Toelichting bij COM(2004)757 - Uitdagingen voor de Europese informatiemaatschappij na 2005

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52004DC0757

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Uitdagingen voor de Europese informatiemaatschappij na 2005 /* COM/2004/0757 def. */


2.

Brussel, 19.11.2004


COM (2004) 757 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Uitdagingen voor de Europese informatiemaatschappij na 2005

INHOUD

Inleiding

3

3.

2. De bijdrage van de ICT tot de Lissabon-doelstellingen 3


4.

3. Een informatiemaatschappijbeleid blijft een noodzaak 4


5.

4. Thema's voor het informatiemaatschappijbeleid na 2005 6


6.

5. Conclusies 10


1.

Inleiding



Op de Europese Raad van Lissabon van maart 2000 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie een strategie gelanceerd om de EU klaar te maken voor de uitdagingen van de nieuwe eeuw. Deze strategie staat inmiddels bekend als de 'Lissabon-strategie'. De doelstellingen van Lissabon - meer groei, meer en betere banen, en minder sociale uitsluiting – waren ambitieus. De informatie- en communicatietechnologie (ICT) moest een sleutelrol gaan spelen bij de verwezenlijking ervan. Het belang van deze 'informatiemaatschappij voor iedereen' werd nog eens bevestigd op de Voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 2004 i en in het onlang verschenen verslag-Kok[2].

Naar aanleiding hiervan heeft de Europese Commissie het e Europe-initiatief ontplooid, dat op beleidsniveau een impuls moest geven aan de ontwikkeling van de informatiemaatschappij. Door de band genomen is het e Europe-initiatief een succes gebleken: Op het juiste moment zijn de juiste kwesties aangepakt waardoor overal in Europa en daarbuiten de beleidsdiscussie over de informatiemaatschappij werd aangezwengeld. Het huidige e Europe-actieplan loopt tot eind 2005. Bij de tussentijdse evaluatie die onlangs heeft plaatsgevonden, is gebleken dat de voornaamste doelstellingen tot dan toe geldig blijven.

Gezien dit alles is het wenselijk geworden de balans op te maken van de resultaten, de toekomstige uitdagingen de revue te laten passeren en een beleidsstrategie hiervoor te ontvouwen. Deze mededeling moet de aanzet geven tot een brede beleidsdiscussie over de informatiemaatschappij in de EU na 2005 i. Zij geeft voorts een indicatie van de belangrijkste gebieden waarop het ICT-beleid van de EU het verschil kan maken.

7.

2. DE BIJDRAGE VAN DE ICT TOT DE LISSABON-DOELSTELLINGEN


De ICT is een essentieel onderdeel van de Lissabon-strategie. Het belang van de ICT schuilt zowel in de bijdrage aan de totale economie, als in de voordelen voor de bredere maatschappij. Dit belang kan als volgt worden samengevat:

- In de eerste plaats is de sector ICT-apparatuur en –diensten op zichzelf al een belangrijke sector . Hij is gegroeid van 4% van het BBP van de EU aan het begin van de jaren negentig tot circa 8%. In 2000 was de sector goed voor 6% van de totale werkgelegenheid in de EU i. Het is een van de meest innovatieve sectoren, die 18% van de totale EU-uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) voor rekening neemt i. Met een jaarlijkse productiviteitstoename van gemiddeld 9% in de periode 1996-2000 is het ook een van de meest productieve i.

- In de tweede plaats speelt de ICT een centrale rol bij de verhoging van de productiviteit en het concurrentievermogen . 40% van de productiviteitstoename in de EU tussen 1995 en 2000 was aan de ICT te danken i. De economische opbrengst van de ICT hangt direct samen met de groei en innovatie op de markten voor ICT-goederen en diensten, en met de toepassing van ICT bij de verbetering van de bedrijfsresultaten. Ook ontwikkelt de ICT zich meer en meer tot een integrerend deel van alle industriële en dienstenmarkten, hetzij door de inbouw van ICT-componenten in goederen (bv. in consumentenapparatuur, auto's en medische instrumenten), hetzij als onderdeel van het dienstenpakket (het volgen van pakketpost, elektronisch bankieren). Op grond van empirische gegevens mag worden aangenomen dat de productiviteitskloof tussen Europa en de VS voor een groot deel moet worden verklaard door de lagere investeringen in ICT in Europa.

