniveau.

De gemiddelde prijs van het door exploitanten aangeboden Euro-sms-tarief was eind 2009 € 0,10, terwijl het gereguleerde plafond € 0,11 is. Dit is een prijsverlaging van ongeveer 60%, daar de gemiddelde prijs voor de inwerkingtreding van deze bepalingen € 0,24 was.

Exploitanten kunnen ook alternatieve tarieven aanbieden; tot nu toe is er echter in de EU niet veel innovatie geweest op het gebied van alternatieve sms-tarieven. De prijsniveaus van deze alternatieve tarieven lopen beduidend uiteen: de gemiddelde prijs per sms volgens de alternatieve tarieven was eind 2009 € 0,14, wat aanzienlijk hoger is dan het gereguleerde plafond. Slechts in een paar lidstaten zijn er alternatieve tarieven die aantrekkelijker zijn dan het aangeboden gereguleerde Euro-sms-tarief. In veel lidstaten zijn deze alternatieve tarieven gelijk aan het plafond, terwijl zij in ander lidstaten veel hoger zijn, in sommige lidstaten zelfs meer dan € 0,20 per sms. Het Euro-sms-tarief is daarom in de meeste gevallen de beste optie voor de consument.

Gegevensverkeer

Voornaamste punten

- Aanzienlijke verlaging van de wholesaledataprijzen (van € 1,2 tot € 0,55 per MB); de gemiddelde prijs ligt nu duidelijk onder het gereguleerde plafond.

- Retaildataprijzen zijn aan het dalen, maar de verlagingen op wholesaleniveau komen daarin nog niet volledig tot uiting.

- Onverwacht hoge rekeningen zijn nog steeds een punt van zorg.

Bij de gewijzigde verordening werd een wholesaleplafond voor dataroamingdiensten ingesteld, dat nu € 1 per MB bedraagt, aangerekend per kilobyte (kb). De limietfaciliteit op retailniveau ging op verzoek van de consumentenverenigingen op 1 maart 2010 in. Hoewel de invoering van een wholesaleprijsplafond tot een aanzienlijke daling van de gemiddelde wholesaleprijzen heeft geleid en de gemiddelde retailprijzen ook zijn gedaald, profiteert de consument nog niet volledig van de dalingen op wholesaleniveau en zijn er grote verschillen tussen de lidstaten.

De exploitanten schijnen het wholesaleprijsplafond goed in acht te hebben genomen en de gemiddelde wholesalekosten zijn aanzienlijk gedaald. De gemiddelde prijs per MB was eind 2009 € 0,55, wat aanzienlijk onder het gereguleerde plafond is. De gemiddelde wholesaleprijs voor de inwerkingtreding van de gewijzigde verordening was € 1,2 per MB, wat neerkomt op een daling van 50%.

[afbeelding - zie origineel document]

Grafiek 3 (Bron: BEREC)

Zoals uit grafiek 3 hierboven blijkt, zijn de gemiddelde retailprijzen voor data ook omlaag gegaan; het is echter niet duidelijk of de prijsverlagingen op wholesaleniveau steeds in de retailprijzen tot uiting komen. De gemiddelde retailprijs per MB was eind 2009 € 2,66, een aanzienlijk lagere prijs dan begin 2009 toen de gemiddelde prijs € 3,62 was. De lagere wholesaleprijzen bieden de exploitanten echter nog ruimere marges, daar de retailprijzen niet in dezelfde mate zijn gedaald. Voorts zijn er grote verschillen tussen landen; de gemiddelde retailprijzen zijn in sommige lidstaten ongeveer € 4 per MB en soms zelf bijna € 6 per MB.

Voorts blijven de standaardprijzen van exploitanten hoger dan het hierboven genoemde gemiddelde. Standaardtarieven kunnen gaan van ongeveer € 2 tot € 5 per MB en zelfs tot meer dan € 7 per MB. De daling van de gemiddelde dataprijzen op retailniveau kan daarom worden verklaard door de toename van vasteprijsaanbiedingen of gebundelde aanbiedingen en een meer efficiënt gebruik door de consument. Over het algemeen hebben de exploitanten de praktijk gehandhaafd speciale pakketten aan te bieden op tijdbasis, dat wil zeggen op dag- of maandbasis. Dit betekent dat een veelgebruiker van een aanzienlijke prijsvermindering per MB kan profiteren, terwijl consumenten met een gering gebruik meestal voor meer betalen dan zij gebruiken.