- Ten slotte geeft de ICT een impuls aan het burgerschap en de kwaliteit van het bestaan . Dankzij de ICT is een uitgebreidere en betere dienstverlening aan grotere aantallen mensen mogelijk. Nieuwe informatiehulpmiddelen dragen bij tot de transparantie en openheid, en verbeteren de relaties tussen de overheid en de burger. De ICT is ook een krachtig hulpmiddel voor de instandhouding en bevordering van de diversiteit en het culturele erfgoed van Europa doordat zij 'inhoud' op grote schaal toegankelijk kan maken.

Verscheidene EU-landen blinken uit in het doorvoeren en profijt trekken van innovaties op ICT-gebied i. Maar het Europese gemiddelde wat betreft benutting van het ICT-potentieel moet nog aanmerkelijk worden verbeterd. In een context waarin Europa tekortschiet wat betreft de Lissabon-doelstellingen, is het zaak de mogelijkheden van de ICT zo goed mogelijk te benutten i.

8.

3. EEN INFORMATIEMAATSCHAPPIJBELEID BLIJFT EEN NOODZAAK


Om de door de ICT geboden mogelijkheden te benutten dient er nog vele jaren een specifiek ICT-beleid te worden gevoerd. De uitrol van deze technologie staat nog in de kinderschoenen. Een bredere acceptatie is afhankelijk van het vermogen om de diverse problemen met het gebruik van deze technologieën aan te pakken. In het algemeen versnelt de ICT de technologische vooruitgang, de modernisering en de structurele aanpassing van onze economieën.

- Veel is bereikt dankzij de ontwikkeling en toepassing van ICT. Maar er staat ons ook nog veel te wachten. Zo was breedband in juli 2004 in de EU15 beschikbaar voor ongeveer 80% van de bevolking, maar had slechts 7,7% een abonnement i. Samen met de recente groei in de sector mobiele diensten van de derde generatie vormt dit een aanwijzing voor het aanmerkelijke groeipotentieel in de komende jaren. Bovendien staan er wellicht nieuwe, baanbrekende technologieën op stapel i. De huidige beleidssporen, zoals die ten aanzien van regelgeving of spectrum, moeten daarom aan nieuwe ontwikkelingen worden aangepast.

- Wereldwijd doen zich momenteel belangrijke ontwikkelingen voor. De mondiale ICT-markt groeit in hoog tempo. Maar ook de concurrentie op deze markt neemt toe, nu nieuwe spelers de markt betreden. Tussen 1992 en 2001 zijn de ICT-uitgaven in China, India en Brazilië in hoog tempo gestegen, namelijk met 20 à 35% per jaar i. De EU moet de ontwikkelingen in die landen nauwlettend volgen om de implicaties ervan te kunnen begrijpen. Het is ook van belang voor de EU om deel te nemen aan de besluitvorming over de wereldwijde structuur en het beheer van netwerken.

- Een nadrukkelijke rol bij onderzoek en ontwikkeling is essentieel voor de algemene kracht van de ICT-sector en voor de integratie van ICT in de bredere economie. De nationale overheden en de Europese Unie stimuleren en ondersteunen het onderzoek van Europese ondernemingen door een gunstig wetenschappelijk, financieel en ondernemingsklimaat te scheppen. Op Europees niveau speelt het Kaderprogramma een belangrijke rol. Doch de behoefte aan O&O op ICT-gebied neemt voortdurend toe en daarom moet het onderzoek worden aangevuld met inspanningen om de door de ICT gestuurde innovaties te promoten, zoals gesuggereerd werd in het voorgestelde raamwerk voor innovatie en concurrentievermogen i. Ook de behoefte aan onderzoek naar de sociaal-economische gevolgen van de toepassing van ICT in de diverse sectoren groeit, waarbij onder meer aandacht moet worden geschonken aan multistakeholder- en publiek/private partnerschappen, alsmede aan een betere coördinatie van nationale en regionale initiatieven.