Exploitanten profiteren nu van een wholesaleplafond dat per KB wordt gefactureerd en dat werd ingevoerd om de extra kosten te vermijden die reeds voor gesprekken werden aangerekend. Exploitanten brengen hun klanten niettemin niet altijd de kosten van het werkelijke gebruik in rekening, dat wil zeggen per KB, en vaak worden hogere kosten aangerekend bijv. voor 10 KB of 100 KB.

Voortdurend hoge standaardprijzen, tezamen met factureringstoeslagen, leiden in sommige gevallen nog steeds tot onverwacht hoge facturen voor de consument. Verwacht wordt dat de volledige invoering van de limiet op 1 juli 2010 aan dergelijke facturen een einde zal maken.

3.2. Ontwikkeling van het verkeer

Voornaamste punten

- De volumes, met name van inkomende gesprekken en sms-berichten, nemen nog steeds toe.

- Dataroamingdiensten namen in termen van volume in 2009 met meer dan 40% toe.

Om de ontwikkeling van het verkeer goed te kunnen beoordelen, moeten dezelfde periodes van elk jaar in aanmerking worden genomen, gelet op de seizoensinvloeden.

Over het algemeen wordt de ontwikkeling van het verkeersvolume beïnvloed door de economische recessie en de daling van het reizigersverkeer binnen de EU. Het gevolg van de roamingverordening voor de volumes kan niet goed worden afgescheiden van de gevolgen van de economische situatie in haar geheel.

Ondanks de economische ontwikkelingen, zoals blijkt uit onderstaande grafiek 4, zijn consumenten gebruik blijven maken van roamingdiensten. Hieruit blijkt zowel het consumentenvertrouwen als de positieve impact van de roamingverordening, met name tegen de achtergrond van een recessie die ook tot een aanzienlijke achteruitgang van plezier- en zakenreizen heeft geleid i. Het volume inkomende gesprekken en sms-roamingdiensten is in de afgelopen twee jaar over het algemeen gestegen, met een seizoenspiek in het derde kwartaal van elk jaar. Het volume uitgaande gesprekken is het laatste jaar stabiel gebleven en is in het tweede kwartaal van het jaar zelfs iets gedaald.

[afbeelding - zie origineel document]

Grafiek 4 (Bron: BEREC)

Er was een aanzienlijke toename van het gebruik van sms-diensten na de inwerkingtreding van de gewijzigde verordening, waarbij een prijsplafond voor sms werd ingesteld. Dit gebruik was in het derde kwartaal van 2009 met 20% gestegen ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008, waaruit bleek dat de lagere prijzen en de grotere transparantie tot een groter gebruik hadden geleid.

Zoals uit grafiek 5 hieronder blijkt is het gebruik van dataroamingdiensten duidelijk blijven stijgen, met een toename van meer dan 40% in 2009. Daar de sector mobiele gegevenscommunicatiediensten nog steeds groeit, wordt verwacht dat deze trend zich in de nabije toekomst zal voortzetten.

[afbeelding - zie origineel document]

Grafiek 5 (Bron: BEREC)

3.3. Transparantie

De roamingverordening bevat een aantal bepalingen inzake transparantie die ten doel hebben de consument bewust te maken van roamingprijzen. De thuisaanbieder moet niet alleen informatie verstrekken over de kosten van spraak- en sms-roaming, maar hij moet de roamende klant ook informatie verstrekken over de kosten van dataroaming. De klanten krijgen een aantal afzonderlijke berichten toegezonden die nuttige informatie verschaffen over roamingprijzen. Bovendien kunnen de consumenten hun exploitant verzoeken op te houden met het verzenden van deze sms-berichten over roamingprijzen.

Enkele exploitanten waren niet in staat op 1 juli 2009 aan alle eisen van de gewijzigde roamingverordening te voldoen, maar in de meeste gevallen konden deze startproblemen spoedig worden opgelost. De nationale regelgevende instanties houden toezicht op de naleving van de wetgeving in eventuele resterende gevallen die meestal betrekking hebben op nieuwkomers op de markt, dat wil zeggen exploitanten die pas na 1 juli 2009 met hun activiteiten zijn begonnen.

Om te voorkomen dat consumenten met onverwacht hoge rekeningen worden geconfronteerd, werd bij de gewijzigde verordening een limiet ingevoerd. Sinds 1 maart 2010 moeten exploitanten een faciliteit aanbieden volgens welke consumenten van tevoren kunnen aangeven welk bedrag zij ten hoogste willen besteden aan gegevensdiensten in het buitenland. Wanneer 80% van dat bedrag is bereikt, wordt een bericht verzonden en nadat de limiet is bereikt moet de klant worden gevraagd of hij verder nog van deze diensten gebruik wil maken. Vanaf 1 juli 2010 zal een limiet van € 50 van toepassing zijn op alle klanten die niet voor een andere limiet hebben gekozen.