- De regulering van ICT-activiteiten en in het bijzonder van de elektronische communicatie blijft van cruciale betekenis voor de realisatie van een omgeving die bevorderlijk is voor meer investeringen, meer innovatie, nieuwere diensten en lagere prijzen. Sinds 2003 beschikt de EU over een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie. Er dient voor te worden gezorgd dat dit volledig en doeltreffend wordt toegepast en dat het zijn relevantie niet verliest in een omgeving waarin de technologie zich snel ontwikkelt.

- Er zijn talrijke andere regelgevingskwesties met belangrijke consequenties voor de ontwikkeling van de ICT. Het gaat onder meer om de bescherming van het auteursrecht, de voorschriften voor mobiele en microbetalingen, de bescherming van de privacy en de behoefte aan rechtshandhavingsinstanties. Een gecoördineerde inspanning is nodig om oplossingen te vinden en toe te passen voor de bescherming van de rechtmatige belangen die in een adequaat bedrijfs- en regelgevingsklimaat gewaarborgd moet zijn, zonder dat dit een belemmering vormt om van de voordelen van de ICT te kunnen profiteren.

- Het is ook noodzakelijk de verschillende initiatieven in het kader van het informatiemaatschappijbeleid van de EU te coördineren. Een netwerkeconomie kan enkel haar volledige potentieel realiseren als de grenzen tussen de sectoren verdwijnen en er voor een gelijkmatige integratie van de ICT in de maatschappij wordt gezorgd. Zo kan de acceptatie van e-business sterk worden bevorderd door het vermogen van bedrijven en overheden om online te communiceren en onderlinge transacties te sluiten.

- Vanwege de toenemende afhankelijkheid van open netwerken en IT-systemen, vormen zwakke schakels en kwetsbaarheden van deze systemen een ernstige bedreiging. Een nauwe internationale samenwerking over sectorgrenzen heen is nodig om de bedreigingen voor de veiligheid te bestrijden en computercriminaliteit te voorkomen. De veiligheid van internet blijft hoog op de agenda staan. Daarom zijn activiteiten nodig om de stabiliteit en robuustheid van internet, zoals het voorbereid zijn op risico's en de overeenstemming met de voorschriften, alsmede de wijze waarop internet wordt gebruikt en beheerd, te verbeteren.

- De overheden zijn zelf belangrijke leveranciers en gebruikers van ICT. Zij kunnen daarom de acceptatie van ICT beïnvloeden door hun eigen aankoopbeleid te gebruiken om de modernste producten en diensten te ondersteunen en door hun aanbod aan online-diensten (“eGovernment”, “eHealth”, “eLearning”, etc…) uit te breiden. Zij moeten een allesomvattende benadering uitwerken voor de benutting van het ICT-potentieel teneinde de efficiëntie en doeltreffendheid van de openbare sector te verbeteren en tegelijkertijd online-diensten af te stemmen op de behoeften van het bedrijfsleven en de burger.

- Doeltreffend gebruik van ICT is in de loop der tijd een steeds complexere zaak geworden. De snel wisselende normen en hulpmiddelen en de interoperabiliteit daarvan vergen constante specialistische aandacht. Om doeltreffend gebruik te kunnen maken van de voordelen van de ICT moeten kleine bedrijven daarom kunnen beschikken over kwalitatief goede, betaalbare en gerichte ondersteuningsdiensten die zowel op hun specifieke interne behoeften als op klantgerichte ICT-oplossingen zijn afgestemd.

Daarom dient te worden gezorgd voor een samenhangend ICT-beleid in alle landen. Dat is de beleidsboodschap die de Europese Unie uitdraagt bij haar huidige activiteiten in het kader van de Wereldtop over de informatiemaatschappij.

9.

4. THEMA'S VOOR HET INFORMATIEMAATSCHAPPIJBELEID NA 2005


De groeiende verspreiding van ICT brengt veranderingen teweeg die niet beperkt blijven tot de technologie. Het gebruik van ICT impliceert ook nieuwe manieren van communicatie en interactie tussen burgers, bedrijven en overheden, waardoor nieuwe sociale en economische structuren en nieuwe bestuursvormen ontstaan.