Over het algemeen werd gerapporteerd dat de invoering van deze faciliteit op 1 maart 2010 naar behoren was verlopen. Soms waren er enige startproblemen, waarvan de meeste nu opgelost lijken te zijn. De nationale regelgevende instanties moesten in sommige gevallen optreden om ervoor te zorgen dat de wetgeving werd nageleefd. Een exploitant heeft besloten het gebruik van dataroaming niet toe te staan voor vooruitbetalende klanten tot zijn systemen volledig aan het gebruik van de limiet waren aangepast. Deze limiet moet alle soorten klanten ter beschikking staan die dataroamingdiensten gebruiken, zowel bij betaling vooraf als bij betaling achteraf i.

De nationale regelgevende instanties houden nauwlettend toezicht op de toepassing van deze bepalingen om ervoor te zorgen dat de limiet correct wordt toegepast, met name met het oog op de datum van 1 juli 2010 wanneer die limiet op alle klanten van toepassing zal zijn. Daar de limiet slechts sinds 1 maart 2010 beschikbaar is voor alle klanten die daar uitdrukkelijk om hebben verzocht, zal een meer gedetailleerde analyse van de toepassing van de limiet en de perceptie daarvan door de consument, worden opgenomen in het verslag dat de Commissie in 2011 zal publiceren.

4. RESULTATEN

D oel van de roamingverordening is voornamelijk: bevordering van de concurrentie, consolidatie van de interne markt en bescherming van de consument in die zin dat hij voor grensoverschrijdende diensten geen prijs betaalt die te hoog is in vergelijking met de prijs voor binnenlandse diensten. De roamingverordening schept de voorwaarden voor een gezonde concurrentie en de Commissie verwacht dat de exploitanten van deze gelegenheid gebruik zullen maken om concurrerende roamingaanbiedingen te ontwikkelen.

De verordening heeft een passende consumentenbescherming kunnen bieden en heeft bijgedragen tot de consolidatie van de interne markt; dit is voornamelijk gebeurd door de instelling van prijsplafonds.

De prijsontwikkeling en de diversiteit van de aanbiedingen zijn een goede indicatie van de toegenomen concurrentie. De mate waarin exploitanten voor gesprekken en sms-berichten prijzen onder het niveau van de gereguleerde plafonds aanbieden, wordt als een belangrijke indicator voor het concurrentieniveau op de markt beschouwd. De roamingprijzen voor gesprekken en sms-berichten blijven echter dicht bij het niveau van de plafonds. Voor de gereguleerde plafonds voor gesprekken werd bij de gewijzigde verordening een grotere marge tussen wholesale- en retailprijzen ingevoerd om de concurrentie op retailniveau te ontwikkelen, met name voor alternatieve exploitanten, maar dit heeft tot nu toe niet tot meer prijsconcurrentie geleid.

Er schijnen diverse alternatieven te bestaan voor het gereguleerde Eurotarief en het gereguleerde Euro-sms-tarief. Voor gesprekken zijn er alternatieve tarieven met uiteenlopende prijsstructuren (dat wil zeggen beperkt in de tijd, met een maandabonnement of tegen een vaste vergoeding, gefactureerd per minuut). De gemiddelde prijs per sms volgens de alternatieve tarieven is hoger dan het door de exploitanten aangeboden Euro-sms-tarief. In sommige lidstaten zijn de alternatieve tarieven voor sms-roaming aanzienlijk hoger dan het gereguleerde plafond.

Wat dataroamingdiensten betreft, is het nog niet duidelijk of de vermindering van de wholesalekosten tot concurrerende dataroamingdiensten op retailniveau zal leiden. Daar de standaardprijzen van de exploitanten hoog blijven, moet uit de mate waarin klanten van speciale aanbiedingen tegen lage prijzen profiteren worden afgeleid of de exploitanten de voordelen van lagere tarieven voor dataroaming op wholesaleniveau doorgeven.

Hoewel de gemiddelde prijzen voor dataroaming dalen, zijn de gemiddelde retailprijzen nog aanzienlijk hoger dan de wholesaleprijzen. De standaardprijzen van de exploitanten lijken niet te zijn gedaald, wat betekent dat de daling van de gemiddelde prijzen veroorzaakt kan zijn door meer en beter gebruik van de bestaande aanbiedingen.