Op basis van recente ervaringen met het informatiemaatschappijbeleid van de EU heeft de Commissie een aantal thema's aangewezen die zij relevant acht voor de ontwikkeling van een samenhangend en vooruitziend EU-beleid op het stuk van de informatiemaatschappij vanaf 2005 i.

10.

4.1. Inhoud en diensten


Een groot aantal gebruikers heeft inmiddels toegang tot infrastructuur en diensten waarmee allerlei vormen van digitale inhoud kunnen worden geleverd. Dit betekent dat de markt talloze mogelijkheden biedt voor de ontwikkeling van aantrekkelijke inhoud en diensten. Hiervan kunnen zowel de gebruikers als de economie profiteren. Desondanks gaat de vooruitgang op dit gebied slechts langzaam.

Audiovisuele en multimedia-inhoud zijn de drijvende krachten achter het succes van de nieuwe technologieën in het algemeen en van breedband in het bijzonder. Daarom is het voor de Europese Unie van belang een proactieve rol te spelen door aanbieders van inhoud te ondersteunen en de opkomst van innovatieve diensten te bevorderen. De ontwikkeling van nieuwe diensten en inhoud wordt evenwel door allerlei obstakels afgeremd. Sommige houden verband met de regelgeving, zoals de onzekerheid omtrent de toepassing van de voorschriften inzake financiële diensten op mobiele betalingen of de ontwikkeling en aanvaardbaarheid van systemen die het rechtmatig gebruik van inhoud met inachtneming van de intellectuele-eigendomsrechten mogelijk maken. Andere hebben te maken met de markt, zoals problemen met de systeemuitrol, interoperabiliteit, gebruikersvriendelijkheid of toegankelijkheid, of met situaties waarin nieuwe diensten met al bestaande moeten concurreren. Weer andere vinden hun oorzaak in dominante marktposities. De markt voor nieuwe diensten en inhoud kan alleen gedijen als er adequate oplossingen worden gevonden voor deze lange lijst van problemen, waar zowel de openbare als de particuliere sector mee geconfronteerd worden.

11.

4.2. E-inclusie en burgerschap


Het 'e-inclusie'-beleid is erop gericht iedereen tegen aanvaardbare kosten een gelijkwaardige toegankelijkheid en beschikbaarheid van ICT diensten te bieden. Het belang van een dergelijk beleid neemt toe naarmate de ICT steeds dieper in de samenleving doordringt. Burgerschap draait om de betrokkenheid van iedereen bij de samenleving, maar met het groeiende gebruik van ICT in het dagelijks leven ontstaan hierbij nieuwe uitdagingen. Het gevaar bestaat dat bepaalde maatschappelijke sectoren niet in staat zijn met de nieuwe en complexe technologieën om te gaan. E-inclusie is een zaak die op nationaal, regionaal en lokaal niveau moet worden aangepakt.

Essentiële computervaardigheden moeten worden aangeleerd zodat de burgers optimaal en doeltreffend gebruik van ICT kunnen maken. Het e-inclusiebeleid moet ertoe leiden dat iedereen over deze vaardigheden komt te beschikken. Om te voorkomen dat er opnieuw een digitale kloof ontstaat, dient het ook ervoor te zorgen dat de technologie gemakkelijk te gebruiken is en dat er inhoud en diensten beschikbaar worden gesteld. De uitdaging wordt nog vergroot door de breedmaatschappelijke veranderingen waar de EU in de komende jaren mee te maken zal krijgen. Prognoses voorspellen dat in 2020 in sommige lidstaten bijna 40% van de bevolking ouder dan 65 jaar zal zijn i.

Het e-inclusiebeleid is dus een absolute noodzaak, maar de uitvoering ervan is complex. Het vergt bovendien veel onderzoek, dat waarschijnlijk niet door de particuliere sector alleen zal worden verricht. De openbare sector kan een belangrijke impuls geven aan de oplossing van deze problemen. De Europese Unie stimuleert en ondersteunt het onderzoek op dit terrein via het Kaderprogramma. Gezien de groeiende culturele verscheidenheid, ook op regionaal niveau, wordt het steeds noodzakelijker om een nieuwe digitale kloof te voorkomen.

12.

4.3. Overheidsdiensten


Het gebruik van ICT op dit gebied is gericht op de verbetering van de kwaliteit van de geleverde diensten en op de verhoging van het democratisch gehalte en de transparantie. Vanuit de politiek wordt er nu sterk aangedrongen op een hervorming van de overheidssector met de bedoeling de efficiëntie en doelmatigheid te verhogen. Dit wordt ingegeven door de noodzaak om een antwoord te vinden op de belangrijkste breedmaatschappelijke uitdagingen, zoals de vergrijzing en de immigratie, zonder de grip op de overheidsuitgaven te verliezen - met name in de sfeer van gezondheidszorg en sociale zekerheid – en met verbetering van de totale kwaliteit.

Er zijn diverse beleidsuitdagingen op dit terrein. In de eerste plaats is investeren in ICT niet voldoende. Zoals hieronder nog wordt uitgelegd, moeten de investeringen gepaard gaan met reorganisaties die vaak moeilijk zijn door te voeren. In de tweede plaats doen zich problemen voor in verband met een gebrek aan interoperabiliteit van allerlei diensten, verschillen op bestuursrechtelijk en praktisch vlak tussen de lidstaten, identiteitsbeheer en de soms onvoldoende betrouwbaarheid en veiligheid van de beschikbare netwerken. Voorts zijn verbeteringen op dit terrein bijzonder belangrijk voor het MKB, omdat dit onevenredig zwaar wordt getroffen door administratieve verplichtingen. Bedrijven, met name kleine, moeten worden geholpen om zoveel mogelijk procedures online af te wikkelen. Daarom moet het mogelijk zijn documenten met erkende elektronische handtekeningen in te dienen. Ten slotte blijft ook de grensoverschrijdende dimensie van overheidsdiensten een prioriteit i. Voorbeelden van Europese diensten waarnaar zou kunnen worden gestreefd, zijn de inschrijving van bedrijven en de centrale afwikkeling van verhuisformaliteiten voor burgers.

13.

4.4. Vaardigheden en werk


Uit een analyse van de gevolgen van de invoering van ICT blijkt dat de beste resultaten worden verkregen door een combinatie van procesreorganisatie en ICT-investeringen. Daarom moet de ICT-component bij alle onderwijs- en opleidingsprocessen worden versterkt om aan te tonen hoe arbeidsprocessen worden beïnvloed en werkmethodes moeten worden aangepast om de voordelen voor de gebruiker te optimaliseren. Maar daarnaast moeten alle burgers ook over ICT-vaardigheden beschikken. Dit is waarschijnlijk de grootste van alle beleidsuitdagingen.

Tegelijkertijd vergemakkelijkt de ICT ook het aanleren en bijspijkeren van vaardigheden. Zij maakt dit proces goedkoper, minder locatie- en tijdgebonden, en gemakkelijker aanpasbaar aan specifieke behoeften.

De werkgelegenheidsuitdaging voor Europa komt tot uitdrukking in de discussie over de productiviteitskloof tussen de VS en Europa. Het belangrijkste is ICT op de werkplek zo te gebruiken dat de efficiëntie wordt verhoogd, de arbeidskwaliteit wordt verbeterd en er betere werkgelegenheid ontstaat. Een van de onderdelen van de Lissabon-agenda is de arbeidsparticipatie te verhogen. De ICT kan erbij helpen deze doelstelling te bereiken door het werk toegankelijker te maken, bijvoorbeeld voor parttimers en thuiswerkers, en eventueel door een verhoging van de pensioenleeftijd mogelijk te maken.