De kosten van roaming lijken nog steeds hoger dan die van binnenlandse mobiele diensten; prijzen voor binnenlandse diensten gaan over het algemeen omlaag, terwijl aanbiedingen voor een vaste prijs en voor bundels toenemen. BEREC onderzoekt de ontwikkelingen van zowel de roamingprijzen als de binnenlandse prijzen. Een volledige analyse zal in het in 2011 te publiceren verslag verschijnen.

Uit het bovenstaande volgt dat er voor roamingdiensten nog geen voldoende concurrentie is. De structurele problemen van de roamingmarkt, die zowel te maken hebben met de afwezigheid van concurrentiedwang aan de kant van het aanbod als met de kenmerken van de vraag, zijn er nog steeds. De roamingmarkt vertoont specifieke grensoverschrijdende kenmerken die tot nu toe tot een gebrek aan daadwerkelijke concurrentie hebben geleid waaraan de nationale regelgevende instanties niet veel hebben kunnen doen. Hoewel het huidige systeem van prijsplafonds voordelen heeft opgeleverd voor de consument en de interne markt, is het niet in staat geweest deze problemen echt op te lossen.

Op wholesaleniveau, waar het verkeer tussen mobiele exploitanten wordt gecompenseerd, zijn er niet voldoende prikkels om de wholesalekosten op concurrerend niveau te brengen. Ook blijven de gemiddelde prijzen voor niet-groep wholesaleverkeer dicht bij de plafonds, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de concurrentiekrachten nog niet sterk zijn. Daarnaast kopen eindgebruikers op retailniveau roamingdiensten niet afzonderlijk, maar tezamen met binnenlandse diensten.

Technische ontwikkelingen en/of alternatieven voor roamingdiensten, zoals VoIP of WiFi, kunnen de roamingmarkt in de EU concurrerender maken. Hoewel deze alternatieven, met name VoIP, in het binnenland steeds meer worden gebruikt, zijn er geen beduidende grensoverschrijdende ontwikkelingen geweest.

Naar het oordeel van de Commissie is echte concurrentie noodzakelijk voor een goed functionerende roamingmarkt. Er is pas sprake van echte concurrentie indien de gemiddelde prijzen niet op het niveau liggen van de gereguleerde plafonds en er alternatieve innoverende en concurrentiebevorderende aanbiedingen beschikbaar zijn.

5. Conclusie

In het algemeen is de gewijzigde roamingverordening goed toegepast. De exploitanten hebben zich aan de nieuwe bepalingen aangepast, terwijl de nationale regelgevende instanties op een goede toepassing blijven toezien. De roamende consument heeft geprofiteerd van prijsverlagingen voor gesprekken en sms-berichten en van een grotere transparantie. De prijzen van dataroaming zijn ook gedaald, maar de consument profiteert nog steeds niet van de prijsverlagingen op wholesaleniveau. Tot nu toe is de concurrentie op de roamingmarkten nog niet voldoende ontwikkeld en blijven er structurele problemen bestaan.

De bepalingen inzake limieten zullen, tenzij anders overeengekomen, vanaf 1 juli 2010 van toepassing zijn. Op die datum gaat opnieuw een verlaging volgens het tijdschema in. Ook zullen exploitanten geen kosten meer mogen aanrekenen wanneer consumenten tijdens het roamen voicemail ontvangen.

De Commissie zal uiterlijk 30 juni 2011 een volledig overzicht geven van de werking van de roamingverordening, en zal dan beoordelen of de doelstellingen van deze verordening zijn gerealiseerd. De Commissie zal daarom een onderzoek instellen naar de ontwikkelingen van de wholesale- en retailkosten, de mate van concurrentie bij het leveren van roamingdiensten en de kwaliteit van deze diensten. De Commissie zal ook:

- de ontwikkeling van mobiele diensten op nationaal niveau beoordelen;

- de beschikbaarheid en de kwaliteit van alternatieve diensten voor roaming onderzoeken, in het licht van de technische ontwikkelingen;

- oordelen of er andere methoden zijn dan prijsregulering om de structurele problemen van de roamingmarkt aan te pakken en om een concurrerende interne markt voor roaming te scheppen.

Bij de evaluatie in 2011 zal worden onderzocht of het nuttig is roamingdiensten nog verder te reguleren, in de vorm van een prijsregulering of door middel van een alternatieve benadering op lange termijn, of dat de verordening in 2012 kan vervallen, waarna roamingdiensten uitsluitend aan de marktkrachten zullen worden overgelaten. Welke keuze ook wordt gemaakt, in ieder geval moet ervoor worden gezorgd, dat de tot nu toe behaalde voordelen niet verloren gaan.

ec.europa.eu/information_society/activities

www.erg.eu.int/doc/publications