Tegelijkertijd moet de Europese Unie inspelen op de wereldwijde concurrentiedruk door de strategische implicaties van wereldwijde inkoop te verduidelijken en de aandacht te vestigen op de juiste keuze van de wereldwijde positie voor de toekomst. Dit behelst een gezonde basis voor onderzoek en ontwikkeling en de beschikbaarheid van breed en goed opgeleid personeel dat bedreven is in de modernste ICT. Het overheidsbeleid moet op al deze aspecten inspelen. Bovendien moet het beleid worden gecompleteerd met onderzoek naar de ontwikkeling van diensten en toepassingen voor de uitvoering van dit beleid en met de invoering van geschikte technische oplossingen.

14.

4.5. De ICT als sleutelsector van de industrie


De ICT-industrie is op zichzelf al een belangrijke economische sector die de informatietechnologie, elektronische communicatie en audiovisuele industrie omvat. De EU heeft al lang geleden ingezien dat het om een sleutelsector gaat die gestimuleerd moet worden. Recentelijk treedt er als gevolg van de spectaculaire groei van andere markten, met name in Azië en Latijns-Amerika, een verschuiving op van productie-, onderzoek- en standaardiseringsactiviteiten naar deze regio's.

Daarom neemt de druk toe om in Europa investeren aantrekkelijker te maken en kwalitatief goede arbeidsplaatsen te creëren. Een van de hoekstenen van het EG-industriebeleid is om een zo duidelijk en eenvoudig mogelijk concurrentiebevorderend klimaat te scheppen i. In 2005 zal de Commissie een analyse maken van het concurrentievermogen van de sector en met passende beleidsmaatregelen komen. Daarnaast is ook voor het ICT-onderzoek een grote rol weggelegd. De O&O-inspanning is een belangrijke factor voor de bijdrage van de ICT aan de productiviteitsgroei. De Commissie heeft al richtsnoeren voor het toekomstige beleid van de Europese Unie gepresenteerd om dergelijke onderzoekactiviteiten te steunen i.

15.

4.6. Interoperabiliteit


Naarmate er meer op ICT gebaseerde toepassingen beschikbaar komen, groeit de behoefte om deze compatibel maken, bv. de convergentie tussen vaste en draadloze netwerken en tussen telecommunicatie en overdracht van audiovisueel materiaal. Interoperabiliteit heeft verschillende facetten: voor netwerkexploitanten impliceert het dat zij in staat moeten zijn met andere netwerken te communiceren, terwijl het voor aanbieders van inhoud of diensten betekent dat zij hun dienst via elk willekeurig platform moeten kunnen verstrekken. Voor consumenten houdt interoperabiliteit in dat wanneer zij een apparaat kopen, zij dit kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot diensten en inhoud uit uiteenlopende bronnen.

In het algemeen worden interoperabiliteit en standaards door de marktexploitanten uitgewerkt en gekozen. Verwacht wordt dat de werkzaamheden van de Europese normalisatie-instellingen, CEN, CENELEC en ETSI, in het kader van e Europe 2002 en 2005 zullen worden voortgezet met betrekking tot de nieuwe prioriteiten. Bovendien moeten de regeringen de vooruitgang op dit gebied nauwlettend volgen. In bepaalde omstandigheden kunnen zij het noodzakelijk vinden om de betrokkenen te steunen bij het zoeken naar gemeenschappelijke oplossingen. Op sommige gebieden die bijzonder relevant zijn voor het overheidsbeleid, kan het noodzakelijk zijn het gebruik van open standaards voor te schrijven.

16.

4.7. Vertrouwen en betrouwbaarheid


Het gebruik van internet begint door te dringen in het dagelijks leven van de burger. Een randvoorwaarde voor een grootschaliger gebruik van internet is dat het zich ons vertrouwen waardig toont. Veiligheid, bescherming van de privacy en de eigendom, en goed algemeen beheer van de sector zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van het vertrouwen van de consument in de informatiemaatschappij. Dit is bijzonder relevant gezien de ongerustheid van de consument over verlies aan privacy, oneerlijke of onrechtmatige handelspraktijken, ongevraagde berichten, illegale en schadelijke inhoud en de bescherming van minderjarigen. Er wordt al veel gedaan om het vertrouwen in internet te verhogen, bv. door de activiteiten om internet veiliger te maken voor kinderen, de systemen voor risicobeheer en incidentenbeheersing en de maatregelen tegen spam. Een ander aspect is de betrouwbaarheid van systemen en netwerken. De infrastructuurvoorzieningen van het moderne leven, zoals banken, financiën, energie, vervoer enz. zijn erg afhankelijk van ICT en hangen nauw met elkaar samen. Storingen kunnen daarom verstrekkende gevolgen hebben.

Tegelijkertijd worden privacy en gegevensbescherming steeds meer een bron van zorg als gevolg van de krachtige mogelijkheden om op relatieve eenvoudige wijze toegang te krijgen tot uitvoerige informatie over particulieren en tot auteursrechtelijke beschermde inhoud.

17.

4.8. Toepassing van ICT in het bedrijfsleven


Een efficiënt gebruik van ICT door bedrijven wordt gezien als een van de succesfactoren voor de verbetering van het Europese concurrentievermogen. Toch vormt een doeltreffende invoering van nieuwe bedrijfsprocessen en nieuwe business-modellen om te profiteren van de door de ICT geboden mogelijkheden, nog steeds een uitdaging, zeker voor de miljoenen kleine en middelgrote bedrijven in Europa. Vanuit macro-economische standpunt blijkt uit de minder hoge en tragere investeringen in ICT in Europa duidelijk dat hier minder in productiviteitsverhogende ICT wordt geïnvesteerd dan in de VS. Bovendien worden de Europese prestaties geremd door het grote aandeel kleine en middelgrote bedrijven, die nog steeds achterlopen op de grote bedrijven, niet alleen in termen van de uitrol van de ICT-infrastructuur, maar ook in de mate van geavanceerdheid van het ICT-gebruik.

18.

5. CONCLUSIES


In deze mededeling is gepleit voor een ruimer gebruik van ICT en voor constante beleidsaandacht voor met ICT verband houdende kwesties. Daarnaast zijn belangrijke beleidsuitdagingen gepresenteerd waar de EU mee geconfronteerd zal worden in het vooruitzicht van de laatste vijf jaar van uitvoering van de Lissabon-agenda. We moeten gebruik maken van al wat is bereikt in het kader van het informatiemaatschappijbeleid van de EU. De enorme positieve effecten van de ICT en van de informatiemaatschappij in het algemeen dienen duidelijk te worden gemaakt teneinde de angst voor nieuwe technologieën en de vrees voor een verbreding van de digitale kloof weg te nemen. In economische opzicht is het niet alleen zaak dat de ICT meer ingang vindt, maar ook dat de investeringen in ICT veiliger en doeltreffender worden gemaakt en er geprofiteerd wordt van de ervaring om voor een snellere verspreiding van de voordelen te zorgen.

Met deze mededeling wordt de aanzet gegeven tot een proces van bezinning op een nieuwe kijk op de informatiemaatschappij die aanvang 2006 zijn beslag moet krijgen. De Commissie zal in de loop van volgend jaar overleg voeren met de betrokkenen, zoals het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s alsmede de Adviesgroep e Europe, en met een nieuwe beleidsagenda komen.

De Commissie verzoekt de lidstaten een actieve rol te spelen bij de uitwerking van het nieuwe informatiemaatschappijbeleid voor de komende jaren en te reageren op de kwesties die in dit document onder de aandacht zijn gebracht.

[2] “Facing the Challenge. The Lisbon strategy for growth and employment”, verslag van de groep op hoog niveau onder leiding van Wim Kok, november 2004.
“OECD Measuring the Information Economy 2002”, “OECD Information Technology Outlook”, 2004.
“Rethinking the ICT-agenda” die onlangs in opdracht van het Nederlandse voorzitterschap is gemaakt (Price Waterhouse Coopers, augustus 2004), noemt identificatie met behulp van radiofrequenties (RFID) als een mogelijk voorbeeld van zo'n baanbrekende technologie.
“OECD Information Technology Outlook 2004”.
“eHealth in the context of a European ageing society. A prospective study”, eindrapport, april 2004